Prijs per Nummer 10 Cent. Donderdag 13 Februari 1890. 37é 203e Jaargang. AOVERTENTIEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. De Wilddief. Couran NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. 1) e i e C o 11 r a it t v e ABONNEMENT: Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. r s c h ij ii t dadelijks* b e li a I v e op Zon- en Feestdagen, - Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: KcheepinakerssteeK 6. Stads-ISerich teu. UKR- 1.1 H. BURGEMEESTER KN WETHOUDERS yan LEIDEN, Gezien bet besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Hollandvan den 10deo December 1889, n°. 9/1 [Provinciaalblad n°. 74), houdende bepaling van de tijdstippen van den herijk der maten en ge wichten in de verschillende gemeenten in deze pro vincie, voor het jaar 1890; Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. o, der wet van den 7<n April 1869 Staatsblad n°. 37), tot het doen herijken van alle reeds in gebruik zijnde maten en gewichtenonder mededeeling dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Ge meente-apotheek, en wel: voor de gewone gewichtenbenevens dc maten en •trijkers, voor wijk VI, op den 13, 14, 18, 19, 20,21, 25, 26 en 27 Februari, voor wijk VII, op den 28 Febroari, 4 5, 6, 7, 11 en 12 Maart, voor wijk VIII en de buitenwijk, op den 13, 14, 18, 19, 20 en 21 Maart; ▼oor de gewichten voor fijne weging, in gebruik bij medicijnbereiders, goud- en zilversmeden, specie- handelaars en verdere in goud en zilver handelende personen voor wijk I, II, III, IV en V, op den 25, 26 en 27 Maart, voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op den 28 Maart en 1 en 2 April, telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren dat voorts gedurende den herijk iu de gemeenten van den ijkkring buiten de standplaats, zitting bin nen deze gemeente zal worden gehouden, op den 26 en 28 April, 16 en 17 Mei, 6, 7, 27 en 28 Juni en 18 en 19 Juli van des morgens 9 tot des namid dags 3 uren, en wijders na den 6en Augustus iederen Woensdag en Zaterdag van 9 tot 1 nur. Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen a. dat zij verplicht zijn hunne malen en gewichten, behoorlijk droog en schoon, hij den ijker op voorschreven dagen, tot het ondergaan van den herijk te bezorgen bdat zij, die zulks verzuimen of daarin verhin derd worden, voormelde maten en gewichten vóór den l,len October nog aan den ijker op de daarvoor aangegeven dagen ter herijking moeten aanbieden; edat, na het eindigen van den termijn van den herijk, het gebruiken of voorhanden hebben van maten en gewichten, niet voorzien van de ver- eischte stempel merken, volgens art. 29 der bo venaangehaalde wet, verbodenen strafbaar is: en d, dat hij het terug ontvangen van de ter ijking aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over tuigen of die van het goed- of af keuringsmerk zijn voorzien. Vervolgens wordt ter kermis van de belanghebben den gebracht, dat volgens besluit van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van den 12de0 November 1889, de letter A in den gewonen schrijf vorm, bestemd is tot goedkenringsmerk zoowel bij den ijk als bij den herijk der malen en gewichten, en bij den ijk van gasmeters de Koninklijke kroon, terwijl hel kantoormerk voor de gemeente Leiden is het cijfer 7. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidache Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd* DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leidsn, den 24 December 1889. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden Gezien art. 1 der Verordening op het Brandwezen in de gemeente, vastgesteld den 15 Juui/24 Augustus 1871 (Gemeenteblad n°. 14); Brengen ter algemeene kennis dat benoemd zijn: tot opperbrandmeester aan de stads- spuit n°. 5 de Heer H. J. VAN KLEEF, tot brandmeester aan die spuit de Heer J. BLANSJAAR, tot adjunct-brandmeester aan de stads spuit n°. 1 de Heer J. J. W. VERHAAR, tot adjunct-brandmeester nan de stads-spuit n°. 6 de Heer F. T. J. CI1RIST1AANSE en tot adjunct-brand meester aan de stads-spuit n°. 