NISJJWS- EX A OVERT i NTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
II e e 11 r a t v e r s h ij 111 <1 a g- e 1 ij k sbe h a 1 v e o p 'L o si- esi F e e s t d a g e n.
ADVERTENTIE IU:
Vrijdag 17 Mei 1889, - N". 116.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Het uur der Vergelding.
ASQRIRI^f^E T
Vooi Leidenper 3 maandenI 1.25.
Kranen door hel geheele rijk, per 3 maanden 1.00,
Prijs fior Summer to IVsu.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Selieeptsiakerssteeg 6,
203» Jaargang.
Sta «Is-Bern;h leis
SCHUTTERIJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
brengen ter algemeene kennis, dat, ter voldoening
aan de wet van den 11 April 1827 {Staatsbl. n°.1^);
een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving
voor den Schatter lijken dienst, van degenen welke
daartoe dit jaar in de verplichting valleu.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzon
derlijke registers, inei dien verstande, dat de per
sonengeboren in 1855 tot 1863 ingesloten, welke
iich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit
andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waar
onder ook zijn begrepen de militairendie sedert de
laatste inschrijving hun paspoort verkregen en zich
alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk
en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving
gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen worden in
geschreven achter-in de registers, waartoe zij volgens
hunnen ouderdom behoorenterwijl de geborenen
in het jaar 186£ zullen worden geplaatst in een
nieuw register, te weten: het eerste van den jare
1889 en het tiende, of dat der geborenen in 1854,
van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde
personen is uitgezonderd, al vermeende hij tot de
vrijgestelden of uitgestotenen te behooren, en dus ook
niet die personen, welke reeds hun ontslag uit den
Schutterlijken dienst hebben bekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5
van het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828
{Staatsblad n'. 6), zullen worden geopend op
Woensdag den 15 Mei aanslaande, en op Zaterdag
den 1 Juni daaraanvolgende zullen worden gesloten.
Dal derhalve de personen, welke zich vóór gemelde
sluiting op den len Juni niet hebben doen inschrijven
(en dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen
wonen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd heb
bende vreemdelingen, alsmede de militairen, welke
hun finaal ontslag hebben bekomen en niet weder
zijn in dienst getreden), bij ontdekking, alsnog ach
ter de teekening tot sluitingdoor het Hoofd van
de Regcering aan het einde van het register te plaatsen,
zullen worden ingeschreven met bijvoeging van het
woord: ambtshalveen volgens art. 9, door den
Schuttersraad zullen worden verwezen tot eene geld
boete, en daarenboven dadelijk, zonder lotingbij
de Schutterij ingelijfd, indien het zal blijken dat er,
tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot
vrijstelling of uitsluiting te hunnen aanzien beston
den; terwijl in zoodanig geval het huwelijk hun
ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse ge
bracht te worden: alles onverminderd zoodanige straf
bepalingen als, uit krachte der wet van den 31
December 1832 Staatsblad n°. G7), op hen moch
ten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand om, voor zooveel
hij niet van een geboortebewijs voorzien is, voor hen
welke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen afha
len ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke
«tand), van heden af, van des voormiddags 9 tot
'snamiddags 4 urenterwijl zij, welke elders geboren
zijn, zich dat bewijs vóór de inschrijving zullen moeten
aanschaffen zullende een ieder verantwoordelijk zijn
voor de gevolgenwanneer hijbij gemis zijner ge-
boorle-akte, door eene verkeerde opgave van het ge
boortejaar, abusievelijk wierd ingeschreven.
Dal den belanghebbenden bij deze nog wordt her
innerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen moe
ten opgeven hunne woonplaatsbenevens het straat-
nommer hunner woninghun beroep en dat hun
ner ouderszoo die nog in leven zijn, alsmede den
tijd van inwoning alhier, en eindelijk of zij ingeschre
venen gehuwd of ongehuwd zijn, en in het eerste
geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van
elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaandom
zich van een extract uit het huwelijksregister te voor
zien, om daarop door den Buurt-commissaris in wiens
gebuurte zij wonen, het getal hunner kinderen te
doen certificeerenten einde daarvan bij de inschrij
ving te doen blijken, zullende almede lot de afgifte
dier huwelijks-extracten van heden af worden geva
ceerd ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burger
lijke stand), van des voormiddags 9 tot 's namiddags
4 uren.
