BIMENLANDSCHE BERICHTEN.
BÜITENLANBSCHE BERICHTEN
ma* tü- ja j&3t ts> «r: wm *33 ara jm 1*" w.
zijn geheele vermogen vermaakt aan de Leid-
sche universiteit.
Naar we vernemen vischts men reeds
in de Witten-Singelgraclit naar den ver
misten oud minnemau, van wiens verdwijnen
we onlangs melding maakten. Nog was men
dezen middag in 't Rapenburg en in de
"Vliet aan 't vissollen naar een onzer stad-
genoolen die eveneens vermist wordt.
Hedenmiddag werd in de Koppen-
liinksteeg iemand met zijn huisraad op straat
gezet. Of dit laatste er met dit weêr op
vooruit zal gaan durven we niet verwachten.
OFFICSEEIAË ISEUICIHS'EK.
Bij Zr. Ms. besluit is aan J. Van Bre
men, op zij» daartoe gedaan verzoek, met
ingang van 1 Januari 1890, eervol ontslag
verleend als commissaris van politie te
Alkmaar en als commissaris van rijks
politie;
is benoemd tot notaris te 's Hertogen
bosch, mr. H. C. F. Rits, candidaat-no-
taris, thans kantonrechter te Bergen op
Zoom
is benoemd tot notaris te Erp, A. J. A.
Copplee, candidaat-notaris te Vught.
Bij kou. besluit zijn benoemd:
tot burgemeester: van Stavenisse C.
Dorst Lz.
van Melissant, J. Zaaijer Pz.secretaris
dier gemeente
van Groenloo, mr. H. F. Hesselink van
Suchtelen, van Ruinen, jhr. tl. G. Van
liolthe tot Echten, secretaris dier gemeente;
van Goirle, J. Philipsen;
is aan den kapitein, alsmede aan den
kapitein-magazijnmeester, hieronder vermeld,
met toepassing van de wets artikelen, daarbij
voor ieder hunner in het bijzonder aange
wezen, pensioen toegekend tot het bedrag
als achter ieders naam is uitgetrokken
H. F. P. Hajenius, kapt. bij bet 4e reg.
vesting artillerie, f1539 en D. Van der
Linden, kapt.-magazijnmeester der artillerie
te Ter Neuzen, f1208.
Bij kon. besluit is benoemd, bij het wa
pen dei artillerie, bij den staf van bet
wapen, tot 2e-luit.-magazijnmeester bij de
stapelmagazijnen te Delft, de sergeant J.
Van Baarsel, van het 1ste regiment vesting
artillerie;
zijn in rang en betrekking verplaatst naar
Ter Neuzen, de le-lnit.-magazijnmeester F.
Hotz, thans te Wierickerscbaus, en naar
Wierickerschans, de le-luit.-magazijnmeester
J. Aalbers, thans bij de stapelmagazijnen te
Delft.
De luit. ter zee 2de kl. J. J. Rambon-
net, dienende aan boord Zr. Ms. ramschip
Stier, wordt met den Isten December a. s.
ovei geplaatst aan boord Zr. Ms. artillerie-
instrnetifcschip Aruba en op genoemd ram
schip vervangen door den luit. ter zee 2de
kl. A. H. C. Heydeman, terwijl met 6 De
cember daaraanvolgende de luit. ter zee 2de
kl. K. J. Katseboom wordt geplaatst aan
boord Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
In de zitting vau de tweede kamer
van gisteren was de heer Domela Nieuwen-
huis in de vergadering tegenwoordig.
De tribune was vol van koloniale speci
aliteiten en Indische gasten, nieuwsgierig om
de debatten te volgen over de Iudische be-
grootiug, gisteren aangevangen.
Werd ingeleid door den beer Schaep-
inan, niet om breedvoerige koloniale be
schouwingen te boaden, doch om te verkla
ren dat hij zijn nog altijd aanhangige in
terpellatie over de stoomvaart in Indië
introk.
Daarna opende de beer Van Nunen het
vuur, niet om hulde te brengeu aan het
finantiëel beleid van den minister van ko
loniën, waartegen hij gewichtige bedenkin
gen had, en achtte den minister voortvarend
genoeg. Het aanmerkelijk deficit dezer be
grooting was hem een doorn in het oog.
