sï a
nieuws- KN advertentieblad voor leiden en omstreken.
r» e O» si r a uv e r s c li ij n t <i a e I ij k sl> e h a I v e o p o ii- e 11 r e e s t <1 a z e n.
A S 0 ;;i E if. t.1 T
AOVERTEHTIEH:
Woensdag 5 December iS88. V', 287.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Onschuldig Veroordeeld.
w. w. s.
p
A
V*"'
tr\
•o
Voo. Leiden, per .1 maandenf 1.25.
Franco door liet geheele rijk, per iij.inden l.tiO.
Prij* per V it miner to ft in.
-^rCÏfir-
Van 1ti repels0.90.
Klke regel meer0.15.
Uroole letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Hureel: Seheeptnakerssteejt 6.
202e Jnxrgang.
LEIIIK\, 4 Ucccmher.
Door den minister van oorlog is ter
kennis van de landmacht gebracht, dat te
rekenen van 6 December e. k., machtiging
wordt verleend om, overeenkomstig het be
paalde bij kon. besluit van 19 Nov. 1844,
n°. 46, het cijfer iu het daarbij bedoeld,
vroeger aan hem uitgereikte, otiderscheidings-
teeken te doen verwisselen, dal van XXV
in XXX aan den luit.-kolonel bij het 4e
reg. infanterie F. C. C. Bloem, Voorts
heeft de minister, krachtens de hem bij ait.
10 van bovenvermeld besluit verstrekte
machtiging met ingang van 6 December
e. k. het onderscheidingsteeken vau XV jaren
Ned. dienst als officier toegekend aan deu
le luit. bij bet 3e reg. huzaren K. H. O.
baron Van der Capellen.
Aan bet provinciaal bestuur had gis
teren de aanbesteding plaats vanbet drie
jarig onderhoud van de Qouwesluis en verder
daarbij behoorende werken te Alplien, pro
vincie Zuid-Holland, behoorende tot de wer
ken van den waterweg van Amsterdam naar
Rotterdam. Minste inschrijver was de beer
P. J. Cbristiaause te Leiden voor f 1043
per jaar.
bet onderhouden van- en het doen vau
herstellingen aan de gebouwen der rijks
universiteit te Leiden,gedurende het jaar 1889.
(Raming f28.200.) Minste inschrijver was
de heer W. Franken te's-Hage voor f27.348.
Vanwege de afdeeling Leiden der
tloll. maatschappij van Landbouw zal, bij
voldoende deelneming, iu dtzeii winter te
Leideu worden gegeven ecu cursus in liet
hoefbeslag.
Hedenmiddag viel aan de Haven,
tegenover de West-Havenstraat eene vrouw,
die daar goed spoelde aan deu wal, voorover
te water. De heer V. aldaar woonachtig,
begaf zich te water en was zoo gelukkig
de vrouw zoolang boven te kunnen houden
totdat meeidere hulp kwam opdagen en de
vrouw in veiligheid kon worden gebracht.
Morgenavond zal, ter gelegenheid van
het St. Nicolaasfeesl, op het akademisch
ziekenhuis alhier St. Nicolaas wederom ver
schijnen, begeleid door de gebruikelijke
zwarte knechts, om aan de zieke kleinen tc
brengen wat de mildheid der heereu candi-
daten in de medicijnen hen heeft toegedacht.
ni'ZIEH, LKTTKHKA KV KI VttT.
St. Nioolaa-—Concert.
Er viel gisteravond heel wat te genieten
in de Stads Gehoorzaal, op de suiréc ten
voordeele van het St. N icolaasfeesl aan
onvermogende kinderen door de commissie
voor Volksbijeenkomsten gegeven. Was bij
een ander concert de zaal gevuld geweest
als ze dat gisteravond was. de concertgevers
zouden tevreé kunnen geweest zijn. Nu
zullen ze wel dankbaar, doch niet voMaan
zijn geweest. Immers zijn er zoovele kin
deren te gedenken op het kinderfeest bij
uitnemendheid, op bet feest waarnaar we in
onze jeugd bijna een geheel jaar verlangend
uitzien, verlangend te weten wat die goede
Sint ons wel brengen zou en of hij ons ook
soms zou vergeten.
