NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Woensdag 15 Augustus 1888. If9.192. 202° Jaargang.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
I
IIele Courant verschijnt dageIijksbehalve oKou- en Feestdageu.
ASOi^EMEfiT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.fiO.
Prijs per Xniüuier 10 Cent.
ASVERTE WTIEN:
Van i6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bnreei: Scheepniakerssteeg 6.
Stads- Berichte n.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN
Gezien hel adres van P. G. TIMP, hou-
lende verzoek om vergunning tot het plaat-
<tn van een gasmotor van drie paardenkracht
m liet perceel Van der Werfslraal n°. 15.
Gelei op de artt. 6 en 7 der wel van 2
Juni 1875 Staatsblad n° 95);
Geven hij deze kennis aan hel publiek dat
genoemd verzoek, mei de bijlagen, op de Se
cretarie dezer gemeenie Ier visie gelegd is;
alsmede dal op Dinsdag den 28en Augustus a.s.,
's«oormiddags le elf uren, op hel Raadhuis,
gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren
legen dal verzoek in te brengen.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
N L. J. VAN BUTT1NGHA WICHERS,
Welhr.l". Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden14 Augustus 1888.
LEIBEN 14 Augustus.
Door curatoren der rijks-universiteit
ii in het vorige jaar medegedeeld aan den
iw dezer gemeente dat de minister van
hmnlandsche zaken hun college heeft uit-
geuoodigd met bet gemeentebestnur van Lei
den eene regeling te treffen volgens welke
de jaarlijksche beproevingen der buiten de
universiteitsgebouwen gelegen brandkranen
door de gemeente en op hare kosten worden
d, met verzoek le mogen vernemen
gemeentebestuur tot het maken van
zoodanige regeling geneigd zoude zijn.
Burg. en weth. zijn daartoe geneigd in
dien de brandkranen op kosten van het rijk
zonden worden gemaakt van dezelfde afme-
als die van de gemeente, om in voor
komende gevallen de slangen van de gemeente
kunnen aanschroeven. Nu is die veran-
ering reeds aan den rijksbouwkundige op
gedragen, zoowel voor de kranen die binnen als
voor die buiten de gebouwen liggen. Ver
mits het aantal brandkranen 50 bedraagt en
in den regel de beproevingen tweemalen
'sjaars plaats hebben, kunnen de jaarlijksche
kosten op f 800 worden geraamd.
Burg. en weth. geven nu den raad in
overveging te besluiten dat de brandkranen
elegen in gemeentegrond voor de rijks-
jOiversiteitsgebouwen en op de binnenpleinen
en terreinen dier gebouwen, ter beschikking
worden gesteld van de gemeente en dat de
jaarlijksche beproevingen zullen geschieden
vanwege de gemeente en voor hare rekening
en ons college te machtigen eene daartoe
strekkende regeling met H.H. curatoren der
rijks-universiteit aan te gaan.
Na overleg met de commissie van fabricage
stellen bnrg. en weth. den gemeenteraad voor
aan mej. H. Maas, wonende Kalvermarkt
no. 8 alhier, vergunning te verleenen om
een riool van baar huis op den Zuidsiugel
no. 13, te doen uitloozen in de gracht al
daar, een en ander (e doen bewerkstelligen
onder toezicht van den gemeentearchitect en
alle kosten door haar te dragen.
Nog geven burg. en weth. den gemeen
teraad in overweging aan J. G, Crama en
J. J. Laman vergunning te verleenen tot
het leggen van twee bruggen over en een
spoelstoep in de Heerensingelgracht, onder
in het rapport genoemde voorwaarde
Bnrg. en weth. geven in overweging voor
herstellingen aan gemeentescholen, waaraan
de gebreken eerst bij de jaarlijksche schoon
maak aan den dag kwamen, volgn. 135,
kosten van het in stand houden van school-
localen van de begrooting voor 1888 te
verhoogen met f 150, te vinden door af
schrijving van dit bedrag van den post
onvoorziene uitgaven. De herstellingen
worden geraamd op f 350.
Voor de benoeming van drie leden van
bet college vau zetters van 's rijks directe
belasting, door het aftreden volgens rooster
van de heeren J. Filippo Hz. W. Kok en
H. P. Kelder, stellen burg. en weth. voor
de volgende drie dubbeltallen aan den heer
commissaris des konings in te zendeD, als
le. Jan Filippo en Antonius Gerardus
Hessels.
2e. Willem Kok en mr. Louis Herman
Jan Lamberts Hurrelbrinck, en
3e. Hendrik Philippus Kelder en Willem
Cornells Mulder.
In de vergadering van den gemeenteraad
van 26 Juli II. werd besloten de stukken,
betrekkelijk de verordening, regelende den
werkkring der commissie van financiën,
vastgesteld in de zitting van 28 Jnni 11.,
in handen te stellen van de commissie voor
de huishoudelijke verordeningen, ter fiDe
van bericht en raad.
