Ka .ass m m s «rs *bbs rii «ra «ra» m -w
wierp, dat, had deze niet aan het trawinet I
glegen, ten onderste boven zou zijn gekeerd.
De schipper, diens zwager en de geredde j
Dijkhuizen werden echter opgenomen en over
boord geworpen.
Dijkhuizen kon nog een van 't trawl uit
stekend trouw grijpen, waarmede hij zich inet
ontzaglijke inspanning naar dq, verschansing
trok, juist op 't oogeublik, dat zijn kame
raden, die beneden waren, door den hevigen 9
schok welken de logger ondervond, naar boven
ijlden en zijn angstgeschrei om hulp hoorden.
Dijkhuizen was spoedig binuen boord gebaald,
maar de beide andere drenkelingen waren
reeds op tamelijken afstand en inen zag hen
alle mogelijke moeite aanwenden om boven
te blijven. De bemanning, niets weuscbende
onbeproefd te laten om hun schipper en diens
zwager, die den logger met stuiplrekkende
oogeu nastaarden, te redden, kapten bet
trawltouw waaraan 't net met visch verbon
den was, waardoor de schuit vrijer in hare
beweging kon worden; maar terwijl 't on-
mogelijke werd beproefd, kou men den logger
niet genoeg onder den wind krijgen om
redding te verleenen.
Inmiddels streden de ongeiuKkigen een
hartverscheurendeu doodstrijd. Schipper De
Bruin, een buitengewoon zwaar en forscb
gebouwd man, zwom den logger nog wel
een kwartier na, maar verdween even als
zijn zwager, die ook nog lang tegeu de baren
kampte, eindelijk in de diepte. De man
wordt diep betreurd door zijne betrekkiimen
in de eerste plaats door zijne weduwe met
zes kinderen, waarvan het oudste nauwelijks
13 jaren telt, maar ook door een elk, die
De Bruin achtte als braaf en oppassend huis
vader, bekwaam schipper en trouw dienaar
van zijn reeder. De andere ongelukkige is
niet gehuwd.
Zaterdagmiddag kwamen de overwin
naars, die in den Universiteitswedstrijd,
uitgeschreven door bet studentengezelschap
Aicua Sturiiosorum" te Leiden, te Delft
met den trein van 3.17 aan en werden met
den gebruikelijken luister door het studen
tencorps ingehaald. Op het stationsplein
had zich een eerewacht, samengesteld uit
een achttal leden der Carrousselvereeniginc
met hef vaandel opgesteld terwijl een aan"
tal rijtuigen met feestelijk opgetuigde paar
den gereed stonden. Toen de trein ten
laatste binnenstoomde weerklonk een vroo-
lijke marsch van de kapel der jagers en
werden de overwinnaars in optocht naar de
rijtuigen gedragen. Nu werd in allerijl de
stoet gevormd en ging het, voorafgegaan en
omstuwd door een joelende volksmenigte
naar de sociëteit Phoenix. Voorop trok "de
muziek, daarna volgden de eerewacht, het
vaandel van het feestvierende „Odin", de
reeks van rijtuigen met de overwinnaars,
die een fraaien lauwerkraus medevoerden, en
hun talrijke vrienden.
Voor de Phoenix" aangekomen, weer
klonken de tonen van het geliefde „lö vi
vat en betraden allen de groote zaal, alwaar
de Senaat van het corps inmiddels verga-
oerd was, om de leden van „Odin" met
hunne schoone overwinning geluk te nen-
sclien. De heer Huisinga kweet zich van
deze aangename taak en hechtte daarna de
verworven gouden medaille aan het vaandel,
alwaar deze naast de talrijke reeds vroeger
verworven zegeteekeneu zal prijken. Na
afloop dezer plechtigheid trok de feeststoet
nog door eenige straten, alwaar hun de va-
derlandsche driekleur aan de woningen de
deelneming van Delfts burgerij in de vreugde
vau het Studentencorps verkondigde.
Zaterdag is met het stoomschip Afrikaan
der Nieuwe Afrikaansche fiandelsvereeniging
te Botterdam aangekomen 't stoffelijk over
schot van den heer D. D. Veth, den 19n
Mei 1885 nabij Benguela overleden en aldaar
door zijne reisgeuooten de heeren v. d.
