MANUELA,
15 e e
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Courant verschijnt dagelijks, behalve op 'Lon- en Feestdagen.
i.oo.
Vrijdag 9 December 1887. U°. 289.
ADVERTENTIES:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
idscbe Curat.
AiOiHEIflEHT:
Voor Leiden, per 3 maanden
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden
Prijs per JNuusisier 10 Cent.
201<j Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheepinakerssteeg 6
GEMEENTERAAD.
Zitting van den raad der gemeente Leiden
op Donderdag 8 December 1887 des na
middags te 2 urenten raadkuize der ge
meente.
Aanwezig zijn de heeren Le Poole, Van
Reenen, Fockema Andreae, Schneither, Van
Hamel, Alma, Van Buttingba Wichers,
Knappert, Bool, Was, Kaiser, Pu Rieu,
De Qoeje, Hasselbach, Koetser, De Stnrler,
Verster, Cock, Juta en de voorzitter.
Afwezig met kennisgeving de heeren
Zaaijer, Driessen, Krantz en Nijkamp.
De voorzitter opent de vergadering; de
notulen worden gelezen en goedgekeurd en
de voorzitter geeft kennis o. a. van de vol
gende
Ingekomen stukken.
Verzoeken van J. F. PeijsterBerk en S.
M. Van Ipcren, om gecontinueerd te worden
de 1c. in de betrekking van assistent-stads-
vroedvrouw, de 2e in die van stads-vrocd-
vrouw.
Verzoek van den directeur der Leidsche
Broodfabriek tot het leggen van een riool
naar de Rijnsburgcrsingelgrackt.
Dat bij dc verkiezing van één lid van de
tweede kamer der staten-generaal en van
twee leden van den gemeenteraad op ld
December a. s. zitting hebben in bet hoofd
bureau de heeren: J. A. Van Hamel en A.
L. Dc Sturler en in het onderbureau de hee
ren: mr, N. L. J. Van Buttingba Wichers,
voorzitter, en L. G. Le Poole en A. J. Krantz,
leden.
Dat aan den met I December jl. eervol
ontslagen stads-werkmau J. Arnoldus Jr.,
wegens lichamelijke ongesteldheid een pen
sioen is verleend van f 165.88, berekend naar
een diensttijd van 29 jaren en een weekloon
van f6.60.
Aan de orde is nu de benoeming van
eene derde onderwijzeres aan de meisjes
school 2de klasse alhier. Benoemd wordt
mej. Adrians Cornelia Hofman, onderwij
zeres te 's Gravenhage, met 17 stemmen;
twee briefjes waren in blanco.
2°. Voorstel betrekkelijk de kleeding der
agenten van politie. De beer Van Hamel
vraagt of 't niet mogelijk zou zijn aan de
agenten losse kappen op de laarzen te geven
in plaats van vaste kaplaarzen. De voor
zitter zegt toe dat van den wenk van den heer
Van Hamel nota zal worden genomen. Het
voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heeren Van der Hoeven en Zaalberg
komen ter vergadering.
3°. Nog wordt zonder discussie of hoof
delijke stemming aangenomen het voorstel
betrekkelijk de voorwaarden van de verhu
ring van grond in den Boschhuizer- en den
Stadspolder.
4°. Staat van af- en overschrijving op de
begrooting, dienst 1887, (plaatsing muur op
de Gedempte Koolgracht.)
De heer Fockema Andreae vraagt of 't
wel ieder duidelijk kan zijn dat de raad ge
meend beeft de kosten van bedoelden muur
te vinden uit het overschot van f 1200, van
de voor de demping toegestane som, en of
de raad wel tot het stellen van den muur
door een besluit de toestemming heeft ge
geven.
De voorzitter meent dat uit de geheele
bespreking van de wijze waarop de kosten
zonden worden gevonden, duidelijk blijkt
dat de raad het stellen van die afscheiding
goedkeurde. De staat wordt daarop zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Achtereenvolgens worden nu zonder dis
cusaio of hoofdelijke stemming toegestaan
de volgende verzoeken
3. Vcrzuck van P. W. Van dc Velde, om
tei ugbctaling van schoolgeld, Gymnasium
en Hoogcre Burgerschool voor Meisjes.
6. Idem van Dr. II. B. Van Rliijn, om vrij
stelling van dc betaling van schoolgeld,
Gymnasium en lloogcre Burgerschool
voor Jongens.
7. Idem als voren van Jlir. J. Rammelman
Elsevier, voor de Hoogerc Burgerschool
voor Meisjes.
8. Idem als voren van Dr. E. F. Van
Dissel.
9. Idem van Mej. S. F. Spongier, om ont
slag als lcerares in dc Franschc taai
en letterkunde aan de Hoogcre Burger
school voor Meisjes.
10. Idem van Van Leeuwen, om conti
nuatie van de levering van grint en
zand.
