BINNEXLANÜSCHE BERICHTEN. lings-Traumireien", Walzer, Mann; 4. Sou venir de l'Operette „L" Petit Faust", Hervé. 2de afit.N°. 5. Ouverture Michel Angelo" (arr. C. Liu), N. W. Gade; 6. Invitation la Valse, C. M. v. Weber; 7. aCanti- lè e de l'Opéra: „Cinq Mars", Gh. Gounod; b. //Die Wachtparade kornuit' (le Uitvoe ring), Eilenberg; 8. Fanlaisie sur des Mo tifs de l'Oi èra „Hamlet" de Thomas, Mann. Maandagavond werd in de groote zaal der buiten sociëteit te Deventer voor de eerste maal uitgevoerd „Norma", als concert-drama onder leiding van den com ponist, den lieer J. II. L. Rijken, dirigent van het Deventersch Mannenkoor. De partij van Adalgisa werd gezongen door inej. VV ia Dikema, concertzangeres en leerares aan de muziekschool der Maatschappij voor Toonkunst, alhier. «FFICIEEL.F BEKlCHTHtf. Bij kon. besluit is aan den heer Willem Johannes Havenga, gepens. kolonel van het Ned. Indisch leger, wonende te Brussel, vergunning verleend tot het aannemen der versierselen van commandeur der orde van Isibella la Catholica, hem door 11. M. de koningin-regentes van Spanje, uit naam vati den minderjarigen koning van Spanje Alphousus XIII, geschonken; is mr. Harman Hendrik Van de Poll, te Utrecht, met al zijne wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstammelingen, in den Nederlandschen adel verbeven, met de pra;dicaten van jonkheer en jonkvrouw; is benoemd tot notaris te Middelburg, C. J. Hu vers, thans notaris te Colijnsplaat. Ter voldoening aan artikel 10 tan bet koninklijk besluit van 29 Augustus 1883 n°. 25 (Nederlandsch Staatsblad n°. 133 en Indisch Staatsblad n°. 249) maakt de minis ter van koloniën bekend, dat in het jaar 1889 tien personen die in Nederland in het groot-ambteuaars-exainen geslaagd zijn, en lien doctoren in de rechtswetenschap, die in het bij artikel 92, 2e lid, der wet op het hooger onderwijs bedoelde examen geslaagd zijn, Ier beschikking van den gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië kunnen worden gesteld om in administratieve be trekkingen daar te lande te worden geplaatst; terwijl zes doctoren in de rechtswetenschap, die in het eerstbedoelde, en zes die in het laatsbedoelde examen geslaagd zijn, ter be schikking van den gouvernenr-generaal kun nen worden gesteld oio in rechterlijke be trekking daar te lande le worden geplaatst. Zij, die voor beschikbaarstelling in aan merking wenschen te komen, zullen zich tot het departement van koloniën moeten wenden met stipte inachtneming van de voorschriften, gegeven bij artikel 14 van het hierboven aangehaalde koninklijk besluit. Uitdrukkelijk wordt er de aandacht op gevestigd, dat, ingevolge de 3de alinea van dat artikel, doctoren in de rechtswetenschap zich niet zullen mogen aanmelden zoowel voor de rechterlijke macht als voor den ad ministratieven dienst (ter keuze van de re geering), maar bepaaldelijk zullen moeten aanvragen öf beschikbaarstelling voor rech terlijke betrekkingen, öf beschikbaarstelling voor administratieve betrekkingen. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefstoomschip Van Galen, onder bevel van den kapitein ter zee C. Ten Bosch, den 27sten dezer van Kaapstad naar zee ver trokken, ter voortzetting der reis naar Neder land. Aan boord was alles wel. - Naar aanleiding van het bericht der Middeiburgsche Ct. dat eenige kamerleden het voornemen hebben gehad een interpel latie to richten tot de ministers van jus titie en van huitenlandsche zaken over een voorval dat zich aan het slation van de Hol!. Spoorweg-Maatschappij te 's-Hage met een gezant van een der Mogendheden heeft voorgedaan, zegt liet Vaderland: Niet volkomen juist en volledig word!, zijn wij wel ingelicht, dit geval daar voor gesteld. Bedoelde gezant had reeds het per ron verlaten en zijn plaatskaartje afgegeven toen hem werd medegedeeld dat zijn echt- genoote hem op het perron wachtte. Hij snelde terug, maar werd door den ambtenaar in functie teruggeroepen en, toen hij daar aan geen gehoor gaf, door deze tegenge houden, waarop hij den ambtenaar een vuistslag toediende, die nogal raak moet geweest zijn. De chef, in wiens tegenwoor digheid hij den ambtenaar nogmaals aanviel, maakte proces-verbaal op en zond dat door aan de directie zijner Maatschappij. Des avonds kwam de minister van builenland- sclie zaken zijn excuses aanbieden namens den gezant. Later bood deze den