NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Donderdag 30 Augustus 1888. H°. 205. 202° Jaargang.
Bureel: Sciieepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Onschuldig Veroordeeld.
Courant versc;h ij si t dadelijks, behalve op Zon- en Feestdag-en.
ABOiysyEMEHT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door liet geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs Per Nummer 10 Cent.
ADVERTENTIES:
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad zijn de nos. 161—
173 der Ingekomen Stukken ver
zonden.
LEIDEN, 29 Augustus.
De Maasbode haalt uit een of ander
blad een twintig regels druks aan eu voegt
dat in haar nummer van heden in een hoofd
artikelgetiteld: „Het Christendom in Indië",
in. De aanhef van die aanhaling maakt het
blad aldus:
De meeste hadjiV', zegt de liberale leid-
sche Courant, .zijn domme geestdrijvers".
We zijn aan die woorden, evenals aan
geheel hel aangehaalde, volkomen vreemd en
louden ons ook wel wachten te kennen te
geven welke geestdrijvers naar onze meening
dom en welke slim zijn.
De Maasbode heeft zich dus blijkbaar
vergist iu den naam van het blad waaraan
zij de aanhaling ontleende, maar bladen als
de Maasbode, die bij gelegenheid anderen
DOg al eens op hoogen toon op vergissin
gen kunnen wijzen, hebben het recht, zich
dermate te vergissen, verbeurd.
Ons duukt wanneer 't eene aanhaling be
treft die in een hoofdartikel nader wordt
uitgewerkt, komt 't er toch wel een weinig
op aan aan welk blad de aanhaling ont
leend is. De Maasbode zal dan ook zeker
wel zoo goed willen zijn die vergissing te
constateeren.
De commissie van financiën heeft de
in hare handen gestelde verantwoording van
burg. en weth. van de inkomsten en uitgaven
dezer gemeente over den dienst 1887 eu de
daarbij overgelegde rekening van den gemeente
ontvanger onderzocht.
Het is haar tot haar genoegen gebleken
dat door burg. en weih. welwillend gevolg
ia gegeven aan den ten vorigen jare geuiten
wensch dat de bijlagen der rekening derwijze
mochten worden ingericht, dat kon worden
nagegaan hoeveel was uitgegeven, uiet slechts
op eiken begrootingspost in zijn geheel, maar
ook op de onderdeelen waarin deze bij de
memorie van toelichting was gesplitst. 1 hans
kan met betrekking tot de gewichtigste uit
gaven worden geconstateerd dat ook de ra
ming dier ouderdeelen niet was overschreden.
Na overleg met de commissie van fabri
cage geven burg. en weth. den gemeenteraad
in overweging aan M. II. Fontein, op diens
verzoek, te vergunnen een gedeelte der open
bare straat in het Gefalijde Bagijnhof vóór zijn
perceel no. 16, groot ongeveer 14 centiaren
in gebruik te nemen, mits de grond behoor
lijk door een hekje wordt afgescheiden en
tegen betaling van een recht vanf 0.50 's jaars.
Naar aanleiding van een schrijven van
het college van curatoren van het gymnasium
alhier stellen burg. en weth. den gemeente-
raad voor dal reeds met ingang van 1 Jan.
1889 aan P. Fijn van Draat, leeraar in de
Engelsche taal aan het gymnasium, de peri
odieke tractementsverhoogingen, tot f 1400,
toe te kennen.
Krachtens art. 5 der verordening van 5
Juni 1879, regelende het getal leeraren ver
bonden aan het gymnasium en het bedrag
hunner jaarwedden, heeft de gemeenteraad
zich de bevoegdheid daartoe voorbehouden,
evenals om in buitengewone gevallen de jaar
wedden te verhoogen.
De bedoelde leeraar is als zoodanig aan
gesteld met 1 Januari 1887, op eene jaarwedde
van f 1000, zou met 1890 in het genot
komen eener jaarwedde van f 1200, welke
met 1893 tot f 1400 zou worden verhoogd.
Hij heeft evenwel, sedert hij als leeraar
optrad, getoond volkomen voor zijne taak
berekend te zijn en voldeed in alle opzichten
aan de goede verwachtingen die curatoren
aanvankelijk van hem koesterden.
Bij de in het vorige jaar en onlangs ge-
houdene examens bleek hij met uitstekenden
uitslag als leeraar te zijn werkzaam geweest
en kwam dit reeds ten vorigen jare in het
bizonder uit, toen hij in het midden van
den cursus moest aanvangen met onderwijs
te geven aan leerlingen wier vorderingen te
wen8chen overlieten.
Het streven van curatoren is nu als blijk
van ingenomenheid met de wijze waarop hij
zijne taak vervult, eene poging te doen om
zijne jaarwedde meer in overeenstemming
te brengen met die van de leeraren in het
Fransch en Hoogduitsch en burg. en weth.
steunen die pogiug.