8 de Heer P. HA8SELBACH. Burgemeester en Wethouders voornoemd: DE KANTER, Burgemeester E. KIST, Secretaris. Leiden, 10 Februari 1890. Jacht en Visscherij. De COMMISSARIS DES KONINGS in de Provincie ZUID HOLLAND, Gezien liet besluit van de Gedeputeerde Stalen van den 4den Februari 1890, n°. 2; Gelet op art. II der wel van den 13den Juni 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald: lo. dal de uitoefening der jachten op wa terwild opgenoemd in ait. 15, lilt. d, en h, der wet van den 13den Juni \8bT (Staats blad no. 87)wordt gesloten op Donderdag den 13den Maart aanstaande; 2o. dat de uitoefening van liet wetspel van kwartelen met steekgaren of vliegnet (art. 15, litt. e, der bovengenoemde wet) is toegelaten van den 25sten April aanstaande tot en met den 4den Jali daaraanvolgende, doelt dal hel vliegnet in geen geval lot liet lirasseeren van ksvartelen mag worden gebruikt; 3o. dat de visscherij in de binnenwateren, waaronder ook worden verstaan rivieren door sluizen afgesloten, zal zijn gesloten van den Jóden Maart aanstaande lot en met den 1 sten Juni daaraanvolgende, met uilzondering: o. van de visscherij door middel van fui ken, aalscliaren, aalkorven, dobbers en door peuren naar aal en paling; b. van de visscherij met de gebbe om kleine vischjes ie scheppen tot aas voor de dobbers; 4o. dat het visschen met kuilnettenwaar onder ook bebooren ankerkuileu en slaalboo- men, van den lsten April aanslaande lot en met den loden Juni daaraanvolgende is ver boden; 5o. dal de kooilieden hunne kooieenden in dit jaar moeten opsluiten of opbokken van het tijdstip der sluiting van de jacht op eer.den tot en met den 21 sten April en van den 2den Juli tot de opening der jacht op waterwild. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats courant worden geplaatst. De Commissaris des konings voornoemd FOCK. s Gravenhageden 5den Februari 1890. LEIUM, 13 Februari. Onder overlegging van desbetreffend adres geven burg. en weth. den gemeente raad in overweging aan J. Van Lelyveld wegens vertrek uit de gemeente restitutie te verleenen van schoolgeld voor zijn zoon Gerard, leerling der jongensschool 1ste klasse over de maanden Februari en Maart, tot een bedrag van f 10. Nog geven burg. en weth. den ge meenteraad in overweging na overleg met den voorzitter der commissie van fabricage, vergunning te verleenen aan 1°. L. Van Duuren, om een stoep te leggen op openbaren gemeentegrond vó<5r zijn buis aan de Oude Vest n°. 161, mits volgens de aan te wijzen rooiïng; 2°. aan J. J. C. Kiijnée, om in de stoep vddr het huis Noordeinde n°. 27e een kel dergat te maken tot het verkrijgen van licht en lucht met naar beide zijden open slaande luiken, mits volgens aan te wijzen rooiing en tegen betaling van bet recht bepaald bij art. 8. n°. 37 van het tarief van 5 Maart 1867. Burg. en weth. hebben den raad me degedeeld dat de verhoring van het Schut tersveld tot dusverre verhuurd aan Johanna Tibboel voor f 385 per jaar, met 1 Januari j. 1. is geëindigd, terwijl het huurcontract omtrent het gebruik van genoemd land met het rijk eindigt den laatsten December van dit jaar. Vermits plannen aanbangig zijn om het Schuttersveld op te hoogen, ten einde het beter voor excercitieveld geschikt te maken, waaromtrent een voorstel aan den raad zal worden ingediend, achten burg. en weth. het niet wenschelijk de beweiding van net veld in het openbaar te verleenen, vermits wan- neer tot de ophooging mocht worden over gegaan met het werk in den loop van dit jaar zou moeten wordeu aangevangen. Zij geven derhalve den gemeenteraad in overweging bun te machtigen de beweiding van het Schuttersveld onder de hand te verhuren aan C. Dieben, stalhouder alhier, die zich daar voor beeft aangemeld, en wel tegen betaling vaD f 25 per maand voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn in gegaan met 1 Januari 1890, onder bepa ling dat de verhunrders bevoegd zijn de hour ten allen tijde op te zeggen en verder onder de bestaande voorwaarden. Voor de benoeming van een commis saris der Stedelijke Gasfabriek hebben borg. en wetb. de volgende voordracht opge maakt: 1°. dr. M. J. De Goeje en 2°. dr. T. Zaayer. Commissarissen der gasfabriek hebben de volgende voordracht aaDgebodem 1°. P. Zillesen en 2°. P. Alma, Lz. De lector in de verloskunde