sa-, ley-c m sa» em ma w jen «a «u jet js* •-jbt'- wegmaatschappij, gouden medaille ais boven VV. C. Mooy te Amsterdam; stationschef der ilollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij, gouden medaille als boven; J. J. Steinmeijer te Amsterdam, bode lste kl. op het raadhuis, zilveren medaille als boven L. Van Zanten te Amsterdam, brigadier van politie, zilveren medaille als boven mr. W. J. M. Bosch van Oud-Amelis- weerd te Utrecht, curator van 's rijks uni versiteit aldaar en lid van de gedeputeerde staten der provincie Utrecht kruis „Pro Ecclesia et Poutifice", hem door Z. II. den Paus geschonken; vrouwe Aa. Ca. Van de Poll, echtgenoote van mr. W. J. M. Bosch Van Oud-Auielis- wecrd te Utrecht, kruis „Pro Ecclesia et Poutifice", als boven. C. B. Posthumus Meyjes te Amsterdam, architect, officier de l'instruction publique, waartoe hij door den minister van openbaar onderwijs en scboone kusten van Frankrijk is benoemd; Bij kon. besluit is, met ingang van 23 December 1889, benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Veenendaal, jhr. E. T. E. baron Van Asbeck, thans di recteur van het postkautoor aldaar; is, met ingang van 1 Januari 1890, de directeur vau het rijkstelegraaf kantoor te Amersfoort, J. J. Jacobs, op zijn terzoek als zoodanig eervol ontheven en benoemd tot telegrafist der lste kl. is, met ingang van 1 Januari 1890, aan den klerk ter directie der rijkspostspaar bank, J. Th. M. Warnsinck, op zijn ver zoek verleend een eervol ontslag uit die betrekking. Bij kon. besluit is aan den Oost-Iudi- schen ambtenaar met verlof H. P. Cowan, laatstelijk 2de-commies bij het departement van onderwijs, eeredienst en nijverheid in Ned.-lndie, vergunning verleend tot het aannemen van den titel van „officier d'Aca- déuiie" en van de ordeteektneu van oificier der koninklijke orde van Cambodja, hem respectievelijk door den minister van open baar onderwijs en van schoone kunsten in Frankrijk en door Z. M. den koning van Cambodja geschonken. De minister van justitie zal op 24 dezer geen audiëntie verleenen. Bij beschikking van den minister van hinnenlandsche zaken is, met ingang van 1 Januari 1890, aan dr. P. De Konrng, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als amanuensis bij de bibliotheek aan de rijks universiteit te Utrecht. BIMENLANDSCHE BERICHTEN. In de avondzitting van de tweede kamer van gister waren aan de orde ver schillende wetsontwerpen, die, nadat de betrokken ministers de verslagen hadden beantwoord, zonder stemming werden aange nomen. Bij art. 82 van de begrooting voor water staat, handel en nijverheid, (uitbreiding der haven- en sluiswerken te IJmuiden), geeft de minister van waterstaat, de heer Have laar, eenige inlichtingen omtrent de diepte- ligging van de sluis te IJmuiden, naar aan leiding van de aangekondigde motie om de slagdrempeldiepte vun de nieuwe schutsluis op 10 M A. P. te brengen, ter voldoe ning aan het verzoek van de kamer van koophandel te Amsterdam. De beer Tak van Poortvliet diende namens de commissie van rapporteurs eene motie in, strekkende om te kennen te geven, dat de slagdrempel van de nieuwe sluis te IJmuiden behoort gelegd te worden op eeue diepte van minstens 10 M. onder A. P. Die motie werd aangenomen met 67 tegen 23 stemmen. Na de behandeling van Dog eeuige punten van over 't algemeen geheel plaatselijk be lang werd de vergadering tot hedenochtend 11 uur verlaagd. Juist kwam de staats- spoorwegbegrootiug aan de orde. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefsloomschip Tromp, onder bevel van den kapitein ter zee K. A. Stakman Bosse den 19deu dezer te Montevideo aangekomen Aan boord was alles wel. StCl.) De luit.-kol. J. Van Otterloo, van het lste reg. vest.-art. te Utrecht, is wegens lichaamsgebreken voor den militairen dienst afgekeurd en wordt op pensioen gesteld. - Ter verbetering van den waterafvoer naar de stoomgemalen en sluizen te Katwijk en Spaarndam is men vanwege het hoog heemraadschap Rijnland sedert 3 jaar bezig de Eeidfcbe Vaart te verdiepen en te bren gen op ongeveer 2.70 M. A. P. In 1890 zal het laatste bij naar Haarlem strek kende gedeelte worden afgewerkt, ter lengte van 8000 M. Ook de scheepvaart iB door deze uitdieping zeer gebaat. Van de „Vereeniging van Assuradeu ren te Amsterdam" ontvangt het libl. het volgende bericht dd. Boulogne sur-Mer 20 Dec. liet Nederl. stoomschip Prins Willem 1, van Suriname, laatst san Havre, naar Am sterdam, is gezonken, na op twaalf mijlen afstand van Havre door een onbekend ge bleven zeilschip te zijn aangevaren. De gezagvoerder van de Prins Willem I is met zes-en-twintig man equipage en twee passagiers in een boot, gesleept door een visschersvaartuig, te Boulogne-sur-Mer aau gekomen; een andere boot, waarin zich dertien schipbreukelingen bevinden, wordt nog vermist. Uit Boulogne wordt i. d. 20 dezer gemeld Het stoomschip Treport is hier aange komen met 36 man der equipage en 5 pas sagiers van het verongelukte Nederlandsche stoomschip Prins Willem I. liet s.s. Leerdam, kapt. Bruinsma, vertrok Zaterdag den 15eu Dec des uamid- aags met lading en ruim 440 passagiers, en eene bemanning van ruim 60 koppen, van IJmuiden naar de Plata-rivier, liet weder was zeer mistig, zoodat de vuren van den wal slecht te zien waren. Des nachts te 2 u. 30 m., ongeveer 30 mijl benoorden het vuurschip van de Noord-Hinder, kwam plotseling een streek aau bakboord het toplicht en het groene licht van een uit het westen komend stoomschip in het ge zicht, dat zoo snel naderde, dat voor er iets tot afwending van het gevaar kon ge beuren eene aanvaring lusschen belde stoom schepen plaats vond. De sloot was geweldig, en de boeg van het stoomschip Leerdam boorde diep in de midscheeps aan bakboord van de Gaw Quan Sia, en drong door tot in de machinekamer. Kapl. Bruinsma, die tijdens de aanvaring zich op de brug bevond, liet dadelijk de pompen peilen en dewijl het schip water begon te maken, alle in werking brengen. Zij waren echter niet in staat het indrin gende water meester te worden, zoodat het al spoedig bleek dat de Leerdam moest worden verlaten. lntusschen zalen de stoomschepen nog steeds aan elkander vast en trachtte men vruchteloos los te komen. De Leerdam had intusschen zware slag zijde bekomen, welke het overboord zetten der booten gemakkelijk maakte. Onmiddel lijk na de aanvaring waren al de passagiers van de Leerdam op dek gevlogen, doch eene paniek werd voorkomen door de rustige houding van gezagvoerder, stuurlieden, dok ter en betaalmeester, die de passagiers wisten te beduiden dal er geen onmiddellijk gevaar te vreezen was. Nadat de booten ruim vau proviand voorzien waren, begaven zich eerst de vrouwen en kinderen, die zich ten getale van 200 personen aan boord be vonden daarin, en daarna de mannelijke pas sagiers. Ten laatste begaf de bemanning zich in de booten. Deze was ten volle bedaard gebleven, en gehoorzaamde stipt al de bevelen, aau haar gegeven. De gezag voerder was de laatste die de Leerdam verliet, juist op het oogenbliek dat het voorste dwarsschot zich begaf. De voorpiek stond toen vol water, en in ruim n°. 