Hij berekende, dat in de laatste 8 jaren de
inkomsten met 4£ millioun waren achteruit
gegaan en de uitgaven met 7 miliioen ge
stegen, zoodat een nadeeiig verschil van 12
miliioen bestaat, waarbij nog komt dat de
tegengang van den opium-sluikhandel ver
meerdering van uitgaven, en de beperking
van het gebruik vermiudering van inkom
sten zal leveren.
Hij zag in de voortgaande ontwikkeling
van de particuliere industrie ten koste van
den zwaar belasten inlander een groot ge
vaar en drong er op aan de koffiecultuur
zooveel mogelijk los te maken van de par
ticuliere industrie. Over het algemeen ad
viseerde hij tot groote behoedzaamheid in
zake de gouvemements koffiecultuur.
Krachtig drong hij aan op verbetering
van inkomsten, o. a. uit het zoutmonopolie,
en op bezuiniging op bestuursorganisatiën,
om të komen lot herstel van het finantiëel
evenwicht.
Behalve tegen 's min. finaniieele politiek,
neerkomende op vermeerdering van uitgaven
en vermindering van inkomsten, bad de heer
Norman ernstige bedenkingen tegen 's min.
politiek beleid in zake Atjeh, tol-eenheid,
de subsidieering van Mohamedaansche sec-
tescholen en de vaccine. Spr. achtte ook
de verdooping van de Braudewijnsbaai met
de voornamen van onze koningin en prinses
niet betamelijk.
In bijzonderheden wees hij op tal van
tekortkomingen van het Indisch bestuur,
iu het belang van de bevolking of hare in-
landsche regeerders. Spreker drong aan op
opheffing der berri-berri-commissie of haar
herstel met of zonder den secretaris. Hij
wraakte 's ministers optimisme in zake de
geneigdheid van Atjeh lot onderwerping.
Uitvoerig (1werd gedebatteerd over het
voorstel der commissie voor de verzoekschrif
ten, om het adres van den heer Ilenry Tin
dal, over de onvoldoendheid onzer defensie,
te verzenden aan den minister van oorlog,
met verzoek om inlichtingen.
De heeren Lieft nck, Seyffardt en Goe
man Borgesius verdedigden het op grond
van het groot belang en de noodzakelijkheid
om de waarheid te leeren kennen.
De heeren De Savornin Lohmau, Schaep-
raan en De Beaufort bestreden het, en meen
den dat de zaak bij de oorlogsbegrooting
kon behandeld worden..
Het voorstel der commissie werd verwor
pen met 55 legen 15 stemmen, zoodat dus
besloten is tot neerlegging van het adres
ter griffie.
Bij het voortgezet debat over de Indi
sche begrooting bestreed de heer W. K.
Van Dedem uitvoerig de finautieele politiek
des ministers, zijn gemis aan hervormings
zucht en zijn staatkundig beleid.
De heer Cremer kwam vooral op tegen
de Atjehpolitek des ministers, en wenschte,
dat de gouverneur van Atjeh meer macht
zou hebben om desnoods actief op te treden.
Voorts drong hij aan op het maken eener
scheepvaartregeling.
Heden voortzetting.
De mem. van antw. der regeering op
het voorl. verslag der eerste kamer over de
schoolwetwijziging is verschenen De regee-
riug verklaart daariu te waardeeren de wel
willende gezindheid der kamer. Zij herinnert
aan de blijken harerzijds gegeven van hare
geneigdheid tot gemeen overleg, wijst op
de aanneming der wet in de tweede kamer
met behulp van een deel der liberalen, en
houdt vol dat het ontwerp niet ongrondwettig
is. Ben geheel nieuwe wijze van uitvoering
van art. 192 der Grondwet behoort niet te
worden beproefd. Niet licht zal van eenige
regeering voorstellen kunnen worden ver
wacht, welke verzoenerder zijn dan de tegen
woordige.
