I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. S) 0 i e o u r u v e i s c li ij n t d a e 1 ij k sb e li a I v c op 'L o si- e n F e e s t (I a g e n. Prijs per Nummer 10 l>nt. A D V E R T k (S9 TIES: Zaterdag 18 Mei 1889. - N°. 117. Uitgevers: Gebroeders Muré. FEU1LL ETON. Het uur der Vergelding. ï-rt feci m ASSüfSEüEliT: Vooi Leiden, per 8 maanden1.2a. Franco door het geheeie rijk, per .1 maanden l.taO. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bareel: Scheepinakerssteeg ft. 203= Jaargang. LEIBES, 17 Mei. In hare hedenmiddag alhier gehouden zitting heeft de commissie voor de arts examens tot arts bevorderd de heeren F. D. Schmal en A. Prins de Baat en voor het eerste gedeelte toegelaten den heer P. A. Bossers. Op de Dinsdagavond j.l. gehouden corpsvergadering werd mededeeling gedaan dat mevr. de wed. Molewater, wier echtge noot indertijd secretaris der commissie tot het ontwerpen eener corpswet was, zoo be reidwillig is geweest om voor eenigen tijd belangrijke documenten, betreffende de wets- vorming van 1839, in bruikleen af te staan. Besloten werd eene medaille uit te loveu voor den wedstrijd van Pro Patria en even eens bij de races op 9 Juni. Het colle gium stelde voor aao het bestuur van Njord over te laten voor welke race meer in het bizonder men dit eeremetaal zou uitloven. Tenslotte bracht de praeses Ier algemeens kennis, dat het collegium namens het L. S. C. een telegram met gelukwenscheu aan Z. M. den koning verzonden had, en dat er een bericht ingekomen was tot dankbetui- ging- Door de onderofficieren van het le bat. 4e reg. infanterie te Delft in garnizoen, is aan hun regimeuts-commatidant den kolo nel Alings alhier, een telegram van geluk- wensching gezonden bij gelegenheid zijner benoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De onderofficieren ontviugeu daarop van Z.H.Ë.G. een schrijven van dankbetuiging. (D. Cl.) De politie alhier heeft proces-verbaal opgemaakt tegen eene dienstbode, die ten nadeele van hare patrones en hare mede dienstbode goederen en geld had ontvreemd, terwijl ook bleek dat zij reeds in een vcri- heD dienst diefstal bad gepleegd. Verder is alsnog tegen een tweeden be kend geworden persoon proces-verbaal opge maakt, die jl. Maandag bij 't marcheeren van den troep door de stad een sergeant der infanterie met een boxijzer had gedreigd, hetgeen ook stoornis in den geregelden gang heeft verwekt. MUZIEK, LETTERES K V KI'WT. Het deel der boekerij van wijlen prof. Alberdingk Thijm, dat in bruikleen was afgestaan aan de bibliotheek van het rijks museum te Amsterdam, is, naar men ver neemt, door de erven teruggevraagd. Hun aanbod aan de regeering, om de verzame ling voor een hoog bedrag aan het rijk in eigendom af te staan, is van de baud ge weien. Zij zullen nu de bibliotheek ver- koopen. BINNENLAHDSCHE BERICHTE». Het verslag der staatscommissie, tot voorbereiding der wettelijke regeling van den militairen dienstplicht benoemd bij kon. be sluit van 10 Juli 1888, is aan den koning ingediend op 2 Febr. jl., en thans in drak verschenen in een boekdeel van 150 blad zijden. Na eenige algemeene opmerkingen, deelt de commissie mede, dat hetgeen hare meer derheid meent te moeten aanbevelen, door haar is nedergelegd in de grondslagen voor de wettelijke regeling van den dienstplicht, die zij Z. M. hierbij aanbiedt, en die zij toelicht in de rubrieken; Taak dei krijgs macht, samenstelling der krijgsmacht, sterkte der land- en zeemacht, gebreken vau deu bestaanden toestand, grondwettelijke bepalin gen, stelsel van legerhervorming, krijgsbe- lasting, aantal volledig te oefenen dienst plichtigen, aanwijzing der te oefenen dienst plichtigen, persoonlijke dienstplicht, land- en zeeweer en hare reserve, bestemming van hen, die iu tijd van vrede niet geoefend worden, opvoeding der jeugd. Daarna volgen gemelde grondslagen, en als aanhangsel een ontwerp van organisatie der levende strijdkrachten, als voorbeeld, volstrekt niet als eene organisatie die tot in bijzonderheden als de beste zou moeten worden beschouwd, maar dat eenigermate de commissie in staat stelde na te gaan, welke de financieele