BUITEN LAN DSCHÊ BERICHTEN M j jm. Op den Haarlemmerdijk te Amsterdam in perceel No. 91, wanrin een winkel in galanteriën en speelgoed uitgeoefend werd, sprong gisteravond te circa 7 uur de brandende petroleumlamp en deelde de ge vaarlijke vloeistof zich oogenblikkelijk aan de vele licht ontvlambare voorwerpen mede, zoodat Diet alleen de winkel plotseling in lichtelaaie stond, maar de vlam zelfs tot boven den nok van het gebouw uitsloeg en terstond alle brandschellen in den omtrek in beweging gebracht werden. De brandweer onmiddellijk met een groote macht aangerukt, slaagde er echter in, met behulp van twee Vechtbrandkranen, het onheil in korten tijd te bedwingen, zonder dat er persoonlijke ongelukken bij te betreuren zijn. De winkel is geheel uitgebrand, en de bovenverdiepingen hebben schade bekomen. De geheele blus- schiug was in een groot halfuur afgeloopen. (Ml.) Op 12 dezer had te Amsterdam, ten overstaan van den notaris mr. Verekens, de vestiging plaats der Onderlinge Nederlaud- sche Waarborgmaatschappij voor zeil- en stoomschepen, ter visscherij uitgerust, opge richt op initiatief der Nederlandsche Vis- scherij-vereeniging. Directeuren zijn de heeren: J. Bekouw en C. J. B. Mijnssen te Amsterdam; com missarissen de heeren: M. Breeu te Goede reede, J. W. J. Van Harwegen den Breems te Schiedam, A. Van Rhijn te Katwijk aan Zee, T. A. O. De Ridder te Katwijk, voor zitter, Adr. IJzermans te Vlaardingen, en C. D. Zur Miihlen te Nieuwediep. De maatschappij treedt in werking met 1 Januari aanstaande. In de Oude Leliestraat te Amsterdam is gistermiddag een kind uit de tweede ver dieping op straat gevallen, zwaar gekneusd is het naar het Binnengasthuis gebracht. In de laatste anderhalve maand heeft men niet kunnen werken op het wrak der Luline, zoowel door 't ruwe weder als door den ongunstigen toestand van het water, boven de zandbank. Op 14 Sept. hebben de booten weer kunnen zuigenze haalden 8 Sp. matten, wat roest en eenig koperwerk op. Gisteren is aan de gevolgen van brand wonden, in het St. Elisabeth's ziekenhuis te Amersfoort overleden de 18-jarige dienstbode, die in den vroegen nacht van 28 op 24 Aug. jl. zich met moeite heeft gered uit de in brand staande boerenhofslede genaamd "Het Lazarushuis" nabij Amersfoort aan den Hoevelakerstraatweg, welke brand is ontstaan door het omvallen van een petroleumlampje in de bovenkamer dezer dienstbode. Den 17en Oct. a. s., den dag voorde algem. vergadering van „de Unie," zal te Utrecht een vergadering gehouden worden, teneinde te spreken over de oprichting van een christelijk instituut voor doofstommen en van een instituut voor blinde kinderen en jongelieden „Effatha." De voorloopige commissie bestaat uit de heerends. H. Beuker te Leiden, pres.; ds. J. Vonk te Maassluis, secr.doc. L. Lindeboom te Kampen. Door een zeer groot aantal ingezete nen van De Wijk, is een adres verzonden aan Z. M. den koning, met eerbiedig ver zoek dat het Z. M. moge behagen, den heer mr. G. W. baron De Vos van Steenwijk van Dickninge, lid der eerste kamer en wet houder aldaar, tot burgemeester dezer ge meente te benoemen. Te Breda is Zaterdag overleden de beer mr. C. Diemont, rechter in de arrond. rechtbank aldaar. De heeren wielrijders, die vrijwillig hunne diensten hebben verleend bij de fort- oefeningen in het land van Altena, hebben zich uitnemend vau hunne dikwijls zeer lastige taak gekweten. Onvermoeid waren zij elk uur van den dag en nacht beschik baar om berichten over te brengen. De Arnkemtche Ct verneemt, dat de hooge tweewieler nog het best voldaan heeft, vooral op de nachtelijke tochten over de dijken. Elk der heeren had drie velocipedes in het hoofdkwartier. Een der Amsterdamsche heeren was er op bedacht geweest, dat hij soms door een tamelijk breed water zou kunnen worden belet aan de hem gegeven opdracht te voldoen. Hij had een gutta percha zak bij zich die, opgeblazen, in slaat was het rijwiel drijvende te houden. Wan neer bet nu gebeurde dat hij voor eene breede wetering kwam, zwom bij met zijn drijvend rijwiel over. Ten nadeele van de koffiekuishoudster de wed. H. Abels, te Grave, is uit eene gesloten lade ontvreemd een bedrag van f 68.60, waarvan f 60 aan bankpapier, 8 rijksdaalders en dén gulden. Een bankbiljet van f 100, dat in dezelfde lade lag, doch toevallig onder eenige papieren geschoven was, werd gelukkig door de daders niet op gemerkt. Wij vernemen dat eeue conferentie, te s' llage gehouden, omtrent eene ver snelling van het vervoer tusschen Berlijn en Londen, over Venloo en Vlissingcn, voor- loopig tot eene goede uilkomst heeft geleid. Wederom J uurs zou door den genomen rnaalregel op het traject worden uitgespaard. (D. v. Z.