BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
wuc WE ar» es ar^ iwai «c
■4ca «r_ j «e*. p-aw - un
De Rotterdamsche cricketclub „Vic
toria" is uitgedaagd tot het houden van
eenen matchdoor de Leidsche club „Sixteen''
te Leidende club „Amstel" te Amsterdam,
en de club „Olympia" te 's Qravenhage.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
De heer J. G. De Groot, directeur
van den Parkschouwburg, zegt in een pas
verschenen vlugschrift over de Hollandsche
opera, dat ter opvoering voorbereid worden:
Le Barbier de Séville, II Travatore, La
Traviata, Othello, Lucie, La Favorite, Ham
let, Mignon, benevens de operettes Fleder-
maus en Donna Juanita. Hij hoopt echter
in de gelegenheid te zijn oorspronkelijk
Hollandsche werken ten tooneele te brengen.
Zijn ideaal: »in Nederland Nederlandsch",
vinde in de ruimste mate toepassing op het
oneindige veld der kunst.
Naar men uit Rome meldt, is buiten
de Port-Salaria, een uitgestrekte begraaf
plaats gevonden, volgens de opschriften uit
de laatste jaren der republiek en de eerste
jaren van het keizerrijk.
Eene belangrijke bijdrage over het
vraagstuk der verzekering tegen ongelukken
in het bedrijf is geleverd door den Leidschen
hoogleeraar mr. H. B. Greven, in den vorm
van een praeadvies op de volgende, door de
Nederiandsche juristenvereniging gestelde
vraag: „Is het wenschelijk, ten bate der
arbeiders dwangverzekering in te voeren,
voor zoover betreft de gevolgen van onge
lukken in de uitoefening van het bedrijf
ondervonden?"
Voor hetgeen te dezer zake in het buiten
land reeds door den wetgever gedaan is
verwijzende naar de opstellen van de heeren
Emants, Cort van der Linden en Kerdijk,
bepaalt mr. Greven zich tot het behandelen
der thans bij ons geldende wetsbepalingen
en der daarin aan te brengen verbetering.
Gelijk bekend is, berust voor den werkman,
wien tijdens de uitoefening van zijn bedrijf
een ongeluk overkomt, de aanspraak op
schadevergoeding tegen den ondernemer op
de artt. 1401 1403 burgerl. wetb. Volgens
die artikelen is de ondernemer verantwoor
delijk voor de schade, ontstaan door eene
onrechtmatige daad of eene nalatigheid,
onverschillig of zij bedreven is door hem
zeiven of door iemand dien hij heeft aange
steld. De ondernemer kan zich niet van de
aansprakelijkheid bevrijden door het bewijs
dat hij de daad niet heeft kunnen beletten,
terwijl tevens de wet geen onderscheid maakt,
of de schade geleden is door personen, met
hem die de schade toebracht in het zelfde
bedrijf werkzaam, of door derden.
Deze bepalingen nu, acht mr. Greven,
niettegenstaande zij in eeuige opzichten rui
mer zijn dan die welke bijv. in Engeland,
Duitschland en Zwitserland gelden, onvol
doende, om tweeërlei reden. In de eerste
plaats omdat volgens hem, in overeenstem
ming met het oordeel van mrs. Kist, Op-
zoomer en Kerdijk, onder het begrip „on
rechtmatige daad" alleen zoodanige daad kan
worden verstaan aks in strijd is met het
stellige recht, d. i. met eene wet of wette
lijke verordening. Volgens deze opvatting,
welke in strijd is met de beslissing van den
hoogen raad, o. a. in zijn vonnis van den
I4den April 1881, dat onder nalatigheid
reeds valt het niet nemen van voorzorgen
„welke in redelijkheid kunnen worden ge
vorderd", zullen de arbeiders zich bijna altijd
te vergeefs op den rechter beroepen, omdat
er bij ons te lande al zeer weinig wettelijke
bepalingen zijn, welke den ondernemers zekere
inrichting of handelwijze gebieden of ver
bieden, wier overtreding tot ongelukken zou
kunnen leiden. In de tweede plaats echter
acht mr. Greven de bestaande regeling on
voldoende, omdat, ook al werd wat het
begrip „onrechtmatige daad" betreft aan de
ruimere interpretatie van den hoogen raad
vastgehouden, zij toch de werklieden onver
zorgd zou doen blijven in de volgende ge
vallen: le wanneer zij door den rechter wor
den afgewezen, omdat zij het bewijs van de
schuld des ondernemers niet kunnen leveren;
2e wanneer, na veroordeeling tot schadever
goeding, de werkgever insolvent blijkt; 3e
wanneer werkgever en werkman zijn over
eengekomen de aansprakelijkheid voor onge
lukken uit te sluiten; 4e wanneer de oor
zaken, waardoor het ongeluk ontstaan is,
onbekend blijven en wamieer het aan toeval
te wijten is, en 5e wanneer grove schuld of
onvoorzichtigheid van den werkman zeiven
de oorzaak was.
