NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. I) e i e Courant v e r s c ii i j n t d a e I ij k s f behalve op Z o n- en F e e s t d a s e ABONNEMENT: Donderdag 6 Februari 1890. N°. 31. ADVERTENT JEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. De Wilddief. Leids Couran Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, er 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 tent. 203e Jnnrgang. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Scheepinakerssteeg 6. LEIDEN, 5 Februari. Het heeft heden, zooals te wachten «is, mej. de wed. R. Omvlee - Van Vel- zen, stsdsvroedvrouw, bij haar 40-jarig ju bileum sis verloskundige lang niet aan blijken Tin belangstelling ontbroken. In de met groen en bloemen gesierde woning kwamen niet alleen t 1 van vrienden en bekenden, doch ook doctoren en professoren de bedaagde vroQW van barte gelukwenschen. In eene dezer dagen gehoaden ver gadering vau het Leidtcbe studentenkorps is door het Collegium medegedeeld, dat het eerlang aan bet korps zal voorstellen, terug te komen op bet reeds vastgestelde plan tot het bonwen van een feestgebouw voor de e. s. lustrumfeesten boven het water van de Steenschuur aan het Van der Werffpark. Nu nl. door de kamers een begrootingspost is aangenomen tot het bouwen van een museum op het terrein van dat park, zal men die plaats waarschijnlijk vooraf ook voor het feestgebouw kunnen krijgen, zoo dat het kostbare gebouw boven hel water overbodig wordt. Men ziet, dat het park bij de bevolking en het gemeente bestuur seer geJie/d is, en het laatste niet zou toe staan, dat voor een feestgebouw hoornen van het park werden omgehaald, maar nu die plaats toch door een gebouw zal worden bezet, vervalt dit bezwaar. (N. R. Ct.) Donderdagavond a. s. wordt in de Collegiumskamer der sociëteit Minerva alhier door de commissie uit de eereleden van het collegium, aan het korps de eikenhouten archiefkast overhandigd, door die eereledtn bij de in Maart plaats gehad hebbende korpsfeesten reeds in teekening aan het korps aangeboden. De kast moet een prachtstuk tijti uit de fabriek der firma Janaen te Amsterdam, en is ontworpen door den architect Springer aldaar. De vergadering van de leden met hunne dames van het departement Leiden der Maatschappij tot nut van 't algemeen, uit geschreven tegen morgenavoi d, is tot nader aankondiging uitgesteld, wegens ongesteldheid van den spreker voor dien avond, den heer J. C. Van den Berg, van lleerenveen. In Vragen des Tijds doet de Leidscbe hoogleeraar dr. P. Van Geer nog een poging F E U 1 L L Li i' N. ben verhaal orr din tijd van Graaf Jan II. 26.) Een zeer slechte jacht, vader, geen enkelen reebok heb ik o ider schot kunnen krijgen; maar de jachtlust beeft mij den tijd doen vergeten. Dan moet het waar wezen, dat er tegenwoordig weinig grof wild in den Noordwijkerhout wordt gevonden. Weet gij misschien ook al, wiens schuld dat is, Otto? Er moeten stroopers zijn. Ja, Otto, een geducht strooper, niet 'aar, rentmeester? vroeg Van Noortig stekelig. Mijn gevoelens zijn u bekend, Heere, sprak Augustinus koeltjes. Maar mijn zoon kent ze niet, Otto, om bij de aanhangige pensioenregeling de goede beginselen te doen zegevieren. Met waarlijk niet ongewettigden wrevel gewaagt hij ervan, boe onze tweede kamer, ofschoon zich iu kalmte van de Erausche kamer gunstig onderscheidende, wat haren arbeid betreft zoo gebrekkig werk levert, verslagen met een mengelmoes van denkbeelden van velen, enkelen, sommigen, zonder behoorlijke voorbereiding door deskundigen. Goede regelingen loopen daardoor gevaar te worden bedorven. Zoo tbans de voorstellen der Staats commissie voor de pensioenen, eu de minister van financiën is terstond bereid geweest aan onjuiste bedenkingen toe te geven. De heer Van Geer bestrijdt die rafdwa lingen" thans nog eens beknopt. Hij licht de beginselen eener goede pensioenregeling nogmaals toe. De pensioneering der ambte naren zelve behoort geheel door den Staal te geschieden, en als men dat te duur vindt en daarom weder kortingen wil invoeren, misleidt men zich zelf; want men zal dan de traktementen moeten verhoogen. Wil de Staat uitstekende ambtenaren hebben, dan vordere hij geen bijdrage voor het