NIK UW 8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. M y.ouratit verschijnt <ln gelijks, behalve on- en Feestdagen. A R a gin E ril E rs r Maandag 1 Augustus 1887, M". 178 A o VK 8 TNTI£il: Uitgevers: Gebroeders Muré. MANUELA Voor Leiden, per 3 maanden1.25. franco door hel geheele rijk, per 3 maanden I.tiO. Prijs |»er ,\umni«r 10 4>ru. 201» Jaargang. Van 1fj regels 0.90. Elke regel meer 0.15. Groote letters worden berekend riaar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10. liuree!acèsee|i'»«Herssteey b. is gelukkig in den kleinhandel, begint groote zaken te doen, verdient veel geld en krijgt dus natuurlijk viienden uit de hoogere stan den, wier financieel echter op lager pijl staat dan hun aanzien. Wil de koopman dat financieel pijl verhoogen dan zal de ander den koopman tot zich opheffen. Dat tegen zulk een aanbod slechts zeer weinigen bestand zijn we weten 't helaas. l)e zucht om Darwin, die den meusch van de apen laat afstammen, in 't gelijk testel len, de zucht om te schijnen wat men niet is en te worden wat ons slechts schijngeluk aanbrengt is te groot, dan dat er velen zouden gevonden wordendie hun burger stand zouden blijven verkiezen boven de hoogere standen. De burgerman wil mee doen en maakt zich, evenals zijne vrouw, belachelijkfeesten worden bijgewoond eu aangeboden en men stelt er een eer in den grooten man groote sommen gelds te heb ben geleend. Die sommen komen echter niet terugde zaken gaan slecht, eindelijk moet de bom springen en de hooge heeren zijn niet bij machte te helpen. De famielje, de vrienden, de kennissen, ze worden als zoodanig niet meer erkend; ze worden verwaarloosd. Dat alles verhin dert echter geenzins hunne voortdurende te vredenheid en wanneer later blijkt dat al Die verwaandheid den welvaart en het geluk heeft in den weg gestaan en vernietigd, dan zijn zij voor wie men zich te hoog achtte nog bereid kwaad met goed te vergelden en te helpen waar 't noodig is, zelfs onge- v raagd Wat hebben we u gezegd? Is 't thema niet oud eu overbekend? Toch kan het op voeren van zulke stukken nut stichten en kan op die wijze het tooneel tot de opvoe ding van het algemeen veel bijdragen. Maar men neme dan ook de lessen ter harte en denke niet steeds dat onze buren en niet wij bedoeld worden. De bedoelde koopman was Roorbeek (de heer Lageman), zijne vrouw Augusta (mej. L. Kapper). Het echtpaar was gezegend met twee dochters Méta en Adèle (mej. Eve line Kapper en F. Van Bieue). Óp het kantoor zijn Louis Wille (de heer Ruys) en Frans Roos (de heer Eylders); heide heeren zijn op de Roorbeekjes verliefd en de kans dat uit die vier personen twee paren zullen groeien staat lang niet kwaad. Daar komt echter een spraak in 'twiel; die spaak is de heer Van Bilseuhalui, een kamerlid die zijn zoon Oscar voor tweede spaak gebruikt. Van Bilsenhalm ia verliefd op 't geld van Roorbeek en gebiedt dus zijü zoon verliefd te worden op een der meisjes Roorbeek. Méta wil daarvan weinig wetende heer Roorbeek, die de kluts al kwijt is en dien de hoogmoed reeds te pakken heeft wil echter die verbinding tot stand brengen. Louis Wille wil van Méta niet afzien maar vraagt al vast zijn ontslag om elders zijn geluk te beproeven, begrijpende dat het huis Roorbeek den ondergang te gemoet gaat. Ook Roos vraagt ontslag, alleen Streekberg, de oude gedienstige (de heer Van Beem) blijft. De zwager van Roorbeek is de eenvoudige, ronde blikslager Nieuwenhuis (de heer Bigot) met zijne bij-de-hande vrouw Kathariua (mevrouw Albregt-Engelman). Zij leven met hunne dochter Jetje eenvoudig en tevreden en zien met ongerustheid de toekomst van de Van Roorbeekeu te gemoet. Het kamerlid Van Bilsenhalm (de heer Groebe) begrijpt het geleende geld niet te kunnen teruggeven en weet te bewerken dat ltoorl°ck in den adelstand wordt verheven. Nu kent de zelfverheffing, vooral bij mevrouw, geen grenzen; het moet echter gezegd wor den dat ditmaal, o wonder, de jonge dames zich daaraan niet schuldig maakten. Nu kost de huishouding verbazend veel geldterwijl de zaken al slechter en slechter gaan en een nieuwe procuratiehouder mis bruik van het in hem gestelde vertrouwen maakt. Feesten worden gegeven, lakeien aangeschaft en ^nieuwe verhoudingen" ver anderen