BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
Bl/ITENLANDSCHE BERICHTEN.
wt - t*v r 3 1seïï !s-3 «j3 ®tw ®lj sfls. -sk "^sf ~sfc""
het nadeelig saldo van 1888, f 48.57 minder
dan de ontvangsten, welk bedrag voor on
voorziene uitgaven wordt bestemd.
Het congres wordt op 10 en 11 Juli
telkens 's morgens te 9 uur gehouden en is
gesplitst in twee afdeelingen1° landbouw,
waarin het depart. Leeuwarden de quaestie
van het landbouw-crediet, inr. J. H. Schober
de ontginning van woeste gronden door den
staat en dezelfde spreker de invloed van bet
onlbosschen op het klimaat znllen inleiden;
2°. volkshuishoudkunde, waarin prof. Beuujou
over verzekeringsinstellingen voor werklieden,
de heer B. H. Heldt over wettelijke rege
ling en beperking van den arbeidsdag voor
volwassenen, de heer Middelberg over het
ontwerp der vereeuigiug van voorstanders
eener octrooiwet, kol. Van Zuijlen over
vrijhandel en bescherming en 't dep. Deventer
over een verbeterde wet op de faillissementen
zulien spreken.
Hedennamiddag werd in den tuin van
het Ges'.icht „de Voorzienigheid" op de
lioogewoerd de eerste steen gelegd van de
nieuwe kapel, welke volgens teekeniug van
den architect A. Tepe, te Utrecht, voor
rekening van genoemd gesticht gebouwd
wordt. In tegenwoordigheid van Heeren
Regenten met hunue dames en eeuige ge-
noodigden werd de eerste steen gelegd door
oen ZeerEerw. heer J. C. H. Muré, pastoor
der Sint-Petruskerk alhier. Daarna werd na
het gezang der kinderen van het gesticht
de volgende oorkonde voorgelezen door den
Wel Edelen heer N. Wouterlood.
„Op den eersten dag der aan Maria
toegewijde Meimaand van het jiar 1889,
in het tiende jaar der regeeriug van Z. 11.
Paus Leo XIII en in het veertigste van
die van Z. M. Willem 111, Koning der
Nederlanden, is door den ZeerEerwaarden
lieer J. C. H. Muré, pastoor der St.-Petrus-
kerk, de eerste steen gelegd der nieuwe
kapel vau het gesticht „de Voorzienigheid"
te Leiden. De stichting dier kapel werd
mogelijk gemaakt door de Godsdienstige
milddadigheid van Leidens Katholieken en
vooral door den ijver der Dames, die de
aalmoezen voor cieu bouw hebben ingezameld.
Het bestuur van het gesticht „de
Voorzienigheid", bestaande uit den ZeerEerw.
Heer J. C. H. Muré, voorzitter, den heer
C. T. B. Cuijpers, penningmeester, den heer
N. Wouterlood, secretaris, en den heer J.
T. Ruigrok, betuigt zijn dank aan allen die
medegewerkt hebben tot slichting der Dieuvve
kapel, welke een blijvend gedenkteeken zijn
zal van de belangstelling die de Katholieken
dezer stad voortdurend betoonden in den
steeds toenemenden bloei hunner inrichting,
en een nieuw onderpand van den zegen,
dien de Looner aller Goeds, door de voor
spraak der Allerheiligste Maagd Maria, zal
schenken auu het gesticht, aan allen die er
in waren, religieuzen, verpleegden en alle
weldoeners."
UNIVERSITEIT.
lieden werd bevorderd tol doctor in de
rechtswetenschap aan de rijks-universileit
alhier, de beer Th. C. Gevers, geb. te
's Graveuhage, na verdediging van zijn aka-
demiseh proefschrift, getiteld: Aansluiting
en doorsnijding van spoorwegen"; daarna
tot doctor in de scheikunde, de heer K.
tl. M. Van der Zande, geb. te Kerkwerve,
na verdediging van zijn akademisch proef
schrift, getiteld: „Over eenige asymmetri
sche dialkylurea en het dv-isopropylamine".
