NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. oai i a ia t v e r s c hij ii t d a jr e i ij k sbe li a 1 e o p 'L o si- e si Feestdage 11. ABONREMERT: ADVERTENTIE N: Woensdag 11 September 1389, - N°. 214. ïïitg9¥8rs: Gebroeders Muré. jp i w> II e i e Vooi Leidenper 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijlc, or 3 maanden l.«0. Prsjs per ^uaiiiser !ts U: Kt. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabatper regel 0.10. Bnreel: Scïieepisiakerssteeg 6. 203° Jaargang. S tails-Bericlit.cn PATE\TBLADEH. De BURGEMEESTER, Hoofd ven het Bestuur der gemeente Leiden, brengt ter kennis van de belanghebbenden dat de Pa- tentbladen voor de gepatenteerden wonende in de Wijken VII, VIII en IX, benevens eenige restanten van andere wijken, over het dienstjaar 1889/90, bij liet College van Zetters in een der vertrekken van bet Raad huis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn op Woens dag 11, Donderdag 12, Vrijdag 13 en Zaterdag 14 September e. k., tel kens des namiddags van één tot drie uren, terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde Patentbladen ter uitreiking moeten worden gegeven aan de Deurwaar ders der Directe Belastingen, die voor hunne moeite mogen eischen tien centt zonder meer. De Burgemeester voornoemd, DE KANTER. Leiden, 10 September 1889. LEIÜËIV, lO September. Gemeentcbegrooting. Zooals we reeds zeiden werd ons gister toegezonden de memorie van toelichting tot de begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente Leiden, voor den dienst van het jaar 1890. We deelen daaruit eenige cijfers mede, die voor onze lezers, naar we meenen, wetenswaardig ku.-nen zijn. Be ginnen we met de 1 a k o m s t u ii. HOOFDSTUK I. Ontvangsten wegens vroegere diensten. Batig slot der laatst vastgestelde rekening, voor zoover daaraan niet reeds eene bepaalde bestemming is gegeven. Niets. HOOFDSTUK II. Opbrengst van belastingen en heffingen. Opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigeudommeu f 26.740.- 10 opcenten op de hoofdsom der belasting op (je ongebouwde eigendommen f 64. Opcenten op de hoofdsom der belasting op het personeel f 67.600. A gedeelten van de opbrengst der rijks belasting op het personeel in hoofdsom en opcenten f 118.843. Plaatse,lijke directe belasting f 149.000. Idem bij suppletoir kohier f 2500. Opbrengst van tollen op de wegen f-3440. (hiervan is voor pacht van dc Spanjaards- brug f 420.van het Zijlbek bij deSpan- jaardsbrug f 1720.en van de brug over den Rijn te Leiderdorp f 1300. Opbrengst van brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok boom- en veergelden f 8500. Opbrengst der wik-, weeg-, meet-en keur loonen f 1700. Opbrengst voor banken of staanplaatsen in hallen, op markten en dergelijke openbare plaatsen f 10.500. Opbrengst van het gebruik of genot van openbare gemeentewerken, bezittingen of in- richtiugen en dat van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten f 5000. Opbrengst wegens begraafplaatsen. Pro memorie uitgetrokken. Leges en voordeelen der gemeente-secretarie en van den burgerlijken stand f 1400.—. Opbrengst van collegegeld van de inrich ting tot opleiding van Oost-Indische amb tenaren f 1000. Opbrengst van schoolgeld van het gymna sium (hooger onderwijs) f 10700 Opbrengst van schoolgeld van de hoogere burgerscholen (middelbaar onderwijs) f 15000. Opbrengst van schoolgeld (lager onder wijs) f 30.000. Opbrengst van schoolgeld (bewaarscholen) f 900.— Ontvangsten wegens het bezichtigen van het Museum van schilderijen en oudheden in de Lakenhal f 400. Belasting op de honden f 2100. IJkloon op de botervaten f 650. Opbrengst van het gemeentelijk vergun ningsrecht (kleinhandel in sterkendrank) f 12000.