KUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Het ongeluk van Tante Ursula.
e t e u r a is t vers c Is if n
dadelijks, behalve op Zon- en
F e e s t <1 a g e is.
A 0 Q 18 E M E i T
Vooi Leidenper .1 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, er maanden 1.60.
Prijs jser Nummer 10 Om.
ADVERTENTIE N:
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meern 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Ruree!: Scheepmakerssteegf 6.
Woensdag 25 September 1889* If226, 203*. jaargang.
Aan de geaboimeerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad zijn de nos. 190-194
der Ingekomen Stukken verzonden.
LEIDX3V, 24 September.
Onze lezers zullen zich herinneren
dat onlangs door burg. en weth. een
voorstel is gedaan om van den beer W.
Barneveld aan te koopen voor de som van
f 20.000 een stuk grond met daarop staande
gebouwen, gelegen naast het terrein der
gasfabriek, thans deel uitmakende van de
terreinen der ijzergieterij voorheen van de
firma D. A. Schretleu k C", later van de
firma Seret en Barneveld. Die terreinen
eenmaal verkregen, zouden worden gebezigd
tot berging van een steenkolenvoorraad,
grooter dan tot nog toe kon worden opge
slagen, om op die wijze te voorkomen dat
midden in de wintercampagne de goede
ontwikkeling van het bedrijf zou heb
ben te lijden door te geringe voorraad of
steenkolengebrek, door ongeregeldheden in
de leverantie door de contracten veroor
zaakt.
De commissie van financiën uit den ge
meenteraad heeft rapport over het voorstel
uitgebracht en daarin als haar gevoelen te
kennen gegeveu dat de gevraagde som voor
het terrein haar veel te hoog voorkwam, in
aanmerking genomen tevens dat het nog
twijfelachtig kan worden genoemd of con
tractanten zouden te vinden zijn die voor een
groot deel levering zouden willen doen
plaats hebben, en kunnen, vóór den winter
in de plaals van in den winter. Ten laat
ste vreesde de commissie geene spoedige
herhaling van ongeregeldheden in de steeu-
kolenproductie, terwijl immers ginds de
nieuwe arbeidsvoorwaarden naar wensch en
behooren zijn geregeld.
De commissarissen van de stedelijke gas
fabriek hadden gemeend veilig te mogen
aannemen dat ieder die met aandacht de
berichten uit de kolenwereld, tijdeus eu na de
werkstakingen gevolgd had, de overtuiging
zou hebben gekregen dat eene gasfabriek
tich in de eerste plaats zou hebben te
verzekeren tegen alles wat hare geregelde
werking, bij mogelijk gebrek aan grondstoffen
in gevaar zou brengen. In die meening
FEUILLETON.
Naar Georges Ohnet, door
LOUISE.
U)
Hij scheen volstrekt geen haast te maken
om te trouwen, al gaf het groot fortuin
van Ursula's vader reden om te vermoeden,
dat hij zulks in der tijd werkelijk van plan
was geweest. Wanneer zijn vrienden er
hem naar vroegen en schertsend zeiden:
iEn wanneer zal de bruiloft plaats hebben?"
antwoordde hij met een toespeling op de
magerheid van zijn bruid„Niets is er,
'lat mij noopt mij te haasten. Zij is nu
reeds mijn plank des behouds."
Hij werd echter genoodzaakt, zich
spoediger te verklaren dan zijn voornemen
geweest was.
EenB verscheen hij ten huize van zijn
voogd met zulk een onsteld gelaat, dat
Ursula meende dat er een ongeluk ge
dord was.
zeggen commissarissen zich bedrogen te
hebben gezien, waarom ze in een uitvoerig
rapport op de zaak terugkomen en hunne
beweegredenen ai ovo uiteenzetten. Weont-
leenen aan dat rapport het volgende:
De inschrijving voor de levering van
1450 waggons kolen had plaats op 18
Maart 1889, en had het verrassend resul
taat dat slechts één der meermalen met de
commissie eontracteerende firma's geheel
volgens de gestelde voorwaarden bij die
inschrijving, mededong en het volle quantum
wilde leveren. Een onderzoek naar de oor
zaak van dia afwijking leerde, dat geen
andere inschrijvers, bij de toen reeds zich
ontwikkelende verbetering van de industrie
in Duitschland, bereid was de verdeeling
der maandelijks te leveren hoeveelheden te
aanvaarden op risico van door de strenge
boete bepalingen getroffen te worden. Men
vreesde algemeen, nu ook de zomer-produc-
tie reeds grootere proportiën ging aannemen,
dat de winter-productie meer dan gewone
inspanning zou eischen, zoodat levering van
buitengewone hoeveelheden, voor de mijnen,
des winters onmogelijk zou blijken. Daaren
boven haddeu commissarissen zooals nit
hunne jaarverslagen is gebleken, reeds meer
malen bij de winterlevering te kampen met
de levering van kolen van minder goede
kwaliteit, tengevolge van het gebrek aan
tijd tot goede sorteering der gedolven kolen.
