NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. exe (on ril ut verschijnt dadelijks, behalve op Kon* en Feestdagen. ASOHÜERIEHT: Woensdag 8 Augustus 1888. £J". 186. 202c Jaargang ADVERTEHTIEN: Uitgevers: Gebroeders Muré. Onschuldig Veroordeeld. Voor Leiden, per 3 maanden1.25, Franco door liet geheele rijk, per 3 maanden l.ttO. i'rijs per \uiiimer 10 (ent. Van 16 regelsf 0.90. Like regel meer1 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Mcheepinakertoiteeg 6. Stad 8-Berichten. PATENTBLADEN. Ds BURGEMEESTER, hoofd van het bntuur der gemeente LEIDEN, brengt ter kennis van belanghebbenden,dat de patent- bUden «an KoffiehuiahoudeuSlijten en Iepptrt, dienst 1888/9 «oor de wijken 1 lot ca met 9 bij het College van Zetters, ia een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente op vertoon van het aanslag biljet, ingevolge art. 25 (5e lid) der wet tin 21 Mei 1819 Staatsblad n°. 31) moet blijken, dat de helft van den aausiag over het dienstjaar is voldaan, verkrijgbaar zijn op Woensdag 8, Donderdag 9, Vrij dag 10 en Zaterdag 11 Augustus e. k., telkens des namiddags van een tot drie nren, terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uit reiking moeten worden afgegeven aan de deorvairders der directe belasting alhier, kt voor hunne moeite mogen eischen tien tato, zonder meer. Eu geschiedt hiervau afkondiging door plaatsing in de Leidtcée Courant. De Burgemeester voornoemd, N. L. J. VAN BUTTING 11A WICI1ERS, Weth'.1°. Burgemeester. Liiden, 7 Augustus 1888. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN brengen bij deze Ier ilgemeeue keunis dat de passage over de groote Havenbrug, liggende over de Heerengracht tusschen de Haarlemmerstraat e» de Havenop Woensdag 8 Augustus IBM, voor alle verkeer zal zijn af gesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd; N.L.J. VAN BUTTINGHA WICHERS, Wethr., 1°. Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Lzidxn, den 7 Augustus 1888. LEIBKJI 7 Augustus Gedurende de maand Juli is de Kin derbewaarplaats alhier door S98 kinderen bezocht. On this spot Lived, taught and died John Robinson 1611 1625. (Slot.) Weldra was Robinson in Leiden als een edel burger en aan Leidens beroemde hooge- school als een bekwaam godgeleerde geacht en spoedig ook kouden zich de uitgewekenen itt het nieuwe vaderland een voldoend be staan en de achting hunner medeburgers verwerven en zelfs kort voor hou vertrek legde de magistraat de verklaring af dat .deze Engelschcn nu twaalf jaren onder ons gewoond hebben, en niet een enkel geding of klachte tegen een hunner is ingekomen." Toch haakten zij naar eene andere omge ving, naar de mogelijkheid om hunne levensrichting en zeden, waaraan zij zelve zoo gemoedelijk vasthielden over te brengen ook tot hunne afstammelingen, die nu den invloed van den omgang met de toenma lige Hollanders, met hunne veel vrijer zeden niet koudeu ontgaan. Zij weusebten zich dus terug te trekken in oorden waar zij zich hierop kouden beijveren zonder vrees voor stoornis van buiten af. Daartoe werd op Amerika het oog gesla gen, op een gedeelte waar zij hoopten den grond te kunnen leggen tot eenen staat, ge vormd naar hunne bisoudere levensrichting en waar tevens de taal en de wetten van hun volk zouden kunnen bewaard blijven. Tot het vertrek van allen waren echter geen voldoende middelen bijeen. Een gedeelte zou dus den overtocht maken. De overigen brachten hen tot Delftshaven waar aan de haven eeu hartelijk afscheid werd genomen en toen liet schip uit het gezicht was, togen de achterblijvcnden, onder Robinson, wederom per trekschuit naar Leiden terug. VV aren de eerste pelgrims vertrokken met de schepen .Mayflower" en .Speedwell," later werd een tweede gezelschap overgebracht met de schepen .Ann" en .Little James." Ie Plymouth, in Engeland, werd voet aan wal gezet en aangezien dit de laatste plaats was die zij in Engeland betraden gaven zij aan hunne vestiging op Atncrika's kust den naam van Nieuw-Plymouth. Nog véér de schepelingen, ten getale van 100, na eene