-U. en 's Gr.) BKI.C1IS. Er zullen thans vier expedities ter opsporing van Stanley naar Afrika vertrek ken een Duitsche, een Fransche onder leiding van den reiziger Soller, een Ameri- kaausche onder bevel van den marine officier luitenant Schufeldt en een Engelsch- Oostenrijksche onder aanvoering van majoor Doduer. Terwijl de Amcrikaansche onder neming zich van Zanzibar naar de meren zal begeven, zijn de beide andere voornemens den weg over de Congo te volgen. De AIouv. Géogr., het orgaan der Congo- regeering, twijfelt echter aan het tol stand komen dezer expedities. Men schrijft uit Luik, omtrent het duel Thuillier-Lejeune: De instructie van deze zaak is met bekwamen spoed geleid door den rechter van instructie, den heer Comtraire. Het duel heeft plaats gehad ten gevolge van zekere uitdrukkingen door den heer Thuillier in een café op rekening gesteld van den heer Lejeuue. De instructie heeft over deze uitdrukkingen geloopen. Men heeft een zeker aantal getuigen gehoord. De instructie zal morgen of overmorgen geëindigd zijn. De eerste president, de heer Schuermans heeft, naar liet schijnt, verzocht dat men hem onmiddellijk het dossier zou meêdeelen. De zaak is reeds op de rol geschreven en zal den 4en of 5en October voorkomen. Naar alle waarschijnlijkheid zal het hof zich met de geschreven instructie te vrede stellen en in de zitting niemand ondervragen dan de heer Lejeune en de vier getuigen. De advocaat van Paruell zal heden in de eerste zitting der commissie, bijeen geroepen oui eene beslissing te nemen in de bekende zaak van Paruell tegen de Time», voorstellen dat eene delegatie zich naar Amerika zal begeven om aldaar ge tuigen te hooren. Mackenzie heeft bekend gemaakt, dat hij alle couranten, die stukken uit zijn brochure over de ziekte van keizer Frederik overnemen, zal vervolgen, zelfs waimeer de couranten dat doen als de brochure reeds geruiraen tijd in den handel is. FHilkll IJ H. Onder het opschrift „de twee presi denten" schrijft de spotziekte Albert Millaud in de Figaro het volgende: „Carnot heeft tot zichzelf gezegd„als president der republiek heeft mijn voorganger niet het minste succes gehad. Wat moet ik doen om niet op hem te gelijken? Een voudig dit: alles anders te doen dan hij: zijn tegenvoeter, zijn levende antithese worden. Men zal aanvankelijk deze tegenstrijdige houding niet opmerken; maar langzamerhand zal men haar gaan zien, en dan zal zij mij zoo al niet voordeel, dan toch roem geven, in tegenstelling met mijn voorganger, die het voordeel boven den roem verkoos". En waarlijk, Grévy stak de sommen, die de republiek hem gaf, op; terwijl Carnot ze in het rond strooit en meer schijnt te willen uitgeven dan te ontvangen. Grévy reisde nooit. Hij gaf de voorkeur aan het hoekje van den haard boven de betoogingen der opgewonden menigte, en hield het reisgeld liever in den zak; Caruot daarentegen reist als een dolle, en durft zelfs een bezoek niet weigeren aan het meest bescheiden vlekje van Normaudië of Daup- hiné. Grévy woonde 's zomers te Mont-Sous- Vaudrey, in zijn eigen buitentje, met één meid en ééu tuinman. Hij leefde, er goed koop van de groeuten en vruchten uit zijn eigen tuin. De kasteelen van Frankrijk vertrouwde hij niet. Hij wist, oude gierigaard die hij was, wat een verblijf daarin kost. Carnot integendeel koos dadelijk Fontaine- bleau, en nam op zich, de kosten van onderhoud uit eigen beurs te bestrijden. Grévy nam zijn schoonzoon bij zich in huis. Van Caruot's schoonzoon hoort men nooit spreken. Grévy was een philantroop iu schijn. Hij weigerde een paar stuivers aan een arme maar hij gaf gaarne gratie aan moordenaars. Carnot heeft in één jaar tijds vijf of zes hoofden op zijn actief; maar hij geeft over vloedig aan de armen. Grévy liet voor de vestiaire betalen, wan neer hij een bal of soirée gaf, en dekte de kosten der ververschingen uit de opbrenst der