«ca «ra ej mk a. "kj- -k»» BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Ka KP K «0 «CS JB5J voorbereid om te verdwijnen, want dan kon 't gebeuren dat ze weer eens als Fenix uit hare assche te voorschijn kwam. Zien we dus geen uitweg in grondwets herziening, dan moeten we weten wat be doeld wordt met kieswetsherziening en hoe die geschieden moet. Wat men onder kies recht te verstaan heeft, daaromtrent bestaan zeer uiteenloopende meeningen. Spreker zal niet treden in breede beschouwingen daar omtrent; hij zal geen meeningen bestrijden, maar trachten duidelijk uiteen te zetten wat naar zijne meening de beteekenis er van is. Wat is kiesrecht? Komt 't den burger door aard, natuur of geboorte toe, of is 't één dier rechten die alleen dienen tot instand houding van den staat? Men kan over het natuurlijk recht van den mensch lang twis ten, maar zóóveel is zeker, waar de monarch eene volksvertegenwoordiging naast zich heeft, moet die worden te zamen geroepen, zóó, dat ze inderdaad het volk vertegenwoordigt. Moeten nu alle geestesstroomingen in die vertegenwoordiging zijn weergegeven? spre ker betwijfelt dat. De volksvertegenwoordi ging is een lichaam dat de staat tot hare ins:andhouding noodig heeft, en nu moet die vertegenwoordiging niet handhaven de rechten van een enkel district, maar die van het geheele volk; ze moet dat doen naast den troon, en, als 't noodig is, ook tegenover den troon; niet in opstand, maar omdat ze zich gevoelt. Het koninklijk ge zag staat in zijne volheid ongerept, maar daarnaast staat het belang van het volk. Op welke wijze roept men nu zulk eene volks vertegenwoordiging te zamen? Dr. Schaepman meent dat men het vólk er toe roepen moet, wil men eene goede volksvertegenwoordiging hebben. Het kiesrecht nu is beperkt tusschen zeer nauwe grenzen. Men kan niet zeggen dat wat binnen dien kring is het volk inder daad vertegenwoordigt; er worden er bui tengesloten een fout die belet dat ze wordt wat ze worden moest. We hebben een tweede kamerwaarvan men werkelijk niet zeggen kan dat ze uit de slechtsten bestaat. Talent en werkkracht worden er zeer veel gevonden. In deze Nederlaudsche tweede kamer en in hare afdeelingen wordt meer en ernstiger ge werkt dan in eenig ander land van Europa. Ook aan karakter ontbreekt het er niet, en werden deze 86 leden eens op zij gezet, dan zou 't waarlijk niet gemakkelijk zijn een 86 tal te vinden van gelijk gehalte. De pers, zegt spreker, die, zoo niet geheel de de openbare meening, dan toch de koningin daarvan is, geioovende, zou men meenen dat er geen ellendiger tweede kamer te vin den is, en dat vindt weerklank omdat het volk niet kent het oude spreekwoord, dat die zijn neus, het beste deel van zijn aan gezicht schendt, dat ook het geheele aan gezicht doet. Ieder geschikt kiezer is eene vermeerde ring van de kracht van den organieken staat en die kan binnen de grenzen onzer be staande grondwet niet gevormd worden. Een breede zoom van welgezinde burgers, die nu zijn huiten gesloten, hebben ook belang bij de algemeene zaak en velen, die nu van hun recht geen gebruik maken, zouden dan worden wakker geschud en zich haasten dat wél te doen. Velen zijn op 't stuk van kiesrecht bevreesd dat men aan onbevoegden deel zou geven in het staatsbestuur. Maar dat is verkeerd. Heeft een kiezer deel in het staatsbestuur? immers behoort de uitoefenende macht bij den koning. De tweede kamer is niet het alles beslissende element. Het tot stand ko men eener wet is eerst dan verzekerd wan neer de koning, de eerste en de tweede ka mer, die alle drie