MANUELA, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ileze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: ADVERTENTIES: Bureel: Sclieepmakerssteeg 6, Donderdag 1 December 1887. N9.282. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stails-Berichten. Veranderingen GRONDWET. PUBLICATIE Voor Leiden, per 3 maandenf 1.35. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.tiO. Prijs per Nummer 10 ('ent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. 301. Jaargang. in de BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Leiden brengen ter openbare kennis, dat op heden 30 November 1887 van het Gemeentehuis is afgelezen de volgende betreffende de plechtige afkondiging van de vastgestelde veranderingen in de Grondwet. Wij Willem III, hij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Aan alleDdie deze zullen zien of 'nooren lezensalut I Gedurende den loop Onzer Regeering zijn vele belangrijke maatregelen geDomen ten einde de bij de Grondwet van 1848 ge huldigde beginselen leven en werking te geven. Intusschen is bij de Grondwet zelve voor zien dat bare herziening in den loop des tijds noodig zou kunnen worden. Na een nauwgezet onderzoek tot de over tuiging gekomen zijnde, dat eenige barer bepalingen voor de wetgeving en den gang der Regeering belemmerend warenhebben Wij niet geaarzeld eene nadere herziening der hoogste Staatswet te bevorderen en, dank zij de ijverige medewerking der Staten- Generaal, zijn thans elf wetten tot herzie ning der Grondwet op de door haar voor geschreven wijze tot stand gekomenwelke in de nummers 183 tot 193 van bet Staats blad van 1887 zijn opgenomen. Wij verklaren dat de in die wetten vast gestelde bepalingen met de overanderd ge bleven hoofdstukken en artikelen der Grond wet voortaan en wel vbd het oogenblik barer plechtige afkondiging, de Grondwet van het Koningrijk der Nederlanden zullen uitmaken. En hebben Wij goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze, dat de wetten van 6 November 1887 Staats blad N°. 183 tot 193) op den 30sten No vember 1887 des middags te twaalf ure in eene plechtige openbare zitting van den Hoogen Raad der Nederlanden en van ieder der gerechtshoven en der arrondissements rechtbanken door den griffier zullen worden voorgelezen en alzoo plechtig afgekondigd van welke voorlezing proces-verbaal zal wor den opgemaakt; alsmede dat deze publicatie op hetzelfde uur in iedere gemeente zal worden afgelezen van de puie of voor de deur van het huis der gemeente. Onze Ministers van Justitie en van Bin- nerilandsche Zaken zijn belast met de uit voering van deze publicatie, welke in het Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven op het Loo, den 16den No vember 1887. WILLEM. Aangeplakt te Leiden, den 30 Novem ber 1887. De Burgemeester, DE KANTER. De Secretaris, E. KIST. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het adres van P. M. VAN LIES HOUT, spekslager, wonende alhier, houdende verzoek om vergunning lot hel oprichten van eene slachterij en rookcrij in hel perceel Korle Spilsteeg no. 5. Gelet op de arlt. 6 en 7 der Wel van 2 Juni 1875 Slaalsblad no. 95); Geven hij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, mei de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag den 14 December a. s., 's voormiddags te elf uren, op hel Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren legen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Weihouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 30 November 1887. STADSNIEUWS. Evenals in alle plaatsen van ons vader land is ook hier ter stede hedenmiddag de gewijzigde Grondwet afgekondigd. Te 12 uur precies vertoonden zich de burgemeester en de wethouders dezer gemeente met den gemeentesecretaris op het monumentale bordes voor het raadhuis, terwijl in hunne tegenwoordigheid, na het luiden der klok, een der gemeenteboden het koninklijk be sluit, op oranjepapier gedrukt, luide aflas. Van het stadhuis woeien de