Door de universiteit van Amsterdam
zijn heden de volgende prijsvragen uitgeschre
ven te beantwoorden vóór 1 Mei 1890 door
studeerenden aan een Nederlandsche instelling
van universitair onderwijs.
Voor de faculteit der rechtsgeleerdheid.
De faculteit verlangt: „eene dogmaiisch-
critische, ook door voorbeelden uit de recht
spraak toegelichte verhandeling over de vcr-
desling van den bewijslast, de mogelijkheid
haar door te voeren en de wenschelijkheid
haar Ie bestendigen in het burgerlijk ver
mogensgeding."
Voor de faculteit der geneeskunde. „De
openbare wateren in bewoonde plaatsen zijn
blootgesteld aan eene voondureude bijmen
ging van stoffen, afkomstig vau woonhuizen,
werkplaatsen, fabrieken en hunne omgeving.
De faculteit wenscht een onderzoek omtrent
den invloed dier bijmenging op het voor
komen van bacteriën in die wateren.
De vragen moeten wordeu beantwoord in
de taal waarin zij zijn gesteld. De ant-
wooulen, met eene andere hand dan die des
vervaardigers geschreven, moeten vóór of op
1 Mei 1890 worden toegezonden aan den
secretaris van den senaat der Universiteit
van Amsterdam. Zij moeten geteekend zijn
met een kenspreuk, en vergezeld gaan van
een gezegeld briefje, dat dezelfde kenspreuk
tot opschrift heeft en den naam, liet studie
vak en het adres des schrijvers bevat.
Op den derden Dinsdag van de maand
September 1890 wordt het oordeel der facul
teiten over de ingekomen verhandelingeu in
het openbaar medegedeeld en aan de schrij
vers der meest voldoende antwoorden, die
door de faculteiten de eer der bekroning
zijn waardig gekeurd, de gouden eere-pen-
ning uitgereikt. De stcretaris van genoemden
senaat is de heer prof. D. E. J. Vültcr.
MUJEIEH, LETTEREN EN KUNST.
Als Hoofdredactrice, belast met de
geheele leiding van het weekblad voor jonge
dames: tDe llollandsche Lelie', (uitgevers
Cremer Co. Den Haag) zal met 1 Juli
a. s. optreden onze zóó gevierde Nederland
sehe schrijfster: Mevrouw S. M. C. Van
WermeskerkenJuuis (Johanna Van Woude)
schrijfster van Ilnllandseh Binnenhuisje."
MEFTCIEELE 11E1UCHTE.\.
De luit. ter zee 2de kl. J. P. B. Van
Dijk wordt met den 3den dezer geplaatst
aan boord Zr. Ms wachtschip te Amsterdam.
Bij kon. besluit is de le-luit. J. C.
Gilquin, van het 2e reg. inf., op uou-
activiteit gesteld;
is tot meesterknecht der zetterij aan de
algemeene landsdrukkerij benoemd H. Ver
beek Wolthuys, thans zetter aan die in
richting.
is aan den artillerie-werkman 3e kl. bij
het leger in Nederl.-Indië C. J. C. Bruuue
maDu vergund het dragen van de volgende
in Duitsciien dienst verkregen onderschei-
dingsteekeuen, als: de herinneringsmedaille
voor den veldtocht tegen Frankrijk in
1870-71 het onderscheidingsteeken „Dienst-
auezeicbuuug Ille klasse" wegeus negen jaren
trouwen militairen dienst, en het onder
scheidingsteeken „Dieustauszeichnung 11e
klasse" wegens dienst bij de landweer.
Vereenigde vergadering der staten-
generaal, op Dinsdag 30 April, ten 3 ure.
De voorzitter opent do vergadering.
De griffier der eerste kamer leest de no
tulen der vorige vergadering. Deze wordeu
goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat hij zonder
resumtie aan het besluit der vorige verga
dering uitvoering beeft gegeven.
De griffier leest voor de koninklijke be
sluiten van 25 en 29 April betreffende de
bijeenroeping der vereenigde vergadering voor
de behandeling der daarin vermelde voor
stellen.
