MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTE NTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
eze Couraüt vsrschifnt dadelijks, behalve op Kon- en Feestdagen.
AiOiNEfiEil:
Vrijdag 18 November 1887. N°. 271.
ADVERTENTIES:
Ilureel: techeepsnakerssteeg; fe
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Leidsche Couran
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.OO.
Prijs per iuuiuier 10 tent.
Van 16 regels 0.90,
Elke regel meer 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10.
201» Jaargang.
Stads-ISericliten.
UURGEMEESTER en WETHOUDERS (Ier
gemeente LEIDEN brengen bij (leze ter alge-
meene kennis dat de passage over de Kleine
Havenbrugliggende over den Rijn of de
Haven op Maandag 31Hlnsdag 33
en Woensdag 23 November a. s., voor
rij- en voertuigen en voetgangers zal
afgesloten zijn. terwij! de scheepvaart door
die brug in den loop van 21 en 22 Novem
ber a. s. gedurende eenige uren zal ge
stremd zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 17 November 1887.
GEMEENTERAAD.
Zitting van den raad der gemeente Leiden
op Donderdag 17 November 1887 des na
middags te 2 uren, ten raadbuize der ge
meente.
Aanwezig zijn de heeren: Le Poole, Van
Reenen, Fockema Andreae, Scbneither, Van
Hamel, Alma, Zaaijer, Du Rieu, Van Bat-
tingha Wichers, Knappert, BoolWas, Kai
ser, De Goeje, Hasselbach, Zaalberg, De
SturlerVerster, Juta, Cock, Van der Hoe
ven n de voorzitter.
De heeren Driessen en Koetser hebben
kennis gegeven dat ze verhinderd zijn de
vergadering bij te wonen.
De voorzitter opent de vergadering en
geeft het woord aan den secretaris tot het
lezen der notulen, die, na die lezing, wor
den goedgekeurd.
De voorzitter geeft nu kennis o. a. van
de volgende
Ingekomen stukken.
Missive van den heer A, J. Krantz, waarbij
deze wegens gezondheidsredenen ontslag
neemt als lid van den gemeenteraad.
Missive van de afdeeling Leiden en om
streken der Nederl. Maatschappij tot Bevor
dering der Geneeskunst, dd. 7 November jl.
waarbij wordt aangedrongen tot het in het
leven roepen van bepalingen ter voorkoming
van den verkoop van voor de gezondheid
schadelijk vleesch in deze gemeente.
Voorstel van het raadslid dr. W. N. Du
Rieu omtrent de beperkende voorwaarde te
stellen bij het verleenen van vergunningen
aan ingezetenen van omliggende gemeenten.
Aan de orde is nu de benoeming van
een tweeden onderwijzer aan de school 4de
klasse n°. 2. Benoemd wordt de heer A.
B. Van der Voorden, onderwijzer 3deklasse
aan de school 3de klasse, n°. 1 alhier met
19 stemmen. 2 briefjes werden blanco in
de bus gevonden.
Volgt, de benoeming van een tweeden
onderwijzer aan de jongensschool 2de klasse.
Benoemd wordt de beer G. J. Klokman,
met 19 stemmen. 2 briefjes bleven blanco.
Afwijzend wordt beschikt op het verzoek
van De Vries en Stevens, vrachtrijders al
hier, om eene toelage uit de gemeentekas
tot aanschaffing van een derde paard.
Toegestaan wordt daarna het verzoek van
S. Stibbe, om vrijstelling van de betaling
van schoolgeld, middelbaar ouderwijs, en
(in hoofdzaak)
het verzoek van P. Van Driel Bz.ter
bekoraing in gebruik van grond aan den
Vestwal bij de Oosthavenstraat.
Punt 6 van de agenda, voorstel tot
wijziging van de verordening op het beheer
en het bestuur der Gasfabriek.
De heer Cock vraagt het woord om te
verklaren dat 't hem wenschelijk voorkomt
dat de raad zich houdt aan zijne eigene
voorschriften; hij meent dat zulks in zake
de verordening op het beheer en het be
stuur vau de Gasfabriek niet altijd geschiedt.
Hij stelt voor, ook namens de commissie
voor de huishoudelijke verordeningen, de
behandeling van het voorstel te doen voor
afgaan door eene schriftelijke gedachten-
wisseling.
Het hoofdargument is, dat de verorde
ningen behooren te worden gesteld in handen
van de commissie voor de huishoudelijke
verordeningen, 't Is dus eene motie van
orde die de heer Cock namens genoemde
commissie voorstelt, om nl. de behandeling
van dit punt te verdagen.
De voorzitter meent dat de heer Cock
zich de zaak als van meer belang voorstelt,
dan er aan kan worden toegekend. Hij zal
dus tegen verdaging moeten stemmen.
