1
i
MKUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
E) e z e o u r a 111 v e r schijnt «1 a g e i ij k sbehalve op L o si- e n eest (1 a g e si.
ASONNEMEiiiT:
Prijs per Diuniner 10 Cent.
AOVERTEÉTIIS:
Bareel: Scheepasakerssteeg 6.
Dinsdag 16 April 1889» - NJ. 90,
Uitgevers! Gebroeders Muré.
S t a s - SS e r i c Si t e n
Het uur der Vergelding.
M
Vooi Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden j 1.60.
Van 16 regels
Elke regel meer
0.90.
0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
203e Jaargang.
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 18 April 1889, des
namiddags te twee uren.
Onderwerpen:
1'. Benoeming van een Hoofd der school
4 van de derde klasse aan de Lange-
brug. (66)
2°. Benoeming en overplaatsing van onder
wijzend personeel naar voormelde school.
(70)
3°. Amendement van den heer Du Rieu
op liet voorstel tot prijsverlaging van
het gas, strekkende om den beslaanden
prijs te behouden voor de verbruikers
buiten de gemeente, waaromtrent de
stemmen hebben gestaakt in de zitting
van 4 April, en liet voorstel van Burg.
en Wetli, (3, 5 en S6)
4". Verzoek van Burg. en Weill, van Lei
derdorp, betrekkelijk demping van een
gedeelte der lleerensingelsloot. (63)
5". Voorstel betrekkelijk liet doen maken
van jalousiën voor de Meisjesschool op
de Brecstraat. (61)
6°. Verzoek van K. Nanning, om vrijstelling
van de betaling van schoolgeld, Hoogere
Burgerschool voor Jongens. (65)
7°. Voorstel betrekkelijk bet doen van her
stellingen aan de schoolgebouwen l'lanl-
soen en Mare. (67)
8°. Verzoek van B. Blankenberg, om toe
lating van zijne dochter tot de lloogere
Burgerschool voor Jongens. (68)
9'. Idem als voren van M. J. Koppeschaar,
geb. Van 't Hooft. (68)
10°. Voorstel tot openbare verhuring van een
gedeelte van bet Raamland onder Lei
derdorp. (71)
Dit nummer i3 nog niet opgenomen onder de
Ingekomen Stukken.
LEIDJti*, 15 April.
Op de meisjesschool 2de klasse aan de
Breestraat bestaat dringeude behoefte aan
jalousiën voor de lichlkozijnen in den voor
gevel, ter beschutting tegen de zon in de
boven- en benedenlokalen. De kosten voor
de negen boven- en benedenramen bedragen
f 207, welke som niet kan worden bestreden
uit de voor dit jaar toegestane gelden.
Burg. en weth., gehoord de commissie van
fabricage, geven dus den gemeenteraad in
overweging hun college te machtigen tot
het doen aanbrengen dier jalousiën, zullende
later een voorstel tot verhooging van den
betrekkelijkeu post der begrootiug worden
ingediend.
Borg. en weth. geven den gemeenteraad
in overweging aan K. Nauniug op diens
verzoek vrijstelling te verleeneu van de be
taling van schoolgeld voor den leerling der
hoogere burgerschool J. Brasser, over het
laatste kwartaal van deu cursns 1888/89,
loopeDde van 1 Juni tot 1 September 1889.
De leerling heeft met den laatsten Maait de
school en de gemeente verlaten, terwijl
blijkens ingesteld onderzoek genoemde jonge
ling naar Hoorn is vertrokken om aldaar in
eene sigarenfabriek werkzaam te zijn.
Onder overlegging van een desbetreffend
rappoit van de commissie van fabricage
geven burg. en weth. den gemeenteraad in
overweging machtiging te verleenen tot de
uitvoering van de daarbij omschreven her
stellingen aan de schoolgebouwen Plantsoen
en Mart', waarvan de kosten worden geraamd
op ongeveer f 300, zullende te zijner lijd een
voorstel tot verhooging van den betrekkelijkeu
post worden ingediend.
Bij den gemeenteraad alhier zijn ver
zoeken ingekomen van B. Blankenberg en
M. J. Koppeschaar, geb. Van 't Hooft, om
toelating voor hunne dochters als leerlingen
van de hoogere burgirschool voor jongens.
Beide meisjes zullen met de aanstaande
vacantie de scholen van inej. Jesse en mej.
Winkler verlaten, om daarna te worden op
geleid tot apotbekeresse.
Om tot die stadie te geraken zeggen
adressanten is in Leiden de aangewezen
weg het gebruik maken van de lessen op
de hoogere burgerschool voor jougens, daar
toch op de hoogere burgerschool voor
meisjes geen genoegzame tijd kan worden
besteed aan de voor die studie onmisbare
beoefening van de wis- en natuurkundige
vakken.
