I
p
m
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
»e«e ii r lit vers c ii ij ti t dadelijks* behalve op Zo is- en Fees t dage si.
k% OMHEBBEBT:
Prijs per Summer 10 lent.
AOVEÜTEPJTIEN:
Bureel: Scheep makers* teeg 6.
Woensdag 19 Juni IS89, 5T142,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten
J 4 C IS T.
BINNENLANDSUHE BERICHTEN.
Het uur der Vergelding.
Vooi Leiden, per 3 maanden>-25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden U>0.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meers 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenii contant, zonder rabat, per regel 0.10.
'JO.'ia Jaargang.
burgemeester en wethouders
der gemeente Leiden brengen bij deze ter
algemeene kennis dat de passage over de
Scheluwbrug, liggende over den
Ouden Rijn bij de Heerengracht, op
Woensdag 19 Juni a. s., voor rij-en
voertuigen zal zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 18 Juni 1889.
De COMMISSARIS des KONINGS i» de
Provincie ZUID-HOLLAND
Gezien liet besluit van de Gedeputeerde Slaten
van den Sisten IIei 1889, n°. 88;
Gelei op arl. II der wet van den 13den
Juni 1857 [Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden,
dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde
Stalen is bepaalddal de afzonderlijke jach
ten op waterwild voor ütl jaar zijn geopend
op Donderdag den I steil Augustus aanslaande
en dat mitsdien van al' dat tijdstip de uit
oefening der jachtbedrijven, vermeld in art.
.15, d, f en li, der wel op de jacht en vis-
scherij, is geoorloofd; wordende tevens her
innerd aan de bepaling van arl. 1 van het
Reglement op de uitoefening der jachten vis-
sclierij iu deze Provincie, krachtens welke die
jachten niet anders mogen plaats hebben dan
op het water, langs de stranden, oevers van
meeren, plassen, rivieren en op moerassige
landen.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
«orden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
Ie doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro
vinciaal Blad en in de Nederlandsche Staats
courant worden geplaatst.
De Commissaris des Konings voornoemd,
F O C K.
's Gbavenhage den 25sten Mei 1889,
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 20 Juni 1889, des
namiddags te twee uren.
Nog te behandelen:
Rekening dienst 1888 van de Sledelijkc
Gasiabriek. (118)
Verslag omtrent de Stedelijke Gasfabriek
over het jaar 1888. (119)
LKIBffl, 18 Juni.
Burg. en weth. geven den gemeente
raad in overweging vrijstelling te verkenen
van de betaling van schoolgeld voor hunne
zonen, leerlingen der hoogere burgerschool
voor jongens, over de eerste drie kwartalen
van den cursus 1888/89, en alzoo voor el-
ken leerling tot een bedrag van f45 aan
J. J. Dijkstra, mevr. Van Deursen geb.
Proper, mevr. Hulshoff geb. Siddré en J.
A. L. De Stoppelaar, wegens vestiging in
of in de buurt dezer gemeente.
Nog geven burg. en weth. in overweging
aan de wed. P. Woudenberg op haar ver
zoek terugbetaling te verleenen van school
geld, lager onderwijs, voor (wee kinderen,
leerlingen van de Leerschool, over de maand
April tot een bedrag van f 2, wegens ves
tiging iu de gemeente met 1 Mei j.l.doch
afwijzend te beschikken op het verzoek van
mevr. Van Deursen, geb. Proper, om terug
betaling van schoolgeld lager onderwijs, op
grond dat zij zich niet in de gemeente Uzi-
tien maar iu Oegstgeest beeft gevestigd.
Onder overlegging van ae desbetref
fende stukken geven burg. en weth. den
gemeenteraad in overweging aan P. J. W,
Vau der Hart, tot wederopzeggens vergun
ning te verleenen om liet riool van de
slachtplaats op de Pieterskcrkgracht n°. 8
te verbinden met het getneenteriool aldaar,
ouder de door de commissie van fabricage
voorgestelde voorwaarden.
Ter herdeuking van den slag bij Wa
terloo zijn aan de openbare gebouwen en
aan sommige woonhuizen de nationale vlag
gen uitgehangen. Is op deze eenvoudige
en kalme wijze de 74ste herdenking van
den grooteu dag gevierd, een volgend jaar,
bij de 75ste herdenking, zal wellicht ons
vaderland zich opgewekt gevoelen door een
nationaal feest uiting te geven aan de na
tionale gevoelens bij die herdenking ais van
zelve verlevendigd.
Bij het heden te 's Graveuhage ge
houden examen voor apothekersbediende is
geslaagd mej. M. E. E. Kruisinga.