Keilen en Goddefroy begraven. De vol
brenging van deze daad van piëteit is hoofd
zakelijk te danken aan den heer Goddefroy,
die, in September 1883 naar Angola ver
trokken om een gezelschap negers en een
verzameling ethnologische voorwerpen voor
de Parijsche tentoonstelling bijeen te brengen,
gesteand door verschillende landgenooteu en
in gezelschap van de heeren Van Dijck en
Kamerman, een expeditie naar het graf
onderman.
Den 2Sn December werd na een ver-
moeienden tocht de laatste rustplaats van
den te vroeg ontslapen ontdekkingsreiziger
bereikt; den 24e werden de overblijfselen,
nadat verschillende photograpliische afbeel
dingen van het graf waren genomen, op
gegraven en den 26ste was de expeditie te
Benguela terug. Vau Benguela werd de
kist onder toezicht van den heer Goddefroy
naar Banana vervoerd, waar zij aan boord
van de Afrikaan is gebracht.
Het stoffelijk overschot van den heer
Veth zal hedenochtend te Dordrecht in
allen eenvoud aan het familiegraf worden
toevertrouwd.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is te Rotterdam in een kantoor aan de
Leuvehaveu inbraak gepleegd. De dief
schijnt met een valschen sleutel zich toegang
tot het gebouw verschaft te hebben. Geld
was er niet aanwezig, wel echter een bedrag
van ongeveer f 65 aati postzegels, die de
dief heeft medegenomen. De politie doet
ijverig onderzoek.
Donderdagavond werd te Zevenaar
gevankelijk binnengebracht de persoon van
P. II. G. wonende Ie Loo, gem. Duiven,
welke aldaar in den avond van den 27sten
Maart bij den arbeider S. tegen wien hij
et-n wrok scheen te koesteren, met een re
volver door het raam heeft geschoten, gelukkig
zonder doel te treffen. De kogel snorde
over de wieg waarin een kind lag en bleef
in den muur der bedstede, waarin man en
vrouw rustte, steken. De beschuldigde is
naar Arnhem overgebracht.
De Tw. Cl. verneemt, dat onder de
veenarbeiders Ie Avercest eeu hevige gisting
heerschl, zuodat er groote vrees voor onge
regeldheden bestaat.
In liet VVeerdingerveer hebben de veen
arbeiders bet werkloon vastgesteld. Thans zullen
de verveners beraadslagen of zij den eisch
hunner onderhoorigen kunnen inwilligen.
Wederom zijn een twaalftal personen
uit Oudega (geiu. llemelumer Oldephuert en
Noordwolde) als landverhuizers naar Amerika
vertrokken. In den laalsten tijd openbaart,
de zueht tot landverhuizing zich weder sterk j
in de noordelijke provinciën. Vcor elk de
op 6 en 13 April naar New-York vertrekkend
g booten der N. A. S. M. hebben zich reels
S een twee honderd 3de klasse passagiers wit j
die provinciën aangemeld.
1 Te Vlissingen is in de NoorJsfwat,
- niet ver van bet perceel waar de erste
1 personen werden aangetast, een nieuwgeval
j van pokziekte uitgebroken bij eeu kindje
van 14 maanden.
De gevangenis te Maastricht is zéé
i overbevolkt, dat eenige gevangenen r-ar elders
moesten worden overgebracht, tells zijn
twee gevangenen vau daar naar Groningen
vervoerd, om er hunne stral teonnergaan
BUITEiSLAüiüSCHE BEHCiïTJ^
BfiLCHË.
Naar aanleiding van (in plotselingeu
dood van den heer Van de'Taelen is reeds
sedert eenige dagen gesp'ken over zwaie
verliezen, welke de Antweische handel heelt
geleden. Uit Brussel wore hierover het vol
gende gemeld.
Sedert twee jaren wer te Antwerpen grof
gespeculeerd, bijzonder i granen. Vooral ge
durende de laatste twee manden, toen de ver
wachte rijzing der prijzei achterwege breef,
werd veel verloren, zooda Antwerpsche huizen
aan Amerikanen 100,001,(100 francs moesten
bijbetalen. In de vorige week hadden eenige
Antwerpsche kooplieden jést 1,500,000 bus
hels tarwe gekocht, toen d prijzen plotseling
nog meer daalden. De heel Van der Taelen,
die bij deze speculatie betrkkeu was verloor
6,000,000 francs, terwijl ofk andure groott
huizen geduchte verliezen lden.