1 eu 2 tien tot elf voet. Hoewel de booten vau de Leerdam voldoende waren om al de opva renden op te nemen, liet kapt. Bruinsma door zijne matrozen nog drie booten van het Engelsche stoomschip te water brengen, ten einde de vrouwen en kinderen meer ruimte te kunnen geven. Deze booten waren door de Engelschen achtergelaten, die, vreezeude dat het stoomschip zoude zinken, hun vaar tuig spoedig na de aanvaring verlaten hadden en de overtollige booten hadden achterge laten. Het was 8 uur des voormiddags toen de Leerdam werd verlaten, en tot dieu tijd waren de pompen steeds in werking geweest. Met een langen tros werden de booten aan het stoomschip vastgemaakt. Op bevel van kapt. Bruinsma begaf zich de opperstuurman weder aan boord om tapijten en andere middelen ter dekking voor de vrouwen en kindereu en nog meerderen proviand van boord te halen. Gelukkigerwijs was de zee nog zeer kalm en stond er slechts ecue lichte deining, zoodat het verblijf iu de booten niet gevaarlijk was. Tegen twee uren des namiddags kwam liet Franaclie stoomschip Emma in het gezicht, en bijna op hetzelfde oogeublik geraakten de nog altijd in elkander vastzittende stoomschepen los, waarna de Leerdam kort daarop zonk en met het vooreinde het eerst onder ue zee verdween. Een matroos die met eeue bijl gereed stond kapte toen de tros, die aan het zinkende schip bevestigd was, af. Spoedig had het Fransche stoomschip, de Emma, kapt. Basroger, van Havre naar Hamburg bestemd, de booten bereikt, en verklaarde zich de gezagvoerder onmiddellijk bereid de schipbreukelingen aan boord te nemen, waar zij zich binnen bet haif uur in veiligheid bevonden. Zij werden door de Fransche zeelieden met groote hartelijkheid ontvangen, en zoo goed de afmetingen van het niet zeer groote stoomschip het gedoog den geh-rbergd. De kleine kajuit bood slechts ruimte aan voor eeu geriug getal passagiers, en de meestee moesten op liet dek blijwen, dal vooral des nachts geen aan genaam verblijf was. Aan proviand was intusschen geen gebrek., dewijl uit de booten een menigte beschuit, hammen, kaas, boter en geconserveerde levensmiddelen vi aren over genomen, meer dan voldoende om Cuxhaven te kunnen bereiken. Er was echter gebrek aan drinkwater, doch de gezagvoerder van de Emma nam, om daarin te voorzien, de toevlucht tot de uil wiin bestaande lading. De schipbreukelingen van de Leerdam hebben niets van hunne kleederen gered, doch kapt. Bruinsma nam liet scheepsjnuruaal mede van boord. De geredden van de Gaw Quan Sia, meest Hindoes, hebben hunne kliederen gered, en werden mede aan boord van de Emma opgenomen. Op vier r.a liet men al de booten drijven, en deze werden uit voorzorg medegenomen tot dicht hij den mond der Elvt', waar men ze los liet. Des namiddags van den 18den December te 5 u. kwam de Emma met de schipbreuke lingen behouden te Cuxhaven aan. II eser-Zeitung De correspondent van de Times le Ham burg deelt nog eeuige bijzonderheden mede over de aankomst der passagiers van de Leerdam en de Gaw Quan Sia te Hamburg. Het geheele aantal der schipbreukelingen bedroeg ongeveer 600. De ineesteu hadden slechts bet strikt noodige kunnen redden, zoodat zij te Hamburg van kleeren en ver dere benoodigdheden moesten voorzien worden. Kapitein Robert Lord, de gezagvoerder van de Gaw Quan Sia, zegt dat de Leerdam een gat in het midden van zijn schip boorde van 15 voet breedte, waardoor de