Maar de kindervriend is wel iet wat par
tijdig en de vele kinderen der geheel onver-
mogenden zouden zich op den feest
avond meedoogenloos gedisillusioneerd zien
wanneer de zaak geheel aan de» Sinterklaas
werd overgelaten, 't Zijn wel in hoofdzaak
de kinderen der gegoeden die door hem
worden bedacht. Dat is nu wel niet goed
van den grijsaard, maar hij meent zich te
moeleu gedragen naar de manieren van 't
land, hij kent de kaart en huldigt het
«'s lande wijs, 's lands eer".
Maar, kindereu van geheel onvermogen-
den, tua res agitur, uwe zaak wordt voor
u bepleit door de werkzame commissie voor
volksbijeeiikoinrtcu die door bet concert vau
gisteravond hare kas heeft willen verzwaren
om des te milder te kunnen schenken. Er
hadden ineer bezoekers kunnen zijn, meer
luiH ladigtn, maar 1-ten we tr terstond bij
voegen, meer liefhebbers vau eene recht
ouderhou lende soirée zooals di van gister
avond. Men bedenke dat zoo verbazmd
veel kinderen moeten worden verzorgd,
moeien worden ontvangen, rijk aan verlan
gen naar de dingen die komen zullen, en
moeten worden naar huis gezonden aan 't
eind van deu avond, rijk aan gesmaakt genot,
rijk aan dankbaarheid jegens de goedp inen-
schen.
Maar niet alleen de kinderen, ook het
publiek mag dankbaar zijn dat door boven
genoemde commissie eene zoo onderhoudende
soitée is ingericht. De heerlijke sjrmphonie
n°. 4 van Beethoven opende het program.
Het strijkorkest van bet 4e regiment infan
terie, versterkt door eeuige heereu dilettan
ten, onder directie van den heer Maun,
bracht deze schepping lang niet onverdien
stelijk ten gehoorc. Een woord van lof mag
vooral niet worden onthouden aan de strijk
instrumenten en bovenal aan de violen, die
de moeilijke figuren met veel kleur uit
voerden. De blaasinstrumenten stemden
bier en daar minder nauwkeurig en vooral
de fagot wilde maar niet zooals de blazer
wilde.
Maar het geheel was waarlijk goed te
noemen; het adagio vooral, hoewel we't wel
iets breeder hadden gewenscht, klonk zeer
schoon. Voor de overwinning van de moei
lijkheden in Allegro Vivace en Allegro ma
non troppo, komt den violen veel lof toe.
Allerliefst werden Gillet's composities
uitgevoerd. «Entr' Acte Gavotte" en Loin
du bal", eeu paar snoeperige nummertjes,
een paar «damesnummertjes" boorden we
achter ons zeggen. Stormachtig waren de
bijvalsbetuigingen en dat «Loinduhal" nog
eens moest gegeven worden is bijna natuur
lijk te noemen.
Het iaatste nuuimer van bet program,
Seènes Pudtiques, suite d'orcliestre van Ben
jamin Godard, was wederom >oor het strijk
orkest bestemd. We hebben deze compo
sitie meer bespoken en hebben voor de
uitvoering wrér veel lof. Wat bout en
koper betreft eu g- ueral natuurlijk
zie boven. Voorat het laatste gedeelte Au
Village" is zeer geschikt om bizonder in den
smaak te vallen.
Mej. Maria Speet kennen we bier reeds.