langdurige reis te Cape Cod, op de Oostkust van Noord-Amerika waren aan wal gestapt, gingen zij eene verbiudte- nis aan dat zij zouden vereeuigd zijn tot één lichaam en zich zouden onderwerpen aan zulk een bestuur als zij met genteene toestemming zouden goedvinden te kiezen; onder die verklaring werden de handtee- keniiif-en der opvarenden gesteld. Later voegden zich bij hen, die daarna uil Holland vertrokken zijn. Na harden strijd om het bestaan is de streek waar de kolonisten zich hebben neergezet de kiem geworden waaruit de andere staten vgn Nieuw-Engeland zijn voortgesproten. Van uit Boston bereikt men in twee h drie uren de plaatsen aan welke de herinnering der pelgrims verbonden is. Naar de Hollandsche stad waarin de vluch telingen zoovele jaren een toevluchtsoord hadden gevonden werd aan de hoofdstraat van Plymouth de naam van Leydenstreet gegeven. Van uit de Leydenstreet daalt men af naar liet zeestrand, naar de .Rots der Voorvaderen" waar de pelgrims in No vember 1620 het eerst voet aan wal zetten. üiëciioon het Hobinsun, die het zich teo plicht had gesteld telkens bij de minder be deelden terug te blijven, zeiven niet vergund was in het beloofde land in te gaan, het hoogste ideaal dat hij zich gesteld had, is hij bet voorzeker geweest die lot de slich ting der kolonie het meest heeft bijgedragen, omdat het de Leidsche Brownistengemeente was die tot de stichting was uitgegaan en John Robinson van die gemeente de ziel mocht worden geacht. Robinson overleed op den len Maait 1625, zeer zeker tot grievende smart van de Ante- rikaansche als van de Leidsche gemeenteleden, en van zijne overige stadgenooten, bij wie hij in achting stond. Wél heeft zich eeu zijner zouen, Isaack, waatschijnlijk in 1630, naar Plymouth begeven en werd hij daar een geacht man en getuige van de groote uitbreiding der kolonie en der Congregatio- nalisteu. Is 't dus wonder dat zoovele afstamine- li tgen van de pelgriinvadcrs naar Leiden overkomen om nog eenmaal de plek te be treden waar de ontwerpers der koloitisalie hebben gestreden voor hunne beginselen? Is 't wonder ook dal, nu een gezelschap beeren en dames, leden van de Holland Society te New-York, eerstdaags een bezoek zullen brengen aan Nederland en ook aan Leiden, in onze sleutelstad, die de pelgrim- vaders eenmaal onder hare poorters telde, mannen zich hebben aangegord om de ont vangst zoo hartelijk mogelijk te maken, en zou 't wonder zijn indien onze stadgenooten die maunen door milde bijdragen daartoe ruimschoots in de gelegeuheid stelden? Het bestuur van de 8 Octobervereeniging die de eer heeft een 100tal leden van de Holland Society onder hare donateurs te tellen, heeft zich begrijpelijker wijze de zaak aangetrok ken en 't is dus in goede handen. De namen der leden van de Holland Society, te New-York, die eerstdaags een bezoek zullen brengeu aan Nederland, aijn de volgende Dr. John Van Duyn en echtg., van Syra cuse (N.Y.) j Peter v. Fort, met zijne dochter, mevr. Delabanty en hare kleindochter, mej. Delahanty, uit Albany (N.-Y.); Frank J. Van der Beek, houtkooper, met zoon, uit Jersey-City (N.-Y.); Jas. A. Van Voast, rechtsgeleerde, dr. Herman W. Veeder, bei den uit Schenec lady (N.-Y.); maj. G. Stewart van Vliet, uit Washington; Isaac E. Ditmars, architect, en Robert A. Van Wyck, rechtsgeleerde, beiden uit New-York G. H. Van der Bogart, uit Schenectady; Edw. Elsworth, burgemeester van Pough- keepsie (N. Y.) met zijne dochter, mej. May Elsworth; Jas. H. Blanvelt en zijn zoon Harry R. Blauvelt, uit Nyack (N.-Y.); Abraham Quackenbush, koopman, en echtg. uit New-York; John H. Voorhees, rechts geleerde te Washington; II. S. Gales en mejuffrouw Gates, zijne zuster, uit South- Orangc (N.-Y.); Frank Hasbronck, atads- thesaurier, te Pougbkeepsie, en Chas. G. Douw, civiel-ingenieur, aldaar; dr. Chas. H. Voorhees en echtg., uit New-Brunswick (N.-Y.); H. B. Hubbard, rechtsgeleerde te Brooklyn, en zijn zoon; de predikant J. Elmendorf eu echtg., uit New-York, Sheldon T. Viele, rechtsgeleerde, uit Buffalo (N.