I
NIEUWS- EN ADVERTKNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
II «ze on ra si t verschil ut «i a gelijks, he lui Eve op Soil- Feestdagen.
Donderdag 15 Augustus 1389, - N", 191,
ADVERTEiTIES:
Bareel: Seheepuiakerssteeg 6,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
A 8 OKIE E I T:
Vooi Leidenper 3 maanden8.25.
Franco door het geheele rijk, er 3 maanden s t.ftO.
Prijs per Xawmer SO f.-ist.
Van I6 regels 0.90.
Elke regel meerO.SS.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
2C3» Jaargang.
Stads- Ber i c is t en.
PATMTBMDEX.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het
bestuur der gemeente Leiden, brengt ter
kennis van de belanghebbenden dat de
Patentbladen voor de Gepatenteerden wo
nende in de Wijkeu I en II, over het
dienstjaar 1889/90, bij het College van
Zetters, in een der vertrekken van bet Raad
huis dezer gemeente, op vertoon van het
uanslagbiljetverkrijgbaar zijn, dagelijks
des namiddags van één tot drie uren en wei
op Maandag 12, Dinsdag 13, Woens
dag 14 en Donderdag 15 Augustus
e. k., terwijl na het verstrijken van dien
termijn de onafgehaalde Patentbladen ter
uitreiking moeten worden afgegeven aan de
Deurwaarders der Directe Belastingen alhier,
die voor hunne moeite mogen eisehen tien
Cents zonder meer.
De Burgemeester voornoemd,
N. L. J. v. BUTTING HA WICHERS,
Weth. L° B.
Leiden. 10 Augustus 1889
LElBËtt', 14 Augustus.
Zooals we reeds gister gemeld heb
ben viert heden J. Bertram, knecht in den
akademischen plantentuin alhier, deu dag
waarop hij vóór vijftig jaren bij die inrich
ting in dienst kwam. Bertram was toen
ruim 13 jareu oud en heeft sedert heel
wat wijzigingen en verbeteringen zien aan
brengen op het terrein waar hij als 't ware
zijn leven heeft besteed. Hij is nog een
luchtig en kloek man, wien men de bijna
Ö4 jaren niet zou aanzeggen.
Toen dezen ochtend te 6 uur Bertram te
werk kwam liet men hem kalm zijn weg
gaan. Doch te 9 uur, na schafttijd, wachtte
men den jubilaris af in de varenkast om
hem daar op het terrein zijner werkzaam
heid geluk te wenschen. Het waren zijne
kameraden die op dat terrein en onder dat
glazen dakvoor welks ingang de driekleur
ontplooid was, eene tafel hadden geplaatst
waarachter een scheidingsmuur van frisch
groen, die van de groote ruimte een deel
gezellig afscheidde.
Achter die tafel en vóór dat groen stond
een fraaie armstoeldie stoel was bestemd
voor den jubilaris en werd hem namens de
kameraden, met een eenvoudig en hartelijk
woord, door den oudsten knecht na hem
J. Jong, als aandenken aan dezen dag aan
geboden, een aandenken dat zeker vo„r den
jubilaris wel nimmer van zijne wamde zal
verliezen.
Tal van vrienden en vakmannen kwamen
den jubilaris in zijn feestlokaal van harte
gelukwenschen. Tegen drie uur kwamen de
direcfcear van de inrichting, professor dr.
W. F. R. Suriugar, eu de hortnlanas, de
heer H. Witte, om hunne gelukwenschen
bij de andere te voegen. Doch deze geluk
wenschen kwamen wederom niet alleen; ze
gingen vergezeld van een fraai geschenk
bestaande in een kristallen sigarenvaas, met
zilver gemonteerd en op zwarten voet, met
het inschrift 18-39 14 Aug. 1889.
Dezen avond zullen de gezamenlijke bloe
misten uit ueze gemeente den jubilaris hunne
opwachting komen maken om fcetn mét
hunne gelukwenschen een blijk van waar
deering aan te bieden, van zéé langdurige
tr.nnwo l
king, bertram heelt dus een feestdag achter
den rug die hem niet spoedig uit het ge
heugen zal gaan en dien hij ongetwijfeld
zal blijven waardeeren gedurende de vele
jaren die hij, menschelijker wijze gesproken
en naar zijn kloek gestel gerekend, nog zal
kannen leven,
De heer Mann heeft ons gisteravond
een heerlijk concert doen genieten. De
avond was, voor wie niet al te koortsachtig
van gestel is, lief genoeg om ee'.i avond
naar goede muziek te ziileu luisteren. Trou
wens van de pauze werd druk gebruik ge
maakt om te wandelen eu de voeten voor
het overige deel van den avond warm te
loopen.
De eerste afdeeling was voor een goed
deel samengesteld uit bevallige nummers.