machine kamer terstond vol water liep eu de beide stokers onmiddellijk omkwamen. In de kajuiten van de Fransche stoomboot Emma, van Havre, die een half uur na de aanvaring, ter plaatse was, konden alleen de vrouwen eu de 110 kinuereu, die aan boord waren, eeu schuilplaats vinden. Ue overige reizigers moesten op het dek worden inge kwartierd. Van Cuxhaven werden zij ter stond met een extra trein naar Hamburg gebracht. Kapitein Lord had aan boord 45 uiau, van wie tien Engelschen en 35 Beiigaleezen en Chiueezeu, die tijdens de schipbreuk veel van de koude le lijdeu hadden. Ue kapitein was wegens den mist niet naar bed gegaan eu liet de machine met halve kracht werken. Ook waren alle seinlichten iu orde, maar plotseling zag men eeu rood licht eu na derde een groote boot. Voordat nog iets kon gedaan worden, had de aanvaring plaats. De Gaw Quan Sia had vijf booten, die ter stond werden uitgezet en naar de Leerdam voeren, die op het punt was te zinkeu. Men hielp elkaar en zoo werdeu bij een tamelijk kalme zee ook zes booten der Leerdam in zee gebracht en met passagiers en matrozen gevuld. Om vijf uur iu den ochtend werd de toesiaud opgeuomeu. De Gaw Quan Sia had 6 voet water iu het ruim en de Leer dam kon zich niet meer dan een uur langer boven water honden. De zee werd steeds onstuimiger en de 600 halfgekleede mannen, vrouwen en kinderen van de Leerdam moesten toen lot 2 uur iri den luiddag iu den koudeu mist in de booten doorbrengen. Een van de Engelsche passagiers aan boord van de Leerdam, de heer Henry Gardner, deelde den correspondent mede, dat de vaart van Amsterdam zeer voorspoedig was geweest. Na de botsing ontstond natuurlijk een ver schrikkelijke paniek, maar niettemin heerschte onder de bemanning der boot goede orde. Ook de Hamburger Börsenhalle bevat eeu uitvoerig verhaal van de ramp. Eeu van de passagiers vau de Leerdam verzekert, dat de schok, dien zij voelden, zoo zwak was, dat men meende tegen een kleine boot ge varen te zijn. De reiziger roemt zeer het kalme gedrag van kapiteiu Bruinsma en de goede orde, welke hij ouder zijn volk wist te handhaven. De inscheping iu de booten geschiedde dan ook in de beste orde. Eerst weiden de tusscheudekspassagiers ingescheept, daarna de vrouwen eu kinderen en eindelijk de matrozen. De kapiteiu was de laatste, die de zinkende boot verliet. Tot handha ving van de orde waren de officieren over alle booten verdeeld. Op last van den kapitein werdeu alle booten met touwen aan elkaar verbonden, zoodat men elkaar ge durende den mist niet uit het oog kon verliezen. Toen eeu der booten op last vau kapitein Bruinsma nog eens terugging om eenige kleederen en dekens te halen, vond men nog eeu Eranschman, die juist ontwaakt was en zijn ontbijt verlangde. Deze reiziger had niets van de geheele botsing bespeurd en was natuurlijk zeer blij, dat hij nog kon worden opgeuomeu. In de booten was geen gebrek aan leeftocht. In dit opzicht hadden de reizi gers geen gebrek, maar wel leden zij ved van de koude, omdat velen slechts gedeel telijk gekleed waren. Evenals jegens kapi tein Bruinsma toonden alle reizigers zich zeer dankbaar over de ontvangst, welke zij aau boord der Emma van kapiteiu Basroger genoten. Dat de ramp betrekkelijk geen ernstiger gevolgen had, is ook te danken aan de kalme zee, waardoor de uitzeiling der booten geen stoornis ondervond. Of de schipbreukelingen van Hamburg naar Nederland zullen terug- keeren of van daar met een andere boot de reis naar Buenos Ayres zullen voortzetten, is