onafhankelijk zijn, ieder uit alle vrijheid van eigen beweging haar goedkeuren en wanneer daarop de koning den lande kond doet, dat, in vereeniging, de wet is tot stand gekomen en dat hij, koning, last en beveelt. Ieder gekozene is verplicht te stemmen volgens eer en geweten; niet zooals zijne kiezers willen. Hij blijft volkomen vrij en zegt, volgens plicht en geweten, wat hij in het belang van het land noodig acht. Het doel waartoe hij is gekozen ligt boven het wikken en wegen der kiezers. Het welvaren van het geheele volk, niet van een enkel district moet de gekozene voorstaan. Wat moet nu de kiezer doen? Er zijn meeniugen op dat gebied die ons in 't idéé van de noodzakelijkheid van uitbreiding aan 't wankelen brengen. Wat kwaads men echter van dat kiesrecht zegt, het wordt door evenveel goeds in evenwicht gehouden. Het hangt hier geheel af van het gebruik dat men er van maakt. Zien we een land zijn eerstgeboorterecht ten opzichte van de kerk verkoopen ter wille van eene zekere heerschzucht we hebben ook goede dingen van het algemeen stemrecht gezien, die anders niet zouden zijn tot stand gekomen. In Keulen houdt men door het algemeen stem recht de vaan van het Centrum omhoog. Spreker wil geen pleit houden voor het algemeen stemrecht, maar wil zeggen dat men ten opzichte daarvan nóch bovenmatige vrees, nóch bovenmatige verwachtingen koes teren moet. Er moet echter uitbreiding ko men omdat 't is de eisch van den tijdnu het staatsleven zóó uitgebreid is, moet om onafhankelijk te zijn van grillen, het volk een machtigen invloed hebben. En dat kan niet dan door eene uitbreiding, en wie dat wil tegenhouden, staat spoedig tegenover hooge eischeu die zouden vórderen dat men toch moest toegeven. Regeeren is zienmen moet de wegen vooruit zien, maar ook de stroomen beheer- schen; men kan door tijdig voor goede af watering te zorgenden stroom leidenmaar door geen dijk kan men dien keeren. 't Is zeker beter acht Ie geven op den drang der tijden, dan dien niet te achten, beter de ge- wenschte uitbreiding te regelen en behoorlijk te organiseeren dan te zeggenwe blijven op ons huidig standpunt. Dikwijls moet dan allei worden prijsgegeven, om eigen leven te redden. De toekomst bewees altijd dat zij den dank der historie hebben ver diend die gemeend hebben dat het beter was bij tijds te bedding te verwijden, en toch de dijken te behouden. Op welk punt we nu staan? We staan op 't oogenblik niet op een keerpunt maar op een punt van geweldige ontwikkeling. We zijn in zedelijken zin gelijk aan de volken die door de groote volksverhuizing naai Europa zijn gebracht. Wij wachten op den Karei den Qroote die komen zou; maar nu hij niet komt zijn de volken over gelaten aan eigen kracht; doch ze zijn tevens overgelaten aan eene regeling die ze zelf zullen treffen. Is het dan plicht uog vast te houden aan vormen; dén moeten we handelen naar het woord van den aartsbisschop van West minster. Indien de richting van den geest zich beweegt naar de democratie, dan zal ze de kerk gereed vinden om haar te leiden langs den weg die voert tot het werkelijk belang van het volk. Tot zoover de heer Schaepman. Aan toe juichingen heeft het den redenaar gedurende den avond eu bij het einde zijner redevoe ring zeker niet ontbroken, en toen het dixi was uitgesproken nam de heer A. Op de Laak, van Noordwijk, 2de secretaris der kiesvereeniging het woord om in goed ge kozen bewoordingen den spreker van dien avond uit naam der aanwezigen te bedanken en als zijne verwachting uit te spreken dat waar het de belangen der Katholieken iu Nederland