De Belgische bladen bivatten nog ver
schillende bijzonderheden ovtr het vergaai
der postboot „Comtesse de Fhndre" in het
kanaal.
De aanvaring tusschen de beide Belgisch^
booten geschiedde Vrijdagmiddag om twee
uur bij den vuurtoren van Ruytiugen in het
gezicht van Duinkerken. Er hing een dikke
mist, zoodal men van den vuurtoren geen
vijf meter voor zich uit kon zien. De
„Comtesse de Plandre," die 's morgeus om
10 uur uit Ostende naar Dover was ver
trokken, scheen stil te liggen. De comman
dant Housmau wist niet precies waar hij
zich bevond en liet daarom stoppen. Op
hetzelfde oogenblik voer de „Princesse Hen-
riette," welke denzelfden ochtend uit Dover
was vertrokken, de boot midden in de flank
en sneed de „Comtesse de Flaudre" letterlijk
midden door.
Ten gevolge van den schok barstte een
der stoomketels, waardoor kapitein tlousman
en zijn luitenant Vermeulen terstond het
leven verloren. Onmiddellijk zonk bet geheele
voorschip met allen, die er zich op bevonden,
doch het achterste gedeelte werd boven
water gehouden door de watervrije schotten
waardoor de passagiers en de matrozen, die
zich daarop bevonden, nog tijd kregen zich
te redcV'i. Kapitein „VVaeffelare, de com
mandant,, der „Princesse Henriette," verklaart,
dat hij geen geluid heeft gehoord, waaruit
hij kon opmaken, dat zich een stoomboot
in zijn nabijheid bevoud.
Een der reizigers van de „Comtesse de
Flaudre," de heer Thomas Weir, een ambte
naar uit Madras, die behouden te Ostende
aankwam, bevond zich met zijn moeder in
het achterschip; om half twee werden beiden
plotseling verschrikt door een hevig gekraak.
„Zondei mij rekenschap te geven van het
geen gebeurde" vertelt de heer Weir
„nam ik mijn oude moeder in mijn armen
en ging naar de brug, als het ware voort
gestuwd door den stroom der ontstelde rei
zigers. Een verschrikkelijk schouwspel wachtte
ons. Slechts een gedeelte ,van het achterschip
stak nog boven het water uit; de brug
waggelde reeds, wij moesten vergaan. Dat
onze boot door een andere boot in tweeën
was gesneden, zagen wij niet eens. In den
mist hoorden wij alleen dat booten werdeu
nsergel'aten van eeu schip, dat zich in onze
nabij beid bevond en welks alarmfluit ons
met angst vervulde.
„Toen dacht ieder alleen aan zelfbehouo.
Allen drongen naar den kant, waar hel schip
moest liggen en nauwelijks zagen wij Je
booten naderen, of de reizigers sprongen
naar beneden. Met mijn moeder in den
arm durfde ik niet springen. Ten einde
raad wierp ik toen mijn moeder den tna-
trozen, die een reddingboot bemanden, in
j de armen. Toen ik zag, dat zij gered was
sprong ik haar na, maar ongelukkig kwam
ik uiet het hoofd tegen het touwwerk te-
recil, zoodat ik mij deerlijk wondde. Ge-
iuikig behield ik mijn tegenwoordigheid van
mest. Ik herhaalde den sprong, en nu met
j?ter gevolg, daar ik in de boot neerkwam.1
De heer Weir is er afgekomen met een
5niet ernstige kneuzing, en zijn 62-jarige
moeder had niet het minste letsel bekomeD.
De oude dame was natuurlijk zeer ontsteld
door de ramp, maar overigens was zij vol
komen wel.
Van beide zijden wordt beweerd, dat niets
is verzuimd, wat met bet oog op den dikken
mist moest gedaan worden. De gezagvoerder
van de „Comtesse de Flandre" liet de groene,
gele en roode seinlichten uithangen, terwijl
bij steeds de stoomfluit, liet werken. Daarbij
was de zee zeer ka'iui, zuodat in dit opzicht
geen gevaar dreigde.