pensioen, maar regele de traktemer ten met geleidelijke op klimming naar rang en dienstjaren. Slechts als de pensioenen goed zijn geregeld, kan er aan gedacht worden een weduwen- en weezenfunds van rijkswege op te richten; anders kan de ambtenaar overai elders beter terecht. De nu laatstelijk weder voorge stelde doorloopende korting voor 't eigen pensioen, naast de 5 pCts. korting ten be hoeve van het weduwenfonds voor nieuw aan te stellen ambtenaren, zal op 9 a 10 neer komen, wat een veel te hooge eisch is. De vrijstelling, die nu bij ambtenaren, vóór 1 Juli 1873 aangesteld, wordt aangenomen, berust op geenerlei redelijkeu grond. De beer Van Geer verdedigt ook nog- maals de opneming van reeds gepensioneerden in het weduwenfonds, omdat ook zij hebben bijgedragen tot het grondkapitaal ervan de millioenen die te veel voor het pensioen fonds zijn betaald. Hbl Gister kwam te elf uur in de Wil lemskerk te 's Gravenhage de synode der Nederl. Hervormde kerk ter buitengewone vergadtring bijeen, ten einde over te gaan tot de benoeming van een kerkelijk hoog leeraar bij de gemeente-universiteit te Am sterdam. In die vergadering was voor den door ongesteldheid verhinderden ambtgenoot pn fessor J. Offerhaus Jz. opgekomen diens secundus, professor M. A. Gooszen. Even eens was de heer uir. J. Bredius, onderling alhier, door ongesteldheid verhinderd en kwam voor hem op de hter mr. P. Van den Brandeler, oud ouderling te 's Graven hage. Nadat de president met gebed en eene gepaste toespraak de vergadering had ge opend, nam men kennis van de gemoti- ve' rde voordracht, door de commissie van voordracht, samengesteld uit de gedelegeer den der provinciale kerkbesturen, ingediend en bestaande, in alphabetische orde, uit de heeren dr. P. J. Maller, pred. te Botter dam, J. H. L. Roozemeijer, pred. te Arn hem, en dr. S. D. Van Veen, pred. te Groningen. Aan de bespreking dier voor dracht werd de gebeele zitting gewijd, In de vergadering van den raad der gemeente Zwijndrecbt hebben burg. eu weth. voorgesteld, aan de kweekschool voor be- waarschoolhouderessen te Leiden eene jaar- lijksche subsidie van f 5 te scheuken. Een der anti-revolutionaire raadsleden, bestreed het voorstel zoo beslist, dat burg. eu wetb. het beter oordeelden het iu te trekken. In de jongstleden gehouden vergade- nug van het Natuurkundig Genootschap Wessel Knoops" te Arr.hrin trad als spre ker op de heer C. W. II. Verster, alhier. Als onderwerp had spreker gekozen „Wa penkunde in 't algemeen en heraldieke kunst in 't bijzonder". En van de taak die hij zich daarbij gesteld heeft kweet hij zich op uitnemende wijze. Daar hij 't weuschelijk achtte om veel goede en s'echte modellen van wapen» te laten zien, waren aan de wanden van de zaal vele wapenafbeeldingen uit verschillende tijdperken opgehangen, terwijl bovendien vele teekeningeu, waarvan de eene al prach tiger was dan de andere op 't scherm wer den geprojecteerd. Deze teekeningen waren voor deze gelegenheid door spreker zeiven vervaardigd en verraadden de meesterhand. Door 't tentoonstellen van eenige pracht exemplaren van zegelafdrukken van stem pels uit het gothische en renaissance tijd perk was spreker in de gelegenheid een denkbeeld te geven van de graveerkunst dier dagen. Ook hadden op zijne nitnoodiging de beste wapenteekenaars en wapenschilders hier te lande voor deze expositie hun werk welwillend afgestaan. Veel lof had spreker voor zijne leermees ters, de heeren J. B. Rietstap, te 's Gra venhage en J. A. Koopman?, te Nijmegen. De lieer Koopmans mag terecht de baan breker worden genoemd op 't gebied van de wapenkunst in Nederland. De wapenkunde heeft evenzeer een tijd van bewondering als vau verval gekend. Vele voorbeelden haaide spreker daarvan aan. Door voorlezing van eenige gedichten, waarvan spreker de uitstekend geslaagde vertalingen dankte aan de welwillendheid vau mej. E. Van Kaathoven, leerares aan do hoogere burgerschool voor meisjes te Leiden, gaf spreker een denkbeeld hoezeer men vroeger met een wapen dwepen kon. De oorsprong der wapens moet gezocht worden in de gewoonte der ridders om hunne schilden en helmen met figuren te versieren. Hiermede vervallen dus al dade lijk de verschillende belachelijke