Urn
U
fig
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
I>eze Courant verse It i| sit dagelijks, behalve op Zoii- ets Feestdagen.
ABQS91HEEIÜEE9T:
Dinsdag 31 Januari 1888. N°. 28.
ADVERTENTIES:
Uitgevers: Gebroeders M uré.
MANUELA
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Summer 10 feist.
201c Jaargang.
Van 16 regelsƒ0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Sclieepmakersstecg 6,
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad is verzonden het
Zittingsverslag van Donderdag 19
Januari 1888.
S t a (1 s - B e r i c h t e si,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente LEIDEN
Gezien art. 10 der wet ran 4 Juli 1859
Staatsblad n°. 37) zooals die ie gewijzigd
bij het Vile additioneele artikel der Nieuwe
Grondwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat de
lijeten der personendie tot bet verkiezen
van leden van de Tweede Kamer der Stalen-
Generaal, van de Provinciale Staten en van
den Gemeenteraad bevoegd zijn, op heden
zijn vaslgesteld en gedurende de eerstko
mende veertien dagen voor een ieder ter
inzage nedergelegd zijn op de Plaatselijke
Secretarie, terwijl een exemplaar van elk der
lijsten wordt aangeplakt op de kleine pers
van het Raadhuis, en ieder persoon bevoegd
tot uitoefening van het kiesrecht gerechtigd
is bij ongezegeld verzoekschrift tegen die
lijsten bezwaren in te dienen binnen den
tijd van veertien dagen.
En wordt deze door plaatsing in de Leid-
tche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 18 Januari 1888.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN roepen bij deze op alle leveranciers,
werkbazen enz., welke over het afgeloopen
jaar 1887 len laste der gemeente eenige vor
dering hebben, om hunne rekeningen ten spoe
digste, uiterlijk vóór uit". Januari e. k,
ter Gemeente-Secretarie (afdeeliug financiën)
in te leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 10 Januari 1888.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN brengen ter kennis van belangheb
benden, dal ingevolge art. 2 der Verordening,
regelende de invordering der plaatselijke belas
ting op de lionileu, ieder houder van een of
nreer honden, die aan die belasting onderhevig
zijn, verplicht is, daarvan jaarlijks vóór ol'op den
3lslen Januari bij den gemeenteontvanger
aangifte Ie doen, door mievering van een
behoorlijk ingevuld en door den aangever on-
derleekend biljet en dal bedoelde insclirijvings-
biljelten voor het dienstjaar 1888 kosteloos
ten kantore van den Gemeente ontvanger ver
krijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 10 Januari 1888.
LEIDEN, 30 Januari.
Zaterdag den 28ste" Januari jl. hield
de Nederlandsche Botanische Vereeniging
hare wintervergadering in een der boven
zalen van de sociëteit Amicitia te Leiden.
De vergadering werd geopend door den
voorzitter, die van deze gelegenheid gebruik
maakte om een woord te wijden aan de
nagedachtenis van den heer Kouwels, tee
kenaar aan het Botanisch Laboratorium
alhier, wiens dood, schooD hij geen lid
was, toch voor de vereeniging een verlies
moest heeten, daar hij zich door zijne nauw
keurige en artistieke plantenteekeningen voor
alle botanisten heeft verdienstelijk gemaakt,
nu en dan teekeningen voor het Kruidkun
dig Archief, het tijdschrift der vereeniging
heeft geleverd en verder talrijke ïnlandsche
planten heeft afgebeeld. Namens den secre
taris werd bericht, dat er een tweetal eere
leden overleden waren. Wetenschappelijke
meiedeelingen werden gedaan door de heeren
Suringar, Janse en Boerlage, en als plaats
voor de volgende wintervergadering werd
Amsterdam aangewezen. De eerstvolgende
zomervergadering zal te Zwolle plaats hebben.
Zaterdagavond had in de Stadsgehoor
zaal het door den heer B. M. Duijser aan
gekondigde bal-masqué plaats. Te half tien
betraden de eerste paren de uitmuntend
gedecoreerde zaal door eene der zijdeuren.
Boven de hoofddeur had op eene sierlijk
gedrapeerde estrade het muziekcorps van den
heer Mann plaats genomen en aan beide
zijden naast den onderbouw daarvan waren
in de zaal verheven zitplaatsen aangebracht
voor eenige genoodigden en vertegenwoordi-
FEU1LLET0N.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
146).
De laatste", antwoordde de graaf spot
tend. „En waarom Komt gij wellicht als
haar afgezant, om mij om genade voor
haar te smeekeu. Doe mij genoegen, en
spaar u die moeiie. Het is toch alles
tevergeefs. De feiten spreken tegen haar.