Wat het grondwettig bezwaar betreft, be
toogt de regeering uitvoerig, dat de bewering
onjuist is, alsof de grondwetgever van 1848
zich de bijzondere school niet anders voor
stelde als die van het reglement A. van
1806 en bedoeld zou hebben dat elke toelage
of bijdrage uit de openbare kas een school
tot de openbare school maakt. Integendeel
de wetgever verwierp willens en wetens dat
stelsel. Ook de opvolgende regeeringen
hebben dit begrepen.
De regeering houdt vol, dat de wijziging
van de artt. 24 en 45 aan het volksonderwijs
in alle opzichten zal ten goede komen. De
bepalingen omtrent het onderwijzend perso
neel zullen nu inderdaad worden uitgevoerd.
De rijksbijdrage alleen zal nimmer voldoende
wezeD, om een bijzondere school in 't leven
te roeden.
Is de groote meerderheid des volks aan
de openbare school gehecht, dan zal zij die
school niet verlaten.
Het beginsel van art. 16 blijft ongerept.
Ongeschonden blijft de bepaling, dat de
regeering zorge dat overal voldoend openbaar
lager onderwijs gegeven worde.
De regeering blijft aanspraak maken op
de erkenning, Hat deze poging tot bevrediging
op de bij de Grondwet bevolen zorg voor
openbaar onderwijs geenerlei inbreuk maakt.
De fiuancieele gevolgen van het ontwerp
worden geraamd op f670,000, welke som
eerst verschuldigd zal zijn als aan de openb.
en de bijz. scholen het personeel aanwezig
is door de wet gevorderd en gehandhaafd
wordt het personeel thans aanwezig boven
het voorgesteld minimum. Ter uitvoering
van art. 5, 8de lid zal f330,000 gevorderd
worden.
Wat de vraag betreft of de schoolstrijd
zal eindigen, veel zal afhangen van de hou
ding der voorstanders van het openbaar en
die van het bijzonder onderwijs, ook der
provinciale en gemeentebesturen. De regee
ring hoopt het beste en vertrouwt, dat de
verschillende politieke richtingen bereid zullen
zijn saam te werken.
Naar men verneemt heeft het college
voor de zeevisscherijen in Nederland ook
besloten zich te wenden tot, de twpede kamer,
met verzoek het voorstel van haar medelid
Reekers tot wederinstelling van onbeperkte
vrijheid bij het visschen in de Zuiderzee
vooralsnog buiten behandeling te houden,
in afwachtiug van het rapport, dat door het
college zal worden uitgebracht betreffende
de af of niet beperking van de visscherij
van dr. Hoek, dat niet slechts ongunstig
is voor het weder toelaten van den wender-
kuil, inaar ook op ander gebied uitbreiding
van reglementeering wenschelijk acht. Bedoeld
advies is in voornoemd college gesteld in
handen van eene commissie van drie leden.
Voor apothekersbediende is gisteren te
's Gravenhage o. a. geslaagd mej. L De Bruyn
geb. te Alkemade.
De politie van het posthuis aan het
Zieker*, te \s Gravenhage heeft Dinsdagnacht
aangehouden een dood paard, dat men van
uit Leiden trachtte binnen te voeren, en dat
voor 't verbruik ten eener,male ongeschikt
bleek.
Te Amsterdam heeft iu de Conrad-
straat een kind, vermoedelijk door het
liggen tegen de kachel, zulke ernstige brand
wonden bekomen, dat het aan de gevolgen
is overleden.
Omtrent het verongelukken van een
onbekend schip op den Pannekoek schiijft
men uit Nieuwediep aan het Handelsblad'.