nationale en oranjevlaggen terwijl ook nog van uit en kele particuliere woningen de driekleur was uitgestoken. De Breestraat voor het raad huis was met stadgeDOoten gevuld, terwijl zich tegenover dat gebouw een groot aantal studenten, vergezeld van een muziekcorps, had opgesteld. Toen de voorlezing geëin digd was speelden de muzikanten vader- landsche liederen en het „Io Vivat" welke liederen door burgemeester en wethouders en door de jongelui met ontblooten hoofde werd aangehoord. Luide hoera's stegen uit de menigte op, ter wijl de burgemeester door het wuiven met den hoed zijne instemming betuigde met de gebrachte hulde. Benoemd tot directrice der bewaar school te Dokkum, mej. M. M. E. Van Hartrop, te Leiden. Mej. S. F. Spengler alhier, benoemd tot onderwijzeres in de Fransche taal- en letterkunde aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Amsterdam, zal die betrekking met 1 Februari e. k. aanvaarden. Hedenmiddag is door een politie agent in het Noordeinde een hond dood geslagen welk beest teekenen gaf van dolheid. De eigenaar wordt verzocht zich aan het politiebureau te meldentot het geven van inlichtingen omtrent bovenbedoelden hond. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de rijks-universiteit alhier, de lieer A. Lind Jr., geb. te Am sterdam na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: A chapter of the Chinese Penal Code." MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Gisteravond smaakten we een bizonder kunstgenot; want dat is 't wanneer we het drietal Beumer-Moriamé-De Swert hooren. We kunnen over hun spel kort zijn; we wisten wat we van ieder hunner te wachten hadden en zijn lang niet teleurgesteld ge worden. Heerlijk zuiver zong mej. Dyna Beumene de variations van Rode, „Du bist wie eine Blume" van Rubinstein, de even bekende „Idylle" van Haydn en Air (Valse) du Pardon de Ploërmel. Printemps van Gounod werd door haar toegegeven. Mej. Zelie Moriamé (piano) vertolkte op, door 't uitbundig applaus erkend, op uit muntende wijze de Gavotte en Variations de Rode, de heerlijke Berceuse van Chopin en de Valse van Moszkowski. Met den heer De Swert, die daarin niet't gelukkigst was, droeg zij de Introduction et Polonaise van Chopin voor. Als bisnummer gaf zij eene sonate van Searlatti. De heer De Swert (cello) droeg voor Air van Bach, Gavotte van Bach, serenade en caprice burlesque, beide eigen compositie. Het bisnummer viel niet velen in den smaak. Mej. Moriamé kweet zich van hare zware taak (solospel en accompagnement) gedurende den geheelen avond, gemakkelijk. We hebben weêr eens van pianospel werkelijk genoteniets wat ons niet eiken dag over komt. Voor dergelijke avonden mogen we dankbaar zijn. Een der lezers van het Vaderland schrijft aan dat blad: „Naar aanleiding van uw bericht omtrent het adres der 100 schouwburgbezoekers te Rotterdam tegen de dameshoeden, herinnner ik mij eenigen tijd geleden een bericht gelezen te hebben op welke aardige wijze een opéra-directeur dit euvel voorkwam, zonder met iemand in conflict te komen. Hij plakte nl. aan den ingang van den schouwburg een annonce, waarin gemeld werd dat het slechts aan oude dames vergund was gedurende de voor stelling den hoed op te houden. Ik geef u in overweging door middel van uw blad dit afdoend middel onder de aandacht van be langhebbenden en in het bijzonder de Rot terdammers te brengen." Uit Amsterdam wordt aan de N. R. C. gemeld: Bij gelegenheid der kerkelijke wij ding van het huwelijk van twee artisten, den heer Albers en mej. Margaretha Jahn, in de oude Luthersche kerk door ds. Böh- ringerwerd gisteren aan het jonge paar eene eigenaardige en indrukwekkende hulde gebracht door de kunstbroeders Orelio, Jahn Schmier en Pons, door de uitvoering van het offertorium uit de messa van Hassehn- gen: „Laudate dominum omnes homines." FEUILLETON. OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 98). Hoe zij aan land gekomen was, dit wist de barones in het eerste oogenblik