De minister van binnenlandsche zaken
(de heer Mackay) zegt mijne heeren 1
Toen op 3 April jl. door uwe vergade
ring het besluit werd genomen dat het in
art. 38, lste lid, van de Grondwet omschre
ven geval aanwezig was, liet het zich niet
aanzien dat spoedig eenige beterschap te
verwachten was in den toestand van Zijne
Majesteit den koning. En toch, reeds eenige
dagen later, op 7 April, was er een begin
van beterschap waar te nemen en sedert is
met den dag de toestand gunstiger gewor
den. De geueesheeren, van tijd tot tijd
geraadpleegd over de vraag, of Zijne Majes
teit weer in staat kou geacht worden de
regeering waar te nemen, waren echter van
oordeel dat de krachten in ruimer mate
moesten terugkeeren, alvorens zij zoudeD
mogen verklaren, dat de koning weer hoogst
deszelfs gewone werkzaamheden kon her
vatten.
Daar inmiddels de termijn binnen nelken,
ingevolge art. 45 van de Grondwet, een
wetsontwerp tot benoeming van een regent
aan de staten-generaal behoorde te worden
ingediend, ten einde liep, besloot de raad
van slate, waarnemende bet koninklijk gezag,
daartoe over te gaan, en riep te dien einde
de staten-generaal in vereenigde vergadering
tegen heden te zamen.
De raad van ministers besloot tevens een
nader schrijven te riebteu tot den consu-
leereuden hoogleeraar en de geueesheeren
des kouings van den volgenden inhoud:
's Graveuhage, 25 April 1889.
Nadat de vereenigde vergadering van de
staten-generaal op 3 April 1.1. het besluit
had genomeu dat het in art. 38, lste lid,
van de Grondwet omschreven geval aanwe
zig was, heeft de raad van state het konink
lijk gezag waargenomeu. Alsuu moet echter
eene wet worden ingediend tot benoeming
van een regent, waartoe de vereenigde ver
gadering der staten-generaal is opgeroepen
tegen 30 April a. s., te drie uren.
De raad van ministers zou gaarne vóór
dat tijdstip eene nadere verklaring van de
geueesheeren des konings en den consulee-
reuden hoogleeraar ontvangen omtrent 's ko
nings toestand, en daarbij vernemen of zij,
niettegenstaande de aanvankelijke beterschap
van Zijne Majesteit, van oordeel zijn, dat
Zijne Majesteit niet in staat is zelf de re
geering waar te nemen.
De tijdelijke voorzitter van den
raad vau ministers,
(get.) Mackay.
waarop op 27 April liet volgende antwoord
werd ontvangen:
In antwoord op een schrijven vi n Z. E.
den minister van binnenlandsche zaken dd,
25 April 1889, verklaren wij, consuleerend
en behandelende geneesheertn van Zijne
Majesteit den koning, dat de beterschap,
die zich op den 7den dezer in den toestand
van Zijne Majesteit heeft voorgedaan, sedert
dien dag zoodanige vorderingen heeft ge
maakt, dat heden aan Zijne Majesteit door
ons is verklaard, dat de tuning op dit oogen-
blik in staat is hoogstdeszelfs gewone werk
zaamheden weder aan te vangen.
Paleis Het Loo, 25 April 1889.
(get.)' Dr. S. S. RoseNSTEIN.
vinkhuyzen.
J. Vlaanderen Czn.
Aan
den raad van ministers te 's Graveuhage.
Van deze verklaring, die een lichtstraal
mag genoemd worden na de doorleefde som
bere dagen, werd terstond kennis gegeven
aan den raad van state, waarnemende het
koninklijk gezag, die, nu uit die pertiueute
verklaring bleek, dat het in art. 38 der
Grondwet omschreven geval had opgehouden
te bestaan, geheel in overeenstemming met
het advies van den raad van ministers, van
oordeel was, dat niet mocht gedraald wor
den bij de staten-generaal eeu voorstel in
le dienen om zulks, ingevolge art. 47 van
de Grondwet, in vereenigde vergadering te
verklaren.