Ze beeft een sympathiek alt-geluid eti zon
naar onze inceuing ook 't best doen zich in
die regionen te blijven bewegen. Over de
boogcre tonen Is ze uiet altijd geheel
meesteres. We gelooveu dat Max l-ruch's
Uecil.it iv und Arie aus Armimus" voor
haar wel 't minst geschikt is. Vetl beter
zong zc fTrost" van Daniel De Lange en
«Komaucc ans L. Ti ck's Mageloue" van
Brahms. Zeer bevallig was ouk hare voor
dracht van Alt- Deutscher Lieberreiiu" vau
Meyer Helmuud en «Een Liedeken vau
Sceiden" van C. 11. Coster. We hopen deze-
dame nog vaak hier terug te zien en haar
nog zeer veel liederen te huoren zingen.
Eu nu dames en heeren, lacht niet; Wil
lem Van Zuylen, de gezellige tooneelspcler
uit Rotterdam, het troetelkind van 'i pu
bliek, zoo hier als elders, 't Is voldoende
om zijn naam te noemen en ge kunt u niet
ontveinzen dat reeds het hooren van zijn
naam u den glimlach op 't gelaat brengt,
u prettig en gezellig stemt. De commissie
beeft dan ook terecht begrepen dat Van
Zuylen er bij moest wezen, o ertuigd dat
de inteekenaren zich zouden baasten lachend
wel te doen.
De heer Van Zuylen komt op; een da
verend applaus, een glimlachen, een elkan
der aanstompen; daar isie, de verteller, de
gezellige prater. Hij noemt u den titel
van zijne voordracht „Een vrijbiljet" en om
de wijze waarop hij dien titel noemt lacht
ge wrér; 'tis een lachen van 't begin tot
'teind; eene gezellige vroolijkheid waaraan
zich geen uwer onttrekken kan.
Trouwens ge beproeft dat nok niet.
Besluiteloosheid", na de pauze, brengt u
al in geen andere stemming; om «Brug
omhoog" van prof. Stokvis lacht ge niet
ge luistert als alle anderen, met ingehouden
adem naar de zoo schoon voorgedragen
idylle, van den metselaarsknecht en de bak
kersmeid bij de opgehaalde brug.
Eene ander snaar is voor ren oogenblik
aangeslagen, een snaar van sneller trilling,
van hooger klank; en ook hierin is de heer
Van Zuylen de meesten de baas.
Een bisnummer is noodig; natuurlijk.
Aan 't applaus zou anders geen einde ge
komen zijn. Weêr over een andere boeg
wordt 't gewend en mijn eerste liefde
komt te voorschijn, eene voordracht waarin
de verteller aicb weer vau eene andere zijde
doet zien.
We hebben dus op deze soirde bizonder
veel genoten. De commissie voor volksbij-
eeiikoinslen beeft reeds daardoor zeer velen
aan zich verplicht. Moge de gulle lach
op het St. Nicolaasfeest op het ÖOOtal blijde
kindergezichtjes het loon zijn voor bare be
moeiingen en voor de bijdragen der milde
stadgeuooten.
OFFICIKKI.K 1IFKI1HTKV
Door Z. M. is aan II. Wietmann, geb.
te Bremen bei Werl (Doitscbland), mits bij
FEUILLETON.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
VAN
137).
Verstrooid greep zij naar de courant eu
wierp die, nauwelijks wetend wat zij deed,
in bet haardvuur. Een oogenblik vlamde
het braudende papier boog op, om weldra
in asch te verteeren.
De storm neemt nog toe," zei ze.
«Ja, wilt ge zoo goed zijn om, eer we
morgen weg gaanlast te gevendat er
eene kamer voor Ellen in gereedheid worde
gebracht? Ik denk, dat zij wel het liefst
in hare vroegere kamer zal logceren.
Misschien komt zij we) met ons terug.
Daar ge nu toch den vrede weuscht, beu
ik wel overtuigddat gij voor alles goed
zult zorgen."