—. Totaal van hoofdstuk II f468.037. HOOFDSTUK III. Balen en inkomsten spruitende uit gemeente- eigendommen en bezittingen. Huur van huizen en andere gebouwen f 8488.—. Huur of pacht van landen en landerijen f 2029.-»-. Opbrengst van den houthak f 50. Renten van kapitalen f 21.250. Opbrengst van grasverpachtingen f 65. Pacht van de jacht en visscherij f 1387. Ontvangsten, resultaat van een afzonder lijk beheer van de gasfabriek f 55.235. Dito van de gemeente-apotheek f 550. Baggeren in gemeentewater f 2600. Ontvangsten bij de commissie van fabri cage f 500. Totaal van hoofdstuk III f 91.604. HOOFDSTUK IV. Ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten. Tienden, cijnsen en erfpachten f 1000. Pacht of opbrengst der bank van leening. Niets. Pacht of opbrengst van de haardasch, vuilnis, bagger- en dergelijke mestspeeiën f 3068.—. Boeten wegens overtredingen in zake plaatselijke belastingen f 50. Teruggave van het rijk wegens bij voor schot verstrekte reisgelden aan militie- plifihGgp.n f 50. Teruggave van verplegiugs- en transport kosten van krankzinnigen en van kinderen van gevangeueo f 10. Bijdrage van het Rijk in de kosten van het middelbaar onderwijs f 7000. Vergoeding van het rijk, 30 ten honderd, in zake liet lager ouderwijs f 41000. Andere ontvangsten niet tot vorenstaande behoorende f 2000. Teruggave van zegelgelden voor quitan- tiën der plaatselijke belastingen f 550. Opbrengst van faecale stoffen stelsel Liernur, f 200. Pensioensbijdragen van gemeente-ambte naren f 2600. Bijdrage van het rijk in de kosten van het hooger onderwijs (gymnasium) f 8415. Bijdrage vau het rijk in de kosten van de kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen f 6800. Bijdrage van het rijk in de kosten van bet Park f 500. Aandeel van de gemeente in de winst der Leid8che Duinwater-maatschappij f 13500. Totaal van hoofdstuk IV f 86.743. HOOFDSTUK V. Buitengewone ontvangsten. Opbrengst van den verkoop van gemeente- eigendooimeD, van boomen, enz. f 500. Geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld f 75.000. Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken f 23.582. Aflossing op hypotheken en obligatiën f 15.385.—. Afkoop van grondrententienden enz. f 10.—. Subsidie in de verpleging van arme krank zinnigen f 4600. Renten wegens op prolongatie uitgegeven gelden f 400. Teruggave van voorschotten uit de ge meentekas f 7000. Ontvangsten, voortvloeiende nit het beheer van de voormalige administratie der ver- eenigde gast- en leprooshuizen f 3085. Totaal van hoofdstuk V f 129.562. Totaal der geraamde ontvangsten f 7 75.946. Uitgaven. HOOFDSTUK I. TI uial au fLelyle. h a a I u«•- Jaarwedde van den burgemeester f 4500. Jaarwedden van de wethouders f 3000. Jaarwedde van den secretaris f 3600. Jaarwedde van den ontvanger f3600. Jaarwedden van de bouwkundigen en van de opzichters der gebouwen, der wegen en dergelijken f 7445. Jaarwedde van de ambtenaren en be dienden der gemeente-secretarie f 11200. Jaarwedden van den concierge en van de boden f 3180. Jaarwedde van den klokkenist en klok luider f 300. Jaarwedden van de keurderswegers meters, rooimeesters en dergelijken f 1150. Jaarwedden van de sluiswachters, brug wachters en dergelijken f 8840. Jaarwedde van den archivaris f 1600.—. Schrijfloonen f 500. Reis- en verblijfkosten f 250. Kosten van licht en brandstoffen f 1200. Schrijf- en buraubehoeften f 400. Druk- en bindwerk f 2200. Briefporten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven f 300. FEUILLETON. DE EAST. Naar het Duitsch, door LOUISE. 