U
NIEUWS- EN ADVERTe NTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
8>e?.e C i! r a nt vers v, h ij at dagelijks, be it a 1 v e op Z o n- en F e e s t d a s e 11.
A S 0 B H US E T
Prijs per luuimer 10 Coat.
Woensdag 17 April 1889. Nk'. 91»
A O V E B T E i TIE i
Uitgevers: Gebroeders Mnré.
B1M Ssüi LAJSDSOHB aEiÜÜHïMT
Het uur der Vergelding.
lus
Voot Leidenper 8 maanden1.3a.
Franco door liet geheele rijk, per 8 maanden 1.60.
2<)Ele Jaargang.
Van i6 regels f 0.90.
Elke regel meer 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheopmakerssteeg 6.
Stads- Si e r i c Si 1 e n
I) St X k W E T.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN
Brengen ter algemeene kennis tlal door
JOHANNES ERADES en ENGELBERT11A
VERSTEEG, vrouw van E. II. HAARLEM,
verzoekscliriften zijn ingediend om vergunning
voor den verkoop van sterken drank in liet
klein, in de perceelen Bnrgsleeg no. 9 en
Van der Werfslraat no. 40.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Leidsche Courant.
burgemeester en Weihouders voornoemd,
DE KANTER Burgemeester,
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 16 April 1589.
LEIDEN, 16 April
Hedenochtend is de huisvrouw van
een der bewoners van de Oraujegracht
alhier, bij 't goed spoelen te water geraakt
en hoewel ze ongeveer 5 minuten in
't vochtig element doorbracht, zonder veel
letsel cp den wal gebracht.
UNIVERSITEIT.
Heden werd bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap aan de rijks-universiteit
alhier, de heer P. Peereboom, geb. te
Bolsward, na verdediging van zijn acade
misch proefschrift, getiteld: „Enkele opmer
kingen over Art. 1132 Burgerlijk Wetboek".
Aau de rijks universiteit alhier is het
candidaats-eiamen in de rechten afgelegd
door de heeren G. W. Eekhout en A. R.
Dorhout Mees.
IIFFICIEELE EÏEIIICHTEN.
Bij kon. besluit: is aan jhr. D. Ploos
van Amstel, op verzoek, eervol ontslag ver
leend als consul-generaal te Melbourne, onder
dankbetuiging voor de diensten door hem
aau den lande bewezenen zijn benoemd
tot consul-generaal te Melbourne mr. J. A.
l)e Vicq, laatstelijk cousul te Djeddab; tot
consul te Djeddab 11. Spakler, laatstelijk
vice-coDsul te Konslautiiiopel; tot vice consul
te Konstantinopel Q. D. Advocaat, leerling-
consul; en tot leerling-cousul G. S. Endl;
zijn benoemd W. De Haas tot burge
meester der gemeenten Echteld en IJzen-
doorn, en tot adjunct-commies bij het
departement van binnenlandsche zaken de
le klerk bij dat departement A. A. Stapert
en jhr, mr. W. H. De Savoinin Lohman
A. Fz., te Amsterdam.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken zijn tot le klerk bij
dat departement bevorderd de 2e klerken
G. J, Van Eek, J. Croll en G. F.
Stutterheim.
De minister van oorlog zal op 18 en
die van marine op 19 dezer geen audiëntie
verleeuen.
Het door de tweede kamer aangeno
men outwerp houdende bepalingen tot bet
tegengaan van overmatigen en gevaarlijken
arbeid van jeugdige personen en van vrou
wen, luidt:
1. Inleidende bepalingen.
Artikel 1. Onder arbeid verstaat deze
wet alle werkzaamheden in of voor eeuig
bedrijf, be'ualve: 1°. werkzaamheden in of
voor de bedrijven vau landbouw, tuial ïuvi,
boschuouw, veehouderij of veenderij2°.
werkzaamheden buiten fabrieken en werk
plaatsen in of voor het bedrijf van hem, bij
wieu degene die ze verricht inwoont, voor
zoover die werkzaamheden ook buiten eenig
bedrijf in eene huishouding of stalling ple
gen voor te komen.
Art. 2. Onder fabrieken en werkplaat
sen verstaat deze wet alle zoowel open als
besloten ruimten, waar in of voor eenig be
drijf pleegt gewerkt te worden aan het ver
vaardigen, veranderen, herstellen, versieren,
afwerken of op airdere wijze tot verkoop of
gebruik geschikt maken van voorwerpen of
stoffen, of waar in of voor eenig bedrijf
voorwerpen of stoffen eene daartoe strek
kende bewerking plegett te ondergaan.
Keukens en soortgelijke inrichtingen, waar
spijzen en dranken voor onmiddellijk ver
bruik bereid worden, benevens apotheken,
zijn hieronder niet begrepen.