beambte, »<-. at se.sa tc-o die van de Maatschappij een gratificatie ontving, een schadevergoeding aan. Het schijnt dat enkele kamerleden den ministers hebben willen vragen, ol (ie zaak geen verder gevolg zal hebben, maar, zoo nis de Midd. Ct. mededeelt, „dezrn schijnen er in ge.laagd te zijn de heeren tot bedaren Ic brengen, Ier wille van de goede verstand houding met de belrukken regeering". De volkeurecliteriijke gebruiken, merkt de brief schrijver op, mogen een strafvervolging uit sluiten, de vreemde regeering behoort op de hoogte le worden gesteld van de wijze waarop haar vertegenwoordiger hier is te werk gegaan, opdat zij genoegdoening geve. De eenige candidaat, die zich voor het toelatingsexamen tot de rijkskweekschool voor onderwijzers te Maastricht had aange meld, heeft zich teruggetrokken. Als reden geeft hij aan, dat er leeds zoovele onder wijzers zonder betrekking rondloopeu en hij hun getal niet wil vermeerderen. Door de politic te 's Gravenhage is in bi-slag genomen hel lijkje van ten dtie jarig kindje. Kr bestaat vermoeden, dat de ouders het kindje hebben laten dood hongeren, hetgeen door eene gerechtelijke scho iwing zal moeien worden beslist, (rlvp.) Aai een bejaarde vrouw uit Alfen, die eergisteren te 's Gravenhage haar dochter kwam bezoeken, werd een portemonuaie met zeven gulden ontstolen. Zaterdag 11. zijn een aantal personen uit Gouda gedagvaard geweest voor den rechter-couimissaris mr. E. Eeith, rechter in de arrond. rechtbank te Rotterdam, om getuigenis te geven in zake de ongeregeld heden voor de prov. staten in eerstgenoem de gemeente. (Maasbode.) De Scheepvaart meldtZondagochtend omtrent 1 0 uur ontstond een begin van brand in de Leithboot Britannia, kapt. Smith, lig gende aan de Willemskade te Rotterdam. De brand begon in liet acliterlaadruim en is vermoedelijk ontstaan door hel broeien van jute en getaande vischnelten, welke in dat laadruim waren geborgen. Twee spuiten hebben den brand gebluscht. Ouder leiding van den heer T. A. O. De Ridder, burgemeester van Katwijk aan Zee, werd gisteren te Amsterdam de derde jaarlijksclie algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging ter bevordering van de Nederlandsclie visscherij. Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer A. D. Vijgh, bleek o. a. dat de Vereeniging in het afgeloopen jaar in ver schillende richting voor de belangen der Nederlandsche visscherij werkzaam was. Op een verzoek van den minister van waterstaat om wettelijke bepalingen in het leven te roepen, op het visschen met staand want gedurende de visscherij op ansjovis, werd ongunstig beschikt. Een verzoek aan den minister van marine om plaatsing van een stoom-misthoorn te lJmuidei) zal bij de begrooting voor 1890 in overweging worden genomen. Een verzoek om afschaffing van steigergeld voor de Hollandsche visschersvaartuigen te IJmuiden, bleef tot nog toe onbeantwoord. Ook op een adres om een prijs te zetten op liet dooden van zeehonden kwam nog geen antwoord van de regeeriug in. Op verschillende verzoeken tot opruiming van wrakken in de Zuiderzee ontving het bestuur van de regeering bericht dat van de aanwezigheid van onderscheidene wrak stukken bij haar weinig bekend was, en verzocht de minister meer nauwkeurige opgaaf van plaats waar de visschers wrakstuk ken hadden aangetroffen. Hierna werd mededeeliug gedaan van het getal afdeelingen, en correspondentschap pen, die gezamenlijk 690 leden tellen met 4 donateurs. Dit getal is iets minder dan het vorige jaar, waarom de secretaris krachtig op het aanwerven van meer leden aandrong. Hierna werd overgegaan tot de verkieziug van 4 bestuursleden. De aftredende leden, de heeren Aberson, Hoogenraad, Speelman en Van der Lith de Jeude werden gekozen. Bij een begrafenis in de Palmstraat te Amsterdam hebben eenige koffieverleesters den mail van de overleden vrouw willen bemoeilijken, zoodat optreden van de politie noodzakelijk was, die de lijkkoets tot de Biniien-Brouwersstraat heeft gevolgd. Bij het samenkomen van een volksmenigte voor het sterfhuis heeft de politie met moeite eene vechtpartij beëindigd tusschen eenige manspersonen. Als een staaltje van menschlievend- heid diene dat, toen dezer dagen in de buurtschap Eefsel ouder Groeuloo eene vrouw gestorven was, de buren, tegen het tradi- tioneele gebruik in, weigerden haar te be graven, zoo ze door