NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
loursiiit verschijnt duidelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A 8 0 Q n E m B
Woensdag 6 April 1887. N°. 81.
ADVERTERTIEH:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
RE BREID EENS EERLOOZEN.
Voor Leiden, per 8 maanden
Franco door het geheele rijk, per
Prijs per Nummer 10 i'ent.
1.25.
maanden 1.60.
Van 1regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
200e Jaargang.
Stads-Berichten.
DRANKWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Brengen ler algemeene kennis dat door
F. A. TOORENS, B. KRANENDONK en F.
W. DAGELET adressen zijn ingediend om ver
gunning tol verkoop van sterken drank in het
klein resp. in de perceelen Nieuwe Rijn 5,
Groenhazengracht n'. 10 en St. Jorissleeg
n°. 27.
En geschiedt hiervan openbare afkondiging
door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST. Secretaris.
Leiden, 5 April 1887.
«TAOiNIEUWS.
Den lsten en 2den April hadden de eind
en overgangsexamens plaats op de Pract.
Ambachtsschool alhier.
Met diploma zijn ontslagen
De schildersleerlingen J. De Koning, G.
S. Nagtegaal, N. Vervark en A. A. M. De
Bruin.
De smidsleerlingen J. A. Van de Geer,
P. H. J. Bognetteau en R. Van Oosten.
In eene hoogere afdeeling zijn geplaatst
en bestaan de klassen uit als volgt:
Timmerlieden.
3de leerjaar, 1ste afdeeling: J. Vink, L.
Van Varick, J. Van der Wiel.
2de leerjaar, 2de afdeelingW. L. Harm-
sen, N. C. Van der Zalm, C. C. B. Huyg,
A. W. De Graaf.
2de leerjaar, 1ste afdeeling: J. Mattie-
sing, M. H. W. Van Noort, J. Mijs, P.
Brittijn, C. A. E. Neeb, P. Van Egmond,
J. Vreugdenburg.
lBte leerjaar, 2de afdeeling: C. E. J.
Sijpesteijn, P. Ressenaar, H. J. De Vos,
X. Binnendijk, C. De Vries, K. H. De
dong.
lste leerjaar, 1ste afdeeling: D. Dirkse,
M. Carton, H. A. Van Ingen Schenau, J.
Th. Van Es, G. K. Boot, J. J. Nienwen-
burg, J. Van der Lee.
Meubelmakers.
2de leerjaar, lste afdeeling: N. Vallent-
goed, J. W. Dee.
lste leerjaar, 2de afdeeling: J. L. Freeke,
C. Van Veen.
lste leerjaar, lste afdeeling: H. Th. Van
Leeuwen, G. Hoogkamer, J. G. Klandermans.
Smeden.
3de leerjaar, 2de afdeeling: D. Tiemeijer,
J. F. Vlaanderen, A. F. KasteelenJs. Nop
pen, W. N. Wempe.
3de leerjaar, lste afdeeling: K.L.Meijer.
2de leerjaar, 2de afdeeling: M. W. Haale-
bos, A. J. Gerritse, G. A. Annokkeë, C.
Jansen, B. M. Evers.
lste leerjaar, 2de afdeeling: J. Houthoff.
lste leerjaar, lste afdeeling: W. Van
Musschen, A. Crama, J. PeltJ. Schouten.
Huisschilders.
3de leerjaar, lste afdeeling: H. Van Bor-
selen, W. Du Pon.
2de leerjaar, lste afdeeling: J. Iterson,
P. J. N. Kriek, J. Van Gelderen, H. Ket-
tenis, J. Tasseron, W. Etiènne, J. Sieval,
A. J. Beij, J. Van Brussel, J. Van Muiden,
A. Holtz.
lste leerjaar, 2de afdeeling: T. K. H.
Blankwaardt, H. A. G. De Groot, J. Koene,
A. Marsteller, A. Stafleu, H. S. Fles.
Zesvan de met diploma ontslagen leer
lingen, zijn bij werkbazen en een op de
Kon. Ned. Grofsmederij geplaatst.
Op uitnoodiging van de Fransche
Academie heeft de Nederlandsche regeering
bepaald, dat de hoogleeraar dr. H. G. Van
de Sande Bakhuyzen, zal bijwonen het in
Parijs te houden congres betreffende het op
maken van een kaart van den sterrenhemel
met toepassing van de jongste uitvinding
van de kunst der photographic op dit gebied.
De uitkomsten van het hooger onder
wijs alhier worden in het jongste schoolver-
slag over 1885-1886 aldus omschreven:
De hoogleeraren der theologische faculteit
spreken een gunstig oordeel uit over de re
sultaten van de propaedeutische studiën der
studenten in de faculteit der godgeleerdheid.
De hoogleeraren der geneeskundige facul
teit klagen over de weinige ontwikkeling van
hen, die op andere wijze dan door het af
leggen van het eind-examen van een gym
nasium of eeDe hoogere burgerschool tot de
studie zijn toegelaten.