11. Idem van W. Van Eeden, om verminde
ring van pacht van grasgewas langs de
llaarlemmertrekvaart.
Aan de orde is vervolgens punt 12, voor
stel van dr. W. N. Du Rieu, betrekkelijk
het verbinden van voorwaarden aan te ver-
leenen vergunningen.
Do heer Du Rieu wijst wederom op het
veelvuldig bouwen van aantrekkelijke woon
huizen in de onmiddellijke nabijheid van
onze gemeente, waarvan zoovelen gebruik
maken die tot de bewoners van Leiden heb
ben behoord of zich van elders in de ge
meente zelf zouden hebben gevestigd. Spre
ker meent dat bij bet geven van vergunningen
voor het leggen van een brug, een plankier
of een spoelstoep of voor zooveel andere
zaken, aan bewoners van de buitengemeenten
eene beperking zou kunnen worden gesteld
en hij acht daartoe het toevoegen van de
bekende clausule bet geschikst. Deze lnidt
„behoudens de toepassing van de voor
waarden bij latere verordeningen bij den
gemeenteraad van Leiden te maken."
De heer De Goeje wil aan het door den
heer Du Rieu gesprokene nog toevoegen dat
ook daarom de toevoeging der clausule van
nut zou zijn, omdat anders wellicht later
bezwaren zouden kunnen rijzen omtrent de
levering van duinwater buiten de gemeente.
De voorzitter verandert de zitting in eene
met gesloten deuren.
Na de opening der deuren verklaarde de
heer Dr Rieu, naar aanleiding van de ge
voerde discussie, zijn voorstel in te trekken,
niet echter dan na acte te bobben genomen
van hetgeen burg. en weth. in hun rapport
als antwoord hebben gezegdn. 1.
„Bovendien blijft de gemeenteraad steeds
bevoegd omwanneer zulks noodig mocht
worden geacht, hetzij aan vergunningen als
bovenbedoeld nieuwe voorwaarden te ver
binden, hetzij tot de intrekking over te
gaan, zoodat ook de aanneming van het
voorstel van den heer Du Rieu niet wordt
vereischt voor de uitvoering van tengevolge
van veranderde omstandigheden later even
tueel vast te stellen bepalingen."
Ten laatste worden zonder discussie of
hoofdelijke stemming toegestaan.
13. Verzoek van P. A. Feltzer, om een brug
tc leggen over dc Zoelerwoudsehe Sin-
gelsloot, en
14. Idem van Dr. A. W. Kroon Jr. c. s. om
gebruik te mogen maken van het Gym
nastieklokaal der Hoogcre Burgerschool
voor Meisjes.
Daar niets meer aan de orde is en nie
mand meer het woord verlangt, sluit de
voorzitter de vergadering.
STADSNIEUWS.
Door de anti-revolutionaire kiesver-
eenigiug „Nederland en Oranje" alhier zijn
voor de vacaturen mr. N. K. F. Land en
A. J. Krantz candidaten voor den gemeen
teraad gesteld de heeren J. H. Donner en
P. J. Van Hoeken.
Burgemeester en wethouders van Rot
terdam hebben tot tijdelijken ambtenaar ter
secreterie, afdeeling aigemeene zaken, be
noemd den heer mr. J. Bool, alhier, met
den titel van adjunct-commies-redacteur.
Aan het departement van marine is
gister aanbesteed, de levering van 800 stuks
wollen dekens; minste inschrijvers, de firma
J. Scheltema Jz.alhier, voor f 2576.
In de 10de zitting van de aigemeene
synodale commissie is behandeld een schrij
ven der Waalsche commissie, behelzende
antwoord op een verzoek om inlichtingten
aanzien van het beheer van het ziekenhuis
alhier, gesticht uit de fondsen der diaconie
dir Waalsche gemeente alhier. Werd be
sloten aan de Waalsche commissie te be
richten, dat de vergadering, hoewel ten
volle op prijs stellende de practische waarde
van den genomen maatregelom het beheer
van genoemde inrichting op te dragen aan
eene commissie van drie regenten, waarin
één diaken zitting had, toch de gevraagde
goedkeuring op de wijziging van het plaat
selijke reglement moeielijk zou kunnen wor
den verleendmet het oog op het synodaal
reglement op de diakenen, in het bijzonder
art. 27. In overweging werd gegeven eene
kleine verandering van de voorgedragen be
palingen, waardoor de door het synodaal
reglement geëischte rekenschap aan diakenen
beter zoude worden gehandhaafd en bet ka
rakter der inrichting als diaconale instelling
duidelijker uitgedrukt zou worden.
Gisteravond was voor een groot aantal
kinderen van de scholen voor kinderen ven
onvermogenden de blijde tijd aangebroken.
In de Gehoorzaal was hun door de com
missie voor de volksbijeenkomsten een pret
tig St. Nicolaasfeest bereid. Ten getale van
ruim 600 waren ze met hunne ouders of
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
105).
