NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze «otiriuit verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A 0 0 N H E IS! E K T
Vrijdag 29 Maart 1889. N9. 75.
ADVERTEKTIES3:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Het uur der Vergelding.
Vooi Leiden, per 8 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 2 maanden 1.60.
Prijs per winner 10 ('ent.
202e Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenh contantzonder rabatper regel 0.10.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad is verzonden het
Zittingsverslag van Donderdag 14
Maart 1889.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukkeu van
den Gemeenteraad zijn de nos. 45—52
der Ingekomen Stukken verzonden.
Stads- B e r i c Ei t e
II ER - 1.1 U
BURGEMEESTER es WETHOUDERS tak LEIDEN)
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Hol landvan den 10den December 1888,
n°. U/1 Provinciaalblad n°. 80), houdende bepaling
van de tijdstippen van den herijk der maten en ge
wichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie voor het jaar 1889;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lelt. der
wet van den 7en April 1869 Staatsblad n°. 37),
tot het doen herijken van alle reeds in gebruik
zijnde maten en gewichtenonder mededeeling dat
daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Ge
meente-apotheek^ en wel:
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik
bij medicijnbereidersgoud- en zilversmeden, specie
handelaars en verdere in goud en zilver handelende
personen
voor wijk I, 11, If, IV en V, op den 26, 27 en
28 Maart,
voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op
den 29 Maart, 2 en 3 April, telken dage van des
morgens 9 tot des namiddags 3 uren;
dat voorts gedurende den herijk iu de gemeenten
van den ijkkring buiten de standplaats, zitting bin
nen deze gemeente al worden gehouden, op den 26
en 27 April, 17 en 18 Mei, 7, 8, 28, en 29 Juni,
19 en 20 Juli en 9 en 10 Augustus \an des morgens
9 tot des namiddags 3 urenen wijders na den 23cn
Augustus, iederen Woensdag en Zaterdag van 9 lot
1 uur.
Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen
a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten:
behoorlijk droog en schoon, hij den ijker op
voorschreven dagen, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen
b. dat zij, die zulks verzuimen of daarin verhin
derd worden, voormelde maten en gewichten
vóór den lstcn October nog aan den ijker, op
de daarvoor aangegeven dagen ter herijking
moeten aanbieden;
c. dat, na het eindigen van den termijn van den
herijk, het gebruiken of voorhanden hebben van
maten en gewichtenniet voorzien van de ver-
eischte stempel merkenvolgens art. 29 der bo
venaangehaalde wet, verboden en strafbaar is; en
d. dat hij het terug ontvangen van de ter ijking
aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over
tuigen of die van het goed- of af keuringsmerk
zijn voorzien.
Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dat volgens besluit van den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van den 15den
November 1888, de letter Z, in den gewonen druk
vorm, schuin gesteld, bestemd is tot goedkeurings-
merk zoowel bij den ijk als bij den herijk der maten
en gewichten, en bij den ijk van gasmeters de
Koninklijke kroon, terwijl het kantoormerk voor de
gemeente Leiden is het cijfer 7.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Leiden den 4 Januari 1889. E. KIST, Secretaris.
UEMEEVTERAAD.
Zitting van den raad der gemeente Leiden
op Donderdag 28 Maart 1889, des namid
dags, te twee uren ten raadhuize der
gemeente.
De voorzitter opent de vergadering.
Aanwezig 22 leden, nl. de heeren: Le
Poole, Van Masijk Huijser van Reenen,
Foekema Andreae, Schneither, Alma, Zaaijer,
Jnta, Zillesen, Van Buttingha Wicbeis,
Knappert, Was, Kaiser, De Goeje, llassel-
bacli, Zaalberg, Tieleman, Van Hamei, De
Sturler, Venster van Wulverkorst, Van der
Hoeven, Cock en de voorzitter.
Afwezig met kennisgeving de heeren Du
Rieu, Bool, Nijkamp en Koetser.
De secretaris leest de notulen van de
vorige vergadering en de raad keurt
ze goed.
Daarna geeft de voorzitter kennis o. a.
van de volgende
Ingekomen stukken.
1°. Dat van de op prolongatie belegde
gelden f 23000 is opgezegd, zoodat thans
nog is belegd f 03000.
2'' Adres van het Gemeentebestuur van
Leiderdorp, houdende verzoek om vergun
ning tot bet doen dempen van een gedeelte
Heerensingclsloot.
3°. Verzoeken van P. M. Van Sermondt
en de Wed. J. Bergman, om restitutie van
betaald schoolgeld, lager onderwijs.
Aan de orde is nu de benoeming van
eene derde onderwijzeres aan de school 4
klasse n°. 2. Benoemd wordt met 20 stem
men (1 briefje bleef blanco) mejnfvrouw
Maria Johanna Scheffer, adspirant-onderwij-
zeres aan de openbare school der 3e klasse
n°. 1 alhier.