den diepbedroefden echtgenoot niet werden onthaald op 10 flessclien jenever. De man had nl. ver zuimd bij zijne vestiging in die buurt het «3» vaj iKTSk ,-s&_ "«s gebruikelijke „intreksinaaltje" te geven, en het sterfgeval werd nu als eene geschikte gelegenheid beschouwd om zich schadeloos te stellen. Dv. Z. H. en 's Gr.) - Te Leeuwarden kwamen m de drie laitste dagen der vorige week met den trein van Nieuwe Schans ongeveer 400 grasmaaiers uit Duilschland aan. Velen van hen gin gen met den trein door in de richting van Sueek. In geen twintig jaren zijn de grasmaaiers zoo vroeg in het land gekomen. Toen Donderdag cie sneltrein van Vlis- singeu naar Breda bij een lusschen-station in aantocht was, bevond zich eene op post slaande wachteres in hevige ongerustheid, daar zij meende haar kind, eenige meters van haar af, spelende te zien tusschen de rails, waarover de trein moest voorbijrijden. Wat te doen? Nog enkele oogenblikken en het W8s te laat. Met. de seinvlag in de hand nam zij ijlings een sproug de rails over, struikelde en slechts haar seinvlag werd midden door gereden, terwijl haar kind veilig zat te spe len op eemge schreden buiten het spoor. De sneltrein snoide voorbij, moeder en kind waren ongedeerd, maar de vrouw was zoo oiitslehl, dat zij in de eerste oogenblikken sprakeloos was. Een gedeelte der zoutziederij van de firma De E. te Breda is gisteren ingestort, waarschijnlijk doordien het dak niet genoeg ondersteund was, daar men juist aan het herstellen was. Twee metselaars werden onder het puin bedolven. Een is er bijna ongedeerd uitgehaaldde ander echter in zulk een toestand, dat hij met eene ernstige wond moest weggevoerd worden. BUIïENLAiN DSCHE BElilUHTEN BEhftliS. De lieer Lejeune, minister van justitie, heeft gisteren in de kamer van vertegen woordigers gesproken over liet politiek proces te Bergen. Hij nam alle verantwoordelijk heid op zich, gaf een geschiedkundig over zicht van den inweudigen toestand van België in 1888 en zeide„Men was toen beducht voor eene herhaling der onlusten van lS86. De procureur generaal verklaarde dat iudien ik geen vervolging instelde, hij zijn ontslag zou nemen, Ik stemde toe, op de verontrustende berichten die ik ontving." Met betrekking tol de administratie der openbare veiligheid zeide hij, dat deze instel ling moest worden opgeheven, omdat zij zonder zijne voorkeunis had gehandeld. De linkerzijde viel herhaaldelijk den mi nister in de rede, terwijl hij daarentegen door de rechterzijde levendig werd toegejuicht. De heer Devolder, minister van binnen- landsche zaken kwam op tegen de beschul digingen welke tegen hem en het hoofd van het kabinet zijn ingebracht. Na heftige redevoeringen van de heeren Houzeau en Bara, die den minister-president en den minister van justitie beschuldigden van medeplichtigheid met twee „agents pro vocateurs", zeide de heer Beernaert, dat het uur le ver was gevorderd om uitvoerig te antwoorden maar dat hij niet tot morgeD wilde wachten om te protesteeren tegen de persoonlijke aanvallen der oppositie, waar door deze reeds tweemaal getracht heeft, zich van het bestuur meester te maken. De heer Beernaert zal heden zijne rede vervolgen. 1< A X K li ii. In de zitting, welke gisteren door de kamer van afgevaardigden is gehouden, deelde de voorzitter mede, dat de heer Laguerre verlof had gevraagd, de regeering te inter- pelleeren over het hoog gerechtshof, doch dat hij (voorzitter) meende, die interpellatie niet le mogen toestaan. De heer Laguerre zeide dat, iudien geen verlof tot de interpellatie werd gegeven, de openbare meening een streng oordeel zou vellen over deze weigering. Naar aanleiding dezer woorden ontstond een heftig tumult en op den heer De Cas- sagnac werd de censuur toegepast, omdat hij den republikeinen verweet, dat zij zelfs geen gelegenheid wilden geven, om de lage parodie te rechtvaardigen, welke door deu senaat als hooggerechtshof werd gespeeld. De heer Andrieux interpelleerde daarop de regeering over hare tusschenkomst in de zending van het hooggerechtshof, en beschuldigde haar, een politie-agentschap te zijn. Deze uitdrukking gaf tot nieuw rumoer aanleiding, te midden waarvan de minister president, de heer Tirard, levendig protes teerde. De heer Andrieux zette na eene poos zijne rede voort en gaf als zijne meening te kennen, dat de regeering zich ten opzichte