NIEUWS- EK ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. §5 e e 15 !i r n £31 vers e h ij ii t d a g e l ij k sb e h a 1 v e p 'L o n- e si IFeestdage n. AiOSlElE.1T: Maandag 23 Januari 1838. N°. 19. ADVERTENTIE!: Ilureel: Scheepinakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. t a tl s - B e r i c h t e u. MANUELA, Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.BO. Prijs per Nummer lü Cent. 201» Jaargang. Van 16 regels 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN; Gezien art. 10 der wet van 4 Juli 1850 [Staatsblad n°. 37) zooals die is gewijzigd bij het Vile additioneele artikel der Nieuwe Grondwet; Brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten der personen, die tot het verkiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijn, op heden zijn vastgesteld en gedurende de eerstko mende veertien dagen voor een ieder ter inzage nedergelegd zijn op de Plaatselijke Secretarie, terwijl een exemplaar van elk der lijsten wordt aangeplakt op de kleine pers van het Raadhuis, en ieder persoon bevoegd tot uitoefening van het kiesrecht gerechtigd is bij ongezegeld verzoekschrift tegen die lijsten bezwaren in te dienen binnen den tijd van veertien dagen. En wordt deze door plaatsing in de Leid- sche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, den 18 Januari 1888. LElOElt, 21 Januari. Heden overleed, na een korte onge steldheid, op 63jarigén leeftijd, onze stad genoot A. J. Kouwels. Als wetenschappelijk teekenaar had hij zijne opleiding te danken aan wijlen dr. Molkenboer, dio den toen- maligen jongeling in de kennis van het weefsel der mosplanten onderwees, en hem deze, met behulp van het mikroskoop, liet bestudeeren en nateekenen. Later teekende en graveerde hij de platen voor de door Molkenboer en Dozij aangevangene, later door Van den Bosch en Van der Sande Lacoste (nu ook allen reeds overleden) voort gezette Bryologia javanica, en van onder scheidene andere botanische werken en verhandeliugen, zoowel door de genoemden als door de hoogleeraren De Vriese, Miquel en Snringar uitgegeven. Ook de teekeningen van de Flora Balara, onder redactie van den heer Van Eeden, werden sinds onder scheidene jaren door bem vervaardigd. Voor omstreeks twintig jaren ontving hij eene aanstelling als teekenaar aan het botanisch laboratorium alhier; en, nadat hij van het Leidsche Schouw onder Voorschoten, naliet overlijden van zijn vader, die aldaar in betrekking was, naar Leiden was verhuisd, ook weldra eene als onderwijzer aan de teekensehool van het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix, Als onderwijzer gevoeide hij zich zeker wel een weinig als Pegasus voor den ploeg. Zijne wetenschappelijke teekeningen muntten daarentegen uit door grooten smaak en kunstvaardigheid. Als mensch onderscheidde hij zich door een trouw en eerlijk karakter, en lichter zou hij ziobzelven dan anderen iets verwij ten, hetgeen ook in zijn laatsten, ziekelijken tijd, bovenmatig sterk is uitgekomen. Daarbij ontbrak het hem niet aan een zekeren hu mor; eu de geestige spotternij, waarmede hij in zijn goede dagen soms zoowel de schrijf- als de teekenpen hanteerde, bezorgde hem wel eens de gevoeligheid van hen, die daardoor wel is waar nooit in hun per soon maar in hun werken getroffen waren. In den loop van het laatste jaar overviel hem eene diepe melancnoiiedie hem alle kleinere en grootere wederwaardigheden zwaar deed inzien, en die eindigde met hem van alle zelfvertrouwen en van allen levensmoed te berooveu. Geen toespraak van vrienden, geen geneeskundige hulp vermocht hierin verandering le brengen. Hij teerde weg, totdat hedenmorgen de dood een einde aan zijn zielelijden maakte. Allen die hein goed gekend hebben, zul len gewis zijn verlies betreuren. Hij behoort tot degenen, die men niet zoo spoedig ver geet, en wiens werken nog lang na hem zullen leven. Gedurende de afgeloopen week werd alhier 1 geval van dipbthcritis aangegeven met doodelijken afloop. Gevallen van andere besmettelijke ziekte kwamen niet voor. De loop der besmettelijke ziekten in het afgeloopen jaar, vergeleken bij 1886, was als volgt: In 1887 werden aangegeven; mazelen 123, roodvonk 6diphtheritis 47typhus en febr. typli. 