NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
e (ouriilit verse
hi jut dadelijks, behalve op Kon- en Feestdagen.
I»rijs per .Mummer 1» Cent.
Dinsdag 17 Juli 1888. ?T'. 167.
AOVEP. TENTIEN:
Bureel: Srheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stad 8- Berichten.
Onschuldig Veroordeeld.
w. w. s.
ourant
A 3 0 iti N E ffi E N T
Voor Leiden, per 3 maanden1.2.».
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.(50.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van LEIDEN doen te weten, dat
door den Raad dier gemeente in zijne ver-
pdering van den 174™ Mei 1888, ia vast
gesteld de volgende Verordening:
RAADSBESLUIT
rtgeleude de heffing eener belasting voor
plaatsen op de onderscheidene markten
of elders te LEIDEN.
Dc Raad der gemeente Leiden
Gezien dc artt. 232 en 257 der wet van
den 29 Juni 1851 Staatsblad n". 85);
Heeft besloten.'
Art. 1. Met den dag waarop van de
verleende Koninklijke goedkeuring afkondi
ging ia geacbied, wordt eene belasting ge
beten voor liet gebruik van grond op on-
derscheidenc markten of eldera ingenomen.
Art. 2. Die belasting wordt geheven in
etenredigbei 1 van de ingenomen ruimte en
ii voor eiken dag verschuldigd.
Art. 3. De belasting bedraagt:
o. v oor een paard of
runderbeeat ,f
b. vooreen kalf,gemest
varken, veulen of
ezel
e. voor een schaap,
lambokgeit
biggeongemest
varken of een
boud
Art. 4. Voor plaatsen op de
markten of elders wordt geheven
per ingenomen vierkante meter of
gedeelte daarvan
Art. 5. Bij uitzondering wordt,
voor gelijke ruimte, voor uitdra
ger» en verkoopers van vodden
alecbti geheven
Art. 6. Bij gelegenheid van de
Kermis of Jaarmarkt wordt voor
ik ingenomen ruimte per vierkan
ten meter of gedeelte daarvan een
maal geheven
voor draaimolens, velocipède-
tenlen en dergelijke
schommels
0.10
0.05
0.02}
0.02}
0.01
0.25
100.00
voor schopstoelen
en dergelijke12.50
Art. 7. Orgeldraaiers, muzi
kanten en kunstvertoonersdie
op straat hun beroep uitoefenen
betalen eenmaal per persoon 1.00
Art. 8. Wanneer buiten kermis
tijd met vergunning van Burge
meester en Wethouders, voor bet
zelfde doel grond wordt ingenomen,
wordt voor eiken dag geheven een
tiende gedeelte van het sub 6 ver
meld bedrag.
Overgangsbepaling.
Art. 9. Artikel 6 van het besluit is
wat de in 1888 te houden kermis betreft,
niet van toepassing op die kermisbezoekers
aan wie reeds een standplaats voor genoemde
kermis is verleend en door wie het verschat
digde markt geld is betaald vddr 15 April
1888.
Art. 10. De Raadsbesluiten van 20
April/27 Juli 1876, regelende de heffing en
invordering van de belasting voor plaatsen
op de onderscheidene markten of elders te
Leiden, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 16 September 1876, N°. 6, vervallen
bij de in werking trediug van deze Veror
dening.
Gedaan te Leiden ter openbare Raads
vergadering van den 17 Mei 1888.
De Burgemeester,
DE KANTER.
De Secretaris,
E. KIST.
Zijnde de heffing dezer belasting goedge
keurd bij Koninklijk Besluit van den 16dcn
Juni 1888, N°. 21, waarbij tevens is aan
gehaald de Verordening regelende de iuvor-
dering dier belasting van den 17dcn Mei
1888.
En ia hiervan afkoudigiug geschied waar
bet behoort, den 16 Juli 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester,
E. KIST, Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van LEIDEN doen te weten, dat
door den Raad dier gemeente, iu zijne ver
gadering van den 17dcn Mei 1888, is vast
gesteld de volgende Verordening:
V E R 011 D E N1N
regelende de invordering van de belasting
voor plaatsen op de onderscheidene mark
ten ot elders te LEIDEN.
Art. 1.
Tijdens de Kermis of jaarmarkt is de ge-
heele belasting reeds op den eersten dag
invorderbaar.