2. Van den arbeid van jeugdige per
sonen en van vrouwen.
Art. 3. Het is verboden een kind be
neden twaalf jaren arbeid te doen verrichten.
Art. 4. Bij algemeenen maatregel van
bestuur wordt door ons, betzij onvoorwaar
delijk, hetzij voorwaardelijk, verboden een
persoon beneden zestien jaren en in fabrie
ken en werkplaatsen eene vrouw bepaalde
soorten van arbeid te doen verrichten, op
grond van de gevaren voor de gezondheid
of het leven, welke die soorten van arbeid,
hetzij in het algemeen, hetzij bij niet in
achtneming van zekere voorwaarden, door
de wijze waarop zij verricht worden of door
de verwerkt wordende stoffen, voor een per
soon beneden de zestien jaren of voor eene
vrouw opleveren.
Art. 5. Het is verboden den arbeid van
een persoon beneden zestien jaren of van
eene vrouw in fabrieken en werkplaatsen
vroeger te doen aanvangen dan te 5 uren
des voormiddags of later te doen eindigen
dan te 7 uren des namiddags, met dien
verstande, dat bet aantal uren, gedurende
weike die arbeid wordt verricht, niet meer
dan elf per etmaal bedrage.
Voor bepaalde bedrijven kan door ons bij
algemeenen maatregel van bestuur worden
vergund, betzij in het algemeen, heizij ten
opzichte van bepaalde gemeenten, den ar
beid van personen beueden zestien jaren en
van vrouwen op andere dan de in het vo
rige lid bepaalde uren te doen aanvangen
eu te doen eindigen onder zoodanige voor
waarden als zullen noodig blijken, met dien
verstande dat het aantal uren, gedurende
welke die arbeid wordt verricht, niet meer
dan elf per etmaal bedrage. Voor personen
beneden veertien jaren of vrouwen mag bet
begin van dien arbeid niet vroeger dan te
5 uren des voormiddags en het einde niet
later dan te 10 uren des namiddags worden
gesteld.
In bijzondere omstandigheden kan door
onzen commissaris in de proviucie schrifte
lijke vergunning worden gegeven om in eene
daarin genoemde fabriek of werkplaats den
arbeid van personen beneden zestien jaren
en van vrouwen gedurende niet langer dan
zes achtereenvolgende werkdagen, of om den
anderen dag niet langer dan geduiende veer
tien dagen, hoogstens twee uren vroeger te
doen aanvangen of hoogstens twee uren la
ter te doen eindigen of wel een uur vroeger
te doen aanvangen en een uur later te doen
eindigen dan in bet eerste lid van dit ar
tikel of bij algemeenen maatregel van be
stuur als bedoeld in het tweede lid van dit
artikel, is bepaald, met dien verstande dat
bet aantal uren, gedurende welke die arbeid
wordt verricht, niet meer dan dertien per
etmaal bedrage en voor personen beneden
14 jaren of vrouwen het begin van dien
arbeid niet vroeger dan te 5 uren des voor
middags en bet einde niet later dan te 10
uren des namiddags worde gesteld. In spoed-
eischende gevallen kan, voor niet langer dan
twee achtereenvolgende werkdagen, gelijke
vergunning worden verleend door den bur
gemeester, die daarvan binnen 24 uren me-
dadeeling doet aan onzen commissaris in de
provincie; door dezen kan die vergunning
tot een duur van zes achtereenvolgende
werkdagen worden verlengd. Voor dezelfde
fabriek of werkplaats geldt geene der ge
noemde vergunningen, alvorens sedert bet
eindigen van eene vorige, voor dezelfde
klasse van personen geldende, ten minste
acht dagen zijn verloopen, tenzij na goed
keuring van onzen minister met de uitvoe
ring van deze wet belast.
Art. 6. Hij die een persoon beneden
zestien jaren of eene vrouw arbeid doet
verrichten in fabrieken eu werkplaatsen is
verplicht te zorgen, dat die arbeid ten minste
worde afgewisseld door één rusttijd van een
uur tusschen 11 uren des voormiddags en
3 uren des namiddags.
Voor bepaalde fabrieken en werkplaatsen
kan door of vanwege onzen minister, met
de uitvoering van deze wet belast, onder
zoodanige voorwaarden als zullen noodig
blijken, wijziging of vermindering van dien
rusttijd worden toegestaan, met dien ver
stande, dat daardoor het aantal uren, ge
durende welke aldaar arbeid wordt verricht
door de in dit artikel bedoelde personen of
vrouwen niet grooter worde dan in art. 5
is veroorloofd.
Hij die bedoelde personen of vrouwen
arbeid doet verrichten is verplicht te zorgen
dat deze gedurende voormelden rusttijd niet
verblijven op eene besloten plaats, waar
alsdan arbeid wordt verricht.