jassen. Carnot schijnt van plan ook dit slechte voorbeeld niet te volgen. „Beiden hebben dan ook slechts één punt van overeenkomst: hun impopulariteit!' Ouder de laatste verordeningen, in Fraukrijk uitgevaardigd, is er eene die in het bijzonder het tegengaan van bedrog in den boterhandel ten doel heeft. Bij deze wet worden speciale personen gemachtigd om overal, waar zij verkiezen, zich boler- monsters te verschaffen, hetzij de boter ten verkoop is uitgestald, in pakhuizen opgesla gen of in vervoer te land of te water be grepen is. Hiertegen mag generlei beletsel worden in de weg gelegd en alle geleidbil- jetten, ontvangbewijzen, cognossementen en declaratiën moeten desgevorderd worden ver toond. Elk genomen monster wordt het onderwerp van een proces-verbaal. Zuivere boter, gemengde boter, margarine, oleo-mar garine en vet, voor consumptie bestemd, moeten worden vervoerd in gesloten verpak king, w aarop de herkomst en aard der koop waar duidelijk zichtbaar worden aangegeven. In elk geval krijgt alle boter, voor uitvoer bestemd, een volledig overzicht harer ge schiedenis op de reis mede. Le Parti National heeft een middel gevonden om een einde te maken aan bet Boulangisme. Dit bestaat in de afschaffing van de verbanningswetten en de terugroe ping der prinsen. „Op deze wijze," zegt het blad, „zou het Boulangistisch leger, dat samengesteld is uit conservatieven en ontevredenen, als bij be- toovering wegsmelten." Het is zeer goed, zegt La Lxberti, de vlek, welke de verbanning op de republiek geworpen heeft uit te wisschen, maar dit is niet voldoende. „De kracht der vijanden van het tegen woordig regeerstelsel en het ontstaan van het Boulangisme zijn, me i kan het niet genoeg herhalen, gelegen in de algemeene ontevre- lieid, welke door een slecht bestuur ont staan is. „Daarin ligt de geheele oorzaak van het kwaad en daarin moet het geneesmiddel liggen. „Er zal niets uitgericht zijn, zoolang meu niet vast besloten zal zijn van staatkunde te veranderen, goede wetten te maken, de financiën goed te besturen, goede hervor mingen in te voeren en al de nationale belangen te bestudeeren en te beschermen, in één woord, men moet beter regeeren dan men tot heden gedaan heeft." Woensdag hebben omtrent 600 post en telegraaf beambten te Parijs eene bijeen komst gehouden, waarin eeue commissie van 8 leden benoemd werd, ten einde een petitionnement in hel geheele land aan den directeur-generaal der posterijen en telegrafen op touw te zetten, en besloten werd bij dezen gehoor te vragen om de grieven der beambten tegen de laatste lijst van bevor deringen in te breugen. Ook de hulpbeambten zijn op gelijke wijze doende om traktements-verhooging en be noeming tot gewone beambten na driejaren zonder examen te verkrijgen. De France, de Lanterne en andere radicale bladen maken door middel van verzonnen berichten en heftige artikelen van de be weging gebruik om den directeur-generaal, den heer Coulou, aan te vallen. In de Nouvelle Revue zet mevrouw Adam haar onthullingen voort, maar deze zijn evenzeer ouecht als hetgeen het blad reeds over prins Von Bismarck en den Czaar mededeelde. «rAiJii. De heer Sagasta vertrekt naar St. Sebastiaau, waar hij bij de regentes zal blij ven tot het einde van September. De ko ninklijke familie keert in de eerste dageu van October naar Madrid terug. Het antwoord van Spanje op de Italiaan- sche nota over Massowah is ontwijkend; het vermijdt uitspraak te doeu over den grond der quaestie, daar Spanje geen direct belang heelt in Abyssinië. Tevens wordt de hoop geuit dat eene schikking tusschen beide kome, waardoor de belangen van allen op verzoenende wijze behartigd zullen wordeu. ITALIË. De Agentia Stefano heeft eene dépê che uit Parijs ontvangen, waarin wordt ont kend, dat door eene mogendheid pogingen zouden gedaan worden om de onderhande lingen over eeu handelsverdrag tusschen Frankrijk en Italië te hervatten. Italië zal nimmer het initiatief tot het weder aanknoo- pen der onderhandelingen nemen. HIJIT1CHLAAII. Nadat de Reichs-Anzeiger het bericht gebracht had, dat de hofrouw voor keizer Frederik tot 15 Juni 1889 verlengd is, deelt de Norddeultche thans mede, dat nog niet bepaald is, wanneer het huwelijk van prinses Sofie met den kroonprins van Griekenland voltrokken zal