Art. 2.
De verschuldigde plaatsgelden moeten op
de eerste aanvrage aan den Gemeente-Ontvan
ger worden voldaan.
Art. 3.
Volgt de betaling niet onmiddellijk, dan
moet de ingenomen plaata dadelijk worden
ontruimd.
Vastgesteld door den raad der gemeente
Leidenin zijne openbare vergadering
van den 17^®" Mei 1888.
De Burgemeester,
DE KANTEB.
De Secretaris,
E. KIST.
Zijnde deze Verordening aangehaald bij
Koninklijk Besluit van den 18Jcn Juni 1888,
N°. 21.
Ed is hiervan afkondiging geschied waar
bet behoort, den 16 Juli 1888.
Burgemeester en Wethouders voornoemd;
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
I.EIBEA, 16 Juli.
De uilslag der iu de afgeloopen week
aau de hoogere burgerschool voor meisjes
gehouden examens was als volgt
le klasse. Onvoorw. bevorderd 24 leer
lingen, voorw. 2. Niet bevorderd 3.
2e klasse. Onvoorw. bevorderd 15, voorw,
3, niet bevorderd 5.
3e klasse. Onvoorw. bevorderd 12, voorw
5, niet bevorderd 3.
4e klasse. Onvoorw. bevorderd 13, voorw
2, niet bevorderd 1.
Tot de le klasse werden toegelaten 88
leerlingen, tot de 2e 2 (waarvan 1 voorw.),
tot de 3e 1 leerling. Een candidaat voor
de le klasse werd afgewezen.
Tot leeraar in het teekenen aan de
Ambachtsteekenschool van het dep. Voorscho
ten der Mij. tot Nut v. 't A. is benoemd
de beer P. G. Lancel, hoofdopzichter bij de
gemeentewerken alhier.
Bij de heden ten raadhuize gehouden
openbare aanbesteding van het verrichten
van eenige werkzaamheden aan de school
gebouwen, in vier perceelen zijn als minste
inschrijvers aannemers gsworden
van perceel 1het vernieuwen van een
houten bevloering met gemetselden onder-
vloer in de school der 3e klasse n°. 2 in
de Van der Werfstraat en bet wegbreken
van plafond en dakramen, de heer S. Van
Leeuwen, timmerman alhier, voor f 536;
van perceel 2het maken van een glas
wand in een aan te wijzen lokaal iu de
school Se klasse n°. 3 aan de Korte Mare,
de heer H. J. Sloots, timmerman alhier,
voor f 290
van perceel 3, het verlengen van den
overdekten gang langs de bewaarschool in
het Elisabethshof en eenige binnenverfwer-
ken, de heer H. J. Sloots voornoemd, voor
f 680, en
van perceel 4, het maken van een muur
laugs de speelplaats van de bewaarschool in
de Kaarsenmakersstraat, de heeren Gebrs.
Smittenaar, aannemers alhier, voor f 553.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes bij partijen van
100, 50, 10 en 5 heet. waren de hoogste en
laagste prijzen f35.f 18.f8.70 en
f 1.85.
Door de politie alhier is proces-verbaal
opgemaakt van diefstal van gouden voor
werpen en kleedingstukken ten nadeele van
een schipper.
Een man die nog een maand gevange
nisstraf te goed bad, is door de politie
alhier aaugebouden en naar de gevangenis
te 's Gravenhage overgebracht.
Eveneens is proces-verbaal tegen J. P.
opgemaakt, die tevens Daar bovengemelde
gevangenis is overgebracht ten zake van
diefstal van biljardballen uit eene tapperij.
Nog zijn ouder de gemeente Sasseuheim
biljardballen door een onbekende nit een
koffiehuis ontvreemd. De dader is vermoe
delijk reeds iu handen der justitie.
FEUILLETON.
i»
j
11
VRIJ VERTAALD UIT HET ENGELSCH,
VAN
SS).
De brief viel op den grond, hij raapte
fa op en herkende nu eerst de hand
'er schrijfsterdie brief was van miss
North.
lapt en nieuwsgierigheid maakten zich
'in hem meester. Had zij misschien alle9
faekt? Neen? W aarom tchreef zij anders
brief aan hem, dien zij toch elk oogen-
*al kon spreken? Voor een klein kraampje
risch bleef Moultrie staan. Er brandde
(en ellendig olielampje. Snel rukte hij
■C «ravert van den brief open en las bij
Wt likker
fa voor
Sikkerend lamplicht de woorden, die
0 voor altijd van Ellen moesten doen
faiden,
VIJFDE HOOFDSTUK.
