NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. 3>este Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en ABOillllEHIEflIT: Donderdag 6 October 1887, N°. 234 AÖVEHTEMTlEi: Uitgevers: Gebroeders ffluré. Feestdagen. Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.tiO. Prijs per Nummer 10 tent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. I henstaanbiedingenh contantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. 201» Jaargang. Stads-Bericliten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN brengen ter aIgemeene ken nis dat door hen is benoemd lol Heer der Gebuurte n°. 8 of n°. 4 Tan wijk III de Heer ROELAND DE WILDE Rz. in de plaals van den Heer II. P. SCURETLEN, aan wien we gens verhuizing een eervol onlslag is verleend, tol Raad dier Gebuurte de Heei ABRAHAM DANIEL HAKKhNBERG, in de plaats van den Heer R. DE WILDE Rz., die tot Heer der Gebuurte is benoemd en tot Raad der Gebuurte n°. of n°. 2 van wijk III, de Heer HENRI PELTENBURG, in de plaats van den Heer S. H. MOLENBROEK, die overleden is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden den 5 October 1887. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEIDEN brengen ter algemeene ken nis dal de passage over de Gepekte brug, liggende over den Ouden Rijn bij de Hooi gracht, gedurende nes weken, aanvangende 6 October a. s. zal zyn afgesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTERBurgemeester, E. KIST, Secretaris. Leiden, den 5 October 1887. ITADINIEIWg. Heden herdenkt de wel-eerw. heer da. R. Koopmans van Boekeren, predikant bij de Ned. Herv. Gem. alhier, den dag waarop hij véér 25 jaren in de Pieterskerk alhier door zijnen ambtgenoot ds. G. Van Gorkum bevestigd werd in zijn dienstwerk dat hij op den avond van denzelfden dag aanvaardde met eene rede over Jao. 127, in dezelfde kerk. Zijne vrienden in deze gemeente wilden dien dag niet onopgemerkt laten voorbijgaan. Ze vereenigden zich daartoe en vervoegden zich hedenmiddag te 2 uren aan de woning vsn den jubilaris om hem het resultaat van die vereeniging, eeD bewijs van vriendschap en waardeering aan te bieden. Dat hulde- bewijs bestond in een sierlijke gaskroon en een prachtige portemonnaie, waarbij gevoegd een eenvoudig album met de namen der deelnemers. Tot de aanbieding nam de voorzitter der commissie van uitvoering de heer prof. dr. M. A. Gooszen het woord. Hij schetste de verdiensten van den voorganger als zoodanig, als vriend van zijne gemeenlenaren als spre ker op de volkslezingen, maar bovenal als den man aan wien zoo talloos velen ver plichting hebben omdat hij >bet initiatief nam tot het stichten van eene kinderkerk eene stichting die door zijn uitnemend talent om zijne woorden bij het kinderhart ingang te doen vinden bizonder welkom was en als bewijs daarvan zich in eene spoedige en be langrijke uitbreiding mocht verheugen. Maar ook bovenal, zei spreker, hadden de vrienden zich vereenigd omdat ze wisten dat ook den prediker in zijne 25-jarige ambtsvervulling bet leed niet was gespaard en omdat 't hun goed deed te weten dat ze door hnnne bewijzen van vriendschap een verzachtenden balsem brachten in de diep geslagen wonden. Diep geroerd beantwoordde de jubilaris de hartelijke woorden van prof. Gooszen, die door hem, evenzeer als het geschenk, bizonder gewaardeerd worden. Mogelijk stellen onze lezers er belang in het recept te kennen van den „hutsepot" zooals ze gegeten werd door de belegeraars in de 16e eeuw en zooals ze waarschijnlijk ook werd gevonden door den weesjongen in den buitgemaakten ijzeren pot buiten de veste, We hebben dat recept niet gegeven véérde 3 Octoberviering omdat we van niemand wenschten dat hij zijne krachten zou gaan beproeven aan de bereiding van een echten hutsepot die hem toch niet meer smaken zou en welker bereiding hem wellicht niet eens zou gelukken. Zou men niet terstond denkeu aan aardappelen en wortelen bij een tegenwoordigen hutspot? Die factoren kende (oen echter alleen de natuurkundigen, niet de huismoeders; ze kwamen er dan ook niet in voor. Wat er wél in voorkwam? We schrijven hier een recept af uit een „secreet- of koock- boek" iD 1574 of 1575 geschreven: „Neempt schape- of kalfsvleeschwascht bet schoon en hackt het fijn en doet daer groen kruyt en pinksternakelen of gestoofde pruymen ende sap