1 |l IS 11 ff m 1 VsV^ u f§ H m 1 1 i i M m ii m NIEUWS- EN A OVERT KNTIEBLAD VOOR. LEIOEN EN OMSTREKEN. t.& ij on rn ut verschijnt dadelijks* behalve op Kon- en ABOiHEfiffEWTï Vrijdag 18 Augustus 1889. - N', 192. 208» -Ijs ar&«n?ï. ADYERTEHTIER: Uitgevers: ©©broeders Muré. w '-L m Èm m m l'1 e e s t <i a g e ai. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het «eheele rijk, cr 3 maanden 3.60. Prijs per StmiiRer 10 Obi. Van 16 regels 0.90. Elke regel meers 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bareel: Scfieepmakerssteeg 6. Stails-Bericls ten. De DURGEMEESTER en WETHOU DERS van Zeiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne Vergade ring van den 28sten Maart 1889, is vast gesteld de volgende Verordening: RAADSBESLUIT houdende wijziging van het Raadsbesluit van den li*» November 188l', regelende de heffing van schoolgeld op de openbare lagere scholen te Leiden, goedgekeurd bij Koninkl. Beslnit van 24 Januari 1882, N°. 4 (Gemeenteblad N°. 9 van 1882) en gewijzigd bij Raadsbesluit van 13 Oc tober 1887, goedgekeurd hij Koninkl, Be sluit van 1 December 1887, N°. 29 (Gemeenteblad N°. 1 van 1888). De vierde zinsnede van art. 1 van het Raadsbesluit van 11 November 1880, goed gekeurd bij Koninkl. besluit van 24 Januari 1882 eu gewijzigd bij Raadsbesluit van 18 October 1887, goedgekeurd bij Koninkl. besluit van 1 December 1887 n°. 29, rege- '"ik'c de heffing van schoolgeld op de open bare lagere scholen (Gemeenteblad n". 9 van 1882), wordt gewijzigd als volgt: De voorbereidende school der tweede klasse, de laagste afrieeling bestaande nit de laagste drie klassen, der Meisjesschool van de 2e klasse en de laagste afdceling be staande uit de laagste drie klassen der Jon gensschool van de 2e klassevier gulden per drie maanden. Op de hoogste afdeeling, bestaande uit de hoogste drie klassen der Jongensschool en op de hoogste afdeelingbestaande uit de hoogste drie klasseu der Meisjesschool van de 2e klasse, ze3 gulden per drie maanden. Gedaan te Leidenter openbare Raads vergadering van den 28 Maart 1889. De Burgemeester, DE KANTER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde de helling van deze belasting goed gekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Mei 1889 n°. 10, waarbij levens is aangehaald de Verordeniug regelende de invordering dier belasting, van 11 November 1880. En is hiervan afkondiging geschied waar bet behoort, den 15 Augustus 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. LEISKN, 15 Augustus. Omtrent het bouwen eener kunstzaal achter de Lakenhal, waarvan de openbare aanbesteding Maandag j. 1. ten raadhuize plaats vond, doch de gunning werd aan gehouden, hebben burg. en weth. thans be sloten het werk te gunnen aan de heeren I. Van der Kamp en S. Van Leeuwen, bei den alhier, voor de som van f10688. Zooals reeds ia gemeld bedroeg de laagste inschrijving f10380. De feestvierende knecht van den akadtmischen plantentuin J. Bertram heeft gisteravond van de gezamenlijke bloemisten in en om onze gemeente eene prachtige pendule en een penanttafeltje ontvangen. Een zevental heeren kwam bet geschenk namens allen aanbieden. Telkens lezen we dezer dagen in onderscheidene bladen van in de lucht han gende plannen om de militaire strafgevan genis nabij deze gemeente op te heffen. Dit zijn geen plannen meer, 't is werkelijk een besluit dat reeds in het begin van dit jaar genomen werd. Waarheen de gevangenen echter gebracht zullen worden is nog onbekend. Voor een zeer groot deel zijn 't Indische militairen die 5, 10 15 jaren straf hebben te onder gaan, een veel kleiner deel zijn militairen uit ons landdoch bovendien zijn er nog 22 bnrgergevangeuen onder dak gebracht. De geheele sterkte bedraagt 184 man, ter wijl er voor meer dan 600 ruimte zou zijn. Voor eene rijkswerkinrichting voor vrou wen is de ruimte dan ook zeer goed geschikt te maken; daarmede is men trouwens ook reeds aan den gang gegaan, zoodat de dames van Veenhuizen weldra gewacht kunnen