En hij legde haar het blad voor, waarvan
wij de inhoud reeds kennen.
Toen zij den laatst en regel geschreven
had, verzocht hij haar om er haar naam
onder te zetten. Toen zij zulks met was
sende verwondering gedaan had, nam hij
den brief.
„Wat een mooie hand heb je toch!"
zeide hij.
„Papa, voor wien zijn deze regels be
stemd?" vroeg Cecilia.
„Hoe angstig vraag je dat, mijn kind.
Wees toch niet zoo nieuwsgierig. Ik kan
er immers belang in stellen om je autographie
te bezitten. A propos, Thèrèse zal je morgen
ochtend vroeg moeten wekken, want we
gaan op reis."
„Wij, op reis gaan? Hoe, papa, wij
verlaten deze streek
Hij borg het schrijvendat hij nog steeds
in zijn handen hield, in zijn portefeuille en
zag haar daarbij onafgewend aan.
Onwillekeurig sloeg zij den blik neer.
„lloe zonderling vroeg je dat? Welk
belang kan je daarbij hebben. Als ik je
verteld had, dat we naar onze tegenvoeters
gingen, zou je niet verbaasder hebben kunnen
opkijken. Deze gehechtheid aan dat oude
uilennest schijnt zoo buitengewoon groot te
zijn, dat ik het mij niet begrijpen kan."
Zij ontweek zijn spottenden blik en hare
lippen beefden, toen zij haren vader een
klankloos goeden nacht loewenschte.
„We reizen geen oogenblik te vroeg af,"
mompelde de graaf, toen de deur zich achter
het jonge meisje gesloten had. „Waren wij
nog een dag langer hier gebleven, dan wam
het onheil niet meer (e keeren geweest. Ik
heb het aan de openhartigheid van mijn
jongen vriend O'Donell te danken, dat hij
nog juist bijtijds gesproken heeft; trots is
bij hem een der domineerende eigenschappen.
Dc afscheidswoorden, die hij ontvangen zal,
zullen hem wel nimmermeer Cecilia's weg
doen kruisen."
Cecilia look dien nacht geen oog; een
onbeschrijflijke angst had zich van haar
meester gemaakt. Zij zou den volgenden
dag het slot en deze streek verlaten! Wist
hij zulks? En zoo niet, wat zou hij dan
wel van dit plotseling vertrek moeten denken?
Wanneer zouden beiden elkander weder ont
moeten en onder welke omstandigheden?
En dat briefje, wat zou dat koude, vor
melijke briefje te beduiden hebben dat zij
op verlangen van haren vader had moeten
schrijven? Aan wien was het gericht?
Hare wangen waren bleek, droefgeestig
staarden hare oogentoen zij den volgenden
morgen aan het ontbijt verscheen. Zij was
in reisgewaad gekleed, het rijtuig stond
reeds voor. Gedurende het ontbijt keek zij
onafgewend dour het raam naar den wegdie
naar O'Donell's woning voerde.
Den graaf ontging zulks niet en inwendig
verheugde hij zich.
„Je spant je oogen tevergeefs in, mijn
kind," sprak hij in zijn gedachte tot Cecilia.
«Hij zal niet komen: je hebt hem voor de
laatste maal in je leven gezien 1"
Het ontbijt was bijna afgeloopen en het
uur van vertrek naderde; eindelijk vermande
Cecilia zich om zich met de vraag tot haren
vader te wenden of Roderich O'Donell ook
kennis droeg van dit plotselinge vertrek.
„O'Donell!" herhaalde de graaf op den
leuksten toon ter wereld. „Ik weet niet of
ik hem gisteren over ons mogelijk vertrek
gesproken heb. In elk geval zal ik een
briefje voor hem achterlaten met onzen af
scheidsgroet en onzen dank. Kom, Cecilia,
de paarden wachten
Wat zou zij zeggen wat doen In haar
hart kampte een hartstochtelijke tegenstand
met de vrees voor den vader.
Wat zou Roderich O'Donell wel denken?
Moest hij haar niet van ondankbaarheid be-
schnldigeu? Hoe wreed was het van haren
vader gehandeld, dat hij niet den vorigen
avond gesproken en haar van haren levens
redder afscheid had laten nemen? Ver
bittering wrevel, smart, kampten i.i haar
binnenste met de machteloosheid tegenover
den wil des vaders! Het was te zwaar, te
hardZonder afscheidzonder één enkel
woord zouden zij van elkander gaan, wel
licht voor immer.
Lord Ainsleigh en zijne dochter bevonden
zich reeds een week lang in Londen, toen
de graaf 's avonds te huis kwam en ver
telde, dat hij Roderich O'Donell tegenge
komen was.
Zijn naam hoorende, ontroerde Cecilia zicht
baar en begonnen hare oogen te schitteren.
{Wordt vervolgd.)