heeft, met het oog op den gewijzigden toestand vao dien dienst, verzocht zijne instructie in dien zin eveneens te wijzigen en hem voortaan den titel te geven van stads-vroed- meester. Burg. en weth. kunuen zich daar mede vereenigen en stellen den gemeente raad bedoelde wijziging voor. Zooals reeds vroeger gemeld had het FEUILLETON. EEN verhaal DIT DEN TIJD van graaf jan II. 31.) Fiere, hartstochtelijke dweeperl dacht Agnes, terwijl zij hem nastaarde, die na een eerbiedige buiging hevig aangedaan heenging. Maar toch stelde Agnes reeds meer belang in den fleren jongeling, dan zijzelf vermoedde; ongemerkt was haar de liefde in bet onbewaakt hart geslopen, terwijl zij den toestand van den Wilddief wilde verbeteren, waartoe zij nu eerst het geheimzinnige, dat den jonkman omzweefde, zou moeten ontmaskeren. Aangenaam was daarom den jonkman de binnenkomst van het vriendelijk meisje, dut haar op een schenkblad een beker wijn bood, waarbij bet bevallig zeideDezen wijn kunnen wij u niet in kristal, of in kostbaar metaal aanbieden, jonkvronw I Laat onze wel willendheid bet ontbrekende maar aan vullen. Uw hoofschheid bewijst, zei Agnes, terwijl ze den beker met een lieven glimlach aannam, dat uw moeder niet voor haar tegenwoordigen stand is geboren. Stellig heeft bet goede mensch veel leed en zorg gekend. Dat geloof ik ook, jonkvrouw I zei het meisje. Want hoewel moeder haar inwendige smart zorgvuldig voor mij tracht te verbergen, toch heb ik haar meuigmaal bitter zien weeneD. Kent gij de bronne van heur smarte misschien ook? Neen, jonkvrouwmoeder beeft mij nooit de oorzaak van heur smart ontvouwd. Maar toen zij eens buitengewoon droef geestig was en ik haar smeekte, dat ze mij deelgenoote van heur geheimen kommer zou maken, drukte zij me teeder aan beur boezem en zeide zij weenendBerendiua wegens een gelofte kan ik aan nw wensch niet voldoen. Vergroot mijn smart dus maar niet door verder aandringen. Op Frederiks twintigsteu verjaardag zal hij de treurige gebeurtenis kennen, die thans mijn tranen nog doet vloeien. Dan zal ons aller lot ook in zijn banden berusten. En hoe oud is uw broeder thans? Pas negentien. Dus zal eerst na elf maanden de sluier des geheims voor u worden opgelicht. Als uw lot dan een ongunstigen keer mocht nemen, zoodat gij machtiger hulp noodig zoudt hebben dan die uws broeders, moet ge tot mij uw toevlucht maar nemen. Tot uw bescherming bezit mijn vader macht en invloed genoeg en bij laat ook gaarne ver drukten recht wedervaren. Uw goedheid maakt mij waarlijk verlegen, jonkvrouwmaar hulp zal ik zoo noodig bij u komen zoeken. Kondet gij maar altoos bij ons blijven. Zoo, Berendina? Ook ik zou u gaarne tot vriendin hebbenreeds beb ik tegen uw broeder gezegd, dat ik u te mijnent zal nemen. Hoe gelukkig zou ik dan zijn! maar ik kan niet meegaan, omdat ik mijn moeder niet alleen in deze wildernis mag laten. Uw kiuderliefde doet mij u dubbel liefhebben. Deuk echter niet, dat iic te mijnen genoegen nw moeder onedelmoedig van een lieve troosteres zou willen be- rooven, die zij hoog noodig schijot te hebben. Zie uw moeder te bewegen, dat zij dit eenzatm, akelig verblijf verlaat. In mijns vaders kasteel is ruimte genoeg en gij zult in mij steeds een trouwe vriendin vinden. Ongemerkt was de tijd voortgesneld, terwijl de beide meisjes vriendschap sloten. Doch eensklaps werd Bereodina stil en somber, wat Agnes deed vragenLigt u misschien nog iets op het hart? Achl wat zou er van mijn armen broeder worden, als mijn moeder.uw voorslag eens aannam P Dwaas meisje I zei Agnes vrien delijk. Zou ik den broeder mijner vriendin dan vergeten? Mijn broeder Otto zal den moedigen jongeling gaarne bij zijn ruiter* nemen. Wat zou Frederik dan blij wezen want ook hij heeft u waarlijk lief. Sedert hij u op zeker feest heeft gezien, spreekt bij dagelijks over u, jonkvrouw I Onlangs verraste ik hem bij de Groene Beek, terwijl hij een lauwerkrans kuste. Wel, Fre derik I zei ik toen, nadat ik hem sluipend was genaderd en nadat ik hem den krans had ontrukt, zoen mij liever eens. Maar gij bad eenz moeten zien, welk eeu boos gezicht hij toen zette. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1