Het meisje is een gelukzoekster en als
zoodanig zal zij ook te boeten hebben."
„Eene gelukzoekster! Gij zegt dat met
eene overtuiging, alsof ge de bewijzen ervan
in handen hadt!"
„Dat doe ik ookOf gebruikte zij soms
niet een valschen naam, om binnen dit
huis te geraken. Is niet alles verdicht en
valsch wat dit meisje van zichzelve ge
tuigde?"
„Verdicht en valsch! Ja mylord, het is
ook alles valsch, wat ge van dit meisje
weet, want wat ge ook moogt vermoeden,
de waarheid weet ge niet!"
De graaf zag verrast en verschrikt naar
den spreker op.
„Dokter Wilson, ik begrijp a niet! Wat
weet ik niet van het meisje?"
„Het gewichtigste, mylord, wat voor u
in de allerlaatste plaats een geheim moet
zijn, hare werkelijke afkomst."
„Gij schijnt slecht onderricht te wezen,"
luidde het bitse antwoord vaD den graaf.
„Manuela was de pleegdochter van den
overleden lord Rosegg, een kind van zulk
een twijfelachtige afkomst, als men zich
maar denken kan 1"
„Graaf, ik zou u dit verwijt kunnen
teruggeven. Niet ik, maar gij zijt de mis
leide. Ik zou tegen de heiligste wetten van
het menschelijk recht in handelen, indieu
ik u nog langer de waarheid verzweeg.
Mylord, het meisje, 't welk allen veracht
en met voeten getreden hebben, het meisje,
dat bij nacht en ontijd dit huis heeft
moeten verlaten't welk ge als een geluk
zoekster ter verantwoording wilt roepen, zij
is niemand anders dan
De jonge geneesheer zweeg.
„Niemand anders dan wie...?'' vroeg de
graaf koel en cynisch.
„Zij is geen andere dan uw wettige
dochter."
gers der pers. Alles was met groen en draperies
kwistig gesierd.
"In het midden der lange zijde van de
zaal was een rijk versierd baldakijn aange
bracht, ontworpen door den heer Duijser,
en bestemd voor het gemeentebestuur.
Daartegenover werd de symmetrie behouden
door een gelijkvormig baldakijn, waaronder
een buffet was aangebracht. Rond het tooneel,
dat als pleisterplaats was ingericht was eene
gasverlichting aangelegd.
Het geheel was flink ingericht en doel
matig versierd, door de zorgen van de hh.
firma Ewijk en Groen, J. D. Speet en A.
Engelenburgterwijl de costumes werden
geleverd door den heer P. J. W. Knaap.
Zooais gezegd, tegen half 10 kwamen de
eerste paren binnen gevolgd door vele
anderen. Spoedig had zich de zaal gevnld
en vooral het binnenkomen van de uitstekend
gegrimeerde groep „Naar de Maliebaan"
deed een gejuich opgaan.
Eeu kramer was er die de aandacht trok,
twee peuëraars, maar ook Napoleon die in
zijn landstaal voor zijn oudgediende Antonie
Bey, die met hem naar Rusland trok, en
die nog in onze sleutelstad leefteen drink
geld vroeg. De aanwezigen brachten voor
dat doel ongeveer f 15 samen.
De mnziek was natuurlijk goed, in de
buffetten was vau alles in overvloed en puik
te krijgen, de gasten vermaakten zich uit
muntend en het bal was geanimeerd. Wat
wil men meer wat tot slagen van zulk een
feest kan bijdragen.
De werkliedenvereniging „Eendracht
zij ons doel" was zoo vriendelijk ons uit
te noodigen op haar achtste jaarfeest in de
zaal van het cafe van den heer P. Heijn,
op de Beestenmarkt alhier. De feestviering
begon met een feestmarsch, door eeD kleiu
orkest uitgevoerd, gevolgd door de opening
der feestvergadering door den president.
Uit dat verslag kwamen we tot de weten
schap dat de vereeniging steeds voortgaat
in bloei toe te nemendat het ledental in den
aanvang van het jaar 150 bedroeg, 48 nieuwe
leden werden aangenomen en 14 bedankten,
terwijl er 6 werden geroyeerd. Tengevolge
van die mutatiën ging de vereeniging haar
negende jaar in met 178 leden.
Wel had de vereeniging te kampen gehad
met veel zieken, dooden echter waren er
niet te betreuren. Aan de combinatie, die
pogingen doet tot verkrijgen van een eigen
gebouw, sloot de vereeniging zich aan. Aan
de banier werden dit jaar belangrijke restau
raties aangebracht.