De bij koninklijk besluit van 25 April
jl. gedane oproeping werd nu, bij besluit
van 29 April jl.. in zooverre gewijzigd, dat
de ministers van binnenlandsche zakeu en
van justitie alsnu gemachtigd werden om,
alvorens een ontwerp van wet aan te bie
den tot de benoeming van eene regentes
van het koninkrijk, zoolang bet in het
eerste lid van art. 38 der Grondwet omschre
ven geval niet heeft opgehouden te bestaan,
aan de staten-generaal vuor te stellen een
besluit te nemen dat gemeld geval beeft
opgehouden te bestaan.
Wij hebben mitsdien de eer, als daartoe
gemachtigd door den raad vau state, krach
tens artikel 45, 2°., van de Grondwet, waar-
uemende het koninklijk gezag, voor te stellen
dat door de staten-generaal in vereenigde
vergadering bij besluit worde verklaard, dal
bet in art. 38 der Grondwet omschreven
geval heeft opgehouden te bestaan.
Het is ons eeue ware vreugde dit voor
stel bij de staten-generaal te mogen aan
hangig makenGode dankende voor deze
ongedachte en onverwachte guustige wen
ding, waardoor aan onzen geërbiedigden vorst
de krachten en ïermogens zijn hergeven
waardoor Zijne Majesteit weder in staat is
zelf de regeeriDg waar te nemen over het
met het stamhuis van Oranje zoo innig ver
bonden Nederlandsche volk.
De regeeriug vertrouwt dat de staten-
generaal, wier medewerking noodig is om
door het te nemen besluit dit gelukkig
oogenblik spoedig te doen aanbreken, met
blijdschap en ingenomenheid dit voorstel
zullen ontvangen.
Ik meen nog aan de vergadering mede-
deeling te moeten doen van een heden
middag bij de regeering ingekomen telegram,
luidende
„De zoo bijzonder gunstige herstelling
van Zijne Majesteit den koning bevestigt
zich van dag tot dag meer en meer.
(get.) Doctor Vinkhuyzen."
De voorzitter: Ik dank den minister voor
de gewichtige en verblijden ie mededeelin-
gen omtrent den gezondheidstoestand van
Z. M. den koning, die met de grootste be
langstelling door de staten-generaal zijn ver
nomen.
Het voorstel wordt verzonden naar de
afdeelingen, die alsnu worden getrokkeB.
De kamers werden verdeeld in 7 afdee
lingen.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
Alle tribunes waren vol; allen ministers
waren tegenwoordig.
De leden van den raad van state de
hoofden van vreemde gezantschappen wonen
de vergadering bij.
Blijkens een bij bet dep. van marine
ontvangen telegram heeft Zr. Ms. schroef-
stooinschip Atjeh, onder bevel van den kapt.
t/z J. P. Mercier, den 30sten April jl. de
reede van Spezzia verlaten, koers stellende
naar Malta.
De afdeelingen van de vereenigde
vergadering der staten-generaal zullen heden
middag te 1 uur samenkomen tot het onder
zoeken van hel voorstel betreffende de
wederinstelling van het koninklijk gezag.
Voor de deputatei.vergadering van
Vrijdag 3 Mei zijn afgevaardigd.
Door de Antirevolutionaire kiesvereeni-
ging te Katwijk aan Zee: de hh. L. Van der
Plas Bz. (stemg.) L. Parlevliet en D. Ouwe
hand (plaatsverv. stemg.);
door de centrale kiesverreniging „Neder
land en Oranje" in het district Katwijk: de
heeren S. baron Van Heemstra te Sassenheim
(stemg.), A. Mulder te Oegstgeest (plaats
verv. stemg.).
Door de antirevolutionaire kiesvereeniging
„Zoeterwoude": de heeren G. Den Haan te
Zoeterwoude (stemg C. Van Hoeken (plaats
verv. steing.).
De Haagsche correspondent der Midd.