gold, dr. Schaepman wel altijd aan de spits zou staan. Burg. en weth. deelen den gemeente raad mede dat, op voorstel van den burge meester, ter belooning van de verleende dien sten, bij gelegenheid van de onlangs plaats gehad hebbende ongeregeldheden, op grond van voortreffelijke wijze waarop zoowel door de militaire autoriteiten en manschappen als door het politiepersoneel is medegewerkt tot handhaving van de orde en het herstel van de rust, is uitgekeerd ten behoeve van de manschappen van de onderscheidene wapens van het garnizoen een bedrag van f 850 en ten behoeve van de politiebeambten een be drag van f 70. Burg. en weth. stellen den raad voor de vereischte goedkeuring op deze uitgave te verleenen, eu daartoe den post „verdere uitgaven in zake de politie", met f 350 te verhoogente vinden door afschrij ving van den post voor onvoorziene uitga ven, terwijl de belooning van f70 voor de politiebeambten kan worden gevonden uit den post „belooning voor de inspecteurs en dienaars en verdere beambten van politie." Bij de tweede kamer zijn ingekomen acht wetsontwerpen tot naturalisatie, waar onder ook dat van A. Scbmit, koopman alhier. Tot gewoon lid van het Historisch Qenootschap te Utrecht is o. a. benoemd, de heer T. M. Hoest alhier. Aan het levensbericht, dat de heer Acquoy in de gisterenmiddag gehouden ver gadering der letterkundige afdeeling van de Koninklijke Academie van Wetenschappen van wijlen het lid den beer Aem. W. Wy- brands gaf, wordt het volgende ontleend. De overledene was eerst sedert 18 April 1885 lid dezer afdeeling, en van dat tijd stip tot zijn dood 22 September 1886 is het niet tot eene spreekbeurt van hem mogen komen; maar de Academie bezit een blijvend gedenkteeken van Aemiiius Willem Wybrands in zijn werk: „De abdij Bloem hof te Wittewierum"dat eene eereplaats onder de werken der Academie inneemt. Wybrands, die zich op het gebied der stu die van de kerkgeschiedenis een welverdien den naam maakte, paarde aan eene uitge breide kennis van handschriften en boeken, geduld en volharding, scherpzinnigheid en oordeel, onpartijdigheid en waarheidsliefde, waardeeriug van anderen, eu meesterschap over taal en stijl. Hij beoefende de geschie denis om haar zelve; nimmer zich wagende aan wijsgeerige bespiegelingen en veel min der aan het opsporen der wettenachter welke het grillig spel der menscheu verbor gen ligtin de overtuiging dat de beoefening der geschiedenis door theorie en bespiege ling weinig gebaat wordt. De eerste vorming van zijn geest dankt hij zijnen vader, Karei Wybrands, een dier uitnemende hoofdonderwijzers, waarop óm- sterdam in het midden dezer eeuw reden had trotsch te zijn, en die, ofschoon levende voor hunne school, gelegenheid wisten te vinden voor de beoefening van wetenschap pelijke vakken. Het vak zijner liefde was de Nederlandsche taal. Bewonderaar van Bil- derdijk en Van Lennep, nam hij eenvoudig deel in de oplossing van het vraagstuk be treffende de chdat in de jaren 1850,'51, en 1852 van zich deed spreken en debatten uitlokte, die zich door «schamperheid van toon" kenmerkten, maar in welken strijd Karei Wybrands toch de rechten der ch wist boven te houden. Door de betrekkingendie er bestonden tusschen den vader en verschil lende letterkundigen, als Da Costa, Des Amorie Van der Hoeven eu anderen, kwam de jonge Wybrands in aanraking met dezen en dergelijkeu en hun oog viel weldra op den schranderen knaap. Bosscha leerde hem Latijn, Des Amorie Van der Hoeven onder richtte hem in het Griekschen aldus werd voortgebouwd op den grondslag die in het ouderlijk