Een rapport van den heer dr. D. De
Loos, directeur der hoogere burgerschool
voor jongeus, is daarbij gevoegd en zegt
dat die toelating reeds sedert vele jaren in
onderscheidene andere gemeenten het geval
is, terwijl toch ook daar eene hoogere bur
gerschool voor meisjes bestaat. Het diploma
eindexamen van de hoogere burgerscholen
geeft bevoegdheid voor de studie vaD arts
en apotheker, maar de eischen voor dat
examen gesteld sluiten zich slechts aan aan
het onderwijs op de hoogere burgerschool
voor jongens; evenmin kan op eene hoogere
burgerschool voor meisjes genoegzame kennis
der wiskunde worden opgedaan voor het zoo
genaamde mathematisch litterarisch examen,
Ook voor de latere studie van arts en apotheker
is wegens de tnetr uitgebreide behandeling
der natuur- en scheikunde het verblijf aan
eene hoogere burgerschool voor jongens
wenschelijk.
De school N°. 4 van de derde klasse aan
de Langebrug zal eerlang worden opgeleverd,
terwijl het wenschelijk is dat ze met 1 Mei
a. s. in gebruik worde gesteld, zoodat tot
ben.emiiiü van een hoofd dier school moet
worden overgegaan.
Door H. C. Van der Heyde, hoofd
der school 4e klasse n°. 1, is reeds
voor geruimen tijd het verlangen te kennen
gegeven voor eene overplaatsing naar de
nieuwe school in aai.merking te komen,
waarlegen de districtsschoolopziener geen
bezwaar heeft, terwijl geen der drie hoofden
der scholen derde klasse eene overplaatsing
naar >le nieuwe school voor zich wenschen.
Burg. eu weth. geven dientengevolge den
raad in overweging aan de betrekkelijke
school tot hoofd te benoemen H.C. Van der
Heyde, thans hoofd van de school u°. 1 van
de vierde klasse en zulks met ingang van 1
Mei a. s. Eene voordracht voor de be
noeming van het lienoodigd ouderwijzend
personeel aan de nieuwe school zal eerlang
worden ingediend.
Tevens deelen burg. en weth. den ge
meenteraad mede dat in overleg met de
hoofden der scholen 3de klasse de navol
gende schoolwijkverdeeling door hen voor-
loopig is vastgesteld:
Voor school n°. 1 aan het Plantsoenhet
gedeelte der gemeente dat gelegen is ten
oosten en ten zuiden vau Garenmarkt,
Steen8chuur, Gangetje, Nieuwen Rijn,
Heerengracht en Zuidsiugei.
Voor school n°. 2 aan de Vau-der-Werf
straat, het gedeelte dat gelegen is ten noorden
en ten oosten van Zuidsiugel, Heerengracht,
Ouden Rijn, Donkersteeg, Mare, Oude Vest
en Oostdwarsgracht.
Voor school n°. 8 aan de Mare, het ge
deelte dat gelegen is ten noorden en ten
westen van Galgewater, Rijn, Donkersteeg,
Mare, Oude Vest en Oostdwarsgracht.
Voor school n°. 4 ann de Langebrug het
overblijvende gedeelte dat zich bevindt ten
zuiden van Galgewater, Rijn, Ouden Rijn
tot aan de Heerengracht en ten westen en
noordeu van Heerengracht, Nieuwen Rijn,
Gangetje, Steenschuur en Garenmarkt.
Deze regeling is uit den aard der zaak
opgemaakt in verband met het tegenwoordig
aantal leerlingen van de drie scholen 3de
klasse. Naar deze berekening zou ver
moedelijk de vierde school beginnen met
ongeveer 400 leerlingen, verdeeld over 12
klassen, hitusschen is het wenschelijk dat
de leerlingen der 10de, 11de en 12de klassen,
die naar de nieuwe school zouden moeten
overgaan, blijven op de school die zij nu
bezoeken, evenals dit het geval was bij de
opening van de school aan de Mare.
Bij kon. besluit van 11 dezer is op
pensioen gesteld de majoor van het 3de
regiment huzaren P. Van Tienhoven en het
bedrag va;i het pensioen bepaald op 1600
en benoemd bij het wapen der cavalerie en
wel bij zijn tegenwoordig korps tot majoor
de ritmeester jhr. A. W. Van der Wijck
van het 3de regiment huzaren.
De kerkeraad der Doopsgezinde ge
meente alhier is voornemens uit de kerke
lijke kas eene gave te schenken als bijdrage
tot het tweehonderdjarig feest, dat de Wal
denzen dezen zomer ter herdenking der
glorieuse renlrée hunner vaderen denken te
vieren.
Door de kerkeraden der Nederdnitsche
Hervormde, der Waalsche, der Remonstrant-
sche en die der Evangelisch-Luthersche ge
meenten is besloten voor dit doel op de aan
staande Paaschdagen in alle godsdienstoefe
ningen eene collecte te houden.
De R. K. Vereeniging „Recht en
Orde" alhier zal Dinsdag a. s. (16 April)
des avonds te 9 oren vergaderen in het ge
bouw der St. Jozefsgezellen vereenigiug. On
der de ponten ter behandeling komt in de
eerste plaats voor: Voorstel van candidaten
voor de a. s. verkiezing der provinciale staten
Bij de heden ten raadhuize gehouden
FEUILLETON.