(fjOok de hoogleeraren der philosophische
faculteit klagen ever het gemis van eenige
kennis der Latijnsche taal.
Overigens is het oordeel der hoogleeraren
aan deze Universiteit over de mate van ont
wikkeling der nieuw aangekomen studenten
en over de vorderingen der ouderen over
het algemeen gunstig.
Tot eerelid van den Nederlandschen
weerbaarheidsbond is benoemd de heer kolo
nel W. H. Doorman alhier.
Bij het gisteren te 's Hage gehouden
examen voor nuttige handwerken is o. a.
geslaagd mej. A. M. E. Uhlenbroek van
Katwijk.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Geboortedag (1883) van dr. J. H. C. Kern.
Sterfdag (399 v. Chr.) van Socrates.
Het Dagblad van Zuid-Holland en
'tOravenhage verneemt, dat het zangersper-
soneel, aan de Fransche Opera in Den Haag
verbondenvoor het volgend speelseizoen
gereëngageerd zijn: Mile Clary, MM.Lestel-
lier, Joussaume, Tricot, Donval, Mordet en
Perron, hoofdregisseur. Met den heer Villefrank
Mme Dnvals is het contract zoo goed als
hernieuwd en wacht slechts op de ondertee-
kening. Met M. Vignet zijn onderhandelingen
aangeknoopt, welke echter nog tot geen
resultaat geleid hebben. Mile Wilbem is in
het vaderland van Wilhelm Teil geëngageerd,
zoodat zij door een ander vervangen zal
wordenwat ook het geval is met M. Auer
en Mile. Millie, welke laatste aan eene zan
geres, thans aan het Thé&tre de la Monnaie
te Brussel verbondenhare plaats zal af
slaan.
Uit Leipzig wordt aan de Signale ge
meld, dat het allernieuwst uitgebazuinde
wonderkind, de negenjarige knaap Josef Hof-
mann, op een onlangs gegeven concert in
het hotel de Prusse inderdaad een wonder
kind gebleken is. De kleine Josef speelde
met verbazingwekkende vaardigheid en muzi-
kalen aanslag een paar satze uit Weber's
Es-dur-concert, eene door Liszt bewerkte
Polacca van Weber, het Rondo Capriccioso
van Mendelssohn, eenen wals van Chopin
en eenige stukken van eigen maaksel. Deze
kinderlijke compositien heeten te getuigen
van smaak en aanleg. Het manneken gaf
ook blijken van een merkwaardig talent in
het improviseeren, of liever, in het uitwer
ken van een aangegeven thema.
Het nieuwe Leipziger stadstheater zal,
op voorstel van director Stagemann en met
goedkeuring van het gemeentebestuur, toe
gerust worden met een diepliggend orkest,
in navolging van dat te Bayreuth.
Het Panorama in het Vondelpark te
Amsterdam werd gedurende 5 maanden be
zocht door 17,122'personendat van Gra-
nier te Kopenhagen gedurende 9 maanden
door 24,067. Beide ondernemingen deelën
geen dividend uit.
BINNENLANDSOHE BERICHTEN,
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
2 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank
ƒ15,755,390,55®, en bij de betaalmeesters
ƒ2,733,831,91®. Te zamen 18(4.89,222,47.
Naar men verneemt is de gezondheids
toestand van Z. M. den koning vrij gunstig.
De nierpijnen moeten bijna geheel verdwe
nen zijn.
Dat Z. M. de eerewacht niet aanvaard
heeft is te wijten aan de bezwaren van de
artsen, die vreesden dat Z. M. dan om de
eerewacht meer uit zou gaan dan anders.
Alle feestelijkheden zal Z. M. echter
zeker niet bijwonen.
Het eenige maanden geleden ingediend
verslag vaD den staat der hooge, middel
bare en lagere scholen over 1885/86 is thans
in druk verschenen. Dit uitvoerig verslag
bevat, wat het lager onderwijs betreft, dit
maal een vijfjarig overzicht van het gehalte
van het onderwijs in elk der leervakkenin
art. 2 der wet van 1878 vermeld.
Naar wij vernemenia door den ka
pitein J. E. H. Hanckar, van de normaal
schietschool, een automatisch werkende snel-
lader voor ons geweer uitgevonden, welken
dezen zomer zal worden beproefd.
{N. JR. a.)
De proeven, om voor het brood der
soldaten alleen meel van roode tarwe te
gebruiken, hebben niet voldaan, daar het
brood, schoon goed van smaak, te droog
was en te veel verbrokkelde. Voortaan wordt
FEUILLETON.
157.)
Hij was somber en norsch en trachtte zich
te wreken, omdat ik Carlos gevolgd was,
toen deze hem zoo sluw van zijn vermogen
had beroofd. Als ik mij soms tegen zijne
tirannij verzette, dreigde hij mij steeds met
mijn echtgenoot, dien hij altijd als een spook
beeld tnsschen ons plaatste en verklaarde
hij mij onbewimpeld, dat hij mij aan hem
zon uitleveren, als ik hem niet in alles ge
hoorzaamde."