2°. is aan de orde het voorstel tot wijzi
ging van de verordening op de heffing van
schoolgeld lager onderwijs.
De heer Juta viaagt het woord. Wat be
treft de mogelijkheid dat ouders van leerlingen
der lagere scholen die hunne kindereu naar
scholen van eene lagere kl issen zenden, een
hooger schoolgeld zouden kunnen betalen
merkt spreker op dat van de scholen dier
lagere klassen leerlingen cp hun twaalfde
jaar toegangsexamen afleggen voor scholen
middelbaar of hooger onderwijs, en hij meent
dat waar die onders dat hoogeré schoolgeld
aan deze laatste inrichtingen betalen dat
ook hadden kunnen doen voor de lagere
school, 't Is spreker voorgekomen dat iemand
bezwaar had hooger schoolgeld te betalen,
doch geen bezwaar zag in den aankoop van
eene velocipède van 150 gulden voor het
jongemensch. Op de school van den heer
Van Wijk, zegt do heer Juta, zijn 60 Ü70
leerlingen die zich daar bekwamen voor ad-
missieëxamen hoogere burgerschool of gym
nasium, die dus later een viij hoog school
geld ztdlen gaan betalen.
Spreker meent dat het nadeel groot ge
noeg is voor de gemeentekas om aan het
misbruik een einde te maken. De heer Juta
zal stemmen tégen het le punt van het
voorstel van burg. en weth. i m do vrijheid
der ouders iu de keuzo der school door
geene bepaling te beperken. Hij meei.t dat
de schoolcommissie zich in haar onderzoek
en rapport daaromtrent aan partijdigheid
heeft schuldig gemaakt, 't Komt hem meer
voor een bestrijden dan een onpartijdig be
handelen van de zaak.
De heer De Goeje komt op tegen de
niet verdiende beschuldiging van den heer
Juin aan het adres van de schoolcommissie,
die de zaak waarlijk met lust en ijver heeft
aangevat. Wat aangaat het betalen van hoo
ger schoolgeld op de lage re school voor hen
die later schoolgeld kunnen betalen voor
hoogere burgerschool of gymnasium der
gelijke dwangmaatregel mag niet worden
genomen. Wie weet met hoeveel moei to
en spaarzaamheid dat schoolgeld voor die
hoogere burgerschool of gymnasium zal wor
den opgebracht en of daar wellicht de ouders
niet worden geholpen. Spreker meent het
misbruik boven bedoeld niet zoo groot dat
daartegen maatregelen zouden moeten worden
beraamd. De heer De Goeje meent dat 't nu
't eenige oogenblik is de schoolgeldquaestie
te regelen, waartoe men later zoo licht niet
meer komt.
De heer Was komt eveneens op tegen de
bewering van den heer Juta als zou de
schoolcommissie partijdig hebben onderzocht
en gerapporteerd. Spreker zelf is het levend
bewijs van het tegendeelhij was aanvan
kelijk aan de zijde van den heer Juta; na
het onderzoek echter waaraan hij deelnam,
is hij van meening veranderd en acht hij
den gewenschten maatregel noch gewenscht
noch aan te bevelen.
Het stelsel van de wet berust op het
principe van schoolgeld heffen, en wel van
minvermogenden en meervermogenden. Voor
den tnsschenstand echter wordt hier geen
bepaalde school gevondenspreker meent
dat nu moet worden overgegaan tot eene
betere classificatie. Het argument van burg.
en weth. als zou 't aan bedenking onderhevig
zijn in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
waarin over den druk waaraan de minder
gegoede klasse der burgerij onderworpen is
wordt geklaagd, bij uilsluiting over te gaan
tot eene verhooging van het schoolgeld voor
een deel der minder gegoede burgerij, acht
spreker zeer gevaarlijk in een lijd als deze
waarin zoo veel ten onrechte door de kleine
burgerstand wordt geklaagd.
De voorzitter bestrijdt eenige opmerkingen
van den heer Juta, zooals dat iu hoofdzaak
reeds door vorige sprekers is geschied;
spreker meent dat de bestrijders van het
voorstel van burg. en weth. zich van de
zaak zeer gemakkelijk hebben afgemaakt en
't dan ook niet hebben weerlegd.
Spreker meent dat het geringe voordeel
voor de gemeente niet opweegt tegen de
bezwaren die 't voor de burgerklassen zal
meêbrengen; vooral niet nu eene nieuwe
wetgeving voor dit onderwijs voor de deur
staat. En vraagt spreker waartoe weuscht
men eene andere classificatie, wanneer 't niet
is om het financiëel belang der gemeente.