Datten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een ieder, daartoe in de termen vallende, bij deze wordt
opgeroepen, om zich te vervoegen in een der. ver
trekken van het Raadhuis, en wel:
Op Woensdag den 15 Mei 1889,
de bewoners van Wijk I, II en lil;
Op Donderdag den 16 Mei 1889,
de bewoners van Wijk IV en V
Op Vrijdag den 17 Mei 1889,
de bewoners van Wijk VI, benevens de bewuiers
van de buitenwijk;
Op Zaterdag den 18 Mei 1889,
de bewoners van Wijk VII en VIII:
telken dage van des voormiddags 10 tot des
namiddags 2 uren
met uitnoodigingom op den bepaalden dag zich
stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten
einde men zich niet te wijten hebbe dc gevolgenwelke
uit het achterblijven zouden ontstaan; zullende
wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen
liggen, en de dagen der loting, welke volgens de
wet, vóór den 1 Juli aanstaande geheel zal moeten
zijn afgeloopen, nader worden bekend gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms.
besluit van den 7 September 1828 Staatsbln°. 55.
roepen bij deze op alle personen, welke als gehuwd
of als weduwenaar met kind of kinderen, in bet
afgeloopen jaar in de termen zijn geweest, om uit
dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol
der Schutterij te worden gebracht, doch sedert dien
tijd, door bel ovcilijden van hunne vrouwen of kin
deren de bevoegdheid hebben verloren om in die
klasse te verblijven, en dus alsnu in de eerste klasse
der voor dit jaar op te maken algemeene Schutters-
rjl geplaatst moeten worden, om van dusdanige
verandering van omstandigheden schriftelijk kennis te
geven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden,
des voormiddags tusschen 9 en 1 uur, vóór den tijd van
aanvang der inschrijvingen dus uiterlijk tot den 14
Mei aanstaande; zullende, wanneer deze kennisge
ving door den belanghebbende mocht zijn verzuimd,
en hij dientengevolge niet bij de Schutterij zou zijn
ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders proces
verbaal tegen hem moeten worden opgemaakt en aan
de Rechtbank ingezondenten einde op de nalatigen
toe te passen dc strafbepaling van art.. 1 der wet van
den 6 Maart 1818 {Staatsbl. n°. 12), en art. 22
der wet van 15 April 1886 {Stbl. n°. 64), hou
dende hechtenis van een lot veertien dagen of geld
boete van vijftig cents tot honderd gulden.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing
in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTERBurgemeester;
Leiden, 1 Mei 1889. E. KIST, Secretaris.
IiEISSENT, 16 Mei.
Heden bezocht Z. Exc. de minister
vau marine H. Dyserinck in gezelschap van
den chef van liet materieel de Koninklijke
Nederlandsche Grofsmederij.
Onder geleide van den directeur en com
missarissen nam Z. Exc. de verschillende
werkplaatsen met veel belangstelling iu
oogenschouw en verliet de inrichting, nadat
Z. Exc. zijne ingenomenheid met een en
ander had betuigd.
Na de Grofsmederij bezocht Z. Exc. het
gebouw voor de verificatie van 's rijks zee-
instrumenten op de Varkenmarkt alhier en
daarna de Kweekschool voor Zeevaart, waar
alles in oogenschouw genomen en in de
beste orde bevonden werd.
Naar aanleiding van een door burge
meester en wetnouders ingediend verzoek
heeft de administratie van de Hollandsche
IJzeren spoorweg-maatschappij zich bereid
verklaard om bij wijze van proef gedurende
den aanstaanden zomerdienst de locaaltrein,
die thans des avonds te 7.30 van 'sGra-
venhage naar Rotterdam vertrekt, te Leiden
te doen beginnen en wel des avonds te 7 u.