van limoenen, oft oraengen oft citroenen toe, oft een pint stereken en claren azijn, mengtse samen, ende steltse op 't vier en laet se sieden en doet er gin- gember en sneer toe en ghij suit eenen schonen hutsepot bereyden." En nu maar aan 't werk 1 Voor het literarisch mathematisch examen te Leiden hebben zich aangemeld zeven candidaten. Niet opgekomen één afgewezen twee candidatentoegelaten de heeren M. C. Volders te De Rijp, K. Kooy- man te Andijk, S. Heuriques de Granada te Delft, en H. J. Paul te Zevenhuizen. We ontvingen in dank van bevoegde zijde het bericht dat de onderlinge- en groe- nenwedstrijd van de stndenten-roeivereeniging Njord, op het Galgewater op Maandags, s. zal worden gehouden. Gedurende de maand September werd de Kinderbewaarplaats alhier door 691 kin dereu bezocht. Gedurende het afgeloopen kwartaal is de kweekschool voor zeevaart te Leiden met een 45-tal jongens vooruitgegaan. Hun aantal aldaar bedraagt thans 82. 34 jongeDS, die bestemd waren om overgeplaatst te worden, zullen op last van den minister van marine nog den winter- cursus aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden bijwoneD. De cnrsus neemt een aanvang met 82 jongens. De heer J. Raam, 3e klerk op het bureau der rijkswerkinrichting te Veenbni- zen, is benoemd tot 2eu commies in de strafgevangenis bij Leiden. Hedenochtend viel de zoon van den metselaar F. in de Hcereusteeg van een ta melijk hooge stelling op de Doezastraat alhier. Eene belangrijke verwonding was daarvan het gevolg. De heer dr. W. in de buurt legde het eerste verband, waarna de jonge man per rijtuig naar zijne woning werd ver voerd. Heden werd ons toegezonden het verslag van de eerste jaarlijksche algemeene verga dering van de vereeniging ter bevordering van de Nederlandsche visscherij, gehouden te Amsterdam op Woensdag 25 Mei 1887. Vertegenwoordigd waren op die vergadering de afdeelingen Bruinisse, Volendam, de beide Katwijken en omstreken (door de heeren A. Van Rhijn en D. Haasnoot) de Egmonden, Goedereede, ScheveningenHelder, Yerseke, Bergen op Zoom en Monnikendam en de correspondentschappen ZaandamAmsterdam, Noordwijk (door den heer W. H. Van Ko nijnenburg) Harderwijk en Vlaardingen. Van het hoofdbestuur waren o. a. tegen woordig de heeren: T. A. O. De Ridder, voorzitter, en E. G. C. De Groot van Embden, secretaris, beiden van Katwijk en Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, van Leiden. Verder waren p. m. 10 belangstellende leden opgekomen. Te ruim elf uur opende de voorzitter de vergadering met eene op wekkende toespraak. Daarna werd verslag gedaan van den staat en de handelingen der vereeniging. Bij de opgave van het aantal schuiten in de laatste jaren voor de visscherij op de Zuiderzee gebezigd, vinden we het totaal van 2426 schepen, metende te zamen 46,680 tonnendie schepen behooren op 55 plaatsen, langs de Zuiderzee gelegen, thnis. Bij de beraadslagingen kwam o. a. aan de orde een voorstel van de afdeeling de beide Katwijken en omstreken", n. 1. rDe ver eeniging traehte te bewerken dat van regee- ringswege maatregelen worden genomen om het vangen van voor de consumptie onge schikte visch tegen te gaan. Het werd door den heer A. Van Rhijnoud-reeder te Katwijk aan Zeeingeleid. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Nog wordt door den secretaris toegelicht een voorstel van dezelfde afdeeling, luidende: 'De vereeniging richte zich tot de regeering met het verzoek dat zij traehte te bewerken dat de reeders ten behoeve vaD de statistiek opgave zullen doen van de iedere reis ge vangen visch." Het voorstel wordt verworpen. Nog kwam van die vereeniging in, het volgende voorstel: De vereeniging dringe hij de regeering aan: a. dat het politietoezicht op de Noordzee verscherpt worde, door toe te zien dat de nummers der schepen duidelijk zichtbaar blijven, ook bij het vallen der piek en het giüen van het groote zeil; i. dat onze visschersvloot beter beschermd worde. De heer Van Rhijn lichtte het voorstel nader toe, waarop het bij acclamatie werd aangenomen. De 2e algemeene vergadering zal gehou den worden te Rotterdam. Te 6 uur ver- EEU1LLET0N. MANUELA OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 54.) „De barones was kort na haar aankomst in Indië overleden en de baron alleen wist van Manuela's identiteit, in