NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOll LEIDEN EN OMSTREKEN.
O e i e C o u r a nt v e r s c h i| 111 «I a e ij k sb e li a 1 v e o p Z o n- e n F eest <1 a g e n.
A B 0 Hi H E CR E N T
Prijs per Summer 10 Cent.
Donderdag 23 Februari 1888. N°. 48.
AQYERTEBTIEIS:
Bureel: Scheepmakersstecg fc,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Het Geheim van het Oude Kasteel.
fs
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
201e Jaargang.
Van 16 regels0.00.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Aan ile geabonnecrdeii op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad zijn de no. 21—
31 der Ingekomen Stukken ver
zonden.
LEIDËV, 23 Februari.
Burg. en weth. deelen den gemeenteraad
mede dat bij hen geene bedenkingen beslaan
gehoord den voorzitter van de commissie
van fabricage tegen de inwilliging van
het verzoek van A. Van den Dop Jr. om
een hardsteenen stoep te leggen vódr zijn
perceel in de Pieterskerk-choorsteeg no. 7,
zoodat zij voorstellen de gevraagde vergun
ning te verleeneu, onder voorwaarde dat de
stoep niet meer dan 55 centimeters buiten
den gevel en niet hooger dan drie centi
meters boven de straat uitspringt.
Nog leggen burg. en weth. den raad over
de stukken betrekkelijk de benoeming van
een leeraar in de Fransche laai aan bet
gymnasium ter vervulling van de vacature
ontstaan tengevolge van het raadsbesluit van
27 October jl. aan den heer A. N. Clavier
verleend eervol ontslag.
Door curatoren van het gymnasium wordt
in overweging gegeven den heer B. F. Borle,
te Arnhem tijdelijk te benoemen en wel voor
den tijd van één jaar, waartegen bij Jen
Inspecteur der gymnasia geene bedenking
bestaat.
Onder mededeeling dat het college van
dagelijksch bestuur zich met dat voorstel
kan vereeuigen geeft bet den gemeenteraad
in overweging alsnu tot eene benoeming
over te gaan.
Na overleg met den voorzittter der com
missie van fabricage geven burg. en weth.
nog in overweging vergunning te verleeneu
aan:
le. mej. W. J. H. M. Swemer, om de
sloep vóór haar huis aan den Witten Singel
tusscben de Naakte Sluis en de Doezabrug,
n°. 117, op de bestaande breedte een meter
te verlengen en een bestraat pad naar het
midden van den Singelweg te leggen, alles
op openbaren gemeentegroud en volgens aan
wijzing van rooimeesters, en
2e. aan J. Meijer, om een hardsteenen
stoep met twee palen te leggen vddr zijn
huis in de Nieuwsteeg n°. 39, volgens de
door rooimeesters aan te wijzen rooiing.
FEUILLETON.
FA311LIE-R0 31AN.
10).
„Wij zullen nu gezamenlijk naar den
misdadiger zoeken, want ongetwijfeld zult
ge zijn gelaat herkennen."
„Niet zijn gelaat, lord Arthur, waut dat
had hij vermomd, maar wel zijn stem."
„Weluu dan, met Gods hulp...."
//Huichel niet," viel zij hem met heftig
heid in de rede, „ik heb den mooidcnaar
reeds gevonden gij zijt het!"
Met een kreet, die meer van het gebrul
*an een verwonden tijgerdan van een
meuschelijk geluid had, tnimelde Arthur
terug, maar in hetzelfde oogenblik was hij
weer meester over zichzelf.
yin naam des hemels," sprak hij
gejaagd, „zeg mij wat ge daarmee
bedoelt."
„Wat ik daarmee bedoel? Dat gij
de moordenaar van uw eigen vader
zijt."
In handen van de commissie van fabri
cage zijn gesteld de stukken betreffende den
aankoop van het Notarishuis, den bouw van
eene school derde klasse, de verbouwing van
den Burg en de verhuring hiervan eau de
notarissen. De commissie wenscht uit te
gaan van de veronderstelling dat de school-
bouw noodzakelijk, het schoolplan aai neme-
lijk en het terrein van het Notarishuis het
meest geschikt is, eu enkel het financieele
deel der voordracht te behandelen.
In de eerste plaats zij dan do vraag ge
daan zegt de commissie in haar rapport
of bij de ontworpen overeenkomst met de
notarissen het belang der gemeente genoeg
zaam in het oog is gehouden. O. i. zou
hierover twijfel kunnen rijzen in twee op
zichten. Vooreerst wat betreft den koop
prijs voor het Notarishuis te betalen. Naar
het ons voorkomt kan de waarde van dit
perceel sinds den aankoop daarvan door de
notarissen niet zooveel in waarde gestegen
zijn, als de kosten vau verbouwing bedragen
en zou dus naar de ontworpen overeenkomst
de gemeente het gebouw koopen boven de
waarde.
