I'
Woensdag 16 November 1887, 269.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
MANUEL A
e Courant.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
81e ie C o u r a n t verse ia ij n t <1 agelijks* behalve o p 'L e 11- en Feestda sre si.
ASOiHESIEHT:
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Kunstlier 10 Cent.
AQVERTEiTIER:
Van 1ij regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Scheeptnakersstee!? 6
201» Jaargang.
STABINIEtWI.
De Wet van den 6den November 1887,
hondende veranderingen in de additioneele
artikelen der Grondwet, is in de Staats
courant afgekondigd.
Art. 1 van art. VII wordt gelezen als
volgt:
De leden van de tweede kamer der staten-
generaa! worden gekozen door de mannelijke
meerderjarige ingezetenen des rijks, tevens
Nederlanders, die:
a. hetzij over het laatstverloopen dienst
jaar ter zake van bet door hen ter bewo
ning gebruikte huis of afgezonderd gedeelte
van een woonhuis in de personeele belasting
zijn aangeslagen naar eene hoogere huur
waarde dan diewelke volgens art. 1lilt.
a en b, van de wet van 24 April 1843
(iStbln°. 15) aanspraak geeft op vermin
dering tot een derde of twee derde gedeel
ten der belasting naar de drie eerste grond
slagen en dien aanslag ten volle hebben
betaald
b. betzij over het laatstverloopen dienst
jaar in de grondbelasting zijn aangeslagen
tot een bedrag van ten minste tien gulden
en dien aanslag ten volle hebben betaald
c. hetzijhoofden van gezinnen of alleen
wonende personen zijnde, van den inwonen-
den eigenaar of eersten huurder van een
woonhuis of afgezonderd gedeelte van een
woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de
personeele belasting ten minste op het dub
bele gesteld is van het laagste in de ge
meente voor den vollen aanslag vereischte
bedrag, gedurende negen maanden, vooraf
gaande aan den 15den Februari, een ge
deelte in huur hebben gehad en bewoond
waarvoor geen afzonderlijke aanslag in de
personeele belasting geschiedt, maar waar
van de jaarlijksche huurwaarde, ongestof
feerd, in verhouding tot de belastbare huur
waarde van het woonhuis of afgezonderd
gedeelte van het woonhuis geschat, het sub
a bedoelde bedrag van den vollen aanslag
bereikt
met dien verstandedat op de lijsten van
kiezers niet worden geplaatst:
zij wien het kiesrecht ontzegd is bij eene
rechterlijke uitspraak die in kracht van ge
wijsde is gegaan;
zij die bij rechterlijke uitspraak de be
schikking of het beheer over hunne goederen
hebben verloren;
en zij die in het burgerlijk jaar vooraf
gaande aan de vaststelling der kiezerslijsten
onderstand van eene instelÜDg van welda
digheid of van een gemeentebestuur hebben
genoten.
Het kiesrecht wordt niet uitgeoefend door
degenen die in gevangenschap of hechtenis
zijn.
Voor het kiezen van leden der provinciale
staten en van leden van den gemeenteraad
gelden dezelfde regelen als die, welke in
dit artikel voor het kiezen van leden van
de tweede kamer der staten-generaal zijn
gesteld, met dien verstande, dat men bo
vendien ingezeten der provincie moet zijn
om kiezer van leden der provinciale staten
en ingezeten der gemeente, om kiezer van
leden van den gemeenteraad te wezen.
Wat betreft de verdeeling in kiesdistricten
is 't voor Leiden en de omliggende gemeen
ten van belang te weten dat de gemeente
Leiden op zich zelf een kiesdistrict zal gaan
uitmaken met het recht één afgevaardigde
naar de kamer te zenden.
Van de gemeenten die bij de vorige ver
kiezing bij het hoofdkiesdistrict Leiden
waren ingedeeld zijn uu ingedeeld bij het
hoofdkiesdistrict Katwijk de volgende ge
meenten: Katwijk, Noordwijk, Noordwijker-
hout, Sussenlieim, Voorhout, Oegstgeest,
Warmond, Rijnsburg, Valkenburg, Leiderdorp,
Woubrugge, Oudshoorn, KoudekerkZoeter-
woude, Voorschoten en Wassenaar; bij het
hoofdkiesdistrict Bodegraven, de gemeente
Hazerswoude en bij het hoofdkiesdictrict
Loosduinen, de gemeente Benthuizen.
Hoofdkiesdistricten zijn o a. geworden
Katwijk, Bodegrave en Loosdninen ieder
met één afgevaardigde.
Onder het hoofdkiesdistrict Katwijk zijn
gebracht de gemeenten Katwijk, Noordwijk,
Noordwijkerhout, Sassenheim, Voorhout,
Oegstgeest, Warmond, Rijusburg, Valken
burg, Leiderdorp, Rijnsaterwoude, Woubrugge,
Oudshoorn, Koudekerk, Zoeterwoude, Voor
schoten, Veur en Wassenaar.
