NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. A 8 0 S 1 E 8! E B T Donderdag 27 Juni 1339. - M 149, AOVEKTEHTlEi: Uitgevers: Gebroeders Muré. J 4 H T. Het uur der Vergelding. M IIee o11 raa i v e r s ch ij h t d a j» e 1 ijksbehalve op Zou- e» Festdag'esa. Vooi Leiden, per 3 maandenI 1.25. Franco dooi' het geheele rijk, per 3 maanden l.OO. Prijs uer Summer 10 Cent. Van 16 regels f 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Kcheepniakerssteeg 6, S imis - Stoi'i cten. Inenting tegen betaling. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden brengen ter algemeene kennis dat op Donderdag 27 Juni en Donderdag 4 Juli e. k, telkens des namiddags te 2 uren, in het Elisabethsbof aan de Oude Vest gelegenheid wordt gegeven tot In enting tegen betaling van f 1— per persoon. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 26 Juni 1889. üe COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie ZUID- HOLLAND Gezien liet besluit van de Gedeputeerde Stalen van den 21 sten Mei 1880, n°. 88; Gelet op art. 11 der wel van den 13det> Juni 1857 [Staatsblad no. 87); Brenjrt ter kennis van de belanghebbenden, dal bij ïborno. mil besluit door tie Gedeputeerde Slaten is bepaalddal de afzonderlijke jach ten op waterwild voor dit jaar zijn geopend op Donderdag den I sten Augustus aanstaande en dal mitsdien van af dat tijdstip de uit oefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, d, f en h, der wet op de jacht en vis- sclierij, is geoorloofd; wordende levens her innerd aan de bepaling van arl. 1 van hel Reglement op de uitoefening der jachten vis- scherij ia deze Provincie, krachlens welke die jachten niet anders mogen plaats hebben dan op liet water, langs tie stranden, oevers van meeren, plassen, rivieren en op moerassige landen. En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afgekondigd eu aangeplakt, waar zulks le doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro vinciaal Blad en in de Nederlandse/ie Staats courant worden geplaatst. De Commissaris des Konings voornoemd, FOCK. 's Gkavemiage den 25slen Mei 1889. LEIUEN, 26 Juni. De le luitenant P. J. G. Schott, van het 4e reg. inf. alhier, is door den minister van oorlog benoemd tot officier voor speciale diensten bij dat korps. De officier van gezondheid J. Van Gelder, van zijne detacheering uit West- Iudie teruggekeerd, is werkzaam gesteld bij het militair hospitaal te Leiden. Door den heer W. A. Pickering zijn aan 's rijks Etbnographiscch Museum ten geschenke gegeven eeu aantal iu de Slot. van heden nader vermelde voorwerpen. Voorts ontving dat museum van den heer D. E, E. Wolterbeek Muller, gepensio neerd kapitein ter zee, eenige, eveneens in de Stct. omschreven teekeningen iu kleuren uit het begiu van deze eeuw, voorstellende stadsgezichten uit Japan. En van den heet H. P. Kelder een aantal voorwerpen, afkomstig van Afrika's Westkust. Aan de schenkers is de dank der regeering betuigd. In de gisteren le Utrecht gehouden algemeene vergadering van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen werden o. in. tot leden oe- noemd: iu de sectie van natuur- eu genees kundige wetenschappen, de heer dr. D. E. Siegenbeek van Heukelomhoogleeraar te Leiden; in de sectie van letterkunde, wijs begeerte en geschiedenis, de heer dr. J. J, Hartman, conrector van het gymnasium alhierin de sectie van rechtsgeleerdheid en staatswetenschappende heer T. A. O. De Ridder, burgemeester van Katwijk. Uit hel verslag over den toestand der Kweekschool voor Zeevaart alhier, gedu rende het jaar 1888, uitgebracht door den directeur, kapt.