Haar echtgenoot onbevreesd in de oogen
ziende, antwoordde de jonge vrouw;
fEllen zal alles in orde vinden; wees daar
omtrent gerust. Morgen vroeg zal ik de
noodigc beschikkingen maken."
«Gij neemt mij een zwaren last van bet
hartConstanceik ben erg vermoeid en
ga nu naar bed Hij ging naar de ann-
greuzende slaapkamer. Eeu half uur later
hoorde Constance, dat hij zich onrustig
heen eu «eer wendde: zij kwam op den
drempel van het vertrek en vroeg met goed
geveinsde leederheidKunt ge niet slapen
lieve man?"
«Neen, de storm houdt mij wakker.
Dat huilen van deli wind is ouver-
dragelijk."
«Wil ik u een slaapdrankje klaar
maken?"
«Ja, ik wou er n juist om gevraagd
hebben."
Op de tafel stond ren kistje met ge
neesmiddelen, eene soort vnn huisapotheek.
De kolonel was dikwijls iu de noodzakelijk
heid, om zijn heil te ïoekeu bij slaap-er-
wek kende medicamenten. Constance goot
nu uit een dik»ijls grbruikt desclije eenig
vocht in een glas. Hare baud was heden
bijzonder gul eu het scheen alsof bare ge
dachten met waren bij hetgeen ze deed.
In plaats van enkele druppels voorzichtig
uit het flrscbje te brengenging zij met
de medicijn te werk, alsof het slechts ge
woon drinkwater was. De gift was veel
grooler, dan zelfs een zorgeloos mensch zou
durven toedienen. Constance zag dit wel,
maar gaf zich de moeite nietom den in
houd te verminderen. Het glas werd verder
met water aangevuld eu het fleschje opzijn
plaats vezet. Met vasten tred bracht zij
het slaapmiddel naar het ledikant, waarin
de kolonel te vergeefs naar rust had ver
langd. De kamer was slechts flauw verlicht
door een zeer getemperd nachtlicht.
«Hebt ge 't wel sterk genoeg gemaakt?"
vroeg de kolonel, terwijl hij het glas van
zijne vrouw overnam
«Ja," antwoordde zij rustig.
Hij leegde het glas met een teug en
zeide toen meer voor zich zelf dan voor haar
«Nu zal ik wel rusten."
Constance keerde mar hare kleedkamer
leruu. Zij reinigde het glas eu droogde
het af. In kleine zaken war zij dikwijls
ongemeen zorgvuldig. Zij zette het glaa-je
we-ler op de gewone plaats naast het me-
dicijnkistje en ging daarna up haren stoel
bij den haard aitten.
De storm bleef met onveiminderde kracht
aanhouden en enkele witt sneeuwvlokken
vervingen of vermengden zich met den regen.
Toen het deu uur sloeg, zat Constance
nog altijd op dezelfde plaatsmaar ze
begon huiverig te wordenwant het haard
vuur was Dagenoeg geheel verteerd. In
de aangrenzende slaapkamer was alles
doodstil.
Eindelijk stond de jonge vrouw op:
eene lichte siddering overviel haar. Aarze
lend langzaam ging ze naar de gemeen
schappelijke deur der beide kamers. Op
den drempel bleef zi eeu oogenblik staan,
alvorens hem te overschrijden. Het nacht
licht gaf een nog flauwer schijnsel dan
eenigen tijd geleden. Constance naderde
het bed. Daar lag de kolonel als een uit
brons gegoten beeld. Het medicament had
gewerkt en had hem rust gebracht. Cou-
stance boog zich over hem been. Eene
opvallende zwakheid lag over zijne ge
laatstrekkeu verspreid. Zij noemde zijn
naam hij hoorde niet. Zij raakte
hem aan hij bewoog zich uiet.
Een gil outsnapte haar eo het was alsof
de echo uit den donkersten boek der kamer
haar toeriep: «Moordenares!"
Neen, dat laatste was niets dan ver
beelding
H ordt vervolgd.)