zelf niet. Toen echter het eerste moment, na het af gewende gevaar, waaraan men aan niets anders dacht dan aan het levenvoorbij was, had zij de aanwezigheid bemerkt van een haar volkomen vreemden heer, die den majoor nog juist ter hulpe was gekomeD, toen diens krachten hem dreigden te begeven, en zoodoende had natuurlijk ook deze haar in den alles behalve presentabelen toestand gezienwaarin het toeval haar gebracht had, en die haar zoozeer beschaamd maakte, dat zij in haar verwarring het geheel en al vergat, om naar den naam haars redders te vragen, maar slechts zoo snel mogelijk van hem trachtte weg te komen. „Hij maakte een hoogst gedistingeerden indruk," zeide zij. „Had ik maar voldoende tegenwoordigheid van geest bezeten, dan zou ik hem naar Rosegg uitgenoodigd heb ben maar wat zal men anders dan het hoofd verliezen, wanneer men op het punt staat om te verdrinken. Maar hoe komt hel toch Cecilia, dat je toilet niet in het minst gederangeerd is. Waar heb je be schutting gevonden?" „In het zwarte huis, een eenzaam gelegen gebouwtje dat alleen bewoond wordt door eene oude vrouw." Cecilia wilde juist ook gaan vertellen van datgeen, wat zij gezien had, toen zij het sombere huis naderden, en wat zij vervolgens daarin gehoord had, docli een plotselinge vrees deed haar zwijgen. Wat haar bij den aanblik van het gelaat aan het bovenvenster zoozeer ontsteld had, was de gelijkenis der bleeke trekken met die der nieuwe gouver nante, mejuffrouw Latour geweest. Zij twijfelde er geen oogenblik aan, of deze was het geweest, die zij gezien had. Vergist kon zij zich niet hebben, dat stond vast, want mejuffrouw Latour's trekken kon men niet vergeten, wanneer men deze slechts éénmaal gezien had. Waarom echter zou zij de gouvernante door het vertellen van het voorval in ongelegenheid brengen Zij zweeg dus, bij zich zelve echter besloten, om in stilte het geheim uit te vorschen. In het slot aangekomen, begaf Cecilia zich onmiddellijk naar haar kamer en schelde haar kamenier. De komst van deze afwachtende en naar het open venster tredende, bemerkte zij op hetzelfde oogenblik tot hare groote ver wondering in den tuin mejuffrouw Laloor, die daar zoo rnstig zat, alsof zij het slot op dezen dag nog in het geheel niet ver laten had. Cecilia aan het venster ontwarende, keek zij opgroette glimlachend en verdween toen in een der zijlanen van het park. Verwonderd staarde Cecilia haar na. Wat kon dat te beduiden hebben. Mejuffrouw Latour mocht de volleerdste tooneelspeelster zijn, maar op twee plaatsen tegelijkertijd kon zij zich toch niet ophouden. Voor nauwelijks een uur had Cecilia haar gelaat aan het venster van het zwarte huis gezien, en nu bevond zij zich hier? Te voet had zij echter dezeD afstand niet kunnen afleggen. Hoe alzoo verklaarde zich het raadsel »En toch is zij het geweestzeide Cecilia met overtuiging bij zich zelve. Zich tot haar kamenier wendendehief zij op vragenden toon aan „Ik zie daar net mejuffrouw Latour in den tain. Wanneer is zij te huis ge komen?" „Thuis gekomen?" vroeg het meisje ver wonderd. „Maar mylady, mejuffronw Latour heeft niet eens den voet buiten het slot gezet. Terwijl gij weg waart, is zij in de leerkamer bij de kinderen geweest." Zijt ge daar zeker van?" Het meisje herhaalde hare bewering, doch begon zich zelve toen tegen te spreken, zoodat ten laatste bleekdat zij al dien tijd in de dienstbodenkamer was geweest en dus niet zoo geheel zeker van hare zaak kon wezen. Zoodra haar toilet gereed was, begaf Cecilia zich naar de leerkamer, waarin zij door de kinderen met gejuich ontvangen werd. Zij klaagden er over, dat zij gedurende het onweer alleen hadden moe ten wezen. „Eu waar was dan mademoiselle Latour vroeg Cecilia. „Zij had zulk een vreeselijke hoofdpijn, dat zij naar bed moest." „Om hoe laat was dat zoo wat?" „O, kort, nadat n weggereden waart. Zij is eerst eventjes véér u terugkeerdet, weder opgestaan." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1