10 min., hetgeeu zeer ten gerieve zal strek
ken van de Leidsche ingezetenen met het
oog op de groote tusschenruimle tusschen
de treinen die thans te 6.23 en 8.23 van
Leiden naar 'sGravenhage vertrekken. Do-
vendien zal trein u». 30, die thans te 4.07
van Rotterdam naar Den Haag vertrekt, tot
Leiden doorloopen,
Bij de a. s. zomerdienstregeling op 1
Juui van den Nederlandscbcu Rijnspoorweg
zal op de Leidsche lijn een nieuwe snel
trein worden ingelegd van Leiden, in Woer
den aansluitende op de morgensneltrein ver
binding met Duitschland; 's avonds een
sneltrein aansluitende op de verbinding met
Arnhem.
Omgekeerd een nieuwe trein van Utrecht
aausluitenle op deD gewonen trein van 3.25
van Arnhem, en een trein aansluitende op
den van. Duitschland komenden trein (6.40
n. m. in Utrecht.)
De le luitenant-administrateur van klee
ding G. E. Lubbers, alhier, wordt overgeplaatst
naar Kampen.
De le luitenant Nieuwland, die van
zijne delacheering bij het leger in Oost-In-
dië is teruggekeerd, is ingedeeld bij het 4e
regiment infanterie alhier.
De Leidsche Studentenwielrijdersver-
eeniging De raddraaier" zal morgen (Vrij
dag) een ouderlingen wedstrijd houden van
Leiden naar Alfen. Te halfdrie zal aan de
Plantage alhier worden afgereden. Drie
prijzen worden uitgeloofd, en daarvan één
voor hen die te voren nimmer een prijs
wonnen.
Door de politie alhier is proces-verbaal
opgemaakt tegen een schoenmakersknecht,
die eenig leder van zijn patroon ontvreemd,
tegen een bakkersknecht, die gelden van
klanten ontvangen hebbende, deze verduis
terd, en tegen een persoon, die jl. Maandag
na afloop der parade stoornis veroorzaakt
had in 't geregeld marcheeren van den
troep en zich daarbij beleedigend en dreigend
uitlatende jegens een als surveillant daarbij
loopenden so.daat.
Gaan we in 't kort nogmaals den
uitslag der verkiezingen van leden van de
provinciale staten in onze provincie na, dan
zien we hoe in Leiderdorp de plaats van
een liberaal vertegenwoordiger werd inge
nomen door een antiliberaal (r. c.), terwijl
daar kort te voren de andere plaats eveneens
door een antiliberaal (a. r.) werd ingenomen.
In Sliedrecht moesten eveneens twee liberalen
voor antirevolutionairen plaats maken. Schie
dam verloor één liberaal lid dat vervangen
werd door een katholiek, Middelharnis een dat
vervangen werd door een antirevolutionair.
Hiertegenover staat dat in 's Gravenhage
voorloopig één zetel door de liberalen werd
gewonnen.
FEUILLETON.
44).
„Ik zie, dat ge iets verloren hebt," ging
de gewaande kantoorbediende voort, terwijl
hij op de horlogeketting van Colville wees,
waaraaD de ontbrekende helft van het be
wuste medaillon hing. Colville richte zich
trotsch op en sprak
„Wat gaan een vreemde mijn particuliere
aangelegenheden aan?"
„Vergeef mij, mijnheer, maar dat is de
eenige reden van mijn komst," met deze
woorden haalde mr. Chelton het gebroken
medaillon uit zijn zak eu hield het Colville
voor, terwijl hij elkeu trek van diens gelaat
bespiedde. „Ik heb de eer u uw eigendom
weer ter hand te stellen."
Colville zag hem verbluft aan en greep
werktuigelijk naar het medaillon.