Na eene zeer lezenswaardige toelichting
van deze gevallen tot de slotsom gekomen
dat ons burgerlijk recht den werkman geen
voldoende vergoeding na bekomen lichamelijk
letsel waarborgt, gaat de schrijver over tot
het onderzoek der vraag of niet in verplichte
verzekering eene betere regeling te vinden is.
Zich plaatsende op het onbevooroordeelde
standpunt dat er voor de staatsbemoeiing
slechts één hoog-te beginsel geldt: bevor
dering van het algemeene welzijn, zóó dat,
waar uit de vrijheid toestanden geboren wor
den die of aan de gelijke vrijheid van anderen
of aan de beschaving in den weg staan, het
optreden van den staat in beginsel geoor
loofd is, beantwoordt de schrijver de vraag
of in het onderhavige geval staatstusschen-
komst geraden is, bevestigend. De voor
naamste argumenten op welke dezen slotsom
steunt en die met groote helderheid worden
ontwikkeld, meenen wij als volgt te kunnen
samenvatten: le Van het vrije initiatief van
ondernemers of arbeiders is ten deze zeer
weinig te verwachten. Zonder staatsdwang
zal het steeds slechts de élite der onder
nemers blijven die tot verzekering der werk
lieden overgaat, terwijl men, wachtende tot
dat de arbeiders vrijwillig tot verzekering
overgingen, zou moeten wachten voor on-
bepaaldeu tijd. Toch geldt het hier eene
zaak van hoog zedelijke beteekenis: verhef
fing van den levensstandaard tot zoodanig
peil, dat voorziening in toekomstige of on
zekere behoeften mogelijkheid en gewoonte
worde. 2e. Bij den toestand waarin ver
zekering tegen ongelukken niet is ingevoerd,
zijn het feitelijk de verbruikers, die lagere
prijzen betalen dan wanneer de kosten der
verzekering den prijs hielpen vormen, maar
die andererzijds, als belastingschuldigen of
als welmeenende menschenvrienden, delasten
der armverzorging hebben te dragen. Door
verplichte verzekering in te voeren, kan de
staat er toe medewerken dat de armverzor
ging, een in zich zeli' gebrekkig stelsel,
omdat, voor zoover daartoe bijdragen van
de belastingschuldigen geëischt wordeneven
zeer dwang wordt uitgeoefend als bij de ver
plichte verzekering, maar dwang op de
verkeerde plaats, nml. tegenover hen die de
vruchten van het bedrijf niet genoten hebben,
vervangen worde door een stelsel door het
welk de last verplaatst wordt op de schouders
van de koopers van het artikel. De vraag of
de wetgever inderdaad door het invoeren
der verplichte verzekering dit doel bereiken
kan, geeft den schrijver aanleiding tot eenige
theoretische beschouwingen. De slotsom
daarvan is dat het geheel van de werklieden
zeiven zal afhangen of door loonsvermindering
de lasten der verzekering op hen zulleu
blijven rusten, dan wel of zij onwrikbaar
weten vast te houden aan alle behoeften van
hun leven met inbegrip van dezen nieuwen,
door den staat gestelden, eisch, „dat onder
de levenseischen die door de arbeidersverdienste
worden bevredigd, ook de verzekering tegen
ongelukken behoore." Kunnen zij dat doen,
„dan zal het niet alleen den ondernemers onmo
gelijk zijn, de premien op de loonen te
verhalen, zij zullen het op de prijzen moeten
beproeven; maar ook het aandeel dat de
arbeiders bij dien loop van zaken dragen,
zullen zij weder overbrengen op ondernemer
en kapitalist, tenzij de belooning van den
laatste zoo laag is gedaald, dat de prikkel
tot in stand houden van het kapitaal gaat
verzwakken." En hierin is, volgens mr. Gre
ven, tevens het 3de hoofdargument vóór de
verplichte verzekering gelegende machtige
opvoedende kracht, die zij hebben kan tot
verhooging van den voet van leven van be
volkingsklassen, die door eigen initiatief
zich de bevrediging van die toekomstige
behoeften nog in geen afzienbaren tijd zouden
hebben verschaft.
