HAST A.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD V()OR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Weze iounuii versiii|nt dadelijks, behalve op Zon- en Feestda-en.
Vrijdag 15 Juli 1387. N°. 164
Uitgevers: Gebroeders Muré.
J A C II T.
A 0 X N E m E ti T
Voor Leidenper 3 maanden j i.-j».
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.51).
Prijs per Nummer 10 rent.
AOVERTENTIËN:
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepuiakerssteeg 6.
201» Jaargang.
Ktails- Berichten.
De COMMISSARIS des KONINGS in de
Provincie ZUIU-IIOLLAND
Gezien hel besluit van de Gedeputeerde Staten
van den 7den Juni 1887 no 64;
Gelet op art. II der wet van den 1.3den
Juni 1857 Staatsblad uo. 87);
Urengt Ier kennis van de belanghebbenden
dat bij voornoemd besluit door de Gedepu
teerde Stalen is bepaald, dat de afzonderlijke
jachten op waterwild voor dit jaar zijn geopend
op Slaandag den 'Z5slen Juli aanstaandeen
dat mitsdien van af dat tijdstip de uitoefening
der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, d
f en lider wet op de jacht en visscherij
is geoorloofdwordende levens herinnerd aan
de bepaling van art. van liet Reglement op
de uitoefening der jacht en visscherij in deze
Provincie, krachtens welke die jachten niet
anders mogen plaats hebben dan op liet water,
langs de strandenoevers van merenplassen
rivieren en op moerassige landen.
Kn zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
te doen gebruikelijk is, alsmede in hel Pro
vinciaal Blad en in de Nederlandse/ie Staats
courant worden geplaatst.
De Commissaris des Konings voornoemd,
F O C K.
's Gravemi.ace den lOden Juni 1887.
ITADSNIEIIW».
VERSLAG
van ilen toestand der gemeente Leiden over het
jaar 1886 door burgemeester en wethouders
aan den gemeenteraad in 1887 aangeboden.
(vervolg).
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Het getal der openbare lagere scholen is
in den loop van dit jaar niet veranderd.
Openbare scholen voor gewoon lager on
derwijs waren er 5, bovendien voor een of
meer vakken van meer uitgebreid lager on
derwijs 5, te zamen 10.
Bizondere scholen waren er voor gewoon
lager onderwijs 4, bovendien voor een of
meer vakken van meer uitgebreid lager on
derwijs 6, te zamen 9; geheel aantal scholen
19. De 10 openbare scholen werden bezocht
door 1751 meisjes en 2084 joDgens, te za
men 3835 leerlingen. De bizondere scholen
door 1221 meisjes en door 1055 jongens,
te zamen 2281 leerlingen. In 't geheel dus
6111 leerlingen.
De kosten van het onderwijs bedroegen
over 1886 f 147206.19s, de schoolgelden
f 31068.85.
Het aantal bewaarscholen bedraagt 3 open
bare met 1034 leerlingen. Zeven bizondere
bewaarscholen met 1252 leerlingen. Over
1886 bedroegen de kosten der openbare be
waarscholen f 14814.68s en de schoolgelden
f 989.45.
De rijkssubsidie voor de kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen bedroeg
over 1886 f7339.93, de kosten der kweek
school beliepen in dat jaar f 14724.61. De
uitgaven voor de opleiding van onderwijzers
en onderwijzeressen bedroegen f 7795.82.
Bij den aanvang van den cursus 1886—87
bestond de bevolking der kweekschool uit
249 personen.
Door het rijk wordt bij voortduring een
jaarlijksch subsidie van f 7000 ten behoeve
van de hoogere burgerschool voor jongens
verleend. Het subsidie aan de hoogere bur
gerschool voor meisjes is vervallen.
De cursus 1886-87 van de jongensschool
ving aan met 139 leerlingen, die van de
meisjesschool met 100 leerlingen. De school
gelden bedroegen in 1880 f 13505, als
f 8052.50 voor de jongensschool en f 5452.50
voor de meisjesschool.
De kosten van het middelbaar onderwijs
waren in 1886:
Voor de jongensschool f 34867.56 en voor
de meisjesschool f 16983.90s.
liet genootschap Mathesis Scientiarum
Genetrix bood onderwijs aan ruim 200 leer
lingen, gegeven door den directeur en 17
leeraren. Het bestuur bestaat uit 11 leden
de schoolcommissie uit 5 leden.
De Burgerzangschool verkeert vnortdurend
in bloeieuden toestand. Het aantal leerlin
gen bedraagt thans ongeveer 270. Op 1
December werd het 25jarig bestaan der school
gevierd en was de heer A. J. Wetrens 25
jaren aan de school werkzaam. De rekening
bedroeg in ontvangt f2190.33, in uitgaaf
f 2189.92s.