9, pokken geene. Overleden; mazelen 3, roodvonk geene, diphtheritis 23, typhus en febr. typli. 2pokken geene. In 1886 werden aangegevenmazelen 636 (epidemie van 24 Mei—30 Augustus), roodvonk 4-6, diphtheritis 41, typhus en febr. typli. 8, pokken geene. Overleden: mazelen 43, roodvonk 2, diphtheritis 12, typhns en l'ebr. typli. 1pokken geene. In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen Z. 15 Jan. 39 volw. en 13 k., totaal 52. M. 16 66 13 79. D. 17 66 11 77. W. 18 75 ff 15 90. D. 19 74 ff ff 16 ,t 90, V. 20 80 u 16 96. Z. 21 72 n 7 u, a 79. We verwijzen onze lezers naar ach terstaande advertentie omtrent het piano concert van den heer Van Groningen in de Gehoorzaal, te geven op aanstaanden Maandag. Zooals men weet was het plan zes concerten te gevendat plan is in zoo verre gewijzigd dat er slechts drie zullen plaats hebben, waarvan we er reeds twee genoten, zoodat dit concert het laatste zal zijn in dezen winter Opnieuw wordt in herinnering ge bracht dat ingevolge art. 25 der algemeene politieverordening voor Leiden de bewoners of bruikers van panden verplicht zijn om bij gladheid der stratenof aanzegging van wege burgemeester en wethouders zand, asch of turfmolm le strooien. Hierbij wordt tevens een beroep op de welwillendheid der ingezetenen gedaan om bij eventueele glad heid der straten en ter voorkoming van on gelukken, ook zonder voorafgaan van aan zegging uitvoering aan de bedoeling van genoemd artikel te willen geven. Te Roelofarendsveen zullen Woensdag en Vrijdag a. s. en Dinsdag en Donderdag daaraanvolgende in de congregatiezaal aldaar uitvoeringen plaats hebben van de cantate van pastoor M. J. A. Lans, woorden van professor J. A. De Rijk, met levende heelden, terwijl ook de Leo-cantate van den heer A. H. Amory zal worden uitgevoerd. De uitvoeringen zullen plaats hebben ten voor- deele van de R. K. armen in uie gemeente, een en ander in verband met de viering van het Leo feest. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de klassieke letteren aan de rijks-universiteit alhier, de heer N. J. Beversen, geb. te Kam pen, na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: „De L. Licinii Luculli vita ac moribus commentatio." MUZIEK, EETTEREN EIS KUNST. Geboortedag (1729) van G. E. Lessing. u (1788) Lord Byron. OFFICIEELE BERICHTEN. Door Z. M. is aan P. Landberg, koop man te Batavia en consul van België aldaar vergunning verleend tot bet aannemen der versierselen van ridder der Leopoldsorde, hem door Z. M. den koning der Belgen ge schonken. Door Z. M. is aan G. A. P. Brender A Brandis, handelsgeemployeerde en consul van Portugal te Makassar (Ned.-Indië), ver gunning verleend tot bet aannemen der ver sierselen van ridder der kou. mil. orde van Onzen Heer Jezus Christus, hem door Z. M. den koning van Portugal geschonken. Door Z. M. is ter vervanging van mr. A. M. Sassenbenoemd tot andere functiën tot kantonrechter-plaats tervanger in het kan ton Tilburg benoemd W. J. Ph. Van Op- penraay, schoolopziener in het district Til burg, wonende te Oisterwijk, met vergun ning om beide betrekkingen gelijktijdig te bekleeden. Door Z. M. zijn benoemdbij het wa pen der inf., tot len luit., den 2en luit. van het wapen H. Van Breen, gedet. bij de landmacht in W.-l.; bij het le reg. tot majoor, den kapt. H. Vermeulen, van het 7e reg.; bij het 2de reg., tot kapt., den len luit.