„Frisch in 's Feld" is een aardige marsch
om meê te openen; „Meine Königin" is een
wals die zeer gaarne gehoord wordt eu
Lecocq's „Le Coeur et la Main" is een
even welkom nummer. Noemen we nog
voor deze afdeeling de Ouverture „Giralda
van Adam en de Fautaisie vun den heer
Mann op Guillaume Teil, dan zal 't ieder
duidelijk zijn dat de afdeeling vódr de
pauze er eene was vol afwisseling en van
uitmuntend gehalte.
In de tweede afdeeling wa3't Von Weber,
Von Weber en nog eens Von Weber die
onze aandacht vroeg; en dat juist maakte
die afdeeling tot een bizonder genotvolle,
vooral ook door de wijze waarop die num
mers werden gemaakt. Da onderhoudende
ouverture „Oberon", werd weêrgegeven zóó
lief en met zóóveel accent dat er als 't ware
nieuwe genietingen van aan den dag kwa
men. Von Weber's „Invitation h la Valse"
werd door de wijze van uitvoering een
ware verlokking tot den sierlijkste der
dansen.
Twee lieve nummers volgden nu; het
eerste, „Russischer Marsch" vau Strauss,
vertolkt zooals het phantastische karakter
van de muziek dat vordert en daardoor bi-
zonder bevallig; het tweede Wilhelmus van
Nassane" uit de Oud-Nederlaudsche liede
ren, van Valerius, een nummer dat ons in
gedachte terugvoert naar de tijden waarin
zulk een lied moed gaf^ en steun. Het
Ten laatste - een nummer vaD belang-
Mann's „Fantaisie über Motive ans C. M.
Von Weber's Freischütz". Het eerste ge
deelte er van klonk ons wat mager, doch
iets later ging men er zich nog eens voor
zetten alsof we nog uren op Zomerzorg
moesten doorbrengen. En dat hadden we
met zulke muziek gaarne gedaan. Het was
een waardig slotnummer, geschikt om de
kenners bizonder te voldoen en hen, die
zeggen dat ze liever een militairen marsch
met veei slagwerk hooren, tot andere en
meer muzikale gedachten to brengen. We
eindigen zooals we begonnen de heer
Mann heeft ons gisteravond een heerlijk
concert doen genieten.
Gister was een der buurten in den
omtrek van de Gasfabriek alhier in rep eu
roer. Bene ongehuwde moeder van drie
kinderen schijnt een hunner geen goed hart
toe te drageu, tenminste de buuitjes spraken
van aanhoudende mishandeling, 't Was nu
zoo erg geworden dat ze er zich meê gin
gen bemoeien eu het gevolg was dat de
politie verscheen en, naar we verwachten,
FEUILLETON.
BE EAST.
Naar het Duitsch, door
LOUISE.
i.)
„Hij is anders heel fatsoenlijk, zeide
het meisje.
Het voorhoofd van den werkman werd
rood, en hij voer plotseling uit: „Wat
gaat je dat aan!"
„Ik meende er niets meê, Hein, maar
word toch niet zoo boos."
Zij beproefde vau onder in zijn half
toegedrukte oogen te kijken om hem aan
t lachen te maken.
Hij greep naar haar en drukte liaar
heftig aan zijn borst.
»Ach, Geesje, wat gaat je dien pruikekop
aan? Wou je, dat ik er ook zoo een
was met een wandelstok eu gele haud-
„Neen, neen!" zeide zij lachend, „maar
Handschoenen heeft hij niet aan, Hein!"
»Nu dan toch zeker in zijn zak. Gees,
denk niet aan den kerel.
„Neem u voor hem in acht."
„Hein, groote jongen, ben je jaloersch,"
plaagde zij.
Toen daar hij niet antwoordde, begon
zij over veiinoeidheid te klagen en leunde
haar hoofd legen den arm, die haar omvat
hield. Eu zoo wandelden zij eendrachtig
voort in den koelen nacht, tusschcu de kale
hoornen en door de nauwe straten, totdat
zii eindelijk het kleine huis met de groene
deur bereikten, waarin zij een kelder
kamertje bewoonden.
„Hein, ons venster is verlicht 1" riep
Geesje vroolijk, toen zij er voor stonden.
Een lichte streep schemerde tusschen de
luiken. „Je zult zien, dat het Corrna is;
ik zie haar al zitten 1"
Daar zat een groote, magere vrouw met
verblindend witten halsdoekde spitse neus
over een roode kous gebogen, waaraan zij
ijverig breide.
„Ga maar naar binnen, Geesje, ik zal
alles wel alleen halen voor het avondeten.
Een fijn brood en een warme knapworst."
Hij liep de straat over, terwijl Geesje de
keldertrap afging en zacht de klink oplichtte.
Een schoone driejarige knaap verborg hij
haar binnenkomen zijn lokkig hoofd in deu
schoot zijner moeder, die het smalle, bleeke
wel zorgen zal dat aan het schandaal een
eind komt.