worden; alleen dit schijnt zeker, dat het niet véér het aan staande voorjaar geschieden zal. In politieke kringen te Berlijn houdt hardnekkig het gerucht stand, dat tusschen den keizer en den rijkskanselier overlegd wordt, in welken vorm laatstgenoemde zich van het grootste deel zijner politieke werk zaamheden zal kunnen terugtrekken, op ge. lijke wijze als met Moltke geschied is. Zaterdag verscheen het verkiezings manifest der nationaal-liberalen voor de aan staande verkiezingen voor den landdag. Dit manifest bevat geen duidelijk omschreven programma, maar bepaalt zich tot algemeene verklaringen. Zelfs wordt daarin met geen enkel woord gewaagd van het zoogenaamde Kantell-verbond tusschen de nationaal-libe ralen en conservatieven. De minister van eeredienst Von Goss- ler is te Berlijn teruggekeerd. De quaestie betreffende de benoeming van den hoogleer aar flartnack tot professor aan de Berlijn- sche universiteit, tegen welke de orthodoxe kerkeraad protest aanteekende, zal nu dezer dagen beslist worden. Graaf Herbert Von Bismarck is uit Ostende te Berlijn teruggekeerd. De erfgroothertogin van Oldenburg is met bare dochter te Potsdam aangeko men om een bezoek te brengen aan de vorstelijke familie. Zij heeft haar intrek genomen bij hare moeder, prinses Frederik Karei, op het slot Glienicke. Uit Neuenhagen wordt gemeld, dat keizer Wilhelm Donderdag aldaar per extra- trein met een schitterend gevolg is aange komen tot het bijwonen van de manoeuvres. Van het station begaf de keizer zich onmid dellijk naar het manoevreveld om de op stelling der troepen na te gaan. Op den rit derwaarts reed de Souverein met aarts hertog Albert van Oostenrijkdaarachter volgden prins Arnulf van Beieren en de vorst van Hohenzollern, vervolgens de prin sen Hendrik en Albert van Prnisen en ein delijk prins Leopold Frederik van Pruisen met prins Alfonsus van Beieren. Omstreeks 10 uren begonnen de manoeu vres van het 3e legercorps onder bevel van luitenant-generaal Von Schellendorf. Het gevecht werd in hoofdzaak geleverd in en om Neuenhagen, welk dorp het eerst door de rechterkolonne van den aan de oostelijke zijde gemaskeerden vijand genomen werd. Gedeelten van de 6e divisie wierpen echter den tegenstander spoedig uit deze stelling terug en namen op hun beurt het dorp in bezit. Omstreeks 1 uur eindigde het gevecht, doordien de 5e en gedeeltelijk 6e divisie zich onverwacht op de linkerkolonne van den gemaskeerden vijand wierp, die door een omtrekkende beweging van het 35e re giment gedeeltelijk van de hoofdtroep was afgesneden. De keizer verzamelde hierna de bevelvoe rende officieren om zich heen en deelde hun onder anderen zijne opmerkingen omtrent de uitgevoerde bewegingen mede. Daarna volgde een défilé door al de troe pen, waarbij prins Arnulf het 52 infanterie- regiment en prins Albert van Pruisen het 2e dragonderregiment kommandeerde. De houding der troepen was uitstekend, het weder verrukkelijk. Bij de daarna gevolgde parade voerde de keizer met uitgetrokken degen het 3e legerkorps aan en begroette daarmede zijn Oostenrijkschen gast. Na afloop der parade vergezelde de keizer den aartshertog naar het station, vanwaar deze per extratrein naar Berlijn terugkeerde. Toen de trein was vertrokken, begaf de keizer zich met een klein gevolg naar Dahms- hof, waar hij aan het station door autori teiten en de bevolking hartelijk werd ont vangen. Per rijtuig werd de weg naar het keizerlijk kwartier vervolgd. Vrijdag is de keizer met talrijk gevolg naar het terrein der manoeuvres bij Jalings- felde vertrokken, waar ook de koning van Saksen en de overige vorstelijke gasten zijn aangekomen. Prins Albert van Pruisen, Regent van Brunswijk, is tot opper-scheidsrechter vooi deze manoeuvres benoemd. OOIT EVRIJH. In Oostenrijk komt de quaestie van het stemrecht der vrouwen eerstdaags as» de orde. Er zal ul. voorgesteld wordea( aan ongehuwde vrouwen en weduwen, die groote grondeigenaressen zijn, het kiesrecht voor den landdag te verleenen. Dat voor stel moet, naar men verzekert, wel eenige kans van slageu hebben. Graaf Kalnoky, de Oostenrijksche mi nister van buitenlandsche zaken, is n,8! Friedrichsruhe vertrokken, ten einde daal met prins Von Bismarck te confereeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1888 | | pagina 2