gevolgen zouden zijn van de aanneming van een stelsel op de aangegeven grondslagen berustende. Ook wordt iu ruime trekken aangegeven de wijze, waarop de overgang uit deu bestaandeu toestand tot het nieuwe stelsel het best zou kunnen ge schieden. De commissie bestond uit de heeren: J. W. Bergansius, voorzitter, W. J. Van Weideren Rengers, R. Melvil van Lynden, Reuther, H. J. Brouwers, W. A. Van der Feltz, W. Rooseboom, J. Schimmelpenninck v. d. Oije, C. Van Bijlandt, W. P. A. Mutsaers, C. J. Sickesz, C. B. Spruyt, 11. G. Boumeester, Van der Star, W. F. H. Cramer, Van Hardenbroek van Bergambacht Kruijs, A. Kool, en L. F. G. P. Schreuder en J. De Waal, secretarissen. Achter het verslag is eeD uitvoerige nota gevoegd van 3 der 18 commissieleden, (de heeren Reuther, Brouwers en Mutsaers) ter bestrijding van deu persoonlijkeu dienstplicht en een van prof. Spruyt die bezwaren oppert tegen de vrijstelling van den eenigen zoon. De Neclerlandscbe bank keert over 1889 een dividend van ƒ130.50 per aan deel uit. Gisteren bad het officieele bezoek van de autoriteiten aan de Zuid-Hollandsche leerhoeve voor zuivelbereiding te Oudshoorn De minister van biunenlaudsche zaken, mr. A. baron Mackay de commissaris des konings van Zuid-Holland, de heer Fock, de heer Dijckmeester, chef van de afdeeling onderwijs, de inspecteur van het middelbaar oudeiwijs de beer mr. Van Eijck, benevens de leden van het hoofdbestuur van de Hol- landsche Maatschappij van landbouw werden door den heer mr. Visser van Hazers- woude, voorzitter der Maatschappij en de heeren Zaalberg en Bloem, resp. burgemees ter vau Alfen a/d Ilijn, Aarlanderveen en Oudshoorn te 9.50 aan het station Allen opgewacht en van daar per rijtuig naar de Leerhoeve gebracht. De leeraren aan de school en de architect de heer lleij waren aau den hoofdingang bijeen om de gasten te ontvangen, en aan den minister en de audere heeren te worden voorgesteld. Onder hunne leiding en die vau den heer Visser werden de lokalen bezichtigd. Alle leerlingen waren onder toezicht van den bedrijfboer, zijne vrouw en dochter aan hunne gewone werkzaamheden die door de gasten met belangstelling werden gade ge slagen. Na afloop hiervan werd eeu kort bezoek gebracht aan de directeurswoning en aan die klasse der jongens die iu het land werkzaam waren. Op het terrein der Leerhoeve teruggekeerd werd den gasten in het schoollokaal, voor deze gelegenheid in eene feestzaal herschapen en met groen en bloemen versierd, door den heer Visser van Hazerswoude een dejeuner aangeboden. Hij zelf heette de heeren met eenige goed gekozen woorden, waarin het doel der school nog nader werd uiteengezet, welkom. Achter eenvolgens spraken de minister en de com missaris des konings hunne beste wenschen voor de nieuwe inrichting uit, waarbij de eerste het particulier initiatief in het alge meen huldigde en de laatste meer in het bijzonder een woord van hulde aan den heer Visser van Hazerswoude bracht. De heer Bloem bracht daarna een woord van dank namens zijne gemeente uit, omdat juist zij voor de vestiging der Leerhoeve was uitgekozen. Van den minister van waterstaat, die ook genoodigd was, maar niet m de gelegenheid was aan die uitnoodiging gevolg te geven, werd een telegram voorgelezen. Te 12.55 vertrokken de gasten weer in de richting van Leiden. Door het uitste ken der vlaggen hebben de inwoners van Alfen, Aarlanderveen en Oudshoom het hunne bijgedragen om de omgeving een feestelijk aanzien te geven. (IJ. v. Z. H. en 's Or.) Voor de arrondissements rechtbank te 's Gravenhage Btoud gisteren terecht een jongeling uit Rijnsaterwoude die voor het kantongerecht te Alphen eene valsche ver klaring ouder eede had afgelegd ten voor- deele van eene winkelierster, die hem met nog een ander zonder vergunning sterken drank had verkocht. Reeds bij zijn verhoor voor den burge- meester van Rijnsaterwoude, twee dagen na het gebeurde, had beklaagde volgehouden dat hij geen borrels had gedronken. Substituut officier vorderde voor beklaagde eene gevangenisstraf van 6 maanden. Ten slotte eischte het openbaar ministe rie voor een tweeden jongeling uit Rijnsa terwoude bij