huis gelegd was; zoodat Wybrands met vrucht de lessen aan de Latijnsche school kou volgen en dan ook in alle klassen steeds de eerste was. Ook aan den conrector Hul- leman had hij veel te danken. In 1857 den lsteu October 1838 was hij geboren werd Wybrands tot de academische lessen bevorderd en als student aan het doopsgezind seminarie te Amsterdam ingeschreven Blij kens de studenten-almanakken beoefende Wy brands als student reeds met veel vrucht de middeleeuwsche geschiedenis eu het middel- Nederlandsch. Vau zijne theologische studiën trok dat gedeelte hem het meest aan, dat betrekking had op de kerkgeschiedenis, welk vak hij het eerst beoefende onder opzicht van professor Moll. In 1861 werd hij tot de kerkelijke bediening toegelaten, eu aan gesteld tot hulpprediker te Broek op Lan- gendijk. Achtereenvolgens werd hij beroepen te Edam, Hoorn, om in 1882 te Leiden als predikant op te treden, alwaar hij in 1886 overleed. Hierna sprak de heer Acquoy over de wer ken van Wybrands, bijna uitsluitend betrek king hebbende op de middeleeuwen en die in drie hoofdgroepen zijn te verdeelen: 1". die over het geestelijk drama in Nederland; 2». over het godsdienstig leven in Nederland tijdeus de middeleeuwen, en 3'. de geschie denis der kloosters. Na van onderscheidene dier werken de verdiensten te hebben aangetoond en er op te hebben gewezen, dat het meest geleerde werk dat over de abdij „Bloemhof" te Wit tewierum wasschetste de spreker Wybrands nog kortelijk als den man, die de studie der kleinigheden beoefende, om langs dien weg tot een helder oordeel te komen, als den man van detailstudiënals den specialist en besloot hij zijn levensbericht met de uit spraak, dat zoolang er sprake zal zijn van Nederlandsche Kerkhistorie en jvan geleer den, die haar met grondige bronnenkennis en nauwgezet beoefenen, de naam van Aem. W. Wybrands mei welverdiende onderschei ding zal begroet worden. Deze hulde aan het ontslagen lid der academie werd door een broeder en twee zonen van wijlen den heer Wybrands bijge woond. Daarna werd door den voorzitter mede- deeling gedaan van de beoordeeliug van de ingezonden antwoorden betreffende den wed strijd in Latijnsche poëzie waarvan de uitslag reeds werd gemeld en leverde de heer IJzerman eene bijdrage over de tempel ruïnen van Prambanan. (N. R. Ct.) De doleereude Leiderdorper predikant G. Vlug hoopt a. s. Woensdag-avond de predikbeurt van ds. H. Beuker te vervullen in de Christ. Geref. kerk te Leiden. Men schrijft ons: Bij den opgang der zon teekende heden de thermometer 20° Pahr., dat is 12° vorst. Haparanda is eene zeehaven aan de Bothnische golf en daar teekende de thermometer gister 4° Fahr. In Midden-Duitschland vriest het naar evenredigheid even fel. Schotland is bezocht geworden door sneeuwstormen en het is overal veel te koud. Maar de wind is Zuiden! Ook van daar kan blijkbaar de lente nog niet komen, die volgens den al manak over weinige dagen begint. Maar er is een troost, zij het dan ook een schrale de vorst hield het vorige jaar veel langer aan; tegen het laatst van April toch begon het weer een weinig te luwen en de dikke ijskorst te smelten, die in sloot-en en bin nenvaarten gemaakt was. Het eene jaar is het andere niet, dat is zeker; anders zou men kunnen berekenen hoeveel zomer er na een zoo sleependen winter, met de daarop volgende beruchte koude Meidagen en de maanden van ruw weer, met regen en wind, overblijft. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de rijks-universiteit alhier, de heer H. Vaillant, geb. te Rotter dam na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: «Bevoegdheid van den commissionnair om zelf te koopen en te verkoopen. MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Geboortedag (1581) van Pieter Cornelisz. Hooft. Het voortbestaan der Duitsche opera te Rotterdam voor het volgend seizoen is verzekerd. Er is voor het subsidie 24000 gd. ingeschreven, de resteerende 1000 gd. hoopt men nog te verkrijgen. De heer Bollé heeft het directeurschap aanvaarder is een financiëele commissie benoemdbestaande uit de heeren Landberg, eerevoorzitter, Bosman, Hijmans, Van der Hoop, Huijgen, leden. Door de plaatselijke afdeeling der Maat schappij tot bevordering der toonkunst zal te Dordrecht den 31sten Maart, onder lei ding van den heer W. Kes, ten gehoore worden gebracht: „Requiem für Mignon en „Nachtlied" van Schumann, „Frühlingbe- grabniss" van Becker en „Harpa" van W. De Haan. Mannstadt is voorloopig voor 5 jaren tot eerste kapelmeester van de opera te Wiesbaden benoemd. Adelina Patti krijgt voor 30 voorstel lingen te New-York 900.000 frs. 1! Henry Havard maakte deel uit van de jury voor de tentoonstelling van fraaie kunsten te Parijs, in 1889. Het voorstel van den heer mr. Van der Mandeleom rond het standbeeld van Hugo De Groot geen hek te plaatsen, werd in den Delftschen gemeenteraad, bij herstem ming, aangenomen. Uit het verslag der Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij over 1886 blijkt, dat in dit jaar een winst gemaakt werd van f 165.515.54^, waarvan f64.051.81 geno men wordt voor afschrijving, f5000 voor het reservefonds, f 17.500 voor tantièmes en f77.500 voor 7} pCt. dividend. Op de paardentramlijnen werd iu dat jaar f 1211.02 J en op den stoomtramweg f4137.80 minder ontvangen dan in 1885. De paardentramlijn te Leiden, door de maatschappij geëxploiteerd, bracht f5738 meer op dan in 1885. Hoewel de paardentram te Rotterdam min der opbracht dan iu 1885, maakten er 93.189 reizigers meer gebruik van. Onder voorzitting van prof. dr. Jan Ten Brink, president der bestendige com missie voor de taal- en letterkundige con gressen, had eergisteren in het Muntgebouw te Amsterdam eene bijeenkomst plaats van een aantal heerendie uitgeuoodigd zijn deel uit te maken van de regelingscommissie voor het in dit jaar aldaar te houden congres. Tot bestuurderen van de regelingscommissie werden benoemd de heeren mr. J. N. Van Hall (voorzitter), A. C. Wertheim, M. A. Perk, dr. G. Kalff en mr. N. De Roever (secretaris). Het congres zal gehouden wor den op 26, 27, 28 en 29 September. Door de deurwaarders der directe be lasting te Nieuwer-Amatel zijn onlangs 70 diamantslijpers bekeurd wegens het ongepa tenteerd uitoefenen van hun bedrijf, welke bekeuringen op enkele na alle bij transactie zijn afgedaan. Deze bekeuringen hadden het gevolg dat sedert te Amsterdam bijna 1000 aangiften van diamantslijpers zijn ingekomen. (Hbl.) Dezer dagen brachten twee Duitsche heeren een bezoek aan Assen, om opnemin gen te doen voor het oprichten van een varkensslachterij in het groot, ten einde de varkens, die tegenwoordig door opkoopers in levenden toestand naar Hamburg worden vervoerd, in 't vervolg geslacht daarheen te verzenden. Men verwacht, dat te Assen jaarlijks 7000 varkens kunnen worden afge leverd, zoodat men in Drente dus spoedig een Cincinnati in het klein zal hebben. Een welgesteld vervener te K. was door de rechtbank te Heerenveen wegens mishandeling veroordeeld tot f 200 boete, subsidiair 15 dagen gevangenisstraf. Hoewel hij verzocht had, boete toe te passen, be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 2