In den afgeloopen stoimachtigen nacht is
in de Tesselsche gronden een schip met man
en muis verongelukt. Zondag tegen den
avond werd het vaartuig, eene groote ijzeren
bark, reeds in de nabijheid van de gevaar
lijke gronden gezien door de opvatenden van
den aldaar gestationeerde»! loodskotter. Dezen
wendden pogingen aan om de opmerkzaam
heid van het schip te trekkeu en het op het
gevaar opmerkzaam te maken. Dit bleef
echter zonder gevolg; de bark zeilde met
volle vaart zijn ondergang tegemoet en was
weldra in de duisternis verdwenen. Weinig
tijds later toonden de herhaaldelijk afge
stoken noodvuren, dat een schip zich in de
gronden in gevaar bevond. De storm was
echter steeds heftiger geworden, zoodat men
van den wal onmogelijk in de gelegenheid
was hulp te bieden. Toch stak omstreeks
middernacht van Nieuwediep uit de redding
boot in zee. Bij afwezigheid van de sleep-
booten, die zich bij het in de Eierlandsche
gronden gestrande stoomschip yNerissa" be
vonden, werd de boot gesleept door eene
blazerschuit van de heer Weltevreden. Het
stormde echter zoo geweldig, dat de;redders
zich niet in de nabijheid van de strandiugs-
plaats konden wagen en verplicht waren on-
verrichterzake terug te keeren. Tegen het
aanbreken van den dag ging men er opnieow
op uit, thans gpsleept door de inmiddels
teruggekeerde ,t Hercules om te trachten
hulp te bieden. Deze was thans evenwel
overbodig; bij het aanbreken van den dage
raad was er van het schip niets meer te
outdekken. Omtrent het lot der arme schepe
lingen kan dus geen twijfel meer bestaan.
De aflandige wind was oorzaak, dat tot
heden niets aan het strand spoelde.
Op de pupillenschool te Nieowersluis
had de vijftienjarige zoon van den heer
O., uit Utrecht, voor eenigen tijd het
ongeluk bij een gymnastiekuitvoering op
een knie te vallen. Deze val, hoewel aan
vankelijk zonder gevolgen scheen later, van
ernstiger aard te zijn geweest, zoo dat zijne
overbrenging naar het ziekenhuis te Utrecht
werd noodig geoordeeld. Daar meenden de
geneesheeren dat het been boven de knie
moest worden geamputeerd, wat dan ook
Donderdag heeft plaats gehad. Het jong-
mensch krijgt nu een kunstbeen.
Bij eene eergisteren door baron Van
tleeckeren van Wassenaer op zijn landgoed
Twickel bij Delden gehouden klopjacht,
waaraan door zeven jagers werd deelgenomen,
werden geschoten: 184 fazanten, 30 hazen,
13 konijnen en 1 houtsnip, te zamen 228
stuks wild.
Te Groningen had verleden week een
brutale diefstal plaats. Terwijl de heer J.
Van Eek, boekhouder bij den fabrikant W.
A. Scholten, zich even uit het kantoor ver
wijderde, sloop een vrouw naar binnen en
eigende zich een jas toe, welke aan de deur
hing. In een der zakken was een porte
feuille, bevattende aan papiergeld f 1900.
De vrouw, dit niet wetende, wierp de por
tefeuille in het kanaal en verpandde de jas
voor een gulden, waarmee ze een paar
vriendinnen onthaalde.
Denzelfden avond is de daderes in ver
zekerde bewaring genomen. De weggeworpen
portefeuille is nog niet teruggevonden.
Bij eeuen landbouwer te Beek bij Breda
hebben de muizen voor 15,000 gulden aan
geldswaardig papier opgeknabbeld.
De maréchaussée Van Heynsbergeu,
die door een strooper te Rijsbergen werd
verwond, is in het militair hospitaal te
Breda opgenomen. Niet minder dan 60
hagelkorrels zijn oit het lichaam van den
ongelukkige gehaald waarvan enkele waren
doorgedrongen tot in de ribben.
De jachtwachter Becker, van Caulille
(Limburg), was sedert drie of vier dagen
verdwenen en alle pogingen om hem terug
te vinden bleven vruchteloos. Bij eeuen
waterplas ontdekte men echter zijnen hond.
Men wilde het dier verwijderen, doch het
weerstond, en wel met zooveel hardnekkig
heid, dat men vermoedens kreeg. Toen
werd de vijver doorzocht en men vond het
lijk. De hond had hier drie dagen en
nachten gewaakt.
I A AKKKUH.
De kamer van afgevaardigden heeft
de verkiezing van den heer Dillon vernietigd
met 333 tegen 181 stemmen.