18.) Toen hij de brug betrad, die over de Elbe ligt, was het, alsof bij den voet op een door den storm geteisterd, in alle planken krakend vaartuig zette. De vreemde maatzang van den wind regelde het kloppen van zijn hart. Toen hij verder ging scheen het schrille gefluit der locomotieven den nevel, die het landschap omgaf, van een te tijten. Alleen door het traliehek gescheiden joeg het roode, voukenspuwende gevaarte hein voorbij, alsof bet voor de kracht der donderende wateren vluchtte. De arme zwerveling sidderde, toen hij 'au achter de geweldige brugpalen te voor schijn trad. Nu stond alles hem weer klaar voor den geest, eu weêr bekroop hem de angst voor de vreemde gezichten, waar onder hij zich nu op het punt stond te begeven. Zijn schuld woog hem zwaar, als ecu zak vol akelig onrecht. Hij hoopte, ja L verlangde een oord te vinden, waar hij dien afschawelijken last zou kunnen afwerpen. fKou ik maar komen, waar niemand mij kent, waar niemand mij kent!" smeekte hij. Onder de weinige lieden, die hem voorbij kwamen, was een jonge mail, een arbeider, met een meisje, dat ziiu vrouw scheen te zijn. Zij gingen gearmd. De wind stiet hen heen en weder, en beiden lachten hardop. Klefeckkcr zag hen na: Zóó had Geesje vroeger ook gelachen nu ging dat toch niet meer nu haar man Op de brug bij Harburg overviel hem een duizeling. Het brullen en knallen der groote ijsscholleu, die de storm in zelfver- nielenden kamp op elkander stapelde, mengde zich met het bruisen van zijn bloed, dat hem heet naar het hoofd steeg. Hij moest gaan zitten. Tegen den brugpilaar ineengehurkt, sloot hij de oogen. Plotseling opende hij ze weder; hij gevoelde, dat de oogen van een man, vorscliende oogen, op hem gevestigd waren. Het waB dezelfde man, die hem aan het station gevraagd had: Of hij naar Hamburg moestp Hij zèide nu wel niets, doch hij scheen nieuwsgierig te zijn, waarom die mensch toch den langen weg te voet afgelegd had, als hij zich voor weinige penningen dien tocht had kunnen besparen.... Toen de wandelaar weder op stond volgde hij hem eerst met de oogen, en ging toen langzaam ook de stad in hem achterna. Hij zag hem in een bakkerswinkel gaan en bespiedde door de glasruit liet magere, strakke, schuwe gelaat. Klefecker stond voor de toonbank onder de vrouwen, die van gebroken glasruiten, afgevallen dakpannen en weggewaaide wasch spraken. Bij Cuxbaven moest het nog veel erger zijn. Hij ging weder verder, maar de vrees voor vervolging, de ongemakkelijke, ver achtelijke last, dien bij torschte, werd hem bij iederen voetstap zwaarder. »Weg, wegl Waar niemand mij kent!" Maar dan dacht hij weder aan Geerje en zijn voeten bewogen zich om terug te gaan, denzelfden vrecselijken weg weder terug. Eindelijk stond [lij aan het station, nam een kaartje vierde klasse naar Cuxbaven en at in de koude gelagkamer, waar de ramen rammel den door den storm, zijn gekocht brood. Er waren twee boeren, die niet spraken; slechts het gehuil van den immer stijgenden storm eu de nu dichter in zijn nabijheid brullende zee vervulden zijn hart en zijn ooren met zonderlinge beklemdheid. Het was drie uur, toen een conducteur: fCuxhavenUitstijgen!" riep. Hij zag, hoe de wind de kleederen der uitstijgeuden greep en hen bijna van de been rukte. Ieder sprak van den storm. In den afgeloopen nacht moest het nog erger geweest zijn Hij was naar buiten gegaan. Daar lag de haven. De witgevleugelde zeilschepen hadden een bekoorlijkheid, die nieaw voor hem was. Voor de eerste maal in zijn leven zag hij het eenzame strand door de wilde Noordzee bespoeld. Rechts stond de lichttoren. Was dat water, die onafzienbare, zwarte, ondoor- zichtbare bergen en dalen, die opstegen, alsof zij het land wilden opslokken en den hemel openscheuren? Nu kwam er een dal, waar daareven een berg was, en dan werd het dal weêr een berg. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1