De heer Fockema Andreae verklaart zich
vóór de meening van den heer Cock en acht
de zaak niet zoo onbeduidend, omdat de
verordening eischt dat de wijzigingen in de
commissie van huishoudelijke verordeningen
moeten worden gebracht, die verordening is
door den raad gemaakt en deze behoort toch
zijne eigene bevelen te gehoorzamen.
De voorzitter geeft den heer Andreae
gelijk waar 't geldt de letter van de wet;
de geest der wet is naar sprekers oordeel
eene andere dan zooals de heer Andreae
zich voorstelt.
De heer Was meent dat men wel eenigs-
zins verplicht is het verzoek van de com
missie voor de huishoudelijke verordeningen
toe te staan en dus de motie van den heer
Cock aan te nemen.
De voorzitter heeft tegen die motie be
zwaar omdat die den raad zal brengen op
een terrein dat niet aan de orde is.
De motie van den heer Cocknu in
stemming gebracht, wordt met 17 tegen 5
stemmen aangenomen. Tegen stemden de
heeren Van Reenen, Knappert, Bool, Le
Poole en de voorzitter.
Aan de orde is nu het verzoek van de
afdeeling Leiden en omstreken der Neder-
landsche maatschappij van tuinbouw omtrent
het onderhoud van het Plantsoen en het
Park. Het voorstel van bnrg. en weth. om
het verzoek voor kennisgeving aan te nemen
wordt zonder discussie of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Bij punt 8, staat van af-en overschrijving
op de gemeentebegrooting, dienst 1887, on
derhoud van wandelplaatsen en plantsoenen,
geeft de voorzitter de gewenschte inlichtin
gen aangaande de uitgaven aan bloem- en
heestergewassen, grint en onderhoud, aan
het Park aan het Steenschuur ten koste ge
legd. Met die inlichtingen stelt de com
missie van financiën zich tevreden.
Toegestaan worden nu
9e. Het verzoek van J. A. Bientjes, om
terugbetaling van schoolgeldlager onder
wijs, en
10e. Het verzoek van J. Wuyster, om
ontslag als leeraar aan de kweekschool voor
onderwijzers.
Ten opzichte van het voorstel tot aankoop
van een perceel aan de Van-der-Werfstraat
ten behoeve van de {school 3e klasse n°. 2,
werd hoofdelijke stemming verlangd. Het
voorstel werd aangenomen met 17 tegen
5 stemmendie van de heeren Kaiser, Cock,
Juta. Was en Van der Hoevea.
12e. Verzoek van dr. A. W. Kroon Jr.,
om gebruik te mogen maken van het gym
nastieklokaal der hoogere burgerschool voor
meisjes. De heer Van der Hoeven merkt
op dat art. 9 van de Grondwet verbiedt
dat iemand^ook namens anderen"een ver
zoek tot den raad richt, hetgeen de heer
Kroon toei doet. Hij stelt dus voor de be
handeling van het verzoek aan te houden.
Ook wordt besloten, te verdagen de be
handeling van het verzoek van P. A.Feltzer
om eene brug te leggen over de Zoeter-
woudsche Singelsloot, en wel naar aanleiding
van het eerst heden ingediende voorstel van
bet raadslid dr. W. N. Du Rieu, omtrent
de beperkende voorwaarde te stellen bij het
verleenen van vergunningen aan ingezetenen
van omliggende gemeenten.
Aan de orde is ten laatste punt 14. be
zwaarschriften tegen het kohier der plaatse
lijke directe belasting, dienst. 1887.
De heer Fockema Andreae meent dat het
advies van de commissie van financiën had
moeten worden ingewonnen en wel volgens
de bestaande bepalingen daaromtrent. Die
meening wordt door vele raadsleden gedeeld
en ook door den heer Van der Hoeven, die
het voorstel doet de behandeling aan te
houden totdat dat advies zal zijn ingewonnen.
Dat voorstel, in stemming gebracht, wordt
aangenomen met 13 tegen 9 stemmen. Tegen
stemden de heeren Knappert, Bool, Van
Buttingha Wichers, Alma, Hasselbach,
Zaalberg, Vau Hamel, Le Poole en de voor
zitter.
Daar niets meer aan de orde is en nie
mand meer het woord verlangt, sluit de
voorzitter de vergadering.
HTADINIEU1VI.
Op de derde bijeenkomst gisteravond
in de Stadsgehoorzaal alhier vanwege de
commissie voor de volksbijeenkomsten ge
houden, trad de secretaris dier commissie,
de heer C. J. Leendertz, als spreker op.
Tot onderwerp had hij gekozen: Tafereelen
uit de Bandjermasinsche expeditie en den
Atjeh-oorlog. Een tweetal schetsen. Zeker
een onderwerp dat geschikt en in staat is
de belangstelling van de hoorders te wekken
in den strijd door onze Indische soldaten,
met zooveel zelfopoffering en heldenmoed,
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
8T).
