MANUELA, NIEUWS- EN ADVERT KNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. lïey.e Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zoii- en Feestdagen. AÜOfJHEIBEiT: Prijs per üumuier 10 t ent. ADVERTENTIE!!: Bureel: Ncheeptisakerssteeg 6, Zaterdag 23 Juli 1887. - N°. 171. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Berichten. PATEST BLADE M. 1.) Voor Leiden, per maanden I 1.25. Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. 201. Jaargang. De BURGEMEESTERhoofd van het be stuur der gemeente LEIDEN, brengt Ier ken nis van belanghebbendendat de patentbladen van Koffiehuishouders, Slijters en tappers dienst 1887/8 voor de wijken 1 lot en mei 9 en van de gewone beroepen voor de wijken 12 en 3bij liet College van 7,elters, in een der vertrekken van hel Raadhuis dezer gemeente op vertoon van bet aanslagbiljet, waarop wat eerstgenoemde be drijven aangaat ingevolge art. 25 (5e lid) der wel van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34) moei blijken dat de helft van den aanslag over liet diénstjaar is voldaan, verkrijgbaar zijn op Woensdag 20 IDonderdag 21, Vrijdag 22 en Zaterdag 23 Julle. k. telkens des namiddags van een lot d ie uren, terwijl na hel verstrijken van dien ter mijn <le onafgehaalde palentbladen (er uitrei king moeten worden afgegeven aan de deur waarders der directe belasting alhierdie voor hunne moeite mogen eisclien tien cents, zonder meer. En geschiedt biervan afkondiging door plaat sing in de Leulsche Courant. De. Durgemeesler voornoemd, !)F. KANTER. Leiden, 19 Juli 1887. ST AD8NIEU WS. VERSLAG tin den toestand der gemeente Leiden over het jaar 1886 door burgemeester en wethouders aan den gemeenteraad in 1887 aangeboden. (Slot). Inrichtingen in verhand slaande met de uitoefening van handel en andere bedrijven, [vervolg). Postkantoor. Wegens verkochte postzegels, briefkaartenbriefomslagen en verdere for mulieren werd ODtvangen de som van f 116,398,09'. Er werden verzonden 939,347 brieven en 479,619 briefkaarten. Het bedrag der inlagen bij de postspaarbank beliep f 184,713.47 over 3867 inleggers. Aan het slot van het verslag maken burg. en weth. met leedwezen melding van het overlijden van den bode-concierge C. J. La Rivière, op 30 April van dit jaar. Het gemeentebestuur verliest in hem een buiten gewoon verdienstelijk beambte zeggen burg. en weth., die buiten zijnen werkkring ook nog tal van werkzaamheden verichtte in het belang der gemeente, die tot zijne betrekking niet behoorde. Aan de bijlagen bij het verslag ontleenen we nog het volgende. Het aantal verleende vergunningen tot verkoop van sterken drunk in het klein, bedroeg 238. Het gezamenlijk vergunningsrecht bracht op f12,1.10. 40 herschattingen werden aangevraagd. In de gemeente zijn 26 geneeskundigen (4 professoren in de geneeskunde meêgere- kend) en 9 vroedvrouwen; 19 apothekers en 3 tandartsen. Aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen zijn: 18 hoofdonderwijzers, 6 hoofdonderwijzeressen43 onderwijzers en 7 adspirant-onderwijzers, 27 onderwijzeres sen en 12 adspirant-ond-rwijzeressen11 mannelijke en 20 vrouwelijke kweekelingen 4e klasse; 7 mannelijke en 18 vrouwelijke kweekelingen 3e klasse; 11 mannelijke en 15 vrouwelijke kweekelingen 2e klasse en 18 kweekelingen le klasse. Andere personen, toegelaten volgens art. 33 der verordening vail den 14u October 1880, bezoeken nog de school, als: 5 man nelijke en 36 vrouwelijke. In deze gemeente zijn 91 stoomwerktui gen in werking. Het aantal der verschillende hier uitgeoefende ambachten en betrekkingen beliep 250. Onze Zwanen. Van hen die vaak de trotsche zwanen in de Leidsche Singelgrachten bewonderen weten waarschijnlijk slechts zeer weinigen dat die dieren daar zwemmen tengevolge van een oud recht dat reeds in 1593 aan de gemeente Leiden is geschonken. Het zwanenhok stond oorspronkelijk op eene andere plaats dan tegenwoordig en wel tegen dei. vestwal naast de Rijnsburgerpoort. Het recht om zes paar zwanen te houden en te laten broeden verkreeg de gemeente van den Huize Van Wassenaar „ten onversterflijken leen," zooals blijkt uit den volgenden verly- brief. Verlyen