Onder het hoofdkiesdistrict Bodegrave
zijn gebracht BodegraveAarlander-
vsen, Hazerswoude, Alphen, Zwammerdam,
Rietveld, Woerden, Waarder, Barwouds-
waarder, Papekop, Lange-Ruige-Weide, Reeu-
wijk, Oudewater, Heekendorp, Haastrecht,
Vlist, Stolwijk, Schoonhoven, Bergambacht,
Ammerstol en Berkenwoude.
Onder het hoofdkiesdistrict Loosduinen
zijn gebracht Loosduinen, 's Gravensande,
Maassluis, Maasland, de Lier, Naaldwijk,
Schipluiden, Monster, Wateringen, Rijswijk,
Voorburg, Stompwijk, Nootdorp, Zoetermeer,
Zegwaard en Benthuizen.
In het regeeringsantwoord over de
staatsbegrooting komt o. a. voor (departement
van binnenl. zaken).
Wat de rijks-universiteit te Leiden aan
gaat handhaaft de minister op verschillende
gronden zijn voorstellen omtrent a. een
nieuwen hoogleeraar geneeskundige faculteit;
b. een nieuwen hoogleeraar letterkundige
faculteit; c. de verhooging jaarwedde direc
teur Ethnographisch Museum; d. den aan
koop van Japansche boeken.
Den heer Büttikofer, conservator bij
het museum van natuurlijke historie te
Leiden, werd van 1 November 1886 tot 1
Juni 1887 een verlof verleend om in het
belang van de wetenschap een tocht naar
Liberia te maken. Na zijne terugkomst is
door hem uit de belangrijke verzameling
dieren, welke hij medebracht, aan het rijks
museum ten geschenke gegeven het skelet en
de thans opgezette huid van een jongen
hippopotamus liberiensis, een exemplaar
zooals nog in geen museum ter wereld
voorkomt, en eene waarde vertegenwoor
digende van p.m. flOOO. Uit een nauw
keurig onderzoek, door den directeur van
het museum ingesteld, is gebleken dat de
door den heer Büttikofer vau zijne gevaar
volle reis medegebrachte collectie verder nog
tal van voorwerpen bevat, die nimmer door
een ander reiziger verzameld zijn en dus in
geen museum zijn te vinden, terwijl andere
in het Leidsche museum incompleet ver
tegenwoordigd, in andere musea zeer zeld
zaam te vinden zijn.
De heer Büttikofer is bereid, eene groote
en wel geconditioneerde verzameling belang
rijke dieren en voorwerpen tegen eene bil
lijke vergoeding aan het museum af te staan,
en het wordt mitsdien door de regeering
zeer wenschelijk geacht van eene gelegen
heid, zoo zeldzaam voorkomende als deze,
gebruik te maken, om het museum te Lei
den te verrijken met een aantal exemplaren
van diersoorten in Liberia voorkomende, wel
ker bezit door alle musea zal worden benijd.
Daartoe is f 3000 op de Staatsbegrooting
uitgetrokken. v. Z.-R. en 's Gr.)
Donderdag a. s. zal de heer F. C. A.
Pantekoek alhier te Dordrecht eene volks
voorlezing houden.
Hedenmiddag kreeg een man, die daar
aan meer onderhevig is, op den Nieuwen
Rijn een toeval. De heer C. aldaar hielp
den man spoedig bij.
Men schrijft ons uit Leiderdorp:
Weldra zal onze gemeente van eene stoom-
brandspuit voorzien zijn. Morgen, Woensdag,
des voormiddags te 11 ure zal nabij de
Prot. kerk in tegenwoordigheid van het ge
meentebestuur en vele genoodigden uit na
burige gemeenten de beproeving plaats
hebben.
De spuit is vervaardigd in de fabriek van
de heeren Bikkers en Zoon te Rotterdam.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Aanstaanden Zaterdag zal „Amatels
Mannenkoor", met medewerking van de
„Orkestvereniging", een concert geven,
waarop mej Wia Dikema en de heeren
RogmaDs, Orelio en Hegcner zich als so
listen zullen doen hooren.
Lecocq's opéra comique „Ali-1 I
heeft in het Alhambra te Brussel veel bijval
gevonden.
De N. R. Ct. verneemtdat kapitein
J. De Waalvan den generalen staf, bin
nenkort de redactie van het Militair Blad
zal neerleggen. Als nienwe redactenr noemt
men kapitein R. O, Moerbeekinsgelijks
van den generalen staf.
Uit Amsterdam wordt gemeld: Het
nieuwe stuk van Justus Vau Maurik Jr.
heeft, vooral wat de laaLste bedrijven be
treft, een gunstigen indruk gemaakt. In
den beginne wordt de aandacht te zeer ver
deeld over tooneelen, waarvan sommige,
hoewel vermakelijkden gang der handeling
vertragen. De auteur werd aan het slot
met warmte ten toonecle geroepen.