de geheele levenswijze. Eindelijk vinden we de famielje Roorbeek in den ouden kleinhandel terug; ze hebben te hoog willen klimmen. Intusschen is Louis Wille in Amerika in staat geweest nog een en ander van Roorbeeks zaken te reddenhij komt over en is terstond bereid zich aan te sluiten bij de ouders van het meisje dat hij nog altijd lief heeft. De nobele Nieuwenhuis, de eenvoudige blikslager gaat met Wille de famielje Roor beek iu haar ongeluk de hand reiken, en allen verheugen zich in het vooruitzicht van een eenvoudig maar gelukkig leven. Méta krijgt Wille en Adèle krijgt Frans Roos, Wille wordt compagnon met Roorbeek eu de oude Streekberg is achter den eeuvoudi- gen toonbank weêr in zijn element; de heer Van Beem was daarin uitstekend. Ziedaar de eenvoudige geschiedenis; de vertooning er van kan, behalve het tijdelijk genot dat ze schenkt, een blijvend nut hebbende vertooners hebben het hunne gedaan om indruk te maken. We hopen van harte dat ze geslaagd zijn. Bij de heeren Van Lier zal morgen (Zondag) avond de voorstelling van ^Nelly" eerst, te acht ure aanvangen. Maan dagavond zal daar als afscbeidsvoorstelling gegeven worden M Amsterdam, je bent eenig!!" de grappige operette Vaudeville van den heer Bigot. Men zie daarover de bespreking in ons nummer van Zaterdag 30 Juli. Galathee. Maandag a. s. zullen de heeren Cbambly en Bamberg voor het laatst hunne gunstig bekende voorstellingen van Galathée geven in hunne nieuwe tent op de Beestenmarkt. Zondagavond zal de voorstelling eerst te acht uur aanvangeu. Men kent de mythe van den beroemdeu beeldhouwer Pygmaliou die zich een beeld vervaardigde, z<5<5 schoon, dat hij zelf op zijn maaksel verliefde; hij smeekte daarom Venus zijn beeld met leveu te willen be zielen. Het beeld van de schoone vrouw zien we, uit wit marmer gehouwen, in eene nis. Hare trekken krijgen meer en meer leven en kleur en eindelijk ziet men eene vrou wengestalte tegenover zichin den vollen bloei des levens. Ten laatste wordt het beeld op hoogst verrassende wijze veranderd in een bloemenmand. Het geheel is zeer verrassend en onderhoudend tevens en een be zoek overwaard. In de afgeloopen week werd alhier aangegeven 1 geval van diphtheritis. Sterf gevallen aan besmettelijke ziekten kwamen niet voor. Het getal der iu de Stedelijke Werk inrichting opgenoinenen bedroeg gedurende de afgeloopen week dagelijks van 33 tot 62 volwassen personen en van 7 tot 11 kinderen. Deze week werden op Rhijnzigt ge nomen 855 zwembaden door heeren en 54 Stads- Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDENbrengen Ier algeineene kennis dat de rekening en veianlwoording van de in komsten en uilgaven dezer gemeente, over hel dienstjaar 1880, met al de daarbij be boerende bescheiden aan den Gemeenteraad op beden is overlegdtegelijk voor een ieder, gedurende veerlien dagen Ier lezing nederge- legd op de Secrelaiie dezer gemeente en in druk, legen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Geschiedende daarvan, ingevolge arl. 219 der wel van den 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85) openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsclie Courant. Ilurgemeesler en Welliouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secrelaris. Leiden, den 28 Juli 1887. Directe Belastingen. De BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN brengt ter algemeene kennis dat op beden aan den Ontvanger der Oirecle Belastingen zijn ter hand gesteld Iwee kohieren wegens bel patentrecht, wijken 8, 7, 8 en 9 en restanten, dienstjaar 1887/8 en executoir verklaard den 27e en 29e Juli II. terwijl bij den belangheb benden herinnert aan limine veipliciiling om den aanslag op den bij de Wel bepaalden voel Ie voldoen. En geschied! hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsclie Courant. De Burgemeester voornoemd DE KANTER. Leiden, 30 Juli 1887. HTJDSNIEIIlVg. DE KERMIS. Adel en Burgerstand. fAdel en burgerstand1' het stuk dat gis teravond bij de heeren Vau Lier ging is naar een zeer oud en algemeen patroon geborduurd. Daar is 't evenwel niet minder om. We heb ben er echter wel iets tegen dat men 't een blijspel noemt. Het patroon waarnaar het stuk door Gör- ner is geschreven zal aanslouds ieder her kennen wanneer we 't even in herinnering brengen. Een man van burgerfamieljege huwd met eene vrouw uit den burgerstand FEUILLETON. OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. 