Art. 7. Het is verboden een persoon
beneden zestien jaren of eene vrouw op
Zondag arbeid te doen verrichten in fabrie
ken en werkplaatsen.
Voor personen, behoorende tot een kerk
FEU ILL ETON.
25).
Vele uren bleef Lilly bij de ongelukkige
gade van Harold Colville, zij kon bijna
niet van haar scheiden, en toen eindelijk
het oogenblik van vertrekken niet langer
kon verschoven worden, boog zij zich
over haar heen en kuste baar op de bleeke
wangen.
„Misschien zien wij elkander nooit weer,
Fanny," zeide zij, „want morgen zal ik
mijn plan ten uitvoer brengen, al moest
bet mij bij het mislukken mijn leven
kosten, want is de dood zelfs niet zoet,
vergeleken bij zulk een leven. Gelukt
mij evenwel mijn plandan zal ook
voor u de dageraad der vrijheid aan
breken."
„God neme u in zijne bescherming,"
sprak de gevangene, „en ik, ik kan niet
meer doendan voor u bidden."
Door aandoening overmandgreep zij de
blanke hand van Lilly en drukte er bare
lippen op, en een oogenblik later lag zij
weder alleen, te midden van de duisternis,
die in haar kerker heerschte. Hoe lang
zou zij daar nog liggen? Dat was God
alleen bekend.
Lilly had een angstig gevoel, als zou
zij door Molly worden opgewacht, toen zij
de wenteltrap besteeg, maar alles was
veilig en niemand dacht er aan, dat zij
Fanny een bezoek gebracht bad. Zij ging
naar bed en sliep gerust tot aan den
mo;gen. Als naar gewoonte bracht Molly
haar ontbijt. Toen Lilly zich aan tafel
bad gezet, deed zij alsof zij zwaar ziek
was, roerde de spijzen niet aan en gebood
de oude haar eten maar weer weg te nemen
wat deze morrend deed.
Toen bet middag geworden waslegde
zij zich gekleed te bed, met koortsachtig
gloeiende wangen en zonderling glinsterende
oogen.
Molly," sprak zij, toen deze het mid
dageten wilde brengen„ik zal niets eten
ik gevoel mij zoo ziek en heb vreeselijke
pijn in mijn maag. Ga heen en zend
iemand naar den dokter, maar zoo spoedig
als mogelijk is, want ik gevoel mij alsof ik
sterven ga."
Wantrouwend keek Molly haar aan,
maar zij scheen zich toch te laten over
tuigen dat Lilly waarheid sprakwant zij
verliet de kauier met de woorden:
„Ik zal dadelijk otn dokter Piatizendeu,
waarna zij heen ging en de deur niet vergat
van buiten af te sluiten. Eenige minuten
later keerde zij terug.
„Ik heb mijn man er heen gezonden,
maar bet kan wel een paar uur duieu
voor bij terug komt, want het is een heel
eind weg."
Lilly kuikte haar zacht toe en sprak
„Ga bij mij zitten, Molly, ik beu bang
om alleen te blijven."
De oude deed wat haar gezegd werd en
er verstreken tien it vijftien minuten dat er
geen woord gewisseld werd, eindelijk fluis
terde de zieke weer:
„Molly, ik bid je, baal mij een glas
wijn, ik voel mij zoo zwak."
Dadelijk stond de oude op en verwijderde
zichmaar vergat ook ditmaal niet de deur
zorgvuldig al' to sluiten. Nauwelijks was
de gewaande zieke evenwel alleen, of zij
sprong op en naderde behoedzaam de deur.
Zoo bleef zij luisterend staan. Daar nader
den weer voetsttppen, de sleutel werd in
liet slot omgedraaid en de deur ging open.
Op betzelfde oogenblik viel Lilly verwoed
op Molly aau, die met bet glaB wijn in de
hand binnentrad, greep haar bij de haren,
slingerde haar met een geweldigen ruk
midden in de kamer en sprong met een
vreugdekreet de deur uit en de gang in.
Nu sloot zij op haar beurt de deur van
buiten af en maakte Molly van gevangen
bewaarster tot gevangene. Lilly kon een
glimlach niet bedwingen, toen zij, terwijl
zij van de trappen afsprong, hoorde
hoe erbarmelijk bet ellendige wijf
schreeuwde.
Haar list was gelukt. Beneden aan de
trap bevond zich de huisdeur, die wel
gesloteu was, maar waarvan de sleutel
in bet slot stak. Zij opende haar,
ademde de versche lucht weer in en
was vrij I
Vrij?
Ja waarlijk, zij was vrij. Vorschend
tuurde zij links en rechts, maar geeu
levend wezen, dat baar vlucht belemmeren
konwas er te ontdekken.
Wordt vervolgd.)