MANUELA,
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Woensdag 19 October 1887. W°. 245.
ADVERTENTIE*:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
I
Deze Courant verschil ut dag-elijks, behalve op %on- en Feestdagen.
ABOMRfEfóEülï:
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.90.
Prijs per ^umiiier 10 Cent.
Van 16 regels 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
I henstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Sclieepmakerssteeg 6.
201» Jaargang.
STADSNIEUWS.
Het Weekblad De Ameter dammer geeft
eene levensbeschrijving van den hoogleeraar
mr. J. T. Buys alhier, van de hand des
heeien H. Louis Israels; een portret van
den professor is aan de beschrijving toe
gevoegd.
Hedenmorgen te 8 uur rukte het 4e
bataljon infanterie, onder bevel van den lui
tenant-kolonel Van Bijen, nit, tot het maken
van een oorlogsmarsch. Bij elk regiment is
één bataljon tot het maken van acht proef-
oorlogsmarscben aangewezen. Hier nu is
het 4e bataljon aangewezen dat heden den
tweeden marsch maakte. Ieder man was
voorzien van 100 patronen, op twee manieren
gedragen.
Overigens waren ook zooveel mogelijk de
toestanden san die in oorlog gelijk gemaakt.
De marsch ging naar Wassenaar, terwijl de
troep over Voorschoten den terugtocht aan
nam, na aldaar eene groote rust genomen
te hebben. Het bataljon trof beter weêr
dan bij den eersten marsch op Vrijdag jl.
Hedenochtend werd alhier een infan
terist met een briefje van ontslag uit de
gelederen verwijderd. Na vroeger reeds,
sis korporaal, tot soldaat gedegradeerd te
zijn geworden maakte aanhoudend misbruik
van sterken drank die verwijdering nood
zakelijk.
In zake deTambang-Salida-Maatschappij
is een schrijven aan de commissarissen dier
maatschappij gericht, eemgszins in antwoord
op een ingezonden stuk in de Nieuwe Rot
terdammer Courant van 9 October en on
derteekend door den commissaris Reinier D.
Verbeek, in welk stuk eene uitnoodiging
wordt gericht tot alleu die twijfelen aan de
verwezenlijking van de denkbeelden van den
heer Verbeek ten opzichte der Tambang-
Salida-mijnom van die meening openlijk
blijk te geven.
In de vergadering van aandeelhouders,
den 5den October te Amsterdam gehouden,
zijn mededeelingen gedaan waaruit bleek dat
de betrouwbaarheid der winstberekening van
den heer Julien Deby, volgens het inge
wonnen oordeel van erkende deskundigen,
veel te wenschen overliet, en commissarissen,
hoewel geen beslissend oordeel uitsprekende,
deden duidelijk genoeg gevoelen dat deze
verklaring der deskundigen tot twijfel moest
aanleiding geven. Het was verder uit de
daarop gevolgde discussie blijkbaar, dat eene
sterke indruk van twijfel bij de aandeelhou
ders door de mededeelingen van commissa
rissen was opgewekt, en onderteekenaars van
bedoeld schrijven moeten verklaren werkelijk
dien indruk te hebben ontvangen.
Doch de weigering van commissarissen
om bizonderheden mede te deelenhad ten
gevolge dat de zakelijke gronden voor dien
twijfel onderteekenaars onbekend bleven
evenals de omvang en beteekenis der gerezen
bezwaren. Adressanten zijn dus buiten staat
over hunne belangen te oordeelen.
Zij nemen daarom de vrijheid, met aan
drang te verzoeken, dat zoo volledig en zoo
spoedig mogelijk, en wel véér de volgende
vergadering van aandeelhooders, bekendheid
worde gegeven aan verslagen en andere ge
gevens die commissarissen van deskundigen
hebben ontvangen.
Het schrijven is onderteekend door de
heeren: R. Van Boneval Faure, M. J. De
Goeje, P. Van Geer, H. B. Greven, M.
De Vries, H. Van der Hoeven, J. P. N.
Land, J. M. Van Bemmelen en D. Bierens
de Haan, allen te Leiden, en de heeren
W. D. Gratama en J. P. Hofstede, te Delft.
UNIVERSITEIT.
Aan de universiteit alhier slaagde voor het
eerste natuurkundig examen, de heer K. H.
Moscoviter van Rotterdam.
Nog werd het candidaats-examen in de
medicijnen met gunstig gevolg afgelegd door
de heeren P. Ribbius en H. J. M. Wolterink.
Voor den cursus 1887/88 zijn aan de
universiteit van Amsterdam ingeschreven 148
studenten voor de eerste maal en 892 stu
denten bij herhaling.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Sterfdag (1826) van Talma.
Uit Amsterdam wordt aan de N. R. Ct.