Aan contributie, boeten, insignes, regle
menten en baniergeld werd ontvangen
f 1207.89; overschot van het vorige jaarfeest
f 103.28, dos totaal ontvangen f 1311.17.
Van de uitgaven kwam f400 op den
post ziekengeld en f 500 voor uitkeering
san de leden op den feestavond. De geheele
uitgaven beliepen f1180, zoodat een batig
saldo in kas bleef van f130, waarbij nog
eenige rente van belegde gelden moet worden
geteld. Bovengenoemde cijfers danken we
aan het verslag van secretaris en pemiing-
meester.
De secretaris van het weduwenfonds bracht
daarna verslag uit. Aan contributie was
daarvoor ontvangen f 83.10, transport van
vorig boekjaar f315.77, te zamen f398.87,
met de fll rente dus eene kas van onge
veer f 410.
Ieder der dignitarissen sprak bovendien
de beste wenschen uit voor den bloei der
vereeniging. Daarna werden de gezelschaps
liederen gezongen die we konden vinden in
het ons welwillend verstrekte boekje en
spoedig daarop ging het scherm op voor
het le bedrijf van „De Rijzweep, of twintig
jaren later" oorspronkelijk tooneelspel in
drie bedrijven en 9 tafereelen. Na het 6e
tafereel werd pauze gehouden, waarin weêr
feestliederen werden ten gehoore gebracht.
Toen de pauze geëindigd was werd „De
Rijzweep" voortgezet, en ging meu over tot
de vertooning van een ander stuk „Een
avontuurtje van mijnheer Kikker bil of een
les voor oude jongeheeren," blijspel in één
bedrijf.
De beide stukken liepen flinlc van stapel,
waartoe ieder der vertooners dan ook het
hare of het zijne bijdroeg, en lang en ge
zellig bleven de leden met hunne vrouwen
of meisjes nog in groolen getale bijeen, tot
de maansverduistering voorbij was en ieder
welgemoed zijn mandje opzocht.
Ongetwijfeld zal deze nuttige vereeniging,
waarvan de leden elkaar in tijden van ziekte,
en kommer steunen naar vermogen, steeds
in bloei blijven toenemen, en 't is ook zeker
Waren de beide mannen niet zoo koorts
achtig opgewonden geweest, dan zouden zij
gezien hebben, hoe de portière, die toegang
verleende tot de huiskamer, heftig bewogen
werd, en zouden zij de heesche jammerkreet,
die aan de lippen der lnisteraarster ont
snapte, welke achter het gordijn verborgen
stondgehoord hebben.
Knarsetandend luisterde de graaf naar de
laatste woorden van den spreker. Met ge
balde vuisten, het oog vonkelend van toorn,
trad hij voor den jongen man.
„Sir, deze beleediging eischt vergelding.
Gij zult mij satisfactie geven!"
„Ja, mylord, ik zal u ook satisfactie
geven, maar niet in den zin, zooals gij
deze verlangt, maar door rechtsgeldige be
wijzen van mijne beweringen. Hoordet ge
ooit in uw leven wel eens den naam van
Johanna Delange?"
De graaf ontroerde bij het iioemen
van dezen naam en dokter Wilson ging
voort
„Ha, ge verbleekt. Gij kent den naam.
In de armen van Johanna Delange stierf
uwe gemalin, nadat zij een kind het leven
had geschonken. Het kind bleef bij Jo
hanna Delange, en toen ge later kwaamt,
om u kind op te eischen, gaf zij u het
hare en behield uw kind, het kind der
vrouwdie zij haatte omdat deze haar van
den man barer liefde gescheiden had I"
„Het is een leugen! Het kan, het kan
niet zijn. Cecilia is mijn wettige dochter 1"
riep de graaf bevend van woede.
„Het meisje, dat tot dusver in de wereld
als lady Cecilia gevierd werd, is de dochter
van die Johanna Delange of Hermannzoo
als zij zich later noemde, terwijl Manuela,
de mishandelde, zij, die met voelen ge
treden werd, uw bloed, uw dochter is."
„Sir, maak aan dit tooneel een einde."
„Gij gelooft mij niet, mylord."
„Neen, mijnheer! Uw verhaal klinkt
toch immers al te avontuurlijk om aan
spraak te mogen maken op geloofwaar
digheid."
„Zooals ge wilt, graaf," antwoordde
Henry Wilson koel. Mij gelooft ge niet,
Johanna Delange's beëedigde verklaringen
zult ge echter niet kunnen loochenen."
En bij maakte zich gereed om heen
te gaan.
„Wat wilt ge doen?" vroeg de graaf
verwonderd.
Wordt vervolgd.)