In de tweede plaats wat den huurtermijn
van den Burg betreft, met name de bepa
lingen van art. 5 van het ontworpen con
tract, die aan de notarissen aau den eenen
kant een recht van optie voor bijna 30 jaren
geven en hun aan den anderen kant toestaan
ook binnen den eersten huurtermijn het
contract van 18 maanden 'ut 18 maanden
op te zeggen en wel in dier voege, lat zij
indien de opzegging na de eerste !u jaren
geschiedt, tot geenerlei vergoeding oeswege
gehouden zijn, doch deze bepaling komt ons
zeer bezwarend voor.
Eindelijk de slotbepaling, dat alle kosten
van het contract komen ten laste der ge
meente, schijnt ons niet geheel in overeen
stemming met het toch zeker niet betwiste
feit, dat de overeenkomst is in beider belang,
in dat der notarissen, zoowel als in dat der
gemeente.
Wij maken deze opmerkingen niet om op
grond daarvan liet sluiten der overeenkomst
te ontraden, maar om het dagelijksch bestuur
aanleiding te geven, toe te lichten waarom
het heeft gemeend in deze ongunstige voor
waarden toe te stemmen. Daardoor kunnen
wellicht bedenkingen worden opgelost, die
ongetwijfeld zoowel bij verschillende raads
leden ais bij onze commissie zijn gerezen.
Eindelijk zegt de commissie nog het vol
gende omtrent de voorgestelde wijze om de
kosten der schoolstichting te dekken.
Ilct komt ons voor en wij behoeven
dit, na al wat over deze vraag is geschreven
en gesproken, niet breed te betoogen dat
kosten als de onderhavige niet onvoorwaar
delijk door buitengewone ontvangsten behoo-
ren te worden gedekt.
Het mag bedenkelijk worden geacht, uit
buitengewone ontvangsten te bestrijden
le. kosten van herstellingen van gemeente
gebouwen (een gewone last van den eigendom);
2e. schoolmeubelen eu gymnastiekwerk-
tuigen, en
3e. de kosten van schoolbouw, of welke
andere ook voor zoover het mogelijk is, die
uit gewone inkomsten le bekostigen.
De commissie geeft daarom den gemeen
teraad in overweging de voorsteilen van het
dagelijksch bestuur aau te nemen met deze
wijziging, dat in 3e in plaats vau de woor
den te vinden uit de buitengewone ontvangsten
w orde gelezen voor zoover noodig le vinden
uil de buitengewone ontvangsten.
Door den minister van koloniën zijn
no heeren dr. G. Schlegel, hooglceraar in
de Chitieesche taal en letterkunde aau de
rijks universiteit te Leiden; dr. J. Ten
Brink, hoogleeraar aan de gemelde univer
siteit; L. Chateiain, C. Van Tiel, N. Van
Lek, dr. W. F. Koppcschaar en A. Bran
dos Sz.leeraten aan de gemeentelijke hoo-
gere 'uurgerschuol met vijfjarigen cursus te
's Gravenhnge; dr. L. Bleekrode, leeraar
aan de gemeentelijke hoogere burgerschool
met driejarigen cursus aldaar, eu J. J. A.
A. Frantzen, docent aau het gymnasium te
Amsterdambenoemd lot leden der com
missie tot het afnemen van een vergelijkend
examen van hen die wenschen te worden
opgeleid lot tolk voor de Chiueesche laai in
Nederlandsch-Iudië, zijnde aan eerstgeuoem-
den tevens het voorzitterschap der commis
sie opgedragen.
Tot quaestor van het Leidsch studen
tencorps is gister gekozen de heer G. Januiok.
De redactie voor den Leidschen stu
dentenalmanak voor het volgende jaar is,
door de verkiezing van eergister en gister,
samengesteld uit de heeren: J. Kruseman,
W. C. Th. Van der Schalk, J. Van Raalte,
M. M. Schim van der Loeff en B. P.
Plantenga.
De algemeene vergadering van de kiea-
vereeniging „Volksbelang" voor het district
Katwijk, gisteravond op Zomerzorg gehou
den, was door een SOtal ledeo bezocht. Na
de vaststelling van het reglement werden
tot leden van het bestuur benoemd de hh.:
A. Parinentier, met 75 stemmen, president,
G. P. Van Outeren, met 74 stemmen, secre
taris, T. A. O. De Ridder, met 76, J. C.
Meyboom, met 64, dr. G. J. Dozy, met 66, J.
Plemp, tret 49, L. Kruyff, met 41, J. M.
De Kempenaer, met 82 en Johs. Piek, met
46 stemmen.
Als candidaat voor het district Katwijk
voor de a. s. verkiezing van een lid van de
tweede kamer der staten generaal werd ge
kozen de heer jhr. mr. H. A. C. De la
Bassecour Caau.