Hetzeifde werd ook gedaan door kapitein
Waeffelare aan boord der „Princesse Hen-
nette." Zoodia de mist opkwam want liet
was helder, toen de boot uit Dover ver
trok kwam de kapitein met alle passa
giers op het dek. Allen luisterden, of zij
ook iets konden zieu of hooreu, en zonder
ongeval gingen eenige booten voorbij. Plot
seling hoorde men een stoomfluit ter linker
zijde en de „Princesse Henriette" antwoordde
op dezelfde wijze, doch op hetzelfde oogeu
blik liep de boot tegeu de „Comtesse de
Flaudre."
Onmiddellijk werden de booten uitgezet, en
zoo gelukte het, 19 van de 23 passagiers der
„Comtesse de Flaudre" behouden over te
brengen. Prins Jeröme Bonaparte met zijn
secretaris Bruuet werden nog bijtijds uit net
water gered, maar 's priuseu bediende was
zoo uitgeput, toen bij werd opgevisclit, dat
hij ondanks alle pogingen spoedig overleed.
De prins ontving een lichte kneuzing aan
het voorhoofd, doch bekwam ov rigens geen
letsel. Zelfs het valies, waarin de prins
zijn kas had geborgen, werd ondanks den
mist nog opgevisclit. Overigens werd weinig
van de „Comtesse de Flaudre" gered. De
mail, met een geldswaarde vau bijna 500,000
francs, ging geheel verloren. De „Princesse
Henriette," wier voorsteven vrij ernstig was
beschadigd, zette zeer voorzichtig de reis
voort en kwam na middernacht behouden
te Ostende aan.
De „Princesse Henriette, die 14 passagiers
aan boord had, was eerst in het vorige jaar
in Engeland gebouwd en is terstond naar
Antwerpen gezonden om gerepareerd te wor
den. De „Comtesse de Flandre" was in 1871
eveneens in Engeland gebouwd en werd in
het vorige jaar hernieuwd. De stokers en
machinisten van deze boot kwamen allen met
den gezagvoerder en den luitenant bij de
ramp om. Samen laten zij 9 weduwen en
32 onverzorgde kinderen na. Luitenant Ver
meulen, die met den commandant Housmau
>p de brug omkwam, was voor twee maauden
getrouwd. Kapitein Housmau laat een weduwe
Let sier kinderen na. De matrozen werden
ip één na gered. Het geheele aantal der
Sacbtoffers oedraagt 15, voor zoover men
|it getal althans met juistheid heeft kuuuen
J JSftr&üSLAJS
Bij den jaarlijkschen roeiwedstrijd lus-
hen de Eügelsche universiteiten Cambridge
i Oxford, op de Theems gehouden, behaal-
>n de studenten van Cambridge de over-
i nning. Bij den eindpaal waren zij bun
geustanders drie bootslengten voor. Oxford
eft nu 23 Cambridge 21 maal overwonnen.
bet vorige jaar dolf Oxford ook het onder-
it. Cambridge legde nu de baan af in 16
in, 41 sec., Oxford in 16 min. 53 sec.
|ls een merkwaardigheid wordt gemeld, dat
bemanning der boot van Cambridge, met
tzoudering vau den stuurman, uit dezelfde
'rsoneu bestoud, die in het vorige jaar de
l'erwiuuing behaalden.
Duizenden belangstellenden, van alle kanten
samengestroomd, woonden den wedstrijd bij.
Een pleiziertrein uit Liverpool ontspoorde te
Huddersfleid. Zes wagens werden buiten de
rails en over elkander geworpen, met het
treurige gevolg, dat 30 reizigers gewond
werden en een van hen terstond werd ge
dood. Het ongeluk wordt geweten aan het
breken van de as der locomotief. Een hulp-
trein met geueesheeren werd onmiddellijk
uit Sheffield naar Huddersfleid gezonden.
De sneltrein uit Londen, die juist in aan
tocht was, werd gelukkig nog juist bijtijds
tot staau gebracht.
V A H ié. IJ ti.
in de zitting, Zaterdag door de kamer
van afgevaardigden gehouden, werd door de
beer Labuissière rapport ingediend over liet
reeds door den senaat aangenomeu voorstel,
waarbij de behandeling van drukpersdelicten
naar bet correctioaeele bof word verwezen.
Het voorstel werd met 266 tegen 259 slem-
men van dringenden aard verklaard. De
Boulangisten protesteerden.