-Y.); Meuze van oorhees, rechtsgeleerde, uit Rochester (N.-Y.); W. H. Vredenbergh, rechtsgeleerde, en zijn zoon, uit Freeholt (N.-Y.); Judah B. Voorhees en echtg. en A. D. Porter, allen nit Brooklyn; L. L. FEUILLETON. VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH, TAN VV. w. s. M). Miss Edith haalde haar werk voor den Nt (n zette zich nevens de zieke neder, ■zltODdend haar broeder en diens ver brasten prijzend. Zij wist niet hoezeer ze •8 dat alles het hart pijnigde van de "Ipwhoevendedie aan hare zijde gezeten Hadde zij dit slechts kunnen ver- Bowlen, gewis had zij zoo niet den lof '"{eltaruind van den, in de dagen van afgewezen minnaar. Dat wist zij *8. Bob kon zwijgenals hij dit ver- oordeelde. ■"d' viel de schemering in, toen er "Wichtig aan de kamerdeur werd getikt. Edith zei; Dat is zeker Bob. Mag nl binnenkomen?" Ellen gaf gereedelijk hare toestemming, "•jeugdige advocaat kwam binnen en nam f*"* Bij den haard. Vorschend beschouwde hij, zonder dat ze liet bemerkte, het gelaat van de herstellende, want weken waren er verloopen sinds hij haar voor de laatste maal had gezien. zr 1 Iet doet mij genoegen, miss Dufart, dat ge zoo merkbaar in beterschap toe neemt," zei bij vormelijk. fik dank u," luidde het antwoord, zonder dat Ellen hem aanzag. „Ik heb miss Dufart verleid dat gij zoo gelukkig in uw examen zijt geslaagd en den doctorstitel gekregen hebt," mengde Edith zich met opgewekteu toon in het gesprek. Ellen begreep, dat men verlangde, dat zij daarop iets zou zeggen. Zij sloeg de oogen op naar den jongen man eu haar vermagerd handje uitstrekkend, dat slechts even in Roberts hand werd gelegd, zei ze; »lk wensch u geluk, en hoop dat gij veel voorspoed in uwen werkkring zult onder vinden." Maar plotseling van toon ver anderend, liet zij er op volgen: »Bob, zijt gij naar het huis van den kolonel geweest Hij was opgestaan en steunend op den schoorsteenrand staarde hij iu den open haard. Zonder Ellen aan te zien, gaf bij ten antwoord: Het buis is gesloten. Deu dag, nadat gij het verlaten hebt, is de kolonel met zijne jonge vrouw inge scheept naar Eutopa; de nieuwspapieren hebben het bericht." ,Ze heeft dus waarheid gesproken," zei Ellen op droevigen toon. „Hoe zag het huis en liet park er uit? Is er iets ver anderd? Hebt ge Castor ook gezien?" fik zag geen levend wezen. Vermoe delijk hebben de bedienden zich over den verlaten houd outfermd. Er is niets ver anderd." In haar onrust was Ellen opgestaanen haar lange vingers zenuwachtig in elkaar slaande, sprak zij met gejaagde stem: fBob, weet gij nog goed, wat ik u op dien nacht in het kerkportaal van mij zelf en van mijn vader verteld heb? Ik heb toen zijn naam niet genoemd, ia 't wel?" fToeu niet, maar later in uw ijlkoorts hebt gij den naam bij herhaling uitgesproken." Haar kleine hand legde zij op Roberts arm eu haar geheele lichaam beefde, toen zij, den jonkman angstig aanziende, vroeg: f Spreek, Bob, hebt gij, toen gij den naain wist, de zaak onderzocht? Ja, dit hebt gij gedaan; dat weet ik dat voel ik. Ik zou u niet kennen, als ik niet daarvan overtuigd was." Smart en verlegenheid waren in Robert's trekken zichtbaar. Ellen wendde hare oogen niet van de zijnen af, en ten slotte over tuigd, dat alles droeve werkelijkheid was, riep zij snikkend uit: ,0, God, het is dan alles waar! AllesI" Miss Editb had zich beleefd naar de andere zijde van het vertrek teruggetrokken om deu schijn niet te hebben van nieuws gierigheid naar hunne geheimen. ftVat zijt ge te weten gekomen, Bob? O, ik smeek u, verzwijg mij niets!" vleide Ellen. fik heb niets ontdekt, dat gij niet reeds wist. Blijf bedaard Ellen, ik bezweer u, blijf bedaard." fWaar hebt gij inlichtingen gekregen?" vroeg Ellen nauw hoorbaar. fBij niemand. Ik heb een exemplaar van het proces gekocht, dat indertijd gedrukt werd uitgegeven en alle processtukken door gelezen." fEn toen gij dat gedaan hadt, wat was toen uw eigen oordeel over Philip Harmon?" (If 'ordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1888 | | pagina 1