In den ministerraad heeft de heer
Rouvier gisteren aangekondigd, dat het batig
slot over 1888 meer dan 40 miliioen frailcs
zal bedrageu.
PASd Ei
La Epoca geeft, in antwoord op Le
Figaro, die zooals gezegd, is, het gedrag
van den Spaanschen gezant te Parijs, tegen
over den republikein Castelar, dien hij aan
zijne tafel noodde, vergoelijkt heeft een wel
sprekend bewijs van diens anti-monarchale
gevoelens.
Teen eenigen tijd geleden de znster van
den heer Castelar overleed, zond de koningin-
-regentes hem öf uit eigen beweging bf
op raad harer verantwoordelijke regeering
een schrijven van rouwbeklag. Nu zou men
verwacht bebbeD, dat de beer Castelar voor
zulk eene ongewone en uitnemende onder
scheiding dank betuigd had.
Niet alleen deed hij dit niet, maar korten
tijd later zich te La Qranja bevindende,
vermeed hij den weg, welken de koningin
regentes volgde, om niet iu noodzakelijkheid
te komen haar te groeten. Asi paga el
diablo, zegt La Epoca.
DHJ1TSCHLAN».
In de zitting van den rijksdag bracht
de heer Richter de zaak van de Royal Niger
Company ter sprake. De heer Woermann
verzucht de regeering er voor te zorgen, dat
de nieuwe compagnie, welke zich vormt aan
den mond van de Olierivier, van Engeland
geen koninklijk charter krijge, maar dat
Duitschland in die streek een consulaat ves
tige; en hij vroeg of er uitzicht was op
bevrediging der Duitsche aanspraken door
de Niger Company. De staatssecretaris
graaf Herbert Von Bismarck beloofde de
vestiging van het geweuschte nieuwe con
sulaat in overweging te zullen nemen. Wat
de zaak der Niger Company betreft, de
commissaris van Engeland heeft nu zijn
onderzoek ten einde gebracht, en met het
oog op de loyaliteit der Eugelsche regee-
riug zijn nu verdere stappen te verwachten.
De klachten van koopman Hönigsberg zijn
billijk, maar zijn eisoh van schadevergoeding
is zeer hoog. Op eene vraag van den heer
Richter antwoordde graaf Von Bismarck,
dat de onderhandelingen in de Samoa-con-
ferentie, krachtens overeenkomst tusschen
de daaraan deelnemende mogendheden, voor-
loopig geheim worden gehouden. Zij zullen
echter openbaar gemaakt worden, zoodra dit
zonder nadeel geschieden kan.
Blijkens eene mededeeling van graaf
Herbert Von Bismarck id den rijksdag, is,
krachtens eene gemeenschappelijke procla
matie van Engeland, Amerika en Duitsch
land, de vroeger afgezette koning Malietoa
weder tot koning van Samoa verheven ge
worden, en ia daarmede het geschil over
Samoa tusschen de betrokken mogendheden
voorgoed vriendschappelijk bijgelegd. Deze
mededeeling is het eenige belangrijke, wat
de dagenlange debatten over de posten der
begrooting van buitenlandsche zaken heb
ben opgeleverd.
Vermelding verdient misschien de afloop
eener schermutseling tusschen den staats
secretaris Herbert Von Bismarck en het hoofd
der Duitsch vrijzinnigen, den befaamden
Eugen Richter. Nadat graaf Herbert sedert
acht dagen aan de onophoudelijke, uiterst
vinnige, steeds over kleinigheden loopende
aanvallen van dien afgevaardigde had bloot
gestaan (aanvallen tegen welke hij, als mid
delmatig redenaar, oratorisch niet altijd
voldoende opgewassen is), bleef hij gisteren, I
nadat Richter hem weder zeer nijdig aange-1
vallen had, eenvoudig zitten, en antwoordde I
den man in het geheel niet. (iV. R. Ct.) I
De commissie voor de socialistenwet!
heeft bij tweede lezing de paragrafen 1—23
goedgekeurd. De stemming over paragraaf!
24 (handelende over de bevoegdheid to| j