Zulks geschiedde naar aanleid'ng van een
schrijven van gedeputeerde statendd. 16/18
Juii 11., waarbij de gemeenteraad namens
den minister van binnenlandsche zaken wordt
uitgenoodigd, in te trekken het tweede lid
van artikel 1 van bedoelde verordening,
luidende
Het lid van het dagelijksch bestuur, spe
ciaal met de voorbereiding der financiëele
zaken belast, is voorzitter van de commissie
van financiën".
De commissie voor de huishoudelijke ver
ordeningen vleit zich in haar rapport te
kunnen aantoonen dat van het in strijd zijn
met de wet, bij de door den gemeenteraad
met 18 tegen 6 stemmen aangenomen be
paling in de verordening, geen sprake kan
zijn, hoewel gedeputeerde staten en de
minister van binnenlandsche zaken van oor
deel zijn dat dit wèl het geval is.
De commissie geeft in overweging alle
stukken en adviezen op deze zaak betrek
king hebbende toe te zenden aan ged.staten
en aan den minister, met eerbiedig verzoek
om naar aanleiding van deze beschouwingen
de zaak in nadere overweging te willen
nemen.
Mocht de minister bij zijne meening blijven
volharden en de koning, op voordracht van
zijne excellentie, de verordening vernietigen,
dan zou de rapporteerende commissie den
gemeenteraad dringend in overweging geven
de volgende motie aan te nemen
„De raad,
Overwegende, dat de bepaling van het
reglement van orde voor de vergaderingen
van burg. en weth., waarbij de verdeeling
van de werkzaamheden ouder de leden van
het dagelijksch bestuur, niet aan dat col
lege, doch alleen aan den burgemeester is
opgedragen, in strijd is met den geest der
gemeentewet en met het belang der ge
meente, noodigt bnrg. en wetb. nit die be
paling in het reglement van orde te wijzi
gen en het aldus gewijzigd reglement van
orde aan den raad ter goedkeuring voor te
dragen".
Ten slotte geeft de commissie den raad
in overweging, om zoo spoedig mogelijk in
de verordening van 28 Juni II. deze wijzi
ging te brengen, dat zij niet, zooals bij
die verordening is bepaaldin werking zal
treden op den 4den September 1888, doch
op 1 Januari 1889.
Gedetacheerdbij het militair hospi
taal alhierde officier van gezondheid 2e
kl. K. E. Ziegeler te Leeuwarden.
Bij de in Noord-Brabant te houden
groote manoeuvres zal met de betrekking
van chef van den geneeskundigen dienst wor
den heiast de dir. off. van gez. 2e kl. dr.
De Meijer, uit Leiden.
Dinsdag den 21 en dezer zal de Zeer-
Eerwaarde heer Joannes Bots den dag her
denken waarop hij vdór 25 jaren beDoemd
werd tol pastoor der parochie van O. L.
Vr. Hemelvaart alhier. Tot dien datum
was de jubilaris sedert 1856 pastoor te
Ylissingen.
In het pand Oude Singel n°. 30 (uaast
de Lakenhal) is de tentoonstelling geopend
van voorwerpen betrekking hebbende op de
pelgrimvaders. De entrées (25 cents) zullen
strekken ten voordeele van de 8 October-
vereeniging. De tentoonstelling is eene
bizonder belangwekkende en zeer zeker bi
zonder aan de orde van den dag. 't Zal
er dan ook zeker aan bezoekers niet ont
breken. Ze is geopend van 104 ure.
Hedenmiddag te ongeveer half een
hoorden de bewoners van den Ouden Rijn
hulpgeroep en weldra bleek dat een jongen
te water was geraakt. Men stak het ventje
een paar stokken toe waaraan men hem
naar den wal trok en zoo op 't droge
haalde.
Te Bennekom is Zaterdag op bijna
79jarigen leeftijd overleden de heer Jozua
Valk, van wiens werkzaam en nuttig leven
bij meer dan eene gelegenheid met ingeno
menheid gewag is gemaakt. De overledene
werd 22 Sept 1828 onder den hoogleeraar
ReiDwalt aangesteld bij den Hortus Botanicus
te Leiden en hij herdacht dien hoogleeraar
steeds als den man, die hem zijne oprechte
liefde voor de plantenkunde had ingeboezemd.
Toen dr W. H. De Vriese den heer Rein-
waldt als directeur van den Hortus opvolgde
werd Valk belast met het kweeken van de
eerste kina-planten, die voor Ned-Indië
bestemd waren. Genoemde hoogleeraar
schetste hem in zijne werken, o. a. in de
Flora van Nederland, als een uitstekend
FEUILLETON.
Onschuldig Veroordeeld.
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
VAN
w. w. s.