-luit. t. zee C. H. De Goeje, zien wij met genoegen, dat die inrichting in bloeienden toestand verkeert, en zich iu vele blijken van belangstelling verheugen mag. Over de typheuse koortsen sprekende, waardoor in de tweede helft van Juli een twintigtal jongens aangetast werden, die echter gelukkig allen genazen, deelt de di recteur mede, hoe bij die gelegenheid aan de ouders van aile jongens eene circulaire verzonden is, met verzoek, iu het belang hunner kinderen, dezen geen eetwaren te zenden. De pakjes, die aan de kweekschool niet ontvangen mogen worden, worden soms naar een of ander adres in Leiden gezon den, waar de jongens ze in hunnen vrijen tijd kunnen afhalen. Ontbreekt nu de ge legenheid daartoe, dan blijven de pakjes geruimen tijd staan; de artikelen, aan be derf onderhevig, zijn dan dikwijls bedorven, en worden in vele gevallen tocb gegeten. De aanleiding tot deze circulaire was het feit, dat een der aangetaste jongens des Zondags van zijnen vader 17 gerookte pa lingen ontvangen had, die hij grooteudeels zelf verorberde en verder aan zijne kame raden uitdeelde; eu dat het grootste deel dier paliugeters kort daaroa ziek werd. Onder de leden, die de vereeniging door den dood moest verliezen, noemt het ver slag de namen van den vice-admiraal G. Fabins, en van den gepensioneerden kapitein ter zee P. Van der Velden Erdbriuk, die beiden steeds groote belangstelling voor de inrichting toonden. Vooris deelt de directeur mede, hoe de commissie zich op een verzoek, in de laat ste algemeene vergadering gedaan, tot den minister van marine gewend heeft met de vraag, of deze het premie-geld, dat thans aan iu dienst treilende jongens verstrekt wordt, af wilde schaffen, of althans op an dere wijze uitbetalen. Eu wel om de na volgende redenen. Vele ouders beschouwen dit geld als de koopsom, waarvoor zij hun nen zoon aan de zeemacht hebben afgestaan, en waar zij dus recht op hebben. Menig maal doet zich dan ook het geval voor, dat het premie geld, in plaats van den jongen eenigszius ten goede te komen, in korten tijd er. dikwijls op liederlijke wijze verbrast wordt. Maar ook komt het voor, en dit vooral bij de plattelandsbevolking, dat wel denkende ouders huiverig worden hunnen zooti in den zeedienst te laten gaan, omdat zij tegenover hunne dorpsgenooten niet de blaam op zich willen laden, hem voor eene som gelds verkocht te hebben. De minister verklaarde, zich in beginsel volkomen met het voorstel te kunnen ver- eenigen, en al achtte hij, wegens verschil lende redenen, het tijdstip nog niet gekomen, om de premie af te schaffen, beloofde hij toch dat zijne aandacht op deze aangelegen heid zoude gevestigd blijven. Onder de aangename geschenken, voor de Kweekschool ontvangen, noemt de directeur van twee der oudste subcommissarissen, de heeren Van der Kemp uit's Hage en Wouda uit Sneek, vijf zilveren horloges, om tel kens uit te deelen aan den eerste van eene groep jongens, welke de Kweekschool ver laat. Het getal jongens, die zich in 88 voor den zeedienst aanmeldden, was 832, waar van 587 ongeschikt verklaard werden. Daar er 121 op 1 Jan. aanwezig waren, ontvin gen dus in het verloopen jaar 366 knapen aan de Kweekschool hunne opleiding. Welk een zegen voor sommige verwaar loosde knapen deze inrichting is, blijkt uit het volgende staaltje: „Een jongen kwam o. a. hier aan, wiens vader, na verscheiden malen voor diefstal gevangen gezeten te hebben, thans zwervende was, terwijl de moeder, die eerst pogingen had aangewend zich van het leven te berooven, nu ver pleegd werd in een krankzinnigengesticht. De personen, die zich het lot van den knaap hadden moeten aantrekken, wisten niets beters te doen dan hem onder de hoede te plaatsen van eenen slaapsteehouder, die, tegen eene geringe geldelijke vergoeding, be last was met zijne opvoeding, kost en klee ding. Mag men uit den toestand zijner kleeding, die bij vriezend weer slechts be stond uit eenige lompen, eeu oordeel vellen over de verdere zorg, aan den jongen be steed, dan kan die, op zijn zachtst uitge drukt, allertreurigst genoemd worden". Maar ondanks vele ongunstige antecedenten was er bij de meesten eene belangrijke verbete ring te bespeuren iu ijver en gedrag, nadat zij eenigen tijd aan orde en tucht waren gewend. Er heerschte eeu opgewekte geest onder de jongens; hunne vorderingen waren vrij goed en aan gepaste uitspanningen, hun door verschillende vereenigingen in Leiden bezorgd, o. a. door de studenten-roeivereeni- ging Njord en de studeutenafdeeling van het Nederlaudsch Tooneelverbond, ontbrak het ook niet. Ten slotte brengt de commissie een woord van oprechten dank aan de heeren F. C. Tromp en jhr. M. W. Van Rensselaer Bo- wier, die in het afgeloopen jaar hun belang rijk ambt van minister van marine en direc teur eu commandant der marine te Amster- FEUILLETON. 