Gistermiddag is in de Doelenkazerne
alhier een huzaar door een slag van den
hoef van een paard voor de borst getroffen,
zoodat de man ten slotte naar het hospitaal
moest worden vervoerd. Daar gaat 't hem
naar we vernemen niet kwaad.
Gisteravond beeft een troep opgescho
ten jongens liet vddr het vereenigingsiokaal
van het Leger des lleils in de Van der
Werfstraat de politie nog al lastig gemaakt.
De rustverstoorders werden niet binnenge
laten en den officieren werd behoorlijk ge
leide bezorgd.
In den zeevaartkundigen boekhandel
van den heer H. G. Bom, te Amsterdam,
is verschenen een gids voor het Noordzee
bad Katwijk aan Zee, badseizoen 1889. In
een sierlijken zeegroenen omslag met uitmun
tend gelijkend vignet bevat bet boekje eeue
menigte nuttige wenken voor de bezoekers
van de badplaats, maar bovenal .is het ver
sierd door eene reeks zeer welgelijkende af
beeldingen van hotels, restauraties, enz. ett
kleinere vignetten van andere gebouwen te
Katwijk aan Zee. Een kalender, opgaven
van reisgelegenhedeD, tarieven, advertentien
enz. enz. maken bet boekske tot een bruik-
baren gido naar en op de badplaats nabij
onze gemeente en een opwekkend proza-
stokje tip de eerste bladzijden vangt aan
met bet bekende couplet van De Géne-
t let's frisch gedicht
„Laat het strooien hoedje zwieren,
Op 't kastanje bruin
Liefste, wij gaan lente vieren,
Morgen, op liet duin."
L N IV lCKMITKi i'.
Aan de rijks-universiteit alhier is het
candidaats examen in de geneeskunde af
gelegd door den heer P. Wicringa.
UFFICIORLt: ÜËUICUTK.V.
Bij kon. besluit is benoemd tot griffier
bij het kantongerecht te Ridderkerk tnr. F.
A. baron Van Iltersum, advocaat en pro
cureur te Tiel, tevens beëedigd klerk ter
griffie van de arrond.-rechtbank aldaar;
is de luit. ter zee 2de kl. J. J. Hissing,
bevorderd tot luit. ter zee 1ste kl.
is de off. van gez. 1ste kl. bij de zee
macht dr. J. Hartog, arts, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol uit dan zeedienst
ontslagen
is de koionel op non-act., A. Pompe, van
het wapen der inf., op zijne aanvrage op
pensioen gesteld en het bedrag van het
pensioen bepaald op f2100 'sjaars;
is in zijnen rang overgeplaatst bij het
regiment grenadiers en jagers, de 2e-luit.
jhr. E. A. L. Gevers Deynoot, van het 8e
reg. infanterie;
zijn bij het personeel der militaire ad
ministratie benoemd, tot magazijnmeester bij
s rijks centraal magazijn van militaire
kleeding, uitrusting, enz. te Delft, de le-luit.-
kwartierm. H. Rinck, van het 4e reg. inf.;
tot le-!uit.-kwartierm. bij het le reg. inf.,
de 2e lnit.-kwartierm. W. P. Van Leeuwen,
van het korps;
is de met verlof hier te lande aanwezige
le-luit. der inf. van bet leger in Ned.-Indië
J. W. Weijenbergh, ter zake van lichaams
gebreken, het gevolg van verwonding in
den strijd bekomen, eervol uit Zr. Ms.
militairen dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen.
De minister van waterstaat, handel
en nijverheid zal op 22 dezer geen audiëntie
verleenen.
De minister van önanciën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
15 dezer bedroeg:
bij de Nederlandsche bank. f 17,635,955,896
en bij de betaalmeesters 1,404,043,35
Te zamen. f 19,039,999,245
Blijkens een bij het departement van
marine ontvangen telegram is Zr. Ms.
schroefstoomschip Tromp, onder bevel van
den kapitein ter zee K. A. Stakman Bosse,
den 15den dezer te Plymouth aangekomen.
Aan boord was alles wel.
- De officier van gezondheid 1ste kl.
bij de zeemacht A. W. Pnlle, geplaatst bij
het hospitaal der marine te Willemsoord,
wordt met den lsten Juli a. s. op non
activiteit gesteld en vervangen door den
I officier van gezondheid 1ste kl. bij de zee
macht M. M. Jnng.
I De adelborst 3de kl., 3de afdeeling,
bij bet koninklijk instituut voor de marine
te Willemsoord, H. N. Balsem, wordt op
grond van artikel 38 van het reglement
FEUILLETON.
Die twee verdubbelden nu hun zorgen,
o® de schurken te bespieden, maar voor-
loopig zonder eenig gunstig gevolg.