pogingen om te trachten den oorsprong vroeger op te voeren, ja zelfs tot Adaui en Eva op te klimmen eu hun wapenschilden toe te dich ten. Zelfs heeft men een «apen trachten uil te vinden voor den stichter van 't Christendom. Om een einde te maken aan de wan staltige heraldieke misgeboorten, die men tegenwoordig nog veel te zien krijgt, is 't goed de modellen uit de goede tijdperken, die der oude en nieuwe gothek en van de reuaissance te bestudeeren. Toch, zeide spreker, zijn niet altijd de vervaardigers van wapens, als schilders, tee kenaars, lithografeu en graveurs aansprake lijk voor de slechte modellen, die men dik wijls ziet. Zij vooral worden dikwerf ge dwongen door de werkgevers, die meestal van alle heraldische kennis en smaak ont bloot, eenvoudig een wapen zóó uitgevoerd willen hebben, eu niet andera. Daarom bracht spreker een woord van warmen dank aan de redactie van de Arnh. Ct. die binnenkort volgens eeu beter mo- vervolgde <le ridder, wijl u de slechte uitslag v»n den door mij bev den tocht tegen den Wilddief bekend schijnt, behoef ik daarover niets meer te zeggendoch weet, dat ik, zoodra mijn gezondheid het maar zal toelateu, het gevreesd monster zal gaan bestrijden. Daar ik echter nog te zwak ben, zou het mij aangenaam wezen, indien gij, Otto, voor mij voorloopig wildet op treden. Maar ik moet u verwittigen, dat gij volgens de verzekering van den rent meester niet met uienschen, maar met spoken en met helsche geesten zult moeten kampen. fieus ridders zoon kent maar drie plichtengehoorzaamheid, moed en trouw, antwoordde de jonker fier. Eens vaders wensch is hem even heilig als de wil van den vorst, onder wiens banier hij strijdt. Gij spreekt naar behooren, hernam de ridder ernstig. Als uw zwaard ge dacht is, kau ik er op roemen, dat ik aan een held het leven heb geschonken, die gelijk 8t. Jorus een gevreesd monster weet te bestrijden en te overwinnen, dat de vaste hand mijns valkeniers heeft doen sidderen. Nu vergist gij u, Heere, zei Augus. tinus. Nog durf ik uw zoon niet met St. Jorus gelijkstellen. Wat niet is, kan nog komen, hernam de ridder kalm, en u zal den jonker, zoodra hij zegevierend terugkeert, wel naast St. Jorus plaatsen. Kon ik dat maar, Heere, zei Augustiuus glimlachend. Nu werd be sloten, dat de jonker den volgenden dag nogmaals te veld zou gaan om deu ge- vteesdeu Wilddief op te sporen. Dit was naar Otto's zin, omdat hij hoopte, dat hij dan zijn schootte onb.kende nogmaals zou i n moeten. Verscheiden weken gingen er echter voorbij, zonder dat de jonker slaagde, ofschoon hij dagelijks ron Izwierf, zoo lat er g en plekje in den Noordwijkerhout was, dat hij onbezocht liet. Meuigmaal sleet bij uren bij de Groene Beek. Daar hij echter van de utooie maagd en vau de beide Wilddieven geenerlei spoor kon ontdekken, dacht de jonker ten laatste, dat zij het bosch hadden verlaten, weshalve hij dan nok alle pogingen tot opsporing staakte. Reeds was bet herfst, toeu Otto eu Agnes tegen den avond van het kasteel des ridders Van Getfen terugkeerden, waar zij een valkenjacht hadden bijgewoond. De jonkvrouw bereed in jachtgewaad een mooie, grauwe merrie. Z'j zat dwars op een kostbaar scharlaken dekkleed en haar elfen groen kleed, hetwelk om haar tenger middel door een met goud gestikten gordel werd bijeengehouden, terwijl zij een hemels- blauwen, lakenschen, met bont gevoerdeu en omzoomden mantel luchtig bad omge slagen, stond baar zoo goed, dat Otto m test erkenneo, boa zij iu schoonheid geenszins voor de onbekende de vlag be hoefde te strijken, terwijl ook het blonde haar onder bet plat, met drie liggende veeren prijkend hoedje, Agnas niet minder bevallig stond, dan het boschmeisje de lange, vrijzwevende, gitzwarte lokken stonden. De jonker liet zijn Qengst stappen. Op een ttauwen hollen weg begon het moedig dier echter plotseling te steigeren en bet sprong zijwaarts. De geoefende, flinke ruiter bekommerde zich echter niet veel om de sprongen van zijn ros. Hij deed zijn knieën stevig sluiten, vierde deu teugel en gaf het paard de sporen; doch zijn rijkunst schoot tbans te kort. Het ros spitste zijn ooren en bleef steigerend deiuzeu. (tVorJi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1