Op den verjaardag van ous prinsesje
op Vrijdag a. s. zal bij gunstig weder eu
indien de parade op het Schuttersveld plaats
heeft, na afloop der parade op Zomerzorg
eene matinee musicale worden gegeven door
de kapel van het 4de regiment alhier onder
leiding van den heer Mann.
Des avonds zal eveneens bij gunstig
weder op Musis Sacrum eene buitenge
wone muziekuitvoering worden gegeven, aan
geboden door het corps offlcieren der d.d.
schutterij alhier, en wel aanvangende te
halfacht.
De le luit. Van Lilaar, van het 4e
eskadron 3e reg. huzareD, in garnizoen te
Amsterdam, is overgeplaatst bij het depót
eskadron alhier.
Op de internationale hygiënische ten
toonstelling te Oslende werd de firma San
ders en Co. met de gouden medaille bekroond
voor hare „médicinale zeepen."
Gister herdacht de heer J. L. J. Bi
chelle te Zoeterwoude den dag waarop hij
zich vóór 25 jaren als geneesheer aldaar
vestigde. Die dag mocht niet onopgemerkt
voorbijgaan en allerwege was dan ook de
vaderlandsche vlag uitgestoken.
In de school der Eerw. Zusters Francis
canessen werd de jubilaris door bruidjes
binnengeleid en werden hem en zijne hem
begeleidende echtgenoote liederen toegezongen.
In de woning van den jubilaris hadden
zich in afwachtiug van zijne komst allen
vereenigd die hem daar met dit feest wilden
geluk wenschen, terwijl hem door de kinde
ren der parochiale jongensschool eene ovatie
werd gebracht. De schooljeugd werd door
den heer Richelle naar behooren onthaald.
Onder de talrijke geschenken den jubilaris
vereerd was er een dat bizonder de aandach^
trok en wel dat van ruim 150 ingezetenen
Tegen den avond werden toebereidselen ge.
maakt om des feestdag waardig te besluiten.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
't Was gisteravond op het vierde en
laatste buitengewoon harmonie-concert van
den heer Mann, naar 't zich 's morgens liet
aanzien, nog aardig bezet.
De zaal en het geboomte van Zomerzorg
beschutten de bezoekers voor den vrij guren
wind; voor den later na 't 6de nummer
van 't programma vallenden regen vermocht
noch 't een noch 't ander het publiek te
beschutten zoodat ieder maakte dat hij in
de zaal een plaatsje kreeg.
Een uitmuntend programma werd heerlijk
afgespeeld, vooral ook Mann's Fantaisie snr
des motifs de Faust." De Fragmente aus
dem Musik-Drama die Walküre" hebben we
niet kunnen ontdekken, maar meenden daar
voor in de plaats te hooren „La bénédictiou
des Poignards" uit de Hngenoten.
We meenden over 't geheel op te merken
dat de artisten vermoeid waren, 't Klonk
nu en dan wat mateen en ander brachten
we in verband met de dezer dagen gehouden
marschen met den troep.
Programma van de muziekuitvoering op
Musis Sacrum, op Donderdag 30 Aug., te
halfacht, door het stafmnziekcorps van het
4de reg. inf., directeur de heer J. G. H.
Mann. 1ste afd.N°. 1. Marsch
over de Liederen „Le Bi du Bout du Banc",
„Fischerin du Kleine" en „de Meisjes
van Breda", (1ste uitv.) 2. Ouverture:
„Berlin, wie es weint nnd lacht", A. Con-
radi; 3. „Wien, Weib und Gesang", Wal-
zer, Joh. Strauss; 4. Fantaisie sur des Mo
tifs de „Lakmé", Opéra de Léo Délibes, J.
G. H. Mann. 2de afd.: N°. 5. Ouver
ture: „Quillaume Tell", G. Rossini; 6.
Fantaisie fiber Lieder von Schumann, J.
G. H. Mann; 7. a. Romance (Feuille d'AI-
bum) transcrite pour Piston-Solo par Mann,
H. Vienxtemps; b. Arabische Serenade, O.
Langey; 8. Fantaisie fiber Motive aus der
Oper «der Freischütz" von C. M. v. Weber,
J. 6. H, Mann.
Nader vernemen wij, dat de toestand van
den dichter Hofdijk, die zich sedert 1 Mei
le Arnhem gevestigd beeft, teneinde zijne
laatste levensjaren in de schoone Geldersche
natuur door te brengen, van dien aard is,
dat eiken dag het ergste voor zijn leven is
te verwachten. Zijn zwakke toestand is in
de laatste dagen aanmerkelijk toegenomen.
(Am. Ct.)
Koning Oscar zal den 2en Sept. in
persoon het Oriëntalistencongres te Stockholm
openen. Het congres zal tot 13 Sept. bij
een zijn en zich in 5 secties splitsen.
OEFICIEELE BERICHTEN.
Door Z. M. is aan mr. E. R. H. Regout,
ambtenaar van het openbaar ministerie bij
FEUILLETON.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
VAN
w. w. s.