71). Als een godin des toorns stond Lilly daar, de hand dreigend tegen haat dwin geland opgeheven. Indrukwekkend schoon »as zij op dat oogenblik, en elk zou achting voor haar gevoeld hebben, maar de verstokte booswicht werd zoo door zijn dierlijken lust beheerscht, dat hij haar spottend toeriep vHoop maar op uw Voorzienigheid, kjlly, ik tart Haar uit, mij mijn bruid mt de armen te rukken. Ge zijt de mijne, ondanks alle bedreigingen van straf °f wraak." Op dit oogenblik werd er aan de deur geklopt, en Colville keek verschrikt om. Hjj herstelde zich evenwel spoedig, toen hjj de stem van zijn vriend Pratt hoorde, die buiten de deur naar het onderhoud had geluisterd, en meende dat het reeds lang genoeg geduurd had. „Kom, Colville," riep hij, „wij hebben geen tijd te verliezen, voor wij van hier gaan moeten wij onze aangelegenheden met dokter Heath regelen." Je hebt gelijk, Pratt, wij moeten ons haasten," riep Colville terug, en wendde zich daarna weder tot zijn slachtoffer: „Ik ga, tot morgen, schoone bruid, tot morgen De deur viel achter hem toe, en het was Lilly alsof er een centenaarslast van haar hart gekanteld werd, toen zij van haar vijand was verlost. Verlost, helaas, voor hoelang p Morgen reeds zou zij tegen wil en dank met dien ellendeling ver- eenigd zijn, en geen uitweg deed er zich aan haar voor. Geen hulp kwam er op dagen, zij was dood voor de wereld eu het wiliooze voorwerp van die hatelijke liefde, die al haar geluk had verstoord. Iutusschen hadden Pratt en Colville de kamer van dokter Heath betreden. Deze zat in een geneeskundig tijdschrift verdiept, toen zijn bezoekers binnentraden. Flij bood hun een stoel aan en vroeg aan Pratt wat deze van de patiënte dacht. „Ik ben van meening, dat haar be stendige opsluiting, ondanks uw trouwe zorgeu, collega Heath, hare krankzinnigheid eer verergeren dan genezen zal." „Dat moet ik u toegeven," antwoordde de krankziunigendokter, „ik kan niet den minsten vooruitgang bij haar bespeuren. Aldoor raaskalt zij van vervolging door u en tor. Colville, eu houdt vol, dat zij de vermoorde miss Lawrence is, die door u uit haar graf gehaald en hier opge sloten is." „Juist, en daarom ben ik er vöór, om door een verandering van lucht haar tot het verstand terug te brengen. Een zeereis kan veei goud doen," „Zeer juist aangemerkt," bevestigde dokter Heath. „Het is evenwel noodzakelijk, dat zij zich gewent aan de gedachte, de vrouw van tniju vriend te zijn. Daarom moet, alvorens zij die reis onderneemt, haar huwelijk worden voltrokken." „Maar het huwelijk met een krank zinnige zal nooit door de wet veroorloofd worden," bracht de krankzinnigendokter hier tegen in. „Daarom moet de zaak in alle stilte geschieden," hernam Pratt. „Wij hebben reeds een overeenkomst met een ambtenaar gesloten, die zich met de huwelijksvol trekking wil belasten, alles moet onder het zegel van de diepste geheimhouding gaan. Wij verzoeken u daarom ons behulpzaam te zijn. Heath weer iel hem in j „Maar...." wilde dokter tegenspreken, maar Colville S de rede „U moet daarvoor natuurlijk eenige kosten maken, die zal ik u vergoeden. Neem dit geld van mij aan, dan kunt ge u tevens van de stilzwijgendheid van het per soneel van uw gesticht verzekeren." Met een tevreden lachje nam dokter Heath de banknooten aan, die Colville hem toestak. „Dat blijft dus afgesproken," ging Col ville voort, „u zorgt, dat er morgen een kamer in gereedheid is gebracht om de plechtigheid te voltrekken, wij komen tegen den avond hier met den ambteuaar, alles loopt iu de diepste stilte af en een rijtuig voert mij met mijn vrouw naar het schip, dat ons dadelijk buiten de haven van New- York zal voeren." „Accoord, tk zal voor alles zorgen, en mijn dienstpersoneel zal zwijgen, daar ben ik zeker van." „Dan zullen wij afscheid van u nemen, dokter Heath," sprak Colville en stond op, wij rekenen op u." [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1