De Volkszangschool telde 284 leerlingen.
Met het subsidie uit de gemeentekas ad
f 300 worden de uitgaven grootendeels be
streden.
De lessen aan het gymnasium vingen voor
den cursus 188687 aan met 114 leerlin
gen. De schoolgelden brachten op f 9837.50.
De kosten bedroegen f27321 37. Het rijks
subsidie over 1886 bedroeg f8961. De
begrooting van het subsidie voor 1887 be
draagt f8205, behoudens nadere verre-
kening.
Universiteit.
Ter vervanging van prof. A. Heynsius
werd tot hoogleeraar in de faculteit der ge
neeskunde benoemd de heer dr. W. Eint-
hoven. Deze faculteit leed in het afgeloopeu
jaar een gevoelig verlies door het overlijden
op 24 November van den hoogleeraar dr.
A. E. Simon Thomas, in wiens plaats werd
aangesteld de heer dr. H. Treub.
Aai. prof. R. J. Fruin viel de onderschei
ding te beurt ter gelegenheid van bet 50e
lustrum der Utrechtsche hoogeschool, tot
doctor honoris causa in de rechtswetenschap
te worden benoemd.
De Academische feesten te Heidelberg
werden namens de Leidsche hoogeschool bij
gewoond door prof. Suriogar, terwijl het
Orientalisten-congres te Weenen werd bijge
woond door de heeren prof. DeGoeje, prof.
Tiele e i dr. Pleyte en het astronomisch
congres te Berlijn door prof. Van de Sande
Bakhuyzen als afgevaardigde der regeering.
Aan het Academiegebouw werden verbe
teringen aangebrachtde ramen aan de zijde
vau het Rapenburg werden door Gothische
vervangen en de muur aan het voorplein in
den oorspronkelijken vorm hersteld.
liet aantal ingeschreven studenten bedroeg:
lu de Rechten 432.
Geneeskunde 346.
Wis- eu Natuurkunde 57.
n Letteren SI.
a u Godgeleerdheid 43.
Totaal 959.
Van deze waren 595 leden van het Leid
sche studentencorps, 2U5 niet-ledeu en 159
oud corpsleden.
Het getal promotiën bedroeg:
In de Rechtswetenschap 45.
ii v Staatswetenschap 4.
Klassieke Letterkunde 5.
Geneeskunde 13.
In de Wis- en Natuurkunde
su s» Sterrenkunde
e t Plant- en Dierkunde
1.
1.
2.
Totaal 71.
Van 15 November 1885 tot 15 Novem
ber 1886 werden 17 personen tot arts be
vorderd.
Voor het arts-examen 1 e gedeelte slaagden
10 personen.
Tot proponent bij de Ned. Herv. kerk
werden bevorderd 2 personen en bij de Re-
monstrantsche Broederschap 1 persoon.
Examina werden afgelegd: in de faculteit
der Wis- en Natuurkunde 7, der Letteren
en Wijsbegeerte 17; der Godgeleerdheid 25,
der Rechtsgeleerdheid 127 en der Genees
kunde 129.
(Wordt vervolgd.)
Door de antirevolutionaire kiesveree-
nigirig „Nederland en Oranje" zijn als can-
didaten voor de a. s. verkiezing van den
gemeenteraad gesteld de aftredende leden, de
heeren Mr. J. Bredius, P. J. Van Hoeken
en F. A. Verster van Wulverhorst.
Door de Roomsch Katholieke kiesvereeni-
ging werden dezelfde candidaten gesteld.
De kiesvereeniging „Het Algemeen
Belang" en de vereeniging tot stemopwek-
king te Leiden hebben in hare gemeenschap
pelijke samenkomst op 13 Juli hun adhaesie
geschonken aan de motie, in de algemeene
vergadering van „De Liberale Unie" op den
9en Juli aangenomen.
Deze motie luidde aldus:
De vergadering, zich vereenigende met
de denkbeelden, neergelegd in het rondschrij
ven van het bestuur, spreekt uitdrukkelijk
den wensch uit, dat het reeds door de
tweede kamer in eerste lezing aangenomen
voorstel tot wijziging van hoofdstuk X der
Grondwet, bij de verdere behandeling moge
worden verworpen.
De voorstellingen in de stadsgehoor
zaal alhier blijven met recht de algemeene
tevredenheid verwerven. De heer Okhuysen
heeft daarin dan ook reden gevonden om
nog eenige dagen langer hier te blijven en
ook den Zondagavond er aan te knoopen.
Nu, dan zal de loop wel niet 't minst zijn.
We waren gisterenavond in de gelegenheid
eens om 't hoekje te kijkenachter de cou
lissen en waarlijk, wie in de zaal zit eu
FEUILLETON.
71).