Met den contractant werd in Maart reeds
overeengekomen, de hoeveelheden voor
winterlevering zoo min mogelijk te ver
groolen, door des zomers zooveel in te
slaan, als de bergruimte toelaat.
Hierop volgde in April en Mei de werk
staking. De reeds tengevolge der meerdere
behoefte door de herleving der industrie
aangesproken magazijnsvoorradeu werden nu
totaal uitgeput. Over 't geheel gareu de
grootste kolenfirina's aan hunne krachtige
afnemers reeds einde Juli den raad geen
contracten op tijdlevering aan te gaan en
te rekenen op 30 pCt. minder levering dan
vorige jaren, nu zich het delven ginds gaat
beperken tot den gecontracteerden arbeid
van 8 uren.
Commissarissen zijn overtuigd dat hunne
contractant al het mogelijke doet om in de
behoefte van de gasfabriek te voorzien.
Doch wanneer dat hem zelfs niet met op
offering van geld mogelijk is kan men gaan
procedeeren en alle relatien staken, doch
daarmede wordt geen grondstof aangevoerd,
In dezen gespannen toestand is het dus
vau het grootste belang zoolang de mijnbe-
stnren zeiven verklaren vóór den winter meer
te kunnen leveren, daarvan gebruik te maken
1°. om meer zekerheid te verkiijgen dat de
waggons, welke voor den wintertijd nog te
leveren overig zijn gebleven, op tijd en met
goede kwaliteit kolen zullen geleverd worden,
2°. om door groote reserve gewapend te zijn
tegen a. tech lische bedrijfstoringen en hare
gevolgen aan de mijn, b. storingen in het
vervoer bij raw weder en sterken winter,
c. wagennood, welke reeds bij vroegere win-
tercampagnes den geregelden aanvoer nu en
dan belemmerde, d. gedeeltelijke werksta
kingen, d. w. z. de ongenegenheid der mijn
werkers tot vrij willigen overarbeid, e. totale
werkstaking, het gevaar dat tedere zeer
groote contractauteu, door uood gedwongen,
voor hunne meerdere behoeften, zoodanig
hooger prijzen bieden dat daarbij de hier
bestaande contractprijzen en de daaraan ver
bonden strafbepalingen gering of geen voor.*
deel beloven, g. de ontvangst van kolen,
welke voor het bedrijf nadeelig, ja onge
schikt zijn.
Het is een feit dat de behoefte aan kolen
in den winter overal het sterkst is; de pro
ductie wordt dus dan tot het allerhoogste
gedreven eu waar reeds nu blijkt met welke
krachten men aan de vraag, steeds grooter
dau aanbod, tracht te voldoen, daar kan toch
niemand betwijfelen, dat 's winters de gecon
tracteerde levering zooveel doenlijk dient
ontlast te worden.
Wil men den voorraad bergeu op het
terrein aan de zuidzijde van de Singelgracht,
dan is daartoe ruimte aan de westzijde van
den gashouder op circa 50 M. van de kuip
verwijderd. Doch dan wordt elke waggon,
daar gestort en later weêr vervoerd tot véér
de stokerij, bezwaard met circa f 15ouge-
rekend de waardevermindering door onge
dekt liggen. Dan zou 't bovendien noodig
zijn geweest vogr dat vervoer maatregelen
te nemen door aanleg van hulpsporen, aan
koop van vervoermiddelen en magazijnbouw.
Wat betreft de opmerking dat het jam
mer is dat in 1868 het terrein voor f2625
in andere handen is gegeven, commissaris
sen zien geen enkele reden om juist daarom
niet tegen veel hoogeren prijs door aankoop
zich te waarborgen voor de goede ontwik
keling van het bedrijf, met de overtuiging
dat die terreinen ook voor eventueele latere
nitbreiding voor de fabriek stellig die waarde
hebben. De commissie aarzelt derhalve geen
oogenblik het dagelijksch bestuur te advi-
seeren met den meesten aandrang den raad
voor te lichten om zoo spoedig mogelijk tot
den koop te besluiten, das zonder bij ge
bleken weuschelijkheid nog tijd te verliezen
om den verkooper af te dingen.
De ueleerw. heer K. W. J. Wilde, S. J.
die gister alhier tot doctor in de klassieke
letteren bevorderd werd, verwierf dien titel
cum laude. Hij is de eerste geestelijke die
in ons land promoveerde, en wel in toga
met sjerp.
De plechtigheid wekte veel belangstelling
en promotor zoowel als rector magnificus
wenschten den pater geluk met zijn behaald
succes. Naar we vernemen zal deze pro
motie nog door die van twee andere gees
telijken gevolgd worden.