en verleenen de stad Leyden met deezen brieve, uit zonderlinge gratie, zes paar broedende zwanen te moogen hou den om de stad Leydeoin haare graften en in den Ryntot Leyderdorp aan de eene zyde, en de tot Katwyk aan de andere zyde, mitsgaders in al der stede voorz. eigene wateren, te weeten, die Meeren mitten Poelen daartoe behoorende, en die Maaren, strekkende uit der Stadvesten tot aan 't Warmonderveer, ende voort tot de hooge Weisloot toe, de voorsz. zes paar zwaanen te moogen houden van ons, ten rechten onversterflijken erfleen, enz." Aangezien, hoe men ook moge klagen over de slechtheid van de tegenwoordige menschen en de ondeugendheid van de jon gens, de wellicht betergezinden menschen en jongens reeds in 1600 die beesten niet met rust konden laten, werden daarop straf fen gesteld. Die straffen of „strenge keuren" behels den zoowel geldboeten als lijfstraffen, naar gelang men de beesten had geslagenver jaagd of geschoten, of de eieren of jongen, geroofd had. Ook vond men 't toen reeds voor de veiligheid der dieren noodig hen een koperen halsband aan te doen waarop de naam der gemeente gegraveerd stond. Ook werd toen bepaald dat een der leden van het gemeentebestuur toezicht zou hou den op voeding en verzorging der diereu welk lid daarvoor den titel van pluimgraaf zou voeren. Welk raadslid tegenwoordig den titel van pluimgraaf voert is ons onbe kend. Bij de verkiezing van den heer mr. J. J. Schneither alhier tot lid van den ge meenteraad brengen we in herinnering dat het dezer dagen joist 25 jaren geleden is dat genoemde heer werd benoemd tot amb tenaar der lste klasse voor den burgerlijken dienst in Ned.-lndië. Door Z. M. is met ingang van 1 Ang. a. s. toegekend de titulaire rang van kapt.- luit. ter zee aan den luit. ter zee der lste kl. C. H. De Goeje, commandant van de Kweekschool voor Zeevaart. Daar de ruimte iu de infanteriekazerne alhier, met het oog op den gezondheidstoe stand, te gering wordt geacht voor het be hoorlijk onder dak brengen van twee en een halve lichting zal door een gedeelte der batal jons van het 4e regiment op het schietterrein te Katwijk van 25 Juli tot 27 Augustus een kamp worden betrokken. Morgen (Zaterdag) middag zal er bij den heer Wijtenburg alhier een gemeenschap pelijke maaltijd gehouden worden door de hh. officieren vao de dd. schutterij alhier, ter eere van hunnen onlangs tot majoor- commandant benoemden mede officier, den heer W. L. Van Kaathoven. Voor de hoofdonderwijzersakte deden gisteren te 's Hage 14 candidaten examen. Afgewezen 11. Toegelaten de heeren: K. Bouma, uit Helder; C. G. J. Maas en J. Staal beiden uit Leiden. Heden is 't 25 jaren geleden dat onze tegenwoordige minister van koloniën, de heer J. P. Sprenger van Eyk, zijn ambte naars-loopbaan begon. Den 22sten Juli toch van 1862 benoemde Z. M. hem tot surnu merair der registratie en domeinen te Zwolle. Zooals we reeds hebben gemeld zal op de a. s. kermis de heer Bamberg de schoooe Galathée vertoonen. Hoe schoon die Galathée echter ook wezen moge, ze is van steen eu dus voor ieder, zonder den minsten aanstoot te zien. Op het schoone borstbeeld valt op ver schillende wijzen het licht, zoodat het witte beeld geheel in leven schijnt. Door kunstige toepassing van de wetten van het licht is de verschijning werkelijk tooverachtig. Maar eindelijk wordt het beeld zelfs in een bloe menmand veranderd. Tot toelichting van de kleurveranderingen van het beeld wordt door den directeur het verhaal van den beeldhouwer en Galathée gedaan. Het geheel is werkelijk verrassend en, kunnen we gerust zeggen geheel nieuw. Naar we uit elders verschijnende bladen za gen, heeft de heer Bamberg overal bij zijne voorstellingen zeer groot succes gehad en veel waardeering ondervonden. MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Geboortedag (1825) van Richard Hol. De tenor Van Dijck, de Lohengrin van het Eden-theater is door de Fransche regeering tot „officier d'académie" benoemd. Joharm Strauss is bezig met een ope rette „Simplicius," tekst van Victor Leon. FEUILLETON. OF DE WRAAK EENER EDELE VROUW. HOOFDSTUK I. EENE VERONTRUSTENDE