„Waar hebt ge het gevonden?"
vroeg hij.
„Ik heb het niet gevonden, mr. Law
rence heeft mij alleen opgedragen het n
terug te bezorgen. Het is op het terras
van zijn huis gevonden in den avond van
den 21 dezer maand."
Als door den bliksem getroffen zag
Colville den bezoeker aan, op wiens gelaat
niet de minste verandering te bespeuren
was. Hij werd doodsbleek eu het duurde
eenige minuten voor hij antwoord kon
geven. Dit alles ontsnapte natuurlijk niet
aan de aandacht van den detective. Ein
delijk had Colville zich in zooverre hersteld,
dat hij kon antwoorden:
„Hoe is mr. Lawrence op het denkbeeld
gekomen, dat dit medaillon mij kan be
hooren? Wel is waar hen ik met uw
patroon bekend, maar ben in de laatste
maanden niet meer bij hem aan huis
geweest."
„Op dit medaillon slaan uw voorletters
H. C. en trir. Lawrence herkende het
daaraan als uw eigendom. Hij vermoedde,
dat u op den bedoelden avond de dames
uw opwachting had willen maken tijdeus
dat alle huisgenooteu afwezig waren."
Colville werd gaandeweg weer meester
over zijn aandoening. Tamelijk kalm ant
woordde hij:
„Het kan zijn, dat mr. Lawrence gelijk
heeft, ik herinner mij zoo recht niet, of ik
op bedoelden avond bij hem ben geweest.
Ik ontdekte eerst gisteren, dat ik het
verloren had en weet dus niet hoelang ik
het mis. Het zou ook kunnen zijn, dat ik
het op straat verloren had, dat iemand het
daar had gevonden en in het huis van uw
patroon weer verloren heeft.
„Dat is mogelijk. Op den bedoeldeu
avond heeft er een hoogst merkwaardig
voorval plaats gehad in het huis van mr.
Lawrence."
Thans bleef Colville oogenschijulijk
zeer kalm en vroeg met groote belang
stelling
„Zoo waarlijk, en wat is er dan
gebeurd?"
„De geest van de afgestorvene miss
Lilly Lawrence is verschenen, terwijl de
familie met mr. Robert Walton in de woon
kamer bijeen was. Een oogenblik zagen
zij haar doodsbleek in den ingang staan,
allen rezen op en wilden haar naderen,
maar even geheimzinnig als zij gekomen
was, verdween zij weer en alle nasporiugen
bleven vruchteloos, zij had geen spoor achter
gelaten."
Colville was opgestaan en zag den
verhaler verschrikt aan. Het was
hem een ware uitkomst toen hij eindelijk
zeide
„Maar ik houd u noodeloos van uw werk,
ik heb de eer u te groeten, sir."
„Sta mij toe, dat ik u mijn dank breng
voor uw bemoeiing," antwoordde Colville
en deed hem uitgeleide. Bij de deur sprak
de bezoeker:
„Met uw verlof, de vindster van het
medaillon is een arm kamerliertje en zij
had op een belooning voor haar eerlijkheid
gehoopt."
„O! ja, dat zou ik bijna vergeten
hebben," sprak Colville en reikte den ge-
waanden kantoorklerk een goudstuk over,
dat deze met een buiging aannam, waarna
hij vertrok. De achterblijvende viel bevend
van angst op een stoel, de detective daar
entegen glimlachte triomfeerend terwijl hij
zich naar het kantoor van den bankier
spoedde, bij wieu hij zich terstond liet
aandienen en dadelijk werd toegelaten.
Deze werd door de verkleeding ten volle
misleid, hij herkende mr, Chelton niet iu
dit roodharig mannetje, die zich heimelijk
met deze nieuwe proeve van zijn vermoin-
mingskuust geluk wenschte. Hij maakte
zich direct aan den bankier bekend en
vertelde hem zijn bezoek bij Colvilie tot in
de kleinste bijzonderheden.
Wordt vervolgd.)