Met i Jan. 1888 zal te Leeuwarden
verschijnen een Frieseh tijdschrift, onder
redactie van Pieter Jelles (P. J. Troelstra),
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
85).
Drie-en-twintig jaar oud, was zij met
een mandie drie jaar jonger was dan zij
haar familie ontvlucht. Het paar liet zich
in Parijs trouwen en leidde daar een kom
mervol leven. De liefde verdween weldra,
en in hare plaats traden huiselijke oueenig-
her.en, totdat op zekeren dag de jonge
echtgenoot door een dosis laudanum een
einde aan zijn leven maakte.
Zijne weduwe keerde met hare beide
kinderen naar Engeland terug. Het toeval
bracht de jonge vrouw, die er volstrekt
niet onaardig uitzag, op zekeren dag met
lord Emil Rosegg samen, en deze werd bij
den eersten aanblik zoodanig op haar ver
liefd, dat zij reeds na een eenjarig weduw
staat zijne gemalin werd.
De jaren van haar ongelukkig echtelijk
leven, gepaard aan geldelijken nood, had
Geneviève's denkvermogen en haren blik
wonderbaarlijk verruimd Zij las in de ziel
van den vrijheer als in een open boek; zij
wist, dat hij een gierigaard was, dat er iets
van de natuur van een tijgerkat in hem
lagmaar zij speelde hare kaarten met zulk
eene behendigheid uit, dat hij op haar ver
liefde en eer de eerste roes v oorbij was
haar reeds tot lady Rosegg gemaakt had.
Er bleek nu wel later, dat zij geheel
anders was, dan hij verwacht had, dat niets
in staat was haar te beteugelen of te be-
neerschen, dat zij zijn geld niet handenvol
uitgaf, en met andere mannen coquelleerde.
De kinderen, die zij tot aan den trouwdag
op den achtergrond had welen te houden
kwamen thans te voorschijn, en werden op
een ondenkbare wijze verwend en ver
troeteld.
Op Rosegg moesten feesten en bals ge
geven worden, iets wat volstrekt niet in
den smaak van lord Emil viel; in de stad
werd een paleis gehuurd, dat de schoone
vrouw gedurende het „season" bewoonde.
De arme bloedverwanten van Geneviève
lieten lord Emil geen oogenblik rust meer.
Graaf Ainsleigh bewoonde zijn huis, maakte
gebruik van zijne paarden en liet zich aan
wijzingen op zijn bankier gevenzonder
voor dit alles ook maar een woord van
dank te ontvangen, en zoodoende werd lord
Emil meer en meer misantroop, begroef
zich in de eenzaamheid van Rosegg, deed
onderdanig wat zijne vrouw hem beval en
wierp zich uit loutere wanhoop op de studie
der natuurwetenschappen.
Bovenal interesseerden hem de insecten en
kevers, en hij martelde deze nu physisch
evenzoo, als hij zedelijk gemarteld werd.
Nadat Cecilia haar toilet voltooid had,
begaf zij zich naar het salonom daar op de
komst harer nicht te wachten.
Zij nam een boek op, en had gelegenheid
om zich meer dan een half uur in den inhoud
te verdiepen, totdat eindelijk de barones
kwam opdagen.
„Heb ik je laten wachten? Ach, die
kamenier van me, heeft ook geen idéé van
de fijnere nuanceeringen van het toilet."
„Mejuffrouw Latour," sneed de melding
van den bediende den woordenstroom der
dame af, terwijl hij, zijwaarts uitwijkende,
den weg vrij liet voor de aangediende.
„Zoo, mejuffrouw, wees zoo goed om
plaats te nemeDzeide de barones. „Toen
ik u gisteren zag, was ik zoo gepresseerd,
dat ik geen tijd had om de nadere details te
bespreken en ook nu moet ik mij haasten
om niet te laat te komen op een partij,
welke ik moet bijwonen. Gij zeidet mijdat
ge nog nooit gouvernante geweest zijtP"
„Ja, myladyl"
Het waren slechts twee woorden, die de
vreemdelinge sprak, en toch liet lady Cecilia
verrast haar boek zakken en staarde de
nieuwe verschijning aan. De «tem, die haar
oor getroffen had, wekte op eene wonder
baarlijke wijze hare sympathie op. Voor
zich zag zij een slanke, jonge dame, in
donkere kleuren gekleed, die bevallig op
den stoel plaats namwelke lady Rosegg
aanwees.
„Gij zijt niet meer zoo heel jong!" ver
volgde de barones. „Me dunkt, ge moet
minstens zeven en twintig jaar tellen?"
„Vraag excuus, mylady, drie en twintig."
„Niet ouder! En wat hebt ge tot dusver
uitgevoerd
Dit verhoor deed lady Cecilia pijnlijk aan.
Hoe meer zij de gouvernante aanzag, hoe
meer zij ook tot de overtuiging kwam dat
deze een eigenaardig, merkwaardig gelaat
had. De oogen waren groot, donker en
schitterend, de trekken als uit steen ge
beiteld.
Wordt vervolgd.)