De commissie voor de feestviering ter
herinnering aan Vondel's geboortedag vindt
allerwege steun. Prof. A. G. Van Hamei,
uit Groningen, heeft zich bereid verklaard
den feestavond met een inleidend woord te
openen. Verschillende begaafde dilettanten
hebben zich aangeboden ter vervulling van
de rollen in Jozef in Dothan": o. a. stu
denten van de hoogescholeu te Leiden en
Amsterdam en die leerlingen van het gym
nasium, welke het best voldeden bij de op
voering van het Grieksche treurspel in den
Stadsschouwburg, ter gelegenheid van de
opening van bet nieuwe gymnasium. Uit
deze allen zullen diegenen worden gekozen,
die het meest voor hunne taak berekend
blijken. De avond zal worden besloten door
een plecbtig huldebetoon aan de nagedach
tenis van den grooten dichter. Aangezien
aan de inrichting voor onderwijs te Rolduc
de „Jozef in Dothan" reeds voor jaren is
opgevoerd, heeft men zich tot het bestuur
dier school gewend, om de voor die gele
genheid gecomponeerde reizangen en ook in
deze de gewenschten steun ontvangen. Voor
de opvoering hoopt men de beschikking te
erlangen over den Stadsschouwburg, terwijl
als datum der opvoering voorloopig Donder
dag 1 December is vastgesteld.
Hans Von Bülow schrijft uit Ham
burg, dat hij „door de goedheid van die
heeren componisten, die hunne werken in
de door hem geleide concerten wenschen te
zien opgevoerd, van een grooter aantal no
viteiten is voorzien, dan hij tot het einde
der eenw zon kunnen doen spelenzoodat
hij alle verdere toezendingen van nu af aan
moet afwijzen."
De heer Desuiten heeft aan den gemeen
teraad van Den Haag eene subsidie van
f 6000 aangevraagd voor de Fransche Opéra.
Hij wijst er op, dat de talrijkheid der be
zoekers niet in evenredigheid is met de
hooge eischen aan de opéra gesteld.
Mej. Batteque heeft te Bremen als
Elsa, Sieglinde, Zerline en Carmen het
publiek in geestdrift gebracht.
OFFICIEEL.E BERICHTEN.
Door Z. M. is benoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw de heer
C. Donker, voorzitter van de Westfriesche
Locaal-Spoorwegmaatschappij.
Door Z. M. is aan den heer P. J.
M. Gompertz, hoofd van het inlichtings-bu-
reel onder de firma Wijs, Muller C°. te
Parijs, vergunning verleend tot het aanne
men der versierselen van het burgerkruis 2de
kl., hem door Z. M. den koning der Belgen
geschonken.
Door Z. M. zijn benoemd: tot land
meter Isle kl. van het kadaster H. Ten
Oever te Haarlem, thans landmeter 2de kl.;
tot landmeter 2de kl.; van het kadaster T.
Polee te Heerenveeu, thans landmeter 3de
kl.tot landmeter 3de kl. vau het kadaster
J. K. Crncq te Zaandam, en R. De Cock
Ronaan te Roermond, thans landmeters 4de
kl.; tot landmeter 4de--kl. van het kadaster
W. J. De Haan te Breda, en J. Suk te
Amsterdam, thans adspirant-landmeters van
het kadaster.
Door Z. M. zijn benoemd: bij het
wapen der art., tot 2de luit: bij het 1ste
reg. vesting-art., de sergeanten-volontairs G.
Maes, A. P. Mol en W. J. Methorst, van
het 2de reg. vesting.-art.; bij het 2de reg.
vesting-art., de sergeanten-volontairs J. C.
Van Rijn, J. H. W. Dangerman Qrootepas,
W. F. J. Buytendijk en J. A. Van Alphen
de Veer, allen van het corps; bij het 3de
reg. vesting-art., de sergeanten-volontairs P.
Van de Koppel Huizer, P. C. Bomert, D.
J. Meijer en J. G. C. Vermeulen van het
2de reg. vesting-art.; bij het 4de reg. ves-
ting-srt., de sergeanten-volontairs P. J. Van
der Meer, J. C. Portheine, G. De Groot,
alsmede P. J. H. Joosten, allen mede van
het 2de reg. vesting-art.
De luit. ter zee 2de kl. P. H. Brocx,
dienende aan boord van Zr. Ms. artillerie-
instructieschip Het Loo, wordt met den Isten
Nov. aanstaande op non-activiteit gesteld en
vervangen door den luit. ter zee 2de kl. W.
D. H. baron Van Asbeck.
-— De minister van financien maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
15 dezer bedroeg:
bij de Nederlandsche bank. f 23,721,501,71
en bij de betaalmeesters. 1,766,389,93'
Te zamenf25,487,891,65
Blijkens bij het departement van marine
ontvangen bericht zijn Zr. Ms. schroefstoom-
schepen 1ste en 4de kl. Zilveren Kruis en
Bonaire, respectievelijk onder bevel van den
kapt. ter zee J. C. Joekes en den kapt.-lnit.