70).
De houding van madame werd eenigszins
teruggetrokken. Zij was er de vrouw niet
Mar om te vertellen, wat haar in ver
trouwen was medegedeeld. „Vergeef mij,"
rei ze, „ik kan u wel inlichtingen geven
omtrent miss Grey, maar niet omtrent hare
fimilie-saugelegeubeden, neen, verder dan
de jonge dame ga ik niet. Zij staat alleen
op de wereld en heeft goed bloed in de
sderen, meer kan ik u niet zeggen."
„En dat is ook geheel voldoende," zei
miss Fortes ongeduldig. „Me dunkt, tante
Maitland, dat u nu alle vragen, die noodig
waren, hebt gesteld. Wees zoo beleefd,
madame, en roep nu miss Grey."
Madame gehoorzaamde. In de dames-
werkkamer was het dien morgen niet bizonder
tuttig toegegaaneen paar onhandigheden
ran een der naaisters had van den kant
van madame eenige harde woorden uit
gelokt, die niet alleen de schuldige maar
ook de andere modisten betroffenwant
madame hield er nog al veel van, om hare
aanmerkingen in het algemeen te maken.
Zoetsappig waren hare woorden niet geweest
want zelfs het gelaat van miss Grey droeg
de sporen van het doorgestaan verdriet.
Bij het zien van miss Fortes helderde haar
gezicht een weinig op en een lachje kwam
weder om haar mond. Eer zij nog een
woord had kunnen spreken, eer tante
Maitland hare wel doordachte aanspraak
kon beginnen, was Lilia haar reeds tege
moet geijld met de woorden„Lieve miss
Grey, gisteren heb ik begrepen, dat gij
niet ongeneigd zon zijn dit modemagazijn
te verlaten, als u een betere betrekking
werd aangeboden. Nu, zulk een betrekking
beb ik voor u gevonden. Ik stel u voor,
de betrekking van juffrouw van gezelschap
te aanvaarden bij een zekere miss Lilia
Fortes, eeu niet zeer aangenaam en boven
dien ziekelijk persoontje, tegen een salaris
van zes honderd dollars per jaar."
„Een aardig sommetje, niet waar, als
men in aanmerking neemt dat daarvoor zoo
goed als niets behoeft gedaan te worden?"
luidde de opmerking van tante Maitland,
die iets naderbij kwam. „Ik koester de
hoop, mejuffrouw, dat zooveel goedheid
door n op den rechten prijs zal worden
gesteld."
Lilia kou niet nalaten te glimlachen over
tante Maitland's wijze opmerking en over
Ellen's verwondering en verwarring; eender
mooie handen van het meisje tusschen hare
beide handjes nemend, ging zij voort:
„Reeds een paar jaar lang hebt gij voor
madame onvermoeid gewerkt, zou eene
verandering u niet aanslaan? Zijt ge niet
een weinig afkeerig geworden van zulk een
aanhoudend tobben? Ik heb een gezel
schapsjaffrouw noodig en ik gevoel dat
gij daarvoor beter geschikt zijtdan iemand
anders.
„We hebben u misschien wel iets te
haastig overrompeld. Welnu, denk een
oogeublik over de zaak na, terwijl ik in
het magazijn met madame mij beraden ga
omtrent eeu paar nieuwe toiletbenoodigd-
heden."
Tante Maitland half tegen haar zin met
zich voerendverliet zij de kamerom
Ellen in de gelegenheid te stellen over het
gedane voorstel bedaard na te denken.
Zonder twijfel was het aanbod even streelend
als onverwacht. Maar zymocht zij onder
het dak komen van Gerald Fortes, van den
man, die op haar gezicht in onmacht was
gevallen? Had de kolonel Dnfart haar
niet gezegd dat zij den naam „Gerald
Fortes" moest haten? Dat alles was waar.
Maar de kolonel verbleef in den vreemde
en zij was het moede geworden om langer
op zijne terugkomst te wachten. Ook kon
zij 't nooit vergetendat hij in de ure van
de bitterste verlatenheid haar aan haar
eigen lot had overgelaten. Zij voelde zich
al zeer weinig geneigdom voor zijne per
soonlijke opvattingen in de bres te springen
en zijue geheimzinnige, raadselachtige uit
leggingen als hinderpalen te beschouwen
voor haar gelukwanneer haar de gelegen
heid werd aangebodenhaar zoo moeilijk
leven te veraangenamen.
De kolonel had het niet der moeite
waardig geacht haar de reden van zijn
haat te verklaren, moest zij zich dan, door
die waarschuwing alleen, laten terughouden
tot verbetering van haar lotP
Maar ook aan iets anders moest gedacht
wordenin de woning van Gerald Fortes
was zij nagenoeg zeker Danton Moultrie te
zullen ontmoeten. Moest zij daarvoor terug
schrikken? Neen, waarlijk niet.
(Wordt vervolgd.)