worden. In verband daarmede is dan ook reeds in Februari de onderdirectenr slechts tot einde December van dit jaar aangesteld. Het bericht der verplaatsing is dan ook lang niet nieuw meer, dat der verplaatsing juist naar Leeuwarden zeer voorbarig. ItlUÏIEK, LEOTEUEN EN HUNS». We ontvingen van de Nieuwe Rotter- damsche Schouwburgmaatschappij, directie de lieeren Alex. Faassen en C°. bericht omtrent de plannen voor bet volgend speel seizoen. We zagen daarin dat de heeren L. II. Cbrispijn en L. M. Smith en mevrouw Kley, hun ontslag hebben genomen, doch dat het gezelschap uitmuntende aanwinsten deed daartegenover. Zoo zal de bekende tooneelspeler, de heer L. B. J. Moor, jaren lang verbonden aau het gezelschap van de heeren Albregt en Van Ollefen, aan dit gezelschap verbonden worden. De heer Moor was een der steun pilaren van Het Nederlandse!: Tooneel" en daarna gedurende drie jaren mededirecteur van den Amsterdamschen stadsschouwburg. De heer A. L. Van den Heuvel Jr., die hoofdzakelijk voor het emplooi der jonge minnaarsrollen werd aangeworven, is een jong tooneeispelc-r, die zijne opleiding aan de tooneelscbooi ontving, waar hij zijn eiud- diploina, benevens de bronzen medaille, door Z. M. den koning voor deze inrichting van onderwijs beschikbaar gesteld, verwierf. Te Amsterdam aau een der tooneelgezelschappen verbonden werd hij in de bladen met u aar- deering besproken, als een degelijk, ont wikkeld en nauwgezet tooneelspeler. Ook mevrouw Schepers is, in de steden waar de Rotterdamsche afdeeling van „liet Nederlandsen Tooueel" optrad, eene goede bekende. Nog werd als nieuwe kracht aangeworven de heer E. Erfmann, een jongman van goede opvoeding, die door eene onweêrstaanbare zucht naar het tooneel gedreven, eene andere loopbaan vaarwel zegde, om zich aan de kunst te kunnen wijden. Onder de stukken die zullen worden opgevoerd worden in de eerste plaats vermeld „Schoonmama" van Sardou en Desiaudes, „Eene zeepbel" van Vittorio Berserio, „De Familie Laneij" van TArronge, stukken van Stiude, Blumenthal en anderen. OFFICIEELE BEHICHTEN. Bij kon. besluit is, voor het tijdvak vau 1 September 1889 tot en met 81 Augustus 1890, benoemd tot leeraar aar, de rijks- hoogere burgerschool te Winterswijk, H. G. Baints, te 's Gravenhage; is aan Julien Nagant, ingenieur, chef van dienst bij de Spoorwegmaatschappij Grand Central Beige, te Valkenburg bij Maastricht vergunning verleend tot het aannemen cn dragen der versierselen van ridder der Leo- polsorde, hem door Z. M. den koning der Belgen geschonken. Bij beschikking van den minister van binnenlandsehe zaken is, met ingang van 1 September 1889, aan M, Schinkel, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als adsistent voor de medische kliniek aan de rijks-uni versiteit te Utrecht. De officier van administratie 2de kl. S. J. A. Deyli, dienende aau boord Zr. Ms. artillerie-iustructieschip Aruba, wordt met 1 ;- "p non-activiteit gebracht en vervangen door den officier van aduiiui stratie -ide fc... M. C. Dn -long. Het N. d. L. t, dat de heer A. Moens, inspecteur vau iieiiagero sedert een paar dagen ongesteld is en dat zijn toestand reden tot bezorgdheid geeft. Naar wij kunnen mededeelen, lijdt de lieer Moens reeds sinds weken aau een oogziekte, van nogal ernstigen aard, waarvoor bij in 't sanatorium te Baarn onder behandeling is. {Fad.) De Landbouwclub te Standdaardbuiten heeft eeD adres gezonden aan de tweede kamer ten gunste van het voorstel-Bahlmann tot heffing van invoerrechten op graan, enz. Daar hier te lande onder de varkeus de vlekziekte nogal voorkomt, denkt men er in Duitschland aan, om den invoer van onze varkens aldaar te gaan verbieden. Reeds heeft de regeering laten onderzoeken, of er tegen dat verbod, van Duitsche zijde natuur lijk, groote bezwaren zouden bestaan. In Juli kwamen o. a. in 27 van de 48 Friescbe gemeenten bij 428 veehouders 1402 gevallen van besmettelijke varkensziekte voor. FEUILLETON. BE EAST. Naar het Duitsch, door