„Ik dacht ook al, wat krijg ik toch altijd
verdraaid geld van Paula."
„Ja, ja; je lacht er nu meê, maar 't is
soms ernstig genoeg; denk eens dat ik het
zilver al heb moeten beleenen om je te hel
pen. Zorg dus dat je nu niet wéér onver
wachts iets te betalen hebt, want waarlijk,
dan weet ik mij niet meer te redden."
„Ik wel; dan beginnen we aan ons goud."
„Karei."
„Maar gij kuut nu ook nooit scherts ver
dragen in plaats dat je dat ouwe mensch
nu eens wat zit op te kammen, in de hoop
van in haar testament te komen, laat je ze
dood gaan zonder in hare hooge gunst ge
komen te zijn. Maar nu kwam ik je eigen
lijk nog wat vragen, stuur je August wel
eens geld?"
„Ik? Neen nooit. Hoe zon ik dat ook
kunnen? En trouwens heeft hij een mooi
salaris; vijftienhonderd gulden voor hem
alleen."
„Zoo, nu dan begrijp ik niet hoe hij
zulke kolossale uitgaven kan doen. Soms
bekrimpt ons de angst; weet je wel waar
voor Paula?"
„Neen Karei."
„Wel, hij heeft zulk een machtig kapi
taal in handen en die goede oude heer Van
Holmsteyn laat alles maar aan hem over en
bekommert zich niet veel om de zaken."
„Maar Karei, je veronderstelt toch niet
dat
„Veronderstellen? Om je de waarheid te
zeggen veronderstel ik dat bij na zooveel
ontberingen wel wat al te veel bij elkaar
ziet, jongens, zooveel dnizende."
„Ik geloof nooit dat hij daar misbruik
van maken zou" antwoordde Paula voor wie
't al zeer moeilijk was van anderen kwaad
te denken, hoeveel minder dan nog van haar
eigen broêrs die zij zoo vaak vermaande en
berispte, maar van wie zij in den grond
van haar hart zeer veel hield, hetgeen zij
bewees door de groote opofferingen die zij
zich voor hen getroostte.
„Ja" hernam de student op zijn eigen-
aardigen luchtigen toon, „of je het nn al
niet gelooft, mij zal het zeer verwonderen
wanneer we daar niet eens van hooren."
Hij trok spelend met zijn stok de patronen
op het tapijt na en ging, de bewegingen
der oude tante nabootsendin den grooten
stoel zitten.
„De oude freule ligt zeer slecht" kwam
Greta aankondigeu; „er mag wel eens iemand
bij haar gaan. Het is het beBte nog maar
geloof ik, dat ik gauw naar den dokter ga.
Blijf jij dan maar in de ziekenkamer, juf
fertje."
Eer dat ik het toch een uur uithield bij
die twee oude drakenonder het
mompelen van die woorden greep het jonge
mensch hoed en stok en verdween in wei
nig tevreden stemming.
Als het jonge meisje de ziekenkamer be
trad lag de zieke te steunen en te zuchten.
„Wat ben ik toch ongelukkig; ik beu zoo
benauwd, ik heb zoo'n pijn. Wie is er toch
bij mij?"
„Ik tante" antwoordde Paula, terwijl ze
behoedzaam het groene gordijn wat optrok.
„Help mij toch, ik wil rechtop zitten;
neen, niet zoorechtop; mijne kussens
liggen weêr niet goed; o wat een pijn,
wanneer komt dan toch die dokter; kunnen
ze mij dan met hun tweeën nog niet beter
maken
„Heb maar wat geduld taute en houd
maar moed."
„Geduld, moed, je hebt mooi praten; jij
hebt geen pijn, je kunt vooruit eu ik lig
hier, waar blijft Greta toch, ze moet mij
helpen."
„Greta is naar den dokter tante; maar
zeg u 't mij maar, ik kan u toch waarlijk
wel helpen; niet waar, ik heb u toch im
mers zoo dikwijls geholpen, zeg het mij
maar" vroeg Paula tnet drang, daar zij be
merkte dat de oude vrouw haar bewustzijn
begon te verliezen.
„Ik wil naar mijn bed gaan, ik ben zoo
vermoeid."
„Maar tante, n ligt te bed" poogde Paula
haar te overtuigen.
„Ach neen, laat er iemand bij mij ko
men men laat mij maar alleen in het
duister."
„Ik ben hier, ik ben bij u en straks
komt Greta met den dokter."
„Ach ik ben zoo alleen, zoo alleen"
kermde de oude vrouw. „Help toch, help
toch" riep zij op eens met heldere stem
„ik voel het aankomen, ik ga sterven." Zij
viel in eene sluimering waaruit zij eerst
tegen den avond wéér ontwaakte.
Wordt vervolgd.)