Ct. verneemt, dat de heer De Rochemont
binuen enkele dagen eeu brochure in het
licht zal geven over zijn bekende quaestie
met den heer Veistege. Verder zou de heer
De Roctiemont voornemens zijn een civiele
actie tegen zijn tegenstander in te stellen.
Maandag 8 Mei zal te Delft eene
algemeene vergadering gehouden worden van
den provincialen bond van R. K. kiesver-
eenigiogen in Zuid- en Noord-Holland en
wel voor de afdeeling Zuid-Holland, ter
definitieve vaststelling der candidatenlijBt
voor de verkiezing van 14 Mei a. s. Alle
gedelegeerden der verschillende centrale kies-
vereenigingtn zijn tot die vergadering uitge-
uoodigd.
LUXEMBURG.
Men verwacht te Luxemburg het be
sluit af der staten-generaal in zake de her
vatting der regeeriugstaak door den koning,
zoomede de stukken welke van de geuees
heeren zijn uitgegaan, alvorens eeue beslissing
te nemen. Men hoopt dat de hertog van
Nassau tot stedehouder van den koning-
groothertog zal benoemd worden. Indien Z. M.
den minister van staat van het groot-hertog
dom kan ontvangen, zal deze zich naar het
Loo begeven.
FRANKRIJK.
De hertog Van Aurnale beeft Zaterdag
voor di eerste maal de vergadering van de
academie der moreele en politieke weten
schappen bijgewoond. De voorzitter, de
heer Bouillier, wenschte hem met zijnen te
rugkeer uit de ballingschap geluk en ook
hiermede, dat hij nu lid was van 3 der 5
academiën welke het instituut uitmakeD.
In Frankrijk wordt, volgens de „Spec-
tateur Militaife", een nieuwe patroon voor
het Lebel-geweer (model 1886) ingevoerd.
Deze patroon heeft geene metalen huls
en is dus veel lichter dan de bestaande-
zoodat men deD soldaat eene grootere munitie,
uitrusting kan geven. Het indringsvermo-
gen der projectielen is zoo groot, dat op
100 M. afstand eene ijzeren plaat van 11
mM. dikte wordt doorboord.
De prijs dezer patronen is 70 percent
minder dan de bestaande.
ZWITSERLAND.
De bondsraad heeft bepaald, dat den
heer Wohlgemuth het verblijf op Zwilsersch
grondgebied zal worden ontzegd.
PER TELEGRAAF.
BERLIJN, 30 April. De tentoonstelling
betreffende het voorkomen van ongelukken
in fabrieken, is heden door keizer Wilhelm,
in tegenwoordigheid van de keizeriD, de mi
nisters, de gemachtigden tot den bondsraad
en de hoogste staatsambtenaren geopend.
De keizer las .een redevoering voor, waarin
hij bet tot stand komen dezer tentoonstelling
met blijdschap begroette en zijn grootvader
keizer Wilhelm I, herdacht, daar deze vorst
zich onvergetelijk maakte door zijn zorg voor
de welvaart der werklieden. De keizer zou
het werk tot oplossing der sociale vraag
stukken voortzetten. Voorts betuigde de keizer
zijn dank aan allen, die er toe hebben mede
gewerkt om te doen zien, wat tot bescher
ming van de werklieden en tot bevordering
in hun belangen kan worden gedaan.
Zoodra de keizer de tentoonstelling voor
geopend had verklaard, werd, nadat driemaal
een Hocb was aangeheven, bet volkslied ge
zongen, waarna het gezelschap de tentoon
stelling in oogenschouw nam.
LONDEN, 30 April. Gelijk de Times
uit Kairo verneemt, zijn daar onlangs boden
aangekomen die het gerucht bevestigen, dat
Khartum is ingenomen door de troepen van
El Seuussi en dat de Mahdi op de vlucht
is gedreven.
PRAAG, 1 Mei. De verkiezingen voor
den Boheemschen landdag zullen op 5 of
10 Juli worden gehouden.
MADRID, 1 Mei. De Spaansche bank
heeft besloten den minister van financiën
te antwoorden, dat zij bereid is zijn voor
stellen betreffende de conversie der aflosbare