LOUISE, 3.) „Ik heb ook iets voor n meegebracht, krijg het eens nit, Peter! De knaap liet zich voorzichtig van de knie zijns ooms naar beneden zakken en haalde uit een wollen doek een stuk kaas tc voorschijn. „Dat hadden wij present gekregen van onzen buurman, zie nu toch eens hoe die jongen daar staat 1 De kleine had de armpjes over elkander geslagen en stond half lachend, half droomend voor zich te kijken. „Zoo stond Geesje ook altijd, even deftig als hij hij gelijkt ook veel op haar. Als de andere kindereu aan de pomp plasten, bleef zij er wel naar staan kijken, maar zij deed nooit meê," „Dat geloof ik," zeide Heinrich, „zij maakt zich nooit vuil." „En toen andere kinderen haar eens ge bogen hadden, kon zij de pijn verbijten, maar toen men haar eens in de modder geworpen had, strekte zij de vuile handen naar den hemel uit en weende zóó, dat de gansche straat bij elkaar liep." Geesje wreef haar kopje tegen baar schouder, als een wit katje, dat geprezen wordt. De oogen van den man gingen van het eene gelaat naar het andere der zoo ongelijke zusters en bleven ten laatste aan dat van de jongste hangen. Hij drukte het kind, dat weer bij hem gekomen was, dicht aau zich, streek met ziju harde handen zacht over het kleine teere lichaampje en zeide bij zich zeiven: Mijn lieve Geesje, mijn lieve Geesje! De vrouwen waren te zeer in haar gesprek over het patroon van het tafelkleed verdiept om bet op te merken. Het was een week later; een andere in de rij der donkere Novemberdagen. In het kantoor der fabriek brandde het gaslicht reeds, hoewel het nauwelijks middag was. De werkman Heinrich Klefecker was geheel alleen in de kelderachtige ruimte van de groote fabriek. Hij had de wacht. Toch scheen hij nog op iets anders te wachten. Zijn lange, hoekige gestalte in den blauwen kiel met de door den damp borstelachtig omhoog staande haren ver soheen elk oogenblik aan de deur van den hoofdingang en boog er zich zoekend uit. Vooral vlogen zijn blikken naar de drukkerij. Dan keerde hij terug naar de kist, die hem tot tafel diende, en waarop brood op een blauwen zakdoek lag uitge spreid, ging in de machinekamer en betastte de kruik, waarin hij zijn koffie warmde. Hij had daar een goed plaatsje voor gevonden. Plotseling keerde hij zich om. Hij hoorde voetstappen aan den ingang. „Geesje!" riep hij en trachtte met de oogen den damp te doorboren. „Ik ben uw Geesje niet," zeide een heesche stem en een plompe gestalte met loshangend haar en verwaarloosde kleeding ging hem voorbij. De jonge werkman maakte een afwerende beweging, maar reeds had de vrouw haar hoofd over zijn boter hammen en sptksneden heengebogen en besnoof die als een hongerige houd. „Gij kondt mij ook wel uoodigen, Hein 1" grijnsde zij en gaf hem schertsend een stoot in de zijde. „Ia heb drie kinderen en geen man. Kom, oude jongen Zij kromde haar vuile vingers over de verlokkende broodsneden. „Handen thuis!" zei de werkman en nam den doek aau een der punten be hoedzaam op. „Ga weg, GrietGe moest n schamen!" Het wijf had de armen in de zijde gezet en zag hem verbaasd aan. „Kijk, zoo'n fijne mijnheer! riep zij langzaam achteruit wijkend, en brak toen in een luid lachen uit. „Haal uw Geesje maar I Ha, ha!" Een giftige lichtstraal schitterde plotseling in haar doffe gezwollen oogen, en terwijl zij zich dicht aan hem schoof, zeide zij „Hein, ik zal het je maar zeggen. Uw Geesje komt van daag niet. Ze is met den heer opzichter medegegaan om te middagmalen „Dat liegt ge, wijf!" schreeuwde de werkman en sprong met vlammende oogen op haar toe. „Er uit, zeg ik je! Er uit! Of ik vergrijp me aan je en dan zou ik mijn vingers vuil maken. Hier!" Hij greep een ijzeren schop. Het wijf strom pelde luid schreeuwend over de planken, die hier en daar waren ueérgelegd op den glibberigen grond, echter niet zonder zich aan den manshoogen ketel te stooten en tegen de zwarte pilaren san te loopen, die het gewelf schraagden. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1