FEUILLETON.
OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW.
64.)
Vermoeid keek zij op, toen de oude,
eerbiedwaardige man binnentrad en stak hem
hare kleine, blanke hand met zulk een
smartelijkenmatten glimlach toe, dal het
hem door het hart ging als een dolksteek,
want geen oogenblik twijfelde de scherp
ziende man er aan, dat Manuela in lord
Emil en mevrouw Von Waldau twee vijanden
bezat, wier doel verder ging dan haar te
vernederen. Ontzettend duidelijk was hem
in deze weinige oogenblikken alles geworden
Prijs gegeven aan de genade dezer beiden,
was Mannela meer verlaten dan het onge
lukkigste schepsel op aarde hulpeloozer dan
het ongelukkigste wezen onder Gods zon,
want wie was zij in werkelijkheid? Haar
geheim, het geheim harer geboorte, deze
beiden, hare doodvijanden hielden het in
hunne handen en geen macht ter wereld zou
het hun kunneD ontrukken. Tot voor korten
tijd nog door allen vertroeteldbemindover
pracht en rijkdommen gebiedende, thans arm,
verlaten, verweesd, zonder naam, wachtte
haar de harde strijd om het bestaan. Zonder
Daam! Arme, arme Manuela!
Gedurende eenige minuten rustten de
blikken van den ouden man vol ernstige
bezorgdheid op het aanvallige gelaat van het
jonge meisje, terwijl zijne hand met warmte
de hare omsloten hield.
„Lady Manuela," hief hij eindelijk aan,
„vergeef mij, dat ik u kom storen, maar
ik kon het onmogelijk over mij verkrijgen
om langer te wachten. Zooals de zaken thans
slaan, is bet maar het beste, dat deze zoo
spoedig mogelijk geregeld worden I"
„Wat kan hierbij te regelen zijn," zeide
zij bitter. „Het slot en alles wat er toe
behoort en er zich in bevindt, behoort aan
lord Emil. Hij heeft alle recht om onmid
dellijk alles in zijn bezit te nemen en mij
zonder complimenten op straat te zetten 1"
„Mijn kind, ik hoop en geloof ook wel,
dat hij niet aldus handelen, maar n toe
wijzen zal, wat de overledene voor u be
stemde in zijn testament, 't welk hij in zijn
laatste oogenblikken niet meer in staat was
te onderteekenen."
Zij stond ophare oogen fonkelden, doch
het gelukte haar om zichzelve te beheerschen
en slechts een sombere trek om haren mond
verried, hoe zwaar zij leed.
„Dokter Mag, staat het in air Emil's
macht, om mij die som niet te geven,
wanneer hij zulks wil?"
„Het staat in zijne macht, ja, maar hij
kan zoo laag niet handelen om u het weinige
te onthouden, wat toch de overledene op
zijn sterfbed u blijkbaar heeft willen toe
kennen.
Zij had hem zwijgend aangehoord, terwijl
zich een smartelijke trek om bare lippen
vertoonde.
„Dokter, gij houdt dat voor mogelijk?
Gij gelooft inderdaaddat hij zoo edelmoedig
zou kunnen handelen Heeft hij het u dan
gezegd
„Neen, hij heeft mij niets gezegd, dan
dal hij met n alleen wilde praten en be
spreken, wat er gebeuren moest. Ik maak
hieruit opdat hij genegen is om wat voor
u te doen. Hij is in de bibliotheek; zal ik
hem hierheen zenden, of wilt ge liever nu
nog niet met hem spreken?"
Zij draalde met haar antwoord; peinzend
in het vuur starende, bleef zij daar zitten,
terwijl de oude man haar bezorgd gadesloeg.
„Welnu, mijn kindI" brak hij na een
geruime pauze eindelijk het stilzwijgen af,
„zal lord Emil bij u komen of
Als uit een zwaren droom ontwakende,
zag zij naar hem op. „Neen, neen, laat
hem maar hier komen en toonen, tot welke
edelmoedigheid hij in staat is."
Hij stond op en trad aarzelend naar de
deur, doch reeds op den drempel zijnde,
keerde hij weder tot het jonge meisje terug.
„Manuela," zeide hij, hare hand vat
tende, „wat er ook gebeuren moge, herinner
u steeds, dat gij, zoolang ik leef, niet
zonder een tehuis zijt. De hemel heeft
mijne vrouw en mij geen dochter geschonken,
wees gij dan onze dochter; wij znllen u steeds
met open armen ontvangen."
Hij liet haar den tijd niet om te ant
woorden, maar verwijderde zich ijlings.
Voor de deur der bibliotheek aangekomen,
klopte hij. Lord Emil opende.
„Ha, zijt gij het, dokter?" zeide hij
spottend. „Moet ik bij haar komen? Wil
zij mij de genade bewijzen mij te ont-
Wordt vervolgd.)