In de 62e Versainmlung Deutscher
Natnrforscher and Aerzte, thans te Heidel-
berg bijeen, is Nederland vertegenwoordigd
door prof. A. P. N. Eranchimont, prof. W.
Eintboven, dr. A. Nijkamp en dr. M. C.
Dekhuyzen, allen van Leiden. Het congres
is geopend met een aantal redevoeringen,
waarvan de voornaamste was die van prof.
Meijer, van Göttingen, over de problemen
der chemie, en waarin hij den Amsterdam-
schen hoogleeraar Van 't Hoff, den grossen
genialeu Denker, noemde en hem schetste
als den grondlegger der moderne chemie.
De „Van 't Hoff'sche Gesetze", zeide spreker,
gelden voor de eeuwigheid.
Edison heeft Woensdagochtend in de al-
gemeene bijeenkomst zijn pbonograaf ver
toond; hij spreeKt geen Duilsch, en daar de
Duitschers geen Engelsch verstonden, moest
een Amerikaansch Duitscher het instrument
uitleggen. De resultaten waren schitterend
Z. H. de groothertog van Baden liet zieh
alles haarfijn uitleggen, om daarna persoonlijk
Edison te gaan complimenteeren.
Zij nam den jongen man ter zijde om hem
te ondervragen.
Eerst wilde bij haar de reden van zijn
komst niet inededeelen, doch Ursula hield
zoolang aan, dat hij haar bekende geheel
ten einde raad te zijn, daar zijn schuld-
eischers hem geen rust meer lieten.
„Zijt ge vast besloten u te verbeteren?''
had Ursula gevraagd.
En toen hij zonder te antwoorden zijn
oogen ten hemel sloeg, zeide zij„Ga
naar mijn vader en vraag mijn hand."
Hij was gegaan, maar mijnheer Pré'ot,
die vijf en dertig jaar gewerkt had om
zich een fortuin te verzamelen, was niet
van zins er een groot gedeelte van in
handen te geven aan den man wiens dwaas
heden hij kende. En toen zijn dochter
partij koos voor den doorbrenger, zeide hij
dat hij haar liever zou onterven dan baar
den man van haar keus te laten huwen.
„Dan zal ik nooit trouwen!" had Ursula
weenend uitgeroepen.
„Des te beter voor de kinderen van uw
zuster."
„En ik, ik ga in dienst!" had Louis
theatraal uitgeroepen.
„Zeer goed! Dan zult ge ten minste
tot iets dienen."
De jonge man deed, wat hij gezegd had,
bij zich zeiven mompelende: „Als Ursula
een maand geweend zal hebben, zal men
wel een remplacant voor mij koopen."
Ursula had slechts veertien dagen tijd
om te weenen. De oorlog met Rusland
brak uit en het regiment, waarbij Louis
ingeschreven was, moest naar de Krim
vertrekkeu. Het was een verpletterende
slag. Hij kon nu zijn vlag niet verlaten
zonder voor een lafaard door te gaan. Hij
moest dus tegen wil en dank mede. Dus
verscheen hij op zekereu dag voor zijn
voogd gereed om te vertrekken. Hij had
een bouquetje voor Ursula in de hand.
Het afscheid was hartverscheurend. Zij
waren alleen in het salon. Noch Louis,
noch Ursula kon spreken. Het werd reeds
duister en zij konden elkanders aangezicht
niet onderscheiden. In dit halfdonker, zoo
gunstig voor Ursula's magerheid, gevoelde
Louis een plotselinge teederbeid voor zijn
voormalige „zuster". Hij wilde haar door
onverbreekbare banden aan zich verbinden.
Hij nam haar hand en zeide:
„Gij zult aan mij denken, als ik af
wezig ben?"
Een snik was het eenig antwoord.
„En als ik niet terugkom?"
Zij stond sidderend op en riep met ten
hemel geheven handen:
„Nooit, nooit trouw ik met een anderI"
Zij kon er geen woord meer bijvoegen.
Hij had haar in zijn armen genomen en
een kus voleindigde den volzin. Ursula
zag de kamer met zich in het ronddraaien.
Gelukkig was toen de dienstmaagd binnen
gekomen met de lamp.
Den volgenden morgen was Louis ver
trokken.
Van dezen dag af sleet Ursula de uren
met het lezen van tijdingen nit het oorlogs-
tooneel en volgde zij de verrichtingen der
verschillende legers met roode en blauwe
spelden op de kaart. Zij stevende in ge
dachte naar de zee van Azof, zij ontscheepte
le Eupatoria, streed hij Alma en kende
haar verloofde de eer toe van elk stuk,
dat genomen, van elke vlag, die ver
overd werd.
Louis schreef dikwijls en beklaagde zich
zeer over de koude.
Wordt vervolgd.)