8.) .Spelen wij geen comedie, mevrouw Von Waldau. Wij beviodeu ons hier niet in het theater. Zeg mij de waarheid, wanneer ge daar tenminste toe in staat zijt, en iaat ons openhartig met elkaar spreken. Waarom zijt ge hier gekomen? Wat verlangt gijp" Dat is zeer zeker duidelijk gesproken! ik ben bier gekomen, als ge het dan toch volstrekt weten wilt, omdat gij onbepaald en volkomen in mijn macht zijt, lk wil als een geëerde gast zoolang in uw huis blij - Ten, als mij zulks bevalt. Is dit thans dui delijk genoeg, of wenscht ge soms, dat ik nog duidelijker spreek?" »Ja, spreek duidelijk I" hervatte de baron op driftigeu toon. .Spreek zonder omwegen. Wat komt ge op Rosegg uitvoeren?" a Wat ik hier kom uitvoeren? En boos aardig schitterden hare oogen, terwijl zij dicht naar hem toetrad, eer hij het verhin deren kou, en hem éeu enkel woord loe fluisterde, éen wourd, dat al het bloed uit zijn gelaat verjoeg en hem wankelen deed, al hadde hij een slag gekregen van een on zichtbare hand. Met een verpletterenden spot rustten de oogen der schouue vrouw op het aschkleurig gelaat van den man te genover haar, die met al zijn wilskracht de zwakte bekampen moest, die hem overviel, voor het hem gelakte om in zoover zijn tegenwoordigheid van geest terug te krijgen, dat hij de woorden kon uitbrengen .Johanna Hermann, wat verlangt gij? Waarmede kan ik uw stilzwijgen koopen? Hebt gij geld noodig, zig het eu ge zult hel hebben, ofschoon ik reeds lang heb uitbetaald wat u toekwam. Tot iederen prijs, dien ge eischt, wil ik opnieuw uw stilzwij gen koopen. Maar eisch niet meer. Hier blijven kunt ge niet, zulks is eene onmo gelijkheid 1" .In uwe oogen misschien, baron, maar in de mijnen alles behalve I" antwoordde me vrouw Von Waldau spottend. rIk ben hier gekomen om er te blijven. Mijn bagage staat beneden in de vestibule en ge zult zeker uw bedienden wel den last willen geven, om ze naar boven te brengen. Of ik geld noodig heb? Ach, daar heeft tegen woordig een ieder behoefte aan. En wat meer zegt, ik zal ook geld krijgen. Gij zijt bier majoraats beer, gij woont op een prach tig kasteel en geniet een aanzienlijk jaar- lijksch inkomen. Wat moet uwt- dochtei toch trolsch op bare afkomst wezen!" .Ik verzoek u de beleefdheid te willen hebben, om den naam mijner dochter builen spel te laten," antwoordde Rosegg op fleren toon. .Lippen als de uwen, zijn niet waar dig den naam mijner dochter ook slechts te noemen. Wanneer ge nog een vonkje vrou welijk gevoel, een vonkje zelfachting hadt, dan zoudt ge het nimmer wagen in hare nabijheid te komen. Om 's hemels wil, ver laat Rosegg weer. Ik wil u alles geven wat ge verlangt, maar laat uw plan varen om hier te blijven!" In plaats van eenig autwoord te geven, ontdeed zij zich met een onverstoorbare kalmte van hoed eu mantel. .Dat is juist iets voor mij, om zoo maar dadelijk op te geven, wat ik mij nu een maal heb voorgenomen. Ik ben gekomen om hier te blijven, en blijveD zal ik, hoe ge ook praten moogt. Doch wees thans zoo goed om mij de kamer te laten wijzen die gij voor mij bestemd hebt. A propos, is sir Emit Rosegg ook niet een uwer gasten? Het zal mij verheugen om hem te leeren kennen. Hij is de eenige zooa van uw broe der en de naaste bloedverwant, aan wien later het majoraat zal vervallen. Hoe onaan genaam moest liet voor den jongen man zijn, dat gij nu juist een dochter hebt. Ja, ja, ik verheug me er werkelijk in, kennis met sir Einil Rosegg te kunnen maken." De baron trad een sciirede nader tot de dame; hij zag er uit, als wilde hij haar vernietigeu. .Ge zult het nimmer wagen siste hij buiten zichzelven van woede. .Wat blief? Wat zoude ik niet wagen? Ik zal alles wagen, alleen dit niet, om te laat te komen aan het souper, ter gelegen heid van het geboortefeest van uwe dochter. Zeventien jaarl Een bekoorlijke ouderdom 1 Een rijke erfgename, en vermoedelijk ook nog wel een beauté. O, welk een treurig contrast met mijne verwelkte rozeu. Ik word wezenlijk melancholiek, als ik er aan denk." \Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 5