NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. l e Courant verse li ij n t Vrijdag 11 Maart 1887. - N°. 59. Uitgevers: Gebroeders Muré. DE KRUID EENS EERLOOZEN. dagelijks* behalve op Kon- en Feestdagen. A80WKESÏIEKT: Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden t 1.60. Prijs per Nummer 10 ('ent. AÖVE8TEBTIEK: Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. 200e Jaargang. Stads-Berichten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien artikel 6. 2de alinea der Verordening van II November 1880, regelende de inwen dige inrichting der scholen, de toelating en hel ontslag der leerlingen Gemeenteblad no. 4. van 1881); Brengen ter algemeene kennis, dat de in schrijving van nieuwe leerlingen aan de open bare scholen der 3e en 4e klasse zal plaats hebben van den 7 lot en met den I9e Maart e. k. in de schoollokalen in de Rijnstraat, in de Brandewijnsteeg, op de Binnenvestgracht aan hel Plantsoen, in de Van-der-Werfstraat en aan de Korte Mare, des voormiddags van lialf negen tol negen uren en des namiddags van half twee lol twee urenbehalve des Zaterdags namiddags en des Zondags. De Gemeente Leiden wordt voor de leer lingen der openbare scholen van de derde klasse in drie wijken verdeeld. Tot de wijk voor de openbare school der derde klasse, no. 1 behoort dal deel der ge meente, dal ingesloten wordt door en ten oosten en ten zuiden ligt van de lijn.- Kaiser- straat, Rapenburg, Nienwsleeg, Zonneveldsteeg, KetelboelersteegKorte Korenbrugsleeg, Nieuwe Rijn lot de Utrechtsche brug. Tol de wijk voor de openbare school der derde klasse," no. 2 behoort dat deel der ge meente, dat ingesloten wordt door en ten oos ten ligt van de lijn: Nieuwe Rijn Vischbrug, Hoogstraat, Stille Mare, Lange Mare, Oude Vest en Oosldwarsgracht. Tot de wijk voor de openbare school der derde klasse, no. 3 behoort dat deel der ge- metnte, dat ingesloten wordl door en ten oos ten en westen ligt van de lijn: Kaiserslraat Rapenburg, Nieuwsleeg, Zonneveldsteeg, Ketel boelersteeg, Korte Korenbrugsteeg, Nieuwe Rijn, Vischbrug, Hoogstraat, Stille Mare, Lange Mare, Oude Vest en Oosldwarsgracht. De Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leidf.n, 4 Maart 1887. STADSNIEUWS. Dr. Jorissen op Nijverheid. Het departement Leiden van de Neder- landsche maatschappij ter bevordering van Nijverheid hield gisteravond in het Nutsge- bouw alhier eene ledenvergadering waartoe door de afdeeling als spreker was uitgenoo- digd de heer dr. E. J. Jorissen. Deze voldeed aan die uitnoodiging met eene ver handeling „over het belang der Transvaal voor Nederland uit een handels en finantieel oogpunt." De bedoeling van spreker was mee te werken tot het winnen van vaderlandsche krachten voor de Zuid-Afrikaansche repu bliek. Hij heeft bemerkt dat, waar hij ook in ons land kwamvan 't Zuiden tot 't Noorden, warme sympathie bestond voor de Zuid-Afrikaansche stamverwanten. Niet naar den oorlog zal spreker ons terugvoeren; hij zal bespreken feiten en zaken. Een bijna onherstelbaar verlies heeft, een 70 jaren geleden, Nederland geleden in de Kaap de Goede Hoop, in ruil om zoo te zeggen voor de Zuidelijke Nederlanden; die ons echter ook weêr ontsnapten. Wat de toenmalige staatslieden, belast met het wa ken voor het welzijn van ons land toen heeft bezield verklaart spreker niet te be grijpen. Zulk eene kolonie trekt vaderland sche jongelieden met energie en met armen aan 't lijf; dezen trekken weer den handel en den landbouw uit 't moederland en eer we 't weten ligt een nieuw land daar, en tóch het oude door taaldoor zedendoor godsdienst. De Kaap de Goede Hoop zou voor ons hebben kunnen zijn wat Nieuw-Holland en Nieuw-Zeeland voor Engeland zijn geworden, spreker herhaalt met nadruk; het verlies van die kolonie is voor ons een onherstel baar verlies. En toch is Zuid-Afrika een door en door Hollandsch land, waar tot 4 A 500 uren van de kust Hollandsch wordt gesproken, waar we den statenbijbel, de Hollandsche psalmen en gezangen vinden. Geheel Zuid-Afrika hier en daar zelfs tot 4 A 5000 voeten boven den waterspie gel, gelijkt één reusachtige tafelberg met schoonen plantengroei en stalend klimaat steeds hooger voeren ons de bergen en van daar vloeien onophoudelijk waterstroomen naar omlaag die de dalen bevochtigen en vruchtbaar maken. Alles groeit en bloeit er; alleen, alles wacht er op menschenhanden. Oerbosschen zijn er bijna niet; de boomen zijn meestal van buitenaf aangevoerd. Aloë, koffie en suikerriet, graan, en vooral vorstelijke tarwe, thee, rijst, haver en tabak, beter van gewas dan ergens elders alles tiert er sneller en weliger dan in andere streken. De wil geboom en de Eucalyptus, maïs, en wijn, vooral in Wakkerstroomrundvee, schapen, struisvogels vertegenwoordigen er o. m. 