van Boulauger in eene moeilijke zaak had gewikkeld, daar zij zelve niet wist, waarop de zaak eigenlijk zon neerkomen. Het hoog gerechtshof wachtte thans nog op bewijzen en de benoemde commissie kon toch niet altijd blijven bestaan. De kamer mocht niet uiteengaau, lerwijl zij zul i een dictatoriale macht achterliet. De minisler van justitie, de heer Thévenet verklaarde dat de kamer geen recht van controle op de commissie heeft. De lieer Laguerre zeide daarop: „Gij zult toch moeten toestemmen, dat er geen aanslag heeft plaats ger.ad. Gij hebt geen enkel bewijs legen generaal Boulauger kun nen bijbrengen. Indien er een aanslag is gepleegd, dan is dit door u geschied." Ten slotte werd met 331 tegen 209 stemmen tot de eenvoudige orde van deu dag overgegaan. Perrin, die onlangs een pistoolschot op president Carnot loste, is door het cor- rectioneele hof tot vier maanden gevange nisstraf veroordeeld. S r A Jï J JE Reeds is gemeld dat de president der kamer de heer Martos, op een gegeven oogen- blik driftig geworden, de zitting ophief en heen ging. De officieele lezing van deze gebeurtenis is de volgende: „De heer Martos - nam den voorzitters- stoel in. Groot rumoer. Eene groep afgevaardigden der meerderheid verliet hare zetels en noodigde de overigen uit hetzelfde te doen. Andere stonden op en riepen „er uit!" en andere woorden, welke door de heerschende verwarring niet verstaan werden. De voorzttter: ordel orde! (toejuichingen van de conservatieve minderheid, van de reformisten en van de linkerzijde en op een gedeelte der banken van de meerderheid. Opnieuw protest, hier en daar.) De voorzitter tracht te Bpreken, maar wordt niet verstaan door het groote tumult, dat er in de zaal heerscht. Verscheidene afgevaardigden roepen: „ontslag! ontslagI" De voorzitter: „orde! ordel" (aan de eene zijde houden de toejuichingen, aan de andere het protesteeren aan. De zitting wordt afgebroken door het ge schreeuw, dat van alle zijden opgaat. De voorzitter roept herhaaldelijk om orde. Op een oogenblik van betrekkelijke Kalmte leest de secretaris een artikel voor van het reglement van orde dat luidt: „Indien er iets onaangenaams geschiedt in het gebouw der kamer, zal de voorzitter de maatregelen nemen, welke zijue voorzichtigheid hem voorschrijft en hij zal eerbiediglijk gehoor zaamd moeten worden." De voorzitter: „Ik hoop dat naar de stem van den voorzitter door de heeren afgevaardigden geluisterd zal worden. „De heer Dominguez heeft het woord en daar hij op dit oogenblik de eenige is die het recht tot spreken heeft, zal hij, als de mogelijkheid bestaat, daarvan gebruik maken." De heer Muro: „De eeuigen, die hier de orde bewaren zijn wij, de republikeinen." De heer Dominguez: „Deeerste woorden, welke ik, mijnheer de voorzitter en heeren afgevaardigden uit, na deze langdurige en rumoerige interruptie, zullen een eerbiedige groet zijn aan den zeer waardigeu heer voorzitter". Na deze woorden hernieuwden zich het protesteeren en het geschreeuw heviger dan te voren en te midden van het grootste rumoer riep de voorzitter: //De orde van deu dag voor morgen is dezelfde van heden", zette zijn hoed op en ging heen. La Epoca wijst er op dat de conserva tieven bet gezag van den voorzitter geschraagd hebben en het de leden der meerderheid geweest zijn die, door hunne plaatsen te verlaten het sein tot het „oproer" gegeven hebben. En was het niet een conservatief die hulde bracht aan het gezag van hem, die het hoogste standpunt in het parlementair regeer- stelsel inneemt? (L. v. Z-H. en's Gr.) ITALIË. La Perseveranza meldt, dat de in structie in zake de in hechtenis genomen anarchisten, die op verscheidene plaatsen van Lombardije onrust gewekt hebben, aan deu dag gebracht heeft dat zij geholpen zijn door socialisten, die vooral uit Zwit serland en de Romagua gekomen waren. Deze waren voornemens op verscheidene plaatsen dynamietbommen te laten springen om oproer onder het volk te wekken. fiiiiïiCiiLAm De Post meldt, dat keizer Wilhelm bij zijne reis naar Engeland vergezeld zal worden door graaf Herbert Von Bismarck, minister van buitenlaudsche zaken. De keizer gaat naar Engeland aan boord van zijn stoomjacht Hohenzollern en zal door twee oefenings-smaldeelen benevens de Irene, dis onder bevel staat van prins Heiurich, wor den vergezeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 2