-adj. II. J. Hendrickx, van het corps; tot len luit., den 2en luit. jhr. G. A. A. Alting von Geusau, van het corps, en W. H. Overduyn, van het 4de reg; bij het 3de reg,, tot luit. kol. den majoor S. A. Vermeulen, van het 5de reg.; tot len luit. den 2en luit. W. E. Hartman, van J? EU ILL ETON. OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 139). „Welnu dan. Het is al vele jaren ge leden! De jonge man, van wien ik spreek, stamde af van een oude, maar verarmde adellijke familie. Hij was nog al romantisch van aard, maar bezat overigens weinig prac- tischen zin. Op zekeren avond nam de idylle zijns levens een aanvang. Hij leerde een jong meisje kennende gelegenheid bood zich niet lang daarna aan hem aan om haar een dienst te bewijzen't geen aanleiding tot breeder wederzijdschen omgang gaf. De jonge man bemerkte weldra, dat hij het meisje met een gloeienden hartstocht beminde, en hij was dwaas genoeg om zich in te beelden, dat zij zijne gevoelens be antwoordde, die hij haar echter nog niet verried. Toen hij echter zijn gevoel niet langer kon onderdrukken, begaf hij zich naar den vader van het meisje en legde een openhartige bekentenis af. De eerzuchtige aristocraat zal ongetwijfeld in stilte den on ervaren, jongen man hartelijk uitgelachen hebben. Hij antwoordde hem, dat zijne dochter reeds sinds haar veertiende jaar ver loofd was eu binnen hoogstens twee jaar den voor haar bestemden echtgenoot zou huwen. Doch niettemin wilde hij, de vader, eens met zijn dochter spreken, en wanneer deze aan zijn bescheiden lot, 't welk zij aan de zijde van den jongen man le wachten bad, de voorkeur gaf boven het schitterend leven, dat de door den vader gekozene haar kon aanbieden, dan wilde hij zijn kind de vrije keus iaten. De jonge man kon den vol gende dag terugkomen om het antwoord le halen. Alleen moest bij heden, wanneer hij den avond in huis doorbracht, niet met zijne dochter daarover spreken en den vol genden dag eerst tegen den avond komen. En zonder warmer woord gingen de jougelui dien avond van elkaar. De volgende dag brak aan, die voor den jongen man vol blijde hoop was. Zoodra het hem vergund scheen, snelde hij naar het kasteel, waar hij de geliefde in zijne armen hoopte te sluiten, doch in plaats van haar te zien, vernam hij alleen, dat de familie vertrokken was. Met een spottend gezicht overhandigde hem een bediende bij deze boodschap twee brieven; de een was van den vader, waarin J deze hem verzekerde, dat het bem speet hem een weigerend antwoord te moeten geven, want het jonge meisje had nooit een warmer gevoel voor hem gekoesterd, ofschoon zij hern de hartelijkste vriendschap toedroeg. Hel tweede briefje was van het meisje en zeide, hoewel dao ook in andere woorden, tamelijk wel hetzelfde. Teleurgesteld in al zijne verwachtingen, ontvlood de jongeman zijn geboorttland. De jaren hebben hem van zijn waan genezen, maar de wonde, die deze smart zijn hart heeft toegebracht, blijft eeuwig!" Hier zweeg hij; zij wist, dat hij zijn eigen geschiedenis verteld hadmaar zij moest zekerheid hebben. „Kapitein, wiens geschiedenis is dat?" vroeg zijeensklaps zijn blik ontmoetend. „De mijne, Cecilia, gij wett het." „En wiens brief is dat, waarvan ge spreekt. Een brief, die door mij onder teekend zou zijn? Ik begrijp u wer kelijk niet!" „Gij begrijpt mij niet?" vroeg Roderich verwonderd. „Schreeft ge me dan niet een brief, waarin gij mijn aanzoek van de hand weest, waarin gij mij uwe verloving met graaf Frenk mededeeldet?" „Ik heb nooit zulk een brief 8e schreven 1' „Cecilia!" „Ik heb nooit Plotseling zweeg zij, om eindelijk met vuur uit te roepen: „Ha, het briefje, dat papa mij dicteerde. O, nu begrijp ik alles, Roderich 1" Deze naam was onbewust aan hare lippen ontsnapt en hij staarde haar in sprakelooze verbazing aan. „Thans is het aan mij, Cecilia, om uwe woorden niet te begrijpen. Ik heb toch immers met eigen oogen het door u ge schreven en onderteekende briefje ge lezen 1" „Ik weet het, ik weet het. O, nu begrijp ik alles. Mijn vader heeft ons beideu misleid." Met eeu in tranen stikkende stem ging zij voort „Papa heeft mij niets gezegd, volstrekt uiets. Ik vermoedde niet, dat die regels aan u gericht waren. Hij drong er op aan, dat wij spoedig vertrekken zouden en verlangde, dat ik dat briefje schreef. Voor wien, ik vermoedde het niet en koesterde geen argwaan." [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1888 | | pagina 1