«Dan zal ik op haar wachtenant-
voordde miss Grey. Zij trad in de ruime
jwmeren vestibuleen volgde den bediende
™P een trap van bet sierlijkste hontsnij-
voorzien. Al de gangen en trappen
'osschenruimten waren zacht verwarmd,
|a overal had men een niet scherpenmaar
«lijken geur. Als men van buiten kwam
P dit gore Novemberweer en dsn dit huis
Menging, dan ondervond men zoo'n ver-
Hiend, aangenaam gevoel, alsof men op
"a* een andere wereld betrad.
Dp een portaal gekomenopende de
Wiende een deur en even zijn hoofd in
k stekendekondigde hij aan
Ion" d'ne met een boodschap voor miss
Ren oogenblik later en Ellen bevond
'e het boudoir van de eenige dochter
en erfgename van Gerald Fortes. Het was
een sierlijk vertrek, met donkerrood behang,
afgezet met mat goud, een mollig tapijt,
insgelijks donkerrood, bedekte den vloer,
en het zacht getemperd licht van een fraaie
kroonlamp verspreidde een aangenameu glans
door de kamer. Kostbare schilderstukken
hingen tegen den wandin den eenen hoek
der kamer stond een smaakvol, Japansch
kabinetje met allerlSi curiositeiten uit den
vreemdein den anderen hoek een prachtige
piano van ingelegd ebbenhout. Een groot
Japansch vuurscherm paste met zijn ver
sierselen van roodgoud volkomen bij de
met goud afgezette donkere meubelen en
zware damasten gordijnen. Meubels en
vensternissen bestonden uit gebeeldhouwd
zwart ebbenhout. Op de sofa zat, met een
boek in den schooteene deftigenog al
gezette oude dame. Zij had bij het openen
der deur even opgezien en zeide tot de
binnengekomene dame: „Hoe vaart u?
Ha ja, 'tis waar ook, ik geloof dat ik n
meer gezien hebis u niet een der modisten
uit het Fransche modemagazijn Zoo
sprekend, bracht zij haar gouden lorgnet
voor de oogenom de modiste beter te
kunnen opnemen. „Ge wenschtet mijn
nicht te spreken, niet waar? Lilia is op
het oogenblik niet thuis, zij is met het
rijtuig uitgegaan." Ellen zeide het doel
van haar komst.
„Ga zoolang zitten en wacht tot zij
thuis komt," antwoordde de oude dame.
„Ik weet niet welke kant ge bedoelt en zij
wordt altoos boos, als ik mij met hare
toilet aangelegenheden bemoei. Ik kan n
niet helpen, ge zult das geduld moeten
hebben tot Lilia terugkomt."
Daarmede was de toespraak afgeloopen
de oude dame nam haar boek weder op en
Ellen nam plaats op eenen stoel, die tegen
den wand stond. Tegelijkertijd treurig en
begeerig nam Ellen nu de geheele kamer
op. Hoe lang was het wel geledendat
zij in zulk een vertrek was geweest? Het
was alsof de kamer met rozengeur vervuld
was, de bronzen pendule van antieken vorm
boven den zwart marmeren schoorsteenrand,
gaf met zilveren stem het uur aan, en een
klein allerliefst hondje zag haar, van nit
zijn met witte zijde gevoerd mandje, ver
wonderd aan. Ellen gevoelde zeer het
gemis aan rijkdom en weelde, vooral op dit
oogenblik.
Het wachten duurde vrij lang; toch kon
Ellen niet zonder het verlangde naar het
atelier terugkeeren. Eindelijk hoorde zij
een rijtuig voor de woniDg stilstaan en kort
daarop verscheen Lilia Fortes, het eenige
kind van den geleerdsten en meest ge-
achten rechter van Boston, in haar elegant
bondoir.
Lilia Fortes was een klein schepseltje,
met een zeer kinderlijk gezichtje en nu
geheel gehuld in fluweel, zijde en bont
werk. Op schoonheid kon de jonge dame
weinig aanspraak maken. De gelaatstrekken
waren onbeduidend, een waas van ziekelijk
heid lag over het gezicht, de wangen waren
kleurloosalleen gaven een paar buitenge
woon groote zwarte oogen eene eigenaardige
bekoorlijkheid aan hare verschijning. In die
oogen lag iets verwonderlijks, alsof ze
altijd iets zochten en men wil wel eens
zeggendat zulke oogen een kortstondig
leven voorspellen.
Bij het zien van Ellen riep zij vroolijk
nit: „O, zijt gij hier, lieve miss Grey,
zit gij hier op mij te wachten?"
Miss Fortes was, zooals meer eenige
dochters zijn, die het voordeel hebben een
rijken, liefhebbenden vader te bezitten, vol
van luimen en zeldzaam was zij tegen iemand
zoo lief en zoo vriendelijk als tegen deze
mooie, maar arme naaister.
Wordt vervolgd.)