trog niet uitgemaakt. Volgens bij de N. A. 8. M. ingekomen bericht vertrekt de bemanning van het ge zonken stoomschip Leerdam treden of mor gen herwaarts. Alleen kapiteiu Bruinsma blijft voorloopig nog te Hamburg. Voor liet verder vervoer der passagiers zijn reeds onderhandelingen aangeknoopt. De gezond heid is algemeen goed. De noodige kleeren zijn hun verstrekt. Vanwege de N. A. S M. wordt be- rich', dat de opperhofmeesteres te Rotterdam is aaugekomeu. Ook deze meldt dat het overgaan der passagiers iu de booten op de ordelijkste wijze heeft plaats gevonden en dat eerst voor de vrouwen en kinderen, dan voor de mannelijke passagiers en eindelijk voor de bemanning werd gezorgd. De Maat schappij is ook iu het bezit van een schrijven van een der eerste klasse passagiers, waarin aan den gezagvoerder alle lof wordt toege kend voer zijn beleidvol optreden bij deze ramp. Ue lusschendekspassagiers van de ge zonken stoomschepen Leerdam en Gaw Quan Sia zijn 19 dezer van Cuxhaven te Hamburg aangekomen, van kleediug en schoeisel voor zien en in logementen opgenomen. Het mee- reudeil der aangekomenen bestaat uit vrouwen, waarbij zich meer dan honderd kleine kin dereu bevinden. De directeur der „Nederlandsch-Ameri- kaansche Stoomvaart-Maatschappij" is te Hamburg aangekomen Om verdere maatregelen te treffen. LEIDEN21 December. bij de behandeliug in de zitting van heden van de tweede kamer van de spoor- wegbegrooting klaagde de heer Clercx over de uadeelige posities van aannemers van werken. De heer Van Kerkwijk over de ver traging in den aanleg en de exploitatie der lijnen SchiedamHoek van Holland en Zwaluwe'8 Bosch. De minister verzekerde dat de oorzaak der vertraging niet aan het dept. lag eu herhaalde dat een herziening der algemeene voorwaarden onder handen is. In een volgend jaar zal drnk gewerkt wor den aan de restauratiezaal eu de overkap ping van het station te Leeuwarden; de minister beloofde dit aan den heer Zaaijer. De post nieuwe wachtkamer en beursstation te Rotterdam werd aangenomen met 61 tegen 20 stemmeu. De spoorwegbegrooting is goedgekeurd, evenals de couclussie in zake het adres om subsidie voor de stoomtram Schoondijke Belgische grenzen. Bij de gisteren door den directeur der artillerie-iurichtingeii gehouden aanbe steding waren minste inschrijvers voor 2500 in. divers vlaggendoek de firma Van Hartrop eu Zoon alhier voor f 787,50. Zaterdagnacht heeft nabij de reede van Vlissingen eeue aanvaring plaats gehad tusschen het Oostenrijksche SS. B. Kremmeny vau Eiume naar Antwerpen en het Duitsche SS. Germauia van Antwerpen naar Hamburg bestemd. De Germania is gezonken de equipage werd gered, de Kemmeny is zwaar lek te Vlissingen in het dok gebracht. BUITENLAN1)8CHE BERICHTEN. ENLIEL4ND. De heer O'Brien, lid van het parle ment, is gisteren in vrijheid gesteld. DUrmCIILAND. Eene vereeniging van groote industri- eeleu in het Saar-gebied heeft naar aanleiding van de beweging onder de arbeiders in de steenkolenmijnen bekend gemaakt, dat sij van het oprichten van commissiën uit de arbeiders met welke ds wetgevers voortaan zouden moeten onderhandelen over de loonen enz., niets wil weten. Door die instelling eu door de daaraan verbonden scheidsge rechten zou, volgens de vereeniging, slechts de sociaal-democratie in de hand worden ge werkt. Tegenover de tegemoetkomende hou ding, door de regeering jegens de arbeiders aangenomen, baart deze bekendmaking niet weinig opzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 2