24).
Molly had zij niet geziensinds den
avond van Lilly's ongelukkige vlucht, want
er was slechts één toegang tot den kelder
het valluik onder het tapijt. Op dien be
wusten avond had Molly haar gevangeue
voor een week van voedsel voorzien en
haar onder de vreeselijkste bedreigingen
verboden, door eenig geluid haar tegen
woordigheid te verraden. Hieruit begreep
Molly, dat het beneden zoo stil was, of
anders moest de dood haar van baar lijden
verlost hebben. Het laatste kwam haar
evenwel nog het waarschijnlijkste voor.
Het was reeds laat op den avond, toen zij
Lilly van haar hatelijke tegenwoordigheid
ontlastte, na haar eerst nog met een boos-
ssrdig, spottend lachje verzekerd te hebben,
dat de oude Nero buiten op den loer lag.
Toen zij alleen was, ging Lilly naar bed,
om eerst nog wat te slapen, alvorens zij
haar tocht naar de keldergewelven weer
ondernam. Slapen deed zij evenwel niet,
zij lag tusschen waken tn droomen en
hoorde duidelijk tegen middernacht, dat het
echtpaar Leveret naar bed ging. Nog
langen tijd bleef zij liggen, want zij wilde
de voorzichtigheid geen seconde uit het oog
verliezen. Een onverwachte ontdekking kon
immers alles weer verijdelen, niet zoozeer
dat zij nog van de Leveret's te vreezen
had, daarvoor beschermde haar de af
schuwelijke liefde, of beter de dierlijke
lusten van Harold Colville, maar voor de
ongelukkige Fanny kon het de vreeselijkste
gevolgen hebben. Gednld en moed, ge
paard aan groote voorzichtigheid, zouden
haar evenwel tot haar doel moeten geleiden.
Intusschen heerschte er de grootste stilte in
het geheimzinnige huis, niet het minste
gerucht was te vernemen, en Lilly stond
langzaam van haar legerstede op, opende
het luik en ging weer langs de wenteltrap
naar den onderaardscheu kerker, waar de
ongelukkige Fauuy, nu uit haar zachte
sluimering ontwaakt, haar tusschen boop
en vrees geslingerd reeds verwachtte. Toen
Lilly binnentrad, was het alsof een
lichtstraal dat uitgeteerde gelaat ver
helderde.
„Ik begon reeds te vreezen, dat ge niet
komen zoudt," sprak zij, maar Lilly ver
telde haar aanstonds de reden, waarom zij
zoo lang gedraald had. Daarna ontvouwde
zij haar het plan tot ontvluchting, dat in
hear brein gerijpt was. De ongelukkige
luisterde aandachtig toe, rnaar toen zij uit
gesproken had, biikte Fanny treurig op
haar uitgeteerde ledematen en haar zwaren
keten waarmee zij geboeid was.
„Ik vluchten P" sprak zij wanhopig.
„Hoe zou ik daartoe in staat zijn, ik ben
immers veel te zwak, en de weg van hier
naar New-York is zeer ver. Ik zouver
onderstel dat ik hier al uit kwam, toch
nooit het huis vau uw vader bereiken
kunnen. Ik ken den afstand nauwkeurig,
want overdag bracht hij mij hierheen, in
dien eeuwigdurendeu nacht. Ik zou u
anders wel tot gids kunnen verstrekken
maar mijn arme voeten zouden mij geen
mijl ver kunnen dragen, en ik zou n eer
belemmeren, dau u helpen knoneu."
Uit Lilly's borst welde een diepe
zucht op.
„Het is waar," sprak zij, „ik had niet
aan uw zwakte gedacht."
„Daarbij komt nog, dat ik zoo zwaar
geboeid ben," ging Fanny voort, „wij
hebben niets om mij van die ketenen te
bevrijden. Maar laat u dat niet terug
houden, Lilly, voor u is het plan niet
onuitvoerbaar, ge moet het dus zoo spoedig
mogelijk ten uitvoer brengen, morgen
reedsen danzoodra ge aan uw vader
mijn lijdensgeschiedenis hebt verteld, kan
hij de politie op het spoor brengen, de
Leveret's doen gevangen nemen en mij
verlossen."
„Alleen vluchten?" riep Lilly uit, „en
u hier in uw ellende onbeschermd achter
laten? Neen, dat nooit, wie weet wat
u in mijn afwezigheid zou kannen over
komen."
„Geen nood, Lilly, mij zal geen kwaad
geschieden. De algoede Voorzienigheid, die
mij twee jaren het leven gespaard heeft,
zal mij ook nu niet verlaten, en mij eens
de dierbare vrijheid terug geven."
Bij deze woorden kwam er iets, dat naar
een glimlach zweemde, om Fanny's lippen.
De hoop was door het plan van Lilly
weer in haar ontwaakt. Zij had weer ver
trouwen in de toekomst.
{Wordt vervolgd.)