TIJDING. Onder luide slagen verkondigde het groote, boven de poort aangebrachte uurwerk het negende morgenuur. Dit was de tijd, waarop er op Rosegg, het oude kasteel van lord Walter Rosegg, baron en lid van het Engel- sche Parlement, gewoonlijk ontbeten werd. Rosegg was een prachtig slot, eenige mijlen van Londen verwijderd eu zeer afgezonderd te midden der bosschen gelegen, In en bui ten het kasteel heerschte op dit oogenblik eene diepe rust. Door de wijd openstaande vensters drong de heerlijke lentelucht de groote, ouderwetache ontbijtkamer binnen, wier deur zich juist opende om den baron binnen te laten. „Nog niet hier? Dat ben ik van Manuela anders niet gewoon," zeide hij bij zich zei ven mismoedig de groote zaalwaar het ontbijt stond opgediendrondziende. „Char les," riep hij den binnentredenden bediende toe, „zeg aan lady Manuela, mijn dochter, dat ik met het déjeuner op haar wacht. Zijn de couranten er al?" „Om u te dienen, inylord." De kamerdienaar rolde nu een klein mar meren tafeltje, waarop gewoonlijk de cou ranten lagen, tot voor zijn meester en verliet onhoorbaar de kamer. Lord Rosegg, een deftig man met een echt militaire houding, liet zich in een armstoel neervallen en greep naar de voor hem liggende dagbladen. Hij was eerst sinds eenigen tijd eigenaar van het prachtige kas teel, dat met rang en titel hem door den dood van drie bloedverwanten, die spoedig na elkander gestorven waren, ten deel was gevallen. De baron was weduwnaar en Manuela, zijn dochter en zijn afgodin, was nog slechts twee jaar oud, toen hij, in zijn hoedanigheid van Engelach officier, om zijn geluk te be proeven, met haar naar Indië was vertrok ken, om bij een aldaar gestationneerd regi ment in functie te treden. Sinds dien tijd waren er wederom vijftien jaren verstreken en Manuela telde dus thans zeventieu. Lord Rosegg's oogen dwaalden over de couranten heen, maar lezen deed hij niet; hij keek slechts met welgevallen naar bui ten op het prachtige landschap, 't welk zich door het geopende venster aan zijne blikken vertoonde. „Een prachtig landschap," zeide hij bij zich zeiven „Wanneer ik bedenk, dat ik nog geen vier maanden geleden in Calcutta een harden strijd om het bestaan voerde, met geen ander vooruitzicht dan eenmaal van het pensioen als Engelsch officier te moeten leven, dan moet ik toch zeggen: „het kan verkeeren." Ik voor mij geef zoo veel niet om deze verandering, maar 't is voor Manuela. Wanneer ik er nu maar zeker van konde wezen, dat zij dood, dat mijn geheim met haar begraven is. Vroeger, toen wij Diet binnen het bereik barer macht waren, was er mij zooveel niet aan gelegen; sinds mij echter het majoraat ten deel is gevallen en ik weder iu mijn geboorteland ben, vervolgt mij de herinnering aan deze getuige uit vervlogen dagen gelijk een booze geest. Eergisternacht heb ik van haar ge droomd en onder haren dreigenden, sombe ren blik ontwaakte ik met het klamme zweet op het voorhoofd. Kom, gekheid, hersen schimmen, anders niet." En spijtig haalde hij de schouders op, als wilde hij een hinderlijken last van zich afschudden, nam vervolgens andermaal het dagblad ter hand en liet het ook wederom vallen. Op de bovenverdieping werd met tamelijk geraas een deur toegeslagen en onmiddellijk daarop hoorde men in den corridor een zil verlichtere stem een vroolijk lied zingen. „Goeden morgen, papa." Met deze woorden stormde een jong meisje, oogenschijnlijk geheel buiten adem, de ka mer binnen en naar den baron toe. „Is het ontbijt klaar?" vroeg zij. „Ik ben compleet uitgehongerd, en zoude dan ook zeker van honger omgekomen zijn, als Nina mij niet een kop chocolade had gebracht. Ik hoop toch, pa, dat ik u niet te lang heb laten wachten. Vond n gisteravond het con cert niet verrukkelijk?" En twee mollige armen legden zich om den hals des vaders en een paar friasche lippen boden zich hem tot kussen aan. De baron maakte zich glimlachend uit deze omhelzing los. „Maar, Manuela, druk me toch niet dood met je slanke armen. Laat eens kijken, hoe je er na al dat nachtbraken uitziet. Zeker wel als een spook." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1