S PA SI J K.
De minister van financiën heeft ver
klaard, dat hij gunstig gestemd is ten opzichte
van bet verslag der kamercommissie, strek
kende om de coupon der binnenlandscbe
schuld met eene belasting van 1 pCt. te
treffen. De buitenlaudsche schuld zou daarvan
echter zijn vrijgesteld.
S3 KiTSC at L JL B
De Reichtanzeiger bevat een schrijven
I des keizers aan den rijkskanselier, waarbij
i het opperbevel over de vloot wordt afge-
scheiden van bet beheer der marine. Het
opperbevel wordt gevoerd door den comman
deerenden admiraal naar de besluiten des
keizers; het beheer geschiedt, onder ver-
aulwoordelijkheid van den rijkskanselier, door
den staatssecretaris van het rijks marine
departement. Tot laatstgenoemden post is
benoemt! de vice-admiraai Ueusner.
De Kurier meldt, dat Zaterdag te
Frankfort eene conferentie is gehouden tus
schen den hertog-erfprins van Nassau eu
den Luxemburgschen minister Eyschen, die
morgen naar Luxemburg terugkeert. De
hertog zeide dal hij bereid was, het re
gentschap te aanvaarden, nadat de raad van
state en de kamer de noodigc stappen zul
len hebben gedaan om te verklaren, dat de
koning-groothertog buiten staat is geiaakt
de regeering verder waar te nemen.
De ramp, welke de Duitsche vloot bij
de Samoa-eilanden heelt getroffen, maakt na-
tuurlijk in geheel Dnitsohland een bedroeven-
den indruk. Het is dan ook reeds de vijfde
ernstige ramp, die der jonge Duitsche vloot
overkomt. In 1860 verging de corvet Fraueu.
lob in den Atlantischen Oceaan in een cycloon;
in 1861 verdween het opleidingsschip Amazone
spoorloos in de Noordzee; daarna werd de
Grosse Kurfurst, het grootste pautserschip
der Duitsche vloot, door den Köuig Wilhelm
bij Folkestone in den grond geboord, waar
door 252 zeelieden hun graf in de golven
vonden, eu in 1885 verging de kruiser Augusta
in de golf van Aden met 9 officieren en
214 manschappen, ook tijdens een hevigen
storm.
Het Duitsche eskader bij de Samoa-eilan-
den bestond uit de corvet Olga, de kruiser
Adler en de kanonneerboot Eber. De Olga
was in 1880 gebouwd en bad een bemanning
van 267 soldaten en matrozen. De Adler
had 127 man aan boord en de Eber 80. Reeds
in December verloren de Duitschers in bet
gevecht met de inlanders 15 man aan doodeu,
terwijl eeu grooter aantal ernstig werd ge
kwetst, en nu verdronken in het geheel 97
zeelieden, waaronder 7 officieren.
I e Duitsche schepen lagen met de Ameri-
kaansche oorlogsschepen de Engelsche kruiser
Calliope en een aantal koopvaardijschepen in
de haven voor Apia voor anker. Deze haven
wordt gevormd door een wijde bocht, aan
welks oevers de verschillende huizen zijn ge
bouwd, welke samen den naam dragen van
Apia, de hoofdstad van Upalu, het voornaamste
der Samoa-eilanden. Dit eiland word omgeven
door eeu gordel van koraalriffen, deels zicht
baar, deels onder den waterspiegel verborgen.
Een eng vaarwater, dat tusscben de riffen
doorloopt, geeft toegang tot de haven, die
alleen met de grootste voorzichtigheid kan
worden bereikt.
Blijkbaar zijn de schepen door den orkaan
nu op dezen riffen geworpen.^De Adler en de
Eber strandden, zoodat zij geheel verloren
gingen. Van de bemanning der Adler ver
dronken 20 man terwijl allen, die op de Eber
waren, op negen na, omkwamen. De Olga
liep op het stand en kwam er het beste af.
De bemanning leed geen verliezen terwijl er
kans bestaat, dat de boot weer vlot kqmt.
De Hiding van het ongeluk, dat in den nacht
van 16 pp 17 Maart gebeurde, werd Zater
dagochtend te Berlijn bet eerst door En
gelsche berichten van Auckland, het dichtst-