Het overige gedeelte van het praeadvies
is gewijd aan eene behandeling van eenige
der voornaamste bezwaren, tegen de ver
plichte verzekeriug ingebracht, en van de
wijze waarop zij behoort te worden geregeld.
Tot dit laatste behoort de vraag; moet de
verplichting tot verzekering aan alle, of
slechts aan sommige bedrijven worden
opgelegd? Eene vraag op welke mr. Greven,
geleid door de overwegiug dat de verplichte
verzekering hier te lande nog geenszins,
gelijk in Duitschland, getuigd zou kunnen
worden dat: „alle partijen met het beginsel
instemmen", het bescheid geeft: „practisch
gesproken, (is er) niet de minste kans van
toepassing, vóór men op beperkt gebied de
verzekering in werking gezien heeft, en de
overtuiging is onstaan, dat de last van de
premiën gemakkelijk gedragen wordt, dat
verplichte verzekering allerminst ondergang
der nijverheid beteekent. Om redenen van
politiek beleid behooren de voorstanders van
het beginsel der verplichte verzekering be
scheiden te zijn in hunne eischen."
(N. B. Crt.)
Op 24 en 25 Augustus a. s. zal door
de afd. Wassenaar en Voorschoten der Holl.
maatschappij van landbouw eene tentoon
stelling van vee, land- en tuinbouwvoort-
brengselen gehouden worden te Voorschoten.
Ruim 100 prijzen tot een bedrag van f795
zijn voor de beste inzendingen uitgeloofd,
behalve de bekroningen, die bovendien door
het bestuur kunnen worden toegekend.
Tot plaatsvervangend lid der commis
sie voor de herziening van de belastbare
opbrengst der ongebouwde eigendommen in
het schattingsdistrict Rotterdamonderdeel
Zoetermeer, is benoemd de heer P. Rijns-
burger, te Leiderdorp.
De gezamenlijke gymnastiek-vereeni-
gingen te 's Gravenhage zullen op 30 en
31 Juli en 1 en 2 Augustus a. s. aldaar
eene groote uitvoering gevenwaartoe alle
gymnastiek-vereenigiugen uit de provinciën
Noord- en Zuid-Holland, Gelderland, Utrecht
en Zeeland zijn uitgeuoodigd.
Zaterdagochtend werd aan den Hoogen
wal te 's Hage nabij 's koning stallen, een
met turf beladen hand wagen aangereden door
een met gelijke brandstof geladen wagen met
paard bespannen, waardoo: eerstgemeld voer
tuig in de sloot terecht kwam en de be
stuurder er onder geraakte, die dientenge
volge wonden bekwam aan hoofd en hals.
Van een en ander is proces verbaal opgemaakt.
Uit de Dordr. Ct. zien wij dat de heer mr.
P. Blussé van Oud-Alblas, behalve reeder en
lid der tweede kamer, ook dagbladschrijver
geweest is. Zeer langen tijd is hij niet en
kel uitgever geweest van de Dordr. Ct.
(Blussé Co.), maar heeft hij aan den in
houd sedert 1850 medegewerkt en er, vol
gens Ret Vad.y tot de laatste jaren zijns
levens de wekelijksche buitenlandsche over
zichten in geschreven. Hij was dus niet
enk il het oudste lid der tweede kamer, maar
ook vermoedelijk de oudste der Nederiand
sche journalisten.
Dinsdagavond, terwijl hij, aan zware koort
sen lijdende, bedlegerig was, vatte het bed
gordijn vuur en dat noodlottig toeval heeft
zijn dood verhaast.