verstek, wegens een dergelijk feit, eveneens 6 maanden gevangenisstraf. De uitspraak is bepaald op Donderdag aanstaande. In het Al ff. Politieblad wordt ver- 45). rik ben maar zoo vrij geweest, den naam van een uwer bedienden aan te nemen," besloot mr. Chelton zijn verslag, „en hier is de belooning, die mr. Colville mij voor de eerlijke vindster beeft ter hand gesteld." „Aha, hoe vrijgevig," merkte de bankier aan, terwijl hij het 5-dollarstuk bij zich stak, „maar wat maakt ge nu uit alles wat ge hebt gehoord, op?" „Zooveel, dat ik mijn vermoeden tegen mr. Colville versterkt zie, als ik er nu maar in kan slagen, de toestanden samen te brengen en tot eeu goed geheel te vormen. Zooveel is zeker, dat mr. Harold Colville op dien avond in uw huis geweest is en met geen goede bedoelingen. Van nu af zal ik hem in al zijn doen en laten oplettend bespieden." yllebt ge nog niet kunnen ontdekken, wie de man is, die den sleutel van den koster beeft geleend?" vroeg de bankier. yOok hem heb ik." ylnderdaadp Wie is hij?" yHerinnert ge u den dokter, die binnen geroepen werd, loen men uw dochter Lilly dood gevonden heeft?" „Nu ja, maar hij kan toch niet met den lijkenroof iu verhand staan?" yDat zou ik zoo oppervlakkig ook niet gedacht hebben, maar toch is het mij ge bleken, dat hij deu sleutel van den graf kelder heeft gehad." „Dat kan ik mij niet begrijpen. Een man als dokter Pratt, die om zijn groote geleerdheid in geheel New-York is geacht, zou in staat zijn een misdaad te begaan, die baars gelijken niet kent. Hoe zijt ge toch tot die vreeselijke ontdekking gekomen?" „Het heeft mij wel is waar veel moeite gekost, maar dat kan mij niet afschrikken. Ik heb den ouden koster zorgvuldig in een vermomming gestoken en ben toen met hem er op uitgegaan. Overal hebben wij rondgezworven, totdat hij in den persoon van dokter Pratt den man herkende, die onder voorgeven van edele beweegredenen, den grafkelder heeft betreden. Twee dingen staan bij mij vast: ten eerste, dat dokter Pratt met den lijkenroof iu een nauw ver band staat; ten tweede, dat Harold Colville op den avond van de zoogenaamde spook verschijning heimelijk in uw huis is geweest. Ik heb dus twee uitgangspunten, die mij wel tot het gewensciite resultaat zullen leiden, doch voorloopig kan ik niets doen dan wachten, tot ik duidelijker bewijzen in handen heb. Vooreerst zal ik dokter Pratt en Harold Colville geen oogenblik onbe spied laten." De bankier reikte den bekwamen ambte naar de hand en sprak: „Lk vertrouw op u en hoop, dat het u nog eens zal mogen gelukken achter het geheim le komen, wat er van mijn arme Lilly geworden is." „Dat zult ge weten," sprak de detective, „zoo dicht kan de sluier van dit geheim niet zijn, of ik zal hem weten te doorzien." Mr. Lawrence voorzag nu mr. Chelton ruim van geld, opdat hij zich zou kunnen doen gelden in den stand waarin hij, om de verdachten van nabij te kunnen be spieden, nu moest optreden. Hij zag den vertrekkenden ambtenaar met een hoop- vollen blik na, toen deze zich verwijderde en zich naar huis begaf, om de noodige maatregelen te nemen. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. NOG EVEN DUISTER. Mr. Chelton hield zijn belofte aan mr. Lawrence, om al de gangen van Colville nauwkeurig na te gaan. Dag en nacht, te voet of te paard, in allerlei vermommingen volgde de detective zijn man. Weken lang hield hij zijn spionneerstelsel vol, zonder het minste verdachts te kunnen ontdekken, dat hem nader tot zijn doel kon leiden. Het doen en laten van Harold Colville had niets, dat het van andere heeren deed onderscheiden, die in denzelfden stand als hij verkeerden. Hij bezocht de théaters, was in de clubs een welkome gast der heeren en werd op de bals door de dames steeds als een aangeuamen danser begroet. Niets wat eenigszins in verbaud kon staan met het geheimzinnig voorval in het huis van mr. Lawrence, kon de detective be merken. Ten slotte werd mr. Chelton toch iets gewaar, dat zijn opmerkzaamheid gaande maakte, namelijk den buitengewoon ver trouwelijke» omgang van Harold Colville met dokter Pratt. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1