de veronder- itelling altijd, dat hij het jonge meisje zelve het geheim niet had geopenbaard, 't geen nn jnist niet als waarschijülijk kon beschouwd worden. Van nu af wijdde ik >1 mijn aandacht aan de Londensche bladen eu zoodoende las ik dan kort daarop van de aankomst des barons in Engelandvan de feestelijke wijze, waarop men hem op Rosegg ontvangen had en dergelijken meer. Ik was langs allerlei wegen tot de over tuiging gekomen, dat noch Mannela noch iemand anders uit hare nieuwe omgeving vermoeddedat zij niet de werkelijke dochter fan den baron was. Mijn uur had geslagen. Ik schreef den baron een brief, waarin ik kern mededeelde, dat ik van plan was hem ap zijne nieuwe bezitting te komen bezoeken en dat bij mij aisdan maar mevronw Von Waldau te noemen had. Nadat ik dit be richt vooruitgezonden had, vertrok ik naar Rosegg!" Opnieuw pauseerde de verhaalster ge durende eenige minuten, eer zij vervolgde: „Mijn aankomst op Rosegg viel in Sep tember van het gister verstreken jaar. Kort te voren had Manuela Alexander De St. Claire leeren kennen en was smoorlijk op hem verliefd geworden. Ik kwam op Rosegg en vond in de dochter het getrouwe even beeld der moedervan de vrouwwier aan denken ik heden nog even gloeiend haat als voor twintig jaren. Zij is evenals haar moeder: eigenzinnig, hartstochtelijk, ver metel en grenzenloos verwend. Zij vermoedt niet, dat zij een andere is dan zij schijnt. Zij bemint en wil tot eiken prijs den man huwen, dien zij liefheeft, alhoewel hij totaal zonder middelen is. 't Is waar, zij hecht onvoorwaardelijk geloof aan zijne liefde en vermoedt niet, dat het slechts de inkomsten van Rosegg zijn, naar wier bezit hij haakt. Lady Manaela doet mij de eer aanom mij niet te kunnen luchten of zien. Van het eerste oogenblik af, dat zij mij zag, haatte zij mij en haar haat is even gloeiend als hare liefde. Natuurlijk herinnert zij zich mij in de verste verte niet meer; zij ver moedt niet, welke grondige redenen zij heeft, om in mij hare vijandin te zien. Doch ondanks dit alles, haat zij mij. Waar zij slechts kans zag, trad zij mij vijandig tegemoet en smeekte haren vader om mij tot eiken prijs uit het kasteel en uit hare nabijheid te verbannen. Wanneer ik haar al niet reeds haatte ter wille van haar moeder, dan zou ik het doen ter wille van haar zelve. De baron zette mij echter de deur niet uit. Die armeoude man bijna zou ik mij in -erzoeking gebracht zien om hem te beklagen. Och, kou hij maar han delen zooals recht en billijkheid voorschrijven. Huichelarij en geheimzinnigheid zijn dingen, die volstrekt niet met zijn karakter harmo nieeren, maar wat zal hij doen? Hij weet, dat het Manuela's dood zou wezenwanneer zij de waarheid vernamdat het haar van den beminde scheidendat het haar het hart breken, ja, dat het haar er ten laatste toe brengen zou om den man te haten, dien zij baren vader noemde. Hij houdt zich das krampachtig aan zijn geheim vast, betaalt mij een groote som uit, opdat ik hetzelve ingelijks beware en beveelt mij om het kasteel voor altijd te verlaten. Ik neem het geld aan, want wie zon er ooit op het dwaze denkbeeld komen om geld van de hand te wijzen? Ik ga en verlaat het slot, maar keer terug! Ik reis naar Londen en wacht daar mijn tijd af. Een week voor den vastgestelden trouwdag kom ik in alle stille naar Wiichester en begeef mij naar sir Emil, naar hem, den armen stumperd, die niet droomen kon, welk een zwaar onrecht men op het punt staat hem aan te doen. Het is juist Kerstavond, als ik hem opzoek. Hij brengt dien eenzaam en in een droefgeestige stemming door, terwijl op Rosegg alle vensters helder verlicht zijn en er algemeene vroolijk- heid heerscht. In sombere gedachten ver zonken, zit hij daar, toen ik plotseling, een goede fee gelijk, voor hem verscheen eu hem aaD zijn treurig plantenleven ontruk, door hem te verkondigendat de trotsche erfdochter van haar piëdestal afgerukt en hij heer van Rosegg worden zal, wanneer de tegenwoordige majoraatsheer, lord Walter Rosegg, tot zijn vaderen iugaat. Sir Emil gelooft zijn ooren niet te kunnen vertrouwen en in den eersten aanval van verrukking belooft hij mijelk mijner wenschen te zullen eerbiedigen, wanneer hetgeen ik voorspel, later verwezenlijkt mocht worden." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1