De laatste keer voerde de heer Blussé in
de tweede kamer het woord op Woensdag
11 Meitoen de bekende amendementen
van de heeren Zijlker c.s. aan de orde wa
rén, over het uitspreken van eenige beginse
len van belastingheffing in de Grondwet.
De heer Blussé bestreed die amendementen,
omdat hij geen nut zag in het afkondigen
van zij 't ook „voortreffelijke begrippen en
beginselen", die men beter deed in toepas
sing te brengen door de aanneming van bij
zondere wetten.
Hetgeen hij in het algemeen over de be
lastingen opmerkte in zijn laatste rede, mag
wel in herinnering der natie blijven leven.
Het is van te meer beteekenis, omdat Blussé
de eerste minister van financiën is geweest,
die na de mislukte poging van het eerste
ministerie-Thorbecke getracht heetf een rijks-
inkomstenbelasting in te voeren, met afschaf
fing van bet patent en den accijns op rund-
vleesch. (Nil.)
Op een jaarwedde van f 1200 kan
men te Rockanje geen geneesheer krijgen.
Behalve te Brielle en Hellevoetsluiswoont
op het eiland Voome alleen te Nieuwenhoorn
een geneesheer, die al de omliggende dor
pen moet bedienen; de heer Groesbeek, oud
87 jaren.
Dit de gemeente Ouddorp, op Flakkee,
zijn in dit jaar reeds 157 personen naar
Amerika vertrokken, en weder maken anderen
zich tot het vertrek daarheen gereed.
Op eene den 16den April II. te Am
sterdam gehouden bijeenkomst van natuur-
en geneeskundigen is besloten, op Vrijdag
30 Sept. en Zaterdag 1 Oct. a. s. een Ne
derlandsch natuur- en geneeskundig congres
aldaar te houden.
Het congres zal met eene algemeene ver
gadering geopend en besloten worden, en
verder in drie sectiën, die voor natuur- en
scheikunde (1ste sectie), die voor natuur
historische wetenschappen (2de sectie) en
die voor geneeskundige wetenschappen (3de
sectie), verdeeld zijn. Prof. H. G. Van de
Sande Bakhuyzen zal als voorzitter der 1ste
sectie, prof. Th. W. Hngelmann als voorzit
ter der 2de sectie en prof. F. C. Donders
als voorzitter der 3de sectie optreden.
Aan alle beoefenaren van natuur- of ge
neeskunde is een circulaire gezonden, met
het verzoek op te geven of men lid of deel
nemer van het congres wenscht te worden,
terwijl het verzoek daarbij gaat belangstel
lenden in het congres, die de circulaire
niet mochten ontvangen hebben, aan het
bestuur op te geven.
Dit bestuur bestaat uit de heeren: B. J.
Stokvis, voorzitter, J. W. Gunning, vice-
voorzitter, A. A. G. Guye, Hugo De Vries,
Max Weber, J, Campert, 1ste secretaris, C.
Kerbert, 2de secretaris-penningmeester, allen
woonachtig te Amsterdam.
Van de werkliedenvergadering, onlangs
te Hengeloo gehoudenmaakten wij reeds
melding, ook van de oorkonde, die aan de
heeren Stork is aangeboden. In de Zwohche
Courant komt nu een verslag voor, waarin
woordelijk zijn opgenomen de meededeelingen
door verschillende werklieden in die verga
dering gedaanwaaruit blijkt hoe onwaar
en overdreven de beschuldigingen waren door
den horlogemaker Bennink tegen die firma
geuit. Al wat hij in zijn schotschrift den
heeren Stork ten laste legde wordt ermet
feiten gestaafdin weerlegd en ten slotte
wordt hij gewaarschuwd zich niet meer aan
die heeren te vergrijpen. Het protest is on
derteekend door een zeer groot aantal werk
lieden.