Hij is 't niet eens met den heer Was dat
men verschillende ieerlingen in eene zelfde
klasse verschillend schoolgeld mag laten
FEUILLETON.
14).
„Neem dan dit geld, maar zwijg. Waag
het ook niet meer om hier te komenwant
deze beurs bevat al wat ik bezit. Ik ben
niet zoo rijk als ge wel denkt, doe dus
geen nieuwe poging om geld van mij te
krijgen, want mijn middelen zijn geheel
uitgeput."
Als een roofvogel viel de oude op het
geld aan, verborg het in haar zak, en
verliet onder de onderdanigste betuigingen
van dankbaarheid het vertrekwaar zij de
schoone weduwe verpletterd achterliet.
Buiten de deur gekomen, glinsterden haar
oogen van hebzucht, en zij mompelde
zegevierend
«Die heb ik in mijn macht."
Mrs. Bance zonk in een fauteuil, een on
macht nabij en met de handen voor het
gelaat, snikte zij:
«lk heb mij zelve verraden, die oude
heeft mij in haar macht, 01 Robert,
Robert, ik heb alles om uwentwille
J»
Ondertusschen had de oude Molly de
straat bereikt, zij haalde het briefje van
Lilly uit haar zakverscheurde het in
kleine snippers en mompelde
«Zie zoo, ik heb alweer geen klagen van
daag, een beurs met goudstukken en een
diamant."
«Mr. Lawrence ging juist langs de oude
heen, en vertrad de stukjes papier, die de
overblijfselen waren van het voor hem zoo
belangrijke briefje.
Het was reeds laat op den middag, toen
zij haar huis weer bereikte. Juist wilde zij
de huisdeur openen, toen de schuttingdeur
achter haar geopend werden dokter Pratt
binnentrad.
«Waar kom je van daan?" vroeg hij de
oude op wantrouwenden toon.
«Van de stad, dokter, ik ben naar de
markt geweest," antwoordde de onde
en ging op zij om hem voorbij te
laten gaan.
Dokter Pratt vond zijne patiënte in den
hoogsten graad koortsachtig, haar pols
jaagde. Ontevreden schudde hij het hoofd
en sprak
«Ge moet u wat kalmer houdenen u
niet zoo opwinden, anders kan ik u niet
genezen."
Juist werd Lilly de oude Molly gewaar,
en zag haar met een verlangenden blik
aanmaar de oude schudde mismoedig
met het hoofd, waaruit Lilly begreep, dat
haar gang te vergeefs geweest was. Ter
neergeslagen door deze ontgoocheling, zonk
zij in hare kussens terug. De slag over
weldigde haar, zij had nu geen enkele
hoopgeen enkelen wenscli meer. Janog
één hoop bleef haar over, de oude Molly
had zij wel omgekocht, met den dokter
zou zij het ook kunnen beproeven. Wat
zij bij die oude vrouw met haar geld
gedaan gekregen had, zou haar misschien
bij dien somberen man ook gelukken
tevens kou zij door haar schoonheid en
teederheid zijn medelijden opwekken. Met
een smeekenden blik zag zij tot hem op,
en sprak
«Dokter, bij al wat heilig is, smeek
ik u, geef mij aan mijn familie terug."
«Dokter Pratt schudde het hoofd.
«Dat kan niet," sprak hij, «ik kom
hier alleen als dokter om een zieke te
behandelen, voor het overige hangt alles
af van mr. Colville, in wiens macht ge
u bevindt."
«In de macht van mr. Colville," snikte
de ongelukkige, dan ben ik verloren!"
Eenige minuten bleef zij zoo in kramp
achtig snikken liggen, toen richtte zij
zich weer op, en waagde nog een
poging.
«Dokter, geef mij aan mijn familie terug,
en ik beloof u, dat mijn vader, die schat
rijk isu op den dag mijner bevrijding uit
deze gevangenis tien duizend dollars zal
uitbetalen. Ge behoeft alleen maar naar
hem te gaan en hem te zeggen waar
ik ben."
Met een spottend glimlachje nam de
dokter een courant uit zijn jaszak en las
de arme Lilly het volgende artikel voor,
dat hij met inkt omlijnd had.
«De familie Lawrence is tot de smarte
lijke ontdekking gekomen, dat het lijk van
de onlangs gestorvene miss Lilly Lawrence
nit het familiegraf is gestolen. De algemeen
bekende rijkdom van den bankier heeft
waarschijnlijk aanleiding tot deze niets
waardige daad gegeven, om den vader een
aanzienlijk losgeld af te persen. Mr. Law
rence is daartoe inderdaad bereid, en
biedt voor de teruggave van het lijk zijner
dochter een belooniDg van tien duizend
dollars."
Wordt vervolgd.)