„Ik zal u niet lastig vallen met het ver
haal van het nomadenleven, dat wjj leidden,
en de misdaden, die Pedro beging."
„Ik had reeds dikwijls getracht, de woon
plaats van Dora op te sporen, nadat ik haar
eens te Buffalo vluchtig gezien had. Frits
Graham's naamsverandering was mij bekend,
en ik wist zeer goed, wie Lilburne eigenlijk
was. Toen ik te New-Orleans, waarheen
Pedro besloot terug te keeren, toevallig ver
nam, dat de kapitein op het punt stond,
eene jonge dame te huwen, die als gezel
schapsdame van mevrouw Elmer in huis was
gekomen, was ik nieuwsgierig te weten,
wie de herinnering aan Dora uit zijn hart
had kunnen verdrijven."
„Ik overreedde Pedro, met mij naar Fran-
cisville te gaan. Daar vernam ik spoedig,
dat dezelfde mevrouw Brentonin wie ik
te Buffalo Dora had herkend, de hoogge
roemde bruid van den kapitein was. Ik was
overtuigd, dat zij hier was gekomen, zonder
te vermoeden, onder wiens dak zij leefde;
maar ik wenschte mij zelve gelukdat ik
die beide, zoo verwante geesten op zulk eene
zeldzame wijze vereenigd zag. Voor Pedro
en mij werd daardoor een schitterend voor
uitzicht geopend onze uitgeputte hulpmid
delen weer aan te vullen. Dat dit bedrog
met den besten uitslag moest bekroond wor
den, was te voorzien."
„Ik was het, die Pedro op de gedachte
bracht, zich voor Carlos uit te geven. Later
zon ik gaarne aan het verzoek van den ka
pitein hebben voldaan, om alles te bekennen,
maar ik durfde niet. Pedro wist, dat een
der beide doktoren, die het lijk van Carlos
hadden onderzocht, gestorven was, en dat
de andere in Azië was, zoodat eerst na ja
ren bericht van hem kon verwacht worden.
Hij hield het daarom voor winstgevender,
het bedrog zoolang mogelijk vol te houden,
dan eene som voor de bekentenis der waar
heid aan te nemen."
„Wij gingen naar Havanna, waar hij be
gon te spelen. In 't begin was hij gelukkig,
spoedig verloor hij echter aanhoudend. Hevig
verschrikte ik, toen ik vernam dat Almonte
in de stad was. Met den meesten spoed
vluchtten wij naar New-Orleans, maar Al
monte had ditmaal zijne maatregelen te goed
genomen. Hij was in onze nabijheid en sloeg
ons gade, zonder dat wij het vermoedden."
„Op zekeren avond drong hij in onze
kamer. Hij stormde op Pedro los en voor
dat deze zich kon verdedigen, stak hij hem
een dolk in het hart. Toen mijn broeder
dood aan mijne voeten lag, wendde hij zich
met een paar oogen, die schitterden als die
van een waanzinnige, tot mij:"
„Voor u heb ik eene andere wraak," riep
hij, „en streek mij met de punt van een
scherpen ponjard een paar malen over den
arm. De huid was slechts even gewond,
maar de dolk was in een gift gedoopt, waar
tegen geen redmiddel bestaat en dat de dood
na eenige dagen ten gevolge heeft."
„Nu hebt gij den tijd, om over uw schuldig
leven na te denken en berouw te gevoeieD,"
riep hij mij toe. „Gij zult den dood in de
weinige dagen, die u nog overblijven, voe
len naderen en zoo uwe straf niet ontgaan."
„Reeds waren er verscheidene menschen
op mijn hulpgeschreeuw in de kamer geko
men. Toen zij Almonte trachten te grijpen,
stiet hij zich een dolk in het hart."
„Ik sterf tevreden, want ik heb mij op
mijne trouwelooze vrouw gewroken," waren
zijne laatste woorden."
„Drie weken zijn er sedert dat oogenblik
verloopen, en zie nu, wat er nog van mij
is overgebleven. Elke druppel bloed is ver
giftigd. Er is voor mij geene redding meer
mogelijk. Met moeite heb ik mij hierheen
gesleept, om u dit mede te deelen, en Dora
voor altijd van den verschrikkelijken vloek
te bevrijdendien baar eerste huwelijk over
haar gebracht heeft. Tot dank daarvoor
vraag ik niets dan een behoorlijk graf."
De diep getroffen toehoorders konden, in
weerwil van de misdaden, die hen waren
onthuld, der gevallene vrouw hunne deelne
ming niet onthouden.
Nita stierf nog denzelfden nacht en Lil
burne zorgde met liefde voor eene waardige
begrafenis.
Eenige weken later woonde Dora, weder
gezond en vroolijk de bruiloft van Fuller en
Anna Mallory bij en de jonggehuwden waren
bijna even gelukkig als Lilburne en zijne vrouw,
nu de zwarte schaduw, die hen zoolang be
angstigd had, voor altijd was verdwenen.
EINDE.