Zaterdag a. s. des avonds ten 8 uur
zal voor het departement Leiden van de
Nederlandsche maatschappij ter bevordering
van Nijverheid, de heer dr. B. J. Goossens
als spreker optreden met eene verhandeling
over bliksemafleiders.
Het onlangs in den gemeenteraad verhan
delde omtrent de verifleatie der bliksemaf
leiders op de gemeentpgebouwen naar aan
leiding van een onderzoek door den heer
Goossens ingesteld, h-t inslaan van den
bliksem indertijd iu den schoorsteen van de
katoenweverij van de hei-ren Driessen alhier
en de onbekendheid waarin men over het
algemeen nog verkeert omtrent de werking
der afleiders zijn zeker redenen genoeg om
te verwachten dat de opkomst op dien
avond bizonder groot zal zijn.
MUZIEK, LETTKRE\ E\ KUXST.
Geboortedag (1685) van Handel.
Tweede Kunstbeschouwing.
De voorza'l van de Stadsgehoorzaal was
gisteravond wcèr op de gewone handige wijze
voor de tweede kunstbeschouwing ingericht.
De heeren P. J. Niesten en T. VV. Ouwer-
kerk, door wier toedoen deze kunstbeschou
wingen mogelijk zijn geworden zijn er dit
maal in geslaagd eene schoone portefeuille
ZESDE HOOFDSTUK.
VERSMAAD.
Lord Arthur beefde over geheel zijn
lichaam, de woorden van Gisela verlamden
hem als 't ware van schrik.
Gisela ging voort, terwijl zij haar oogen
geen seconde vau hem afwendde:
„Toen ik den moordenaar aangreep, uitte
hij een kreet en siste mij eenige woorden
toe, waarna ik mijn bewustzijn verloor.
Maar ouuitwischbaar is die stem in mijn
geheugen geprent, daarom verloor ik
zooeven weder mijn bewustzijn, maar
nauw hadt ge gesproken, of ik ontwaakte
weder eu
„Zwijg, Gisela, ik bezweer u, spreek
niet verder," viel Arthur haar met hart
roerend smeekende stem iu de rede, „hoe is
het mogelijk, Gisela, dat gij, die zoo door
mijn ongelukkigen vader werd bemindzulk
een beschuldiging tegen zijn zoon kunt
uitspreken.
„Ik zai nooit vergeten, lord Arthur, dat
gij uws vaders zoon zijt. Ik zal nooit ve.r-
getendat mijn moeder en ik alles aan
den overleden lord Hampton zijn verschul
digd, evenmin als ik ooit zal vergeten, dat
de oude lord deu hoogsten prijs stelde op
de eer. Daarom zal door inijn toedoen uw
en ook zijn naam niet worden gebrandmerkt,
door de verschrikkelijkste alier misdaden.
Ik zweer ndat nooit iemand uit mijn
mond zal hooren, dat lord Arthur Hampton
zijn vader heeft vermoord."
„Neen, Gisela, het is onmogelijk," riep
Arthur opgewonden uit, „gij moogt die
vreeselijke misdaad niet aBn mij toe
schrijven."
„Waarom beeft ge dan zoo, Arthur,
uit uw oogen reeds spreekt liet besef
van uw schuld, eu geheel uw gelaat is
als dat van een veroordeelden mis
dadiger."
„Ja, maar als dat vau een onschuldig
veroordeelde, en dat door welk een rechter!
Ware het een man die mij zulk een be
schuldiging naar het hoofd wierp, bij God,
ik zou niet beven, maar hem de wapens
naar de voeten werpen, en evenals in de
middeleeuwen, toen mijn voorvaderen door
een eerlijk gevecht het Godsgericht inriepen,
hem doen zien, dat de onschuld altijd zal
zegevieren. Maar in plaats van een man, is
het een meisje dat mij beschuidigt, een
meisje, dat ik vroeger als mijn zuster lief
had, maar waarvoor ik nu een nog hooger
gevoel koester."
In haar ontroering verstond zij die laatste
woorden slechts ten halve.
„De hemel moge mij vergeven als ik u
valsch beschuldigd heb, lord Arthur," sprak
zij zacht, „maar o! neen, het is vree-
selijkmaar ik kan mij niet [vergist
hebben."
„Ge hebt u vergist," riep Arthur over
tuigend, „o! hemel, dat ik u een onweer
legbaar bewijs mijner onschuld kon geven.
Ik een moordenaar, een vadermoorder, o,
hemel! 'tis te veel, dat is te veel!"
En krampachtig snikkend verborg de
jonge man het gelaat in de handen.
Zoo natuurlijk was zijn smart, dat Gisela
berouw over haar beschuldiging gevoelde;
zij twijfelde aan hetgeen zij zooeven als on
loochenbare waarheid had beschouwd.
„Maar kuut ge me dan niet éen bewijs
aanvoeren, lord Arthur, dat ik mij ver
gist heb?"
[Wordt vervol gil)