De eerste tien minuten gingen voor Ellen
T~. kalm voorbijde tweede tien minuten
wat langzamer. De vrees beknelde haar,
dat haar oom woedend de kamer zou biu-
nenstormen eu haar met geweld met zich
zou voeren. Zij beefJe voor die ge
dachten.
Bij het minste gerucht van naderende
voetstappen was haar alsof het bloed stil
stond. Maar neen! De kolonel kwam
niet, maar helaas, Danton Moultrie kwam
ook maar niet met den ambtenaar. Buiten
was het volkomen duister geworden en de
wind huilde over land en zee. Op eens
wierp een bliksemstraal een scherp licht in
de kamer. Weldra volgde een donderslag
zoo hevig, dat het geheele huis er vso
trilde. Van minnut tot minuut nam het
onweder toe. En nog wa9 Danton Moultrie
niet terug.
Ratelend sloeg de regen tegen de kleine
vensterruiten en de boomeu voor het huis
bogcu zich bij het gehuil van den storm
wind. En buiten was niets te zien, hoe
ver het zoekend oog mocht staren.
Eu Ellen? Ze stond bewegingloos aan
het venster, nauwelijks ademhalend. Haar
vriendelijk gezichtje was nu marmerbleek en
machteloos hingen de kleine handjes langs
het lichaam of sloten zich in wanhoop te
zameu. De regen sloeg met wilde vlageo
tegen het venster, de donder sprak telkens
met luider stemme en het hemellicht was
bijna onafgebroken, zoo snel volgden de
slagen elkander op. Maar Ellen deerde dat
alles niet. Al hare gedachten bepaalden
zich bij deze enkele vraag; „Waar blijft
Danton?''
De slordige dienstbode, die aau de deur
geklopt, maar geen antwoord bekomen bad,
trad schoorvoetend de kamer binnen en
vroeg: „Is u niet bang, miss? De waar
din laat u vragen, of ik bij u zal blijven
totdat mijnheer terugkomt?"
„Neen, ik ben niet bang," antwoordde
Ellenen zoo bleef zij weder alleenalleen
met hare pijnigende gedachten. Het toren
klokje sloeg tien slagen en nog altijd was
Danton Moultrie niet terug. Tot haar
stervensuur toe is Ellen de gedachte aan
dien verschrikkelijk avond tot in de kleinste
bijzonderheden bijgebleven.
Weder werd aau de deur geklopt. „Daar
is eeu brief voor u, miss!" sprak de dienst
bode, haar hand en haar ongekamd hoofd
naar binnen stekend. „Een kleine jongen
heeft hem gebracht; hij kon door het slechte
weer niet eerder hier zijn."
Werktuigelijk greep Ellen naar den brief.
Zij opende dien en las toen op een met
potlood beschreven blad van een notitie
boekje de volgende woorden: „Mijn arm
kind, vergeef me, zoo ge dat kont, in
elk geeal, vergeet me. Het is beter voor
mij, dat ik u niet weder lie. God weet,
dat ik u bemin tot waanzinnig worden toe,
maar er is mij hedenavond eeoe onthulling
gedaan, waardoor onze verbintenis onmo
gelijk wordt. Ik heb geen moed meer, n
iu het lief gelaat te zien. Keer naar uwe
woning terug, zeg den kolonel, dat ik, ik
alleen, vsn alles de schuld draag en n zal
hij veigitfenis scheuken. Het ODgelnk
vrees ik niet, maar de schande kan ik niet
verdragen, want ik ben nit eeu geslacht,
waarin dat woord onbekend is. Kolonel
Dufart heeft een groote dwaling begaan in
de wijze waarop hij n behandeld heeft
het was een dier verkeerd aangewende vrien
delijkheden, die meer nadeelig dau nuttig
werken. Ik neem bet bem zeer kwalijk
dst hij u eeu ontzettend feit heeft verborgen
gehoudenwat mij langs een anderen weg ii
bekend geworden. O, mijn liefste, gij suit
mij bsten en verachten en van uwe zijde
verdien ik waarlijk niets beters."
(Wordt vervolgd.)