Colville begreep, dat zijn gangen bespied
werden, verdubbelde zijn voorzorgen en
ging bijna niet meer uit. Naar het ge
sticht van dokter Heath ging hij in het
geheel niet, bij ontving, door zijn mede
plichtige dokter Pratt, de brieven van den
krankzinnigendokter omtrent den toestand
van miss Lilly. Die waren verre van be
ledigend. Lilly bleef hardnekkig weigeren
san zijn verlangen te voldoen, om met hem
te huwen. Dat moest nu anders worden.
Reeds te laug had Lilly zijn geldmiddelen
uitgeput en hem iu gevaar gebracht, liij
had een plan gevormd, dat aan dien toestand
een einde moest maken. Hij begreep, dat
hij, op de tot uu toe in praktijk gebrachte
middelen, haar nooit tot een huwelijk kon
overhalen, het eenige wat hem dus overbleef
een huwelijk uit dwang.
Dit plan, dat hij met de grootste sluw
heid had berekend, maakte hij aan
Pratt bekend en deze juichte het ten
volle toe.
„Uitmuntend!" riep hij, „wij kunnen
niets beters doen, want de gevaren, die van
alle kanten komen opzetten, worden hoe
langer hoe dreigender."
„Daarom moeten wij een einde aan de
zaak maken. Een punt blijft dus nog ter
bespreking over. Wanneer, en door wien
zal het huwelijk voltrokken worden? Zou
er een ambtenaar te vinden zijn, die zich
onder zulke omstandigheden er toe leeneu
wil om ons te trouwen?"
„Daarvoor zal ik wel zorgen," antwoordde
de dokter, „ik ken een ambtenaar, die het
zonder gewetenswroeging doen zal, laat dat
maar geheel aan mij over. Hebben wij de
hulp van dien man ons verzekerd, dan
lijden wij op een donkeren nacht naar het
gesticht vau dokter Heath en bereiden Lilly
op de plechtigheid voor. Weigert zij ons
goedschiks te volgen, dan brengen wij ook
den ambtenaar daarheen en dwingen haar
het jawoord te geven."
„Goed zoo, maar nu nog iets, Pratt.
Heb je gelezen wat er in de courant stond
Er is in het roode huis een geketende ge
vonden. Wie duivel zou dat kunnen zijn?
Zou die vervloekte detective soms een
valstrik voor ons spannen en dat geheele
vertelseltje verzonnen hebben?"
„Dat bericht beeft al lang geleden in de
courant gestaan, maar ik kan ook niet
nagaan, wie er buiten ons weten in dien
kerker kan zijn geweest. Ik heb dadelijk
een onderzoek ingesteld, maar vruchteloos,
niemand kon mij opheldering geven. Ik
hond het er eveneens voor, dat het een
valstrik is, om ons, door voor te geven
dat er een getuige aanwezig is, tot een
bekentenis te dwingen, of ten minste eeii
rechtsvervolging tegen ons in te stellen,
maar die mr. Chelton mag siiui zijn, ik
hoop hem toch nog te slim af te zijn, wij
kunnen ons op alles voorbereiden."
„Maar heb je wel aan Fanny gedacht?"
„Zeker, maar zoo als ik je zeide, ik ben
niets nauwkeurigs te weten kunnen komen.
Ik geloof evenwel niet, dat het Fanny kan
zijn. Die is dood, beste Colviüe, en de
dooden spreken niet."
„Maar stel je nu eens voor, dat die
Leveret's eens een dubbel spel gespeeld
hadden, want van zulke honden kan men
het laagste en gemeenste verraad verwachten.
Als zij nu eens, om mij geld af te persen,
of in elk geval in hun macht te houden,
die vrouw hadden laten leven en haar
werkelijk iu dien kelder al die jaren hadden
opgesloten."
„Dan kau ze nog niet van Lilly klappen,
want die is toch niet in dien kelder
geweest."
„Goed, maar zij kan genoeg van ons
beiden vertellen, om ons aan de galg te
brengen."
„Wat ben je toch een bange wezel,
Colville, zou je nu werkelijk meenen, dat
ik mij daarover ongerust zou maken?
Malligheid. Laten wij nu eens voor een
oogenblik aannemen, dat die vrouw wer
kelijk onze Fanny is, en dat zij, geholpen
door dien dwazen detective, een aanklacht
jegens ons indient van moord op baar en
haar kind, deuk je dan, dat ik geen
middel zou weten om haar beschuldiging
van nul en geener waarde te maken."
„Je bent wel een leepe duivel, Pratt,
maar ik ben toch nieuwsgierig om te ver
nemen, hoe je dat aan zoudt leggen."
[Wordt vervolgd.)