„Ik kan hem niet uitstaan, Geneviève.
Mij hindert vreeselijk de toonwaarop hij
tot je spreekt en evenzeer diewelke jij
tegenover hem aanslaat."
„En waarom?"
.Je moest (leze vraag niet doen. Zooals
je me zelf zeidet, heb je met hem geco-
quetteerd, toen je pas vijftien jaar teldet.
Je hebt dit coquetteeren voortgezet in de
jaren van je weduweustaat, en nu je getrouwd
bent, legt ge u zelve hoegenaamd geen dwang
meer op. Geneviève, een gehuwde coquette
is in mijn oogen het verachtelijkste wat er
zijn kan."
.Een zienswijze die, uit jon mond komende,
een bijzonder gewicht heeft. Je bent ver
moedelijk van plan om niet te coquetteeren,
wanneer je getrouwd zult zijn?" vroeg de
barones spottend.
„Neen, Geneviève, ik zal dit niet doen.
Wanneer ik ooit trouw, dan hoop ik, dat
ik mijn man voldoende zal kunnen achten
en liefhebben, om voor zijn naam en zijn
eer evenzeer te waken, als voor mijn
zieleheil 1"
De barones barstte in een spottenden
lach uit.
Zulke woorden uit jou monddie de
gansche wereld als een volleerde coquette
kent. Nn schijnt mij zelfs het onmogelijkste
geloofelijk toe. Of heb je wellicht al eens in
je leven bemind P"
Het feest bij de gravin Chantillie» was
schitterend, meer dan ooit coquetteerde lady
Geneviève met majoor Falklands, zich niet
in het minst storende aan het gezelschap.
„Ja, mylady, O'Donell, kapitein Roderich
O'Donell bevindt zich in Londen!"
Lady Cecilia was gewoonlijk nog al bleek,
maar bij deze woordendie de voor haar
staande jonge Delamare tot haar richtte,
had het toch allen schijn alsof haar gelaat
nog bleeker werd dan het anders reeds was;
of was het soms de weerschijn van de witte
parasol, die zij geopend in de hand droeg?
Er ontstond een pauze, waarna Delamare
eensklaps vroeg
„Gij hebt O'Donell in Ierland leeren
kennen, wanneer ik mij niet vergis?"
„Ja, maar sinds zija al een zestal jaren
verloopen."
„O'Donell heeft mij het leven gered 1"
„Het leven gered! En hij vertelde mij,
dat zijne kennismaking met u slechts een
vlnehtige was."
Lady Cecilia lachte, hoewel dan ook niet
zoo ongedwongen als anders.
„Vluchtig! Wellicht berekende hij zijn
dienst naar de waardedie de geredde in
zijne oogen had. Is hij van plan om in
Engeland te blijven?"
„Neen; hij denkt zijn zuster, die hem
vergezelt, naar vrienden in Frankrijk te
brengen en keert dan zelf naar Algiers
terug."
„Zijn zuster! Is zij hier? Hebt ge haar
gezien? Hoe ziet zij er uit? Roderich
O'Donell's zuster moet mooi zijn, zooals
men zegt."
„Dat is zij niet. Een geheim verdriet
schijnt op hare ziel te drukken. Zij spreekt
weinig, is zwaarmoedig en kijkt altijd even
treurig. Zoo even is zij met haren broeder
uit New-Orleana gekomen. Ik bezocht hen
heden en O'Donell soupeert van avond met
mij. Hoe kwam hij er toch toe, om u het
leven te redden?"
„Die geschiedenis is veel te lang, dan
dat ik ze u op een partij zon kunnen ver
halen. Ha, daar zie ik den markies De
Villefleure. Doe mij genoegen en breng mij
naar hem toe!"
De dag liep reeds ten einde, toen de
barones Rosegg en lady Cecilia het feest
verlieten.
Eerstgenoemde verkeerde in de beste luim,
want majoor Falklands had haar druk het
hof gemaakt. Doch wat lady Cecilia aan
gaat, deze lag nog droomeriger en apathi-l,
seher in de kussens van het rijtuig geleund.
Zij zag er zeer vermoeid uit.
„Hij is in mijne nabijheid. Gisteren was
hij in de opera en zag mijzonder mij te
groeten!" dit waren hare gedachten.
„Wat ben je verschrikkelijk sentimenteel,
Cecilia," zeide lady Geneviève spot'end,
toen zij bijna hare woning bereikt hadden.
„Je hebt nog geen woord gesproken, sinds
we het feest verlaten hebben. Het is te
hopen, dat je weer het volle gebruik terug
krijgt van je spraak en denkvermogen, voor
we naar het bal gaan."
Het rijtuig hield thans stil en beide
dames traden hare aristocratische woning
binnen.
{Wordt vervolgd.)