Het stormweder van Vrijdag heeft aan
de werken de Lemmer aanzienlijke schade
veroorzaakt. Langs de geheele binnenzijde
van den westelijken dam is het puinbeloop
sterk afgeslagen; vooral trof dit een gedeelte
waarvan de puinbedekking reeds bijna ge
heel onder profiel was afgewerkt. In dit
gedeelte is voor bijna de volle lengte het
binnenbeloop en een groot deel van de
kruin weggespoeld. Het buitenbeloop werd
later op den dag, toen de wind van het
zuiden eenigszins naar het noorden was ge
draaid, meer aangevallen, doch slechts weinig
beschadigd.
Hoewel de Groninger kermis ruim
schoots, ja te overvloedig van alle soort
vermakelijkheden en kramen is voorzien,
heerscht er toch geen buitengewone drukte
en levendigheid, schrijft men aan het D. v.
Z. H. en 's-Gr. De kramers klagen steen en
been en beweren, dat zij hun staangeld niet
kunnen goed maken, terwijl enkelen zelfs
hunne waren alweer ingepakt hebben.
's «RiVENILlOE.
Door Z. M. is aan den heer A. G.
C. E. W. Von dein Bussche Ippenburg, oud
luit.-kol. van het Ned.-Indisch leger, tijde
lijk verblijf houdende te Dresden, verlof
verleend tot het aannemen der versierselen
van eereridder- der orde van St. Johannes
van het hospitaal te Jerusalem, hem door
Z. M. den koning van Pruisen geschonken.
Door Z. M. is goedgekeurd, dat de
burgemeester van Spaubeek, J. A. Eussen
is benoemd tot secretaris dier gemeente.
Door Z. M. is met ingang van 1 Juli
1887, benoemd tot commies bij het dep. vau
binnenl. zaken A. P. Huber, thans adjunct
commies bij dat departement.
Door Z. M. is aan H. Roos, eervol
ontslagen bode bij het dep. van waterstaat,
handel en nijverheid, een pensioen toegekend
van f158 'sjaars.
Door Z. M. zijn de navolgende pen
sioenen verleend, als aan: L. W. Greve,
wed. A. Bertlinggewezen directeur van het
postkantoor te Dordrecht, ten bedrage van
f387 'sjaars; P. J. Voorneveld, gewezen
brieven- en telegrambesteller te Haarlemmer
meer, ten bedrage van f274 'sjaars; W.
Oskamgewezen postbode te Polsbioekerdam,
ten bedrage van f118 'sjaars.
Door Z. M. zijn met ingang van 1
Juni 1887, benoemd tot surnumerairs bij het
vak der posterijen buiten bezwaar van's rijke
schatkist: D. Ramondt jr., J. C. A. Box
man, H. Kanning, jhr. G. K. Van den
Santheuvel, M. A. Ramondt, I. Le Grand,
A. Hoeth, K. A. Heyblom, D. Lodder en
J. G. De Fouw.
De luits. ter zee le kl. W. M. J.
Visser en J. J. De Bruyne worden met den
25en dezer respectievelijk gedetacheerd te
Amsterdam en te Vlissingen, ten einde tegen
woordig te zijn bij de verdere gereedmaking
van Zr. Ms. schroefstoomschepen 4e kl.
Flores en Coram.
De minister van oorlog zal op 26 dezer
geen 1 idientie verleenen.
VELGIE.
Volgens het Journal de Bruxellee zal
de minister Beernaert den koning voorstellen
een volkspaleis te bouwen op het oude veld
voor de manoeuvres, in den trant van het
volkspaleis te Londen.
Uit Bergen wordt van 22 dezer ge
meld: Een dynamietbom werd geworpen in
de benedenverdieping van het hotel de Com
merce, te Lalouvière. Een luitenant-kolonel
en een geneesheer werden gekwetst. De aan
gerichte schade is aanzienlijk.
Drie personen beleedigden gisterennacht
den bij het telephoon-bureau geplaatsten
schildwacht, die daarop vuur gaf en één
dier personen doodde.
DUITSC11LAN D.
Het wetsontwerp betreffende de ver
nieuwing der bezoldiging van de bij-burge
meesters in Elzas-Lotharingen schaft de
bepaling af, volgens welke de burgemeester
hen uit den gemeenteraad moet kiezen,
evenals de bepaling welke eischt, dat zij
voor hunne benoeming op de kiezerslijsten
of op de lijsten der directe belastingen waren
geplaatst. Het ministerie kan bevelen dat een