Naar we vernemen heeft de ontaarde
moeder het ongeveer vierjarig kind ruim
een halfjaar opgesloten gehouden, met een
touw aan een bank gebonden eu bijna laten
uithongeren. Het kind zou reeds wonden
aan 't lichaampje hebben van onreinheid
en naar het akademisch ziekenhuis zijn
overgebracht. Toeu de vrouw zich heden
middag op straat vertoonde werd ze door
het verontwaardigd publiek uitgejouwd en
weinig vriendelijk bejegend.
Over 't algemeen is meD van oordeel dat
de vrouw gehandeld heeft onder den dwang
barer moeder bij wie ze inwoonde en die
haar dreigde met hare Kinderen op straat
te zullen zetten indien ze zich tegen de
mishandeling verzette.
Dezen ochtend heeft eene vrouw in
de huurt van de Laugegracht getracht zich
in een waterput te verdrinken. Men was
er echter bij tijds bij en haalde haar naar
boven waar ze langzamerhand bijkwam.
Programma van de muziekuitvoering op
Musis Sacrum, Donderdag 15 Aug., te 71
uren, door het Stafmuziekcorps van het 4de
regiment infanterie, directeur: de heer J.
G. H. Mann. 1ste afd.: N°. 1. „Hohenzol-
lern Ruhm Marsch, Unrath; 2. Ouverture
zur Oper: „Der Wildscbütz", A. Lortsing;
3. Anueu-Walzer, nach Motiven der Operette:
„Nanon", Rich. Geuée; 4. Fantaisie über
neuere Deutsche Lieder, Ed. Strauss.
Tweede Afdeeling: N°. 5. Vorspiel zur Oper:
„Die Meistersinger vou Nüriiberg", R. Wag
ner; 6. Ire Partie du Grand Septuor (1ste
Uitvoering), L. v. Beethoven7. a. „Gut
nacht, fahr wohl!" Lied, Fr. Kücken; b.
Persischer Marsch, Joh. Strauss; 8. Fantaisie
op Motieven uit het Ballet: „De Droom
van den Klokkenluider", Mann.
gelaat schielijk omdraaide. „Goedenavond!"
zeide zij. Wat komt ge laat van de
fabriekIk zit hier al een goed uur.
Mijn mans moeder is er en nu kou ik
eens komen!"
Geesje was naar haar toegegaan en rukte
haar zuster met lachenden moedwil het
werk uit de haud, zoudat de breinaalden
naar alle kanten vlogen. „Maar wat zit ge
hier te breien! Ge hebt. van daag al genoeg
gedaan."
„Geesriep de andere, „zult ge het
eens hier geven! Kijk eens naar uw thee
ketel, die kookt als dwaas. Ik heb hem
opgezet, opdat ge spoedig wat warms zoudt
vinden, als ge thuis kwasmt. Ha, daar is
Klefecker al! En wat zegt ge nu van
mijn Peter?"
De kleine had zich reeds op de knie van
den man gezet, de armpjes om diens hals
gelegd en het blonde hoofd tegen zijn borst,
alsof hij slapen wilde, tleinrich zat met
afhangende armen stijf en voorzichtig
rechtop, zonder hem aan te raken. Hij
bekeek den kleine met een glanzend, maar
verlegen gezicht, als een stuk broos speel
goed, dat te teer was om aan te raken.
„Hein is een kiudergek," schetste
Geesje.
OFFICIEEL.E UEI&IC1ITEIV.
Bij kon. besluit is aan den heer Natale
Bargigli, vice-consul der Nederlanden te
Metelin, vergunning verleend tot het aan
nemen van het Gouden Kruis van Verdien.
„Maakt de jongen het u niet lastig?
zei de vrouw. „Het verwondert mij, dat
hij dadelijk naar u toe is gegaan; hij is
nog zoo vreemd. Ja, die schelmen weten
dadelijk wie van hen houdt; het is een
zonderling kind, mijn Petertjede ambtenaar,
die hem gedoopt heeft, was verbaasd over
hem. Dat is een waar Engelenkopje, zeide
hij tot mijn man. Waar hebt ge dat van
daan? zei hij uit scherts. Pas op maar,
dat het' groot en sterk wordt. Het heeft
zoo iets bovenhemelscb, neen bovenaardsoh,
zeide hij. Kom, Peter, kom er nu eens
af, dan kan oom eens drinken. Ge wordt
hem nu te zwaar."
„Laat hem maar, Corma," zei Klefecker,
deu knaap vasthoudend, hij drinkt uit mijn
kopje, niet waar, Petertje?"
Geesje had thee ingeschonken en zette
het brood en de worst op de gedekte tafel.
Het kleed was gehaakt en de broodkruimels
vielen er door, maar Geesje had het zelf
gemaakt zij hield niet van ongedekte
tafels, zeide zij.
Wordt vervolgd.)