't dierenrijk. Maar de plantages zijn niet in gericht zooals in onze Oost-Indie, waar de eigenaar niet op de plantage, liefst wel in 't moederland woont; bier werkt de planter zelf, midden in zijn famielje, omgeven door wat hem lief is en zonder dat hem de lust bekruipt ooit zijne republiek te verlaten, en vooral niet om gezondheidsredenen. Zoo wonen daar een millioen Hollandsche Afri kanen, gezond en sterk, lichamelijk en gees telijk. De boerenarbeider is hier zeker van zijn brood. Zelden is 't er koud of vriest het, nooit is de zomerhitte drukkend. Maar na tuurlijk hangt ook hier de afzet af van den aanleg van spoorwegen. Een schat van mi neralen blijft nog te ontginnen. Bij de dia mantmijnen zijn een 30.000 Europeanen en ongeveer even zoovele kleurlingen aan 't werk. Maar in Transvaal is ook nog een schat van goud te ontgraven, waaromtrent nog onlangs werd geschreven: „de Transvaal zal de wereld verbazen." Daar waar de rijke goudaderen zich bevinden rijzen ongetwijfeld weldra nieuwe steden uit den grond op. Nog andere mineralen beloven ook voor de toekomst een blijvende bron van rijkdom. Ern mijningenieur uit Belgie daarheenge- zonden verklaarde daar veel lood met hoog zilvergehalte te hebben gevonden, maar ook ijzer en belangrijke lagen steenkolen, op ge ringe diepte onder den grond. Evenwel, de eenige havens zijn tot nog toe in de twee Engelsche koloniën zoodat dan ook het land met Engelsche handelsproducten wordt overstroomd. Bij Lorenzo Marques en Delagoa-baaiin handen van Portugal, zijne schoonegelegen heden tot 't maken van havens. In de in richting van die havens ligt volgens den heer Jorissen onze toekomst. Daardoor zal eene belasting van 10 A ll°/o gemiddeld, nu op den invoer van handelsartikelen ge heven worden vermeden en daardoor onge veer 1.200.000 gulden worden gewonnen. De spoorwegbouw moet door Europeesche krachten tot stand komen, doch de uitvoe rende raad wilde daartoe geen Engelschen aan 't werk stellen aan het middel dat hen vrij maakt en verlost van den druk van zoo groote invoerrechten. Men wil den aaBleg leggen in handen van Nederlanders omdat 't in hunne handen veilig is en aan land en moederland welvaart brengt. Wel is waar zijn twee jaren van malaise achter den rug; doch dit was immers een voudig een deelen in de algemeene malaise. De uitvoer van wol en struisvogelvederen leed daaronder; doch in den wolhandel zijn nu goede vooruitzichtende vooruitzichten voor de diamant- en goudontginning zijn niet minder gunstig en er is veel grond om aan te nemen dat de handel er spoedig zijn voorspoed zal herwinnen. De winkels in Transvaal zijn nog grooten- deels in den tocovorm en er wordt nog veel ruilhandel gedreven met de boeren. De eige naars van die winkels worden gegoede men- schen, maar ze zijn dan ook eerlijk en wer ken hard. Een luilekkerland is de Transvaal niet; eiken vreemdeling, ook de Hollander is er welkom, tenzij hij kapitaal of werk kracht meêbrengt. Er is in de Zuid-Afrikaan sche republiek werk; ook handenarbeid ont- eert niet. De republiek is een land met uitmuntende wetten en na vijf jaren verkrijgt men er het volkomen burgerrecht. De regeeringsvorm is de Hollandsche van 1802'6. Het recht is het oud-Hollandsch-Komeinsche. Door En geland worden gaarne kwade geruchten om trent de Transvaal verspreid. Zoo werd o. a. door hen gemeld dat de republiek hare be talingen had gestaakt en toen ze het gerucht herriepen was 't kwaad gesticht en de spoorwegonderneming gedwarsboomd. Zonder vermeerderde heffing van belasting stegen de uitgaven sedert 1872 van 42000 pond ster ling tot 200.000 pond; en steeds werd de rente op tijd betaald en werden alle condi tiën stipt nagekomen. Wie zich in dat land moeten vestigen? Boeren en arbeiders met werklust en energie, geen jongelui die vier talen kennen en ambtenaar willen wordenenkele takken van industrie beginnen weêr te groenen, de aan leg van mijnen moet wachten op dien van spoorwegenhet vestigen van hypotheken op vaste goederen in Transvaal is evenzeer aan te bevelen als het aankoopen van grond aldaar; zulk eene geldbelegging biedt tegen- FEU1LLETON. 139.) Hunne reis ging naar de schoone streken in het zuiden en naar de hoofdstad New- Orleans, waar zij acht gelukkige dagen door brachten. Als een bekoorlijke droom vervloog voor hen deze week, en als de herinnering aan de verschrikkelijke dagen, die zij eens te New-Orleans had doorgebracht, als een booze geest haar vervolgde, onderdrukte zij dit gevoel met kracht en dacht zij slechts aan de heerlijke zekerheid, dat zij een echtge noot bezat, die haar voor elk gevaar zou behoeden. Op den laatsten avonddien zij in de stad doorbrachten, reden zij langs Shell-Read, midden door het gedrang der andere rijtui gen en Dora beschouwde opgeruimd het vroolijke tooneel, toen zij op eenmaal een kreet uitstiet. „Wat scheelt u? Wat heeft u zoo vree- selijk doen schrikken, Dora?" vroeg Lil- bume, terwijl hij rondzag om de oorzaak van dien schrik op te sporen. „Ik ik zag een man ons dicht voorbij rijden, die mij toornig aankeek," antwoordde zij, toen zij weer in staat was te spreken. „O Erits, als ik niet wist dat het onmo gelijk was, zou ik denken, dat mijn grootste vijand nog leeft en dat zijne oogen zoo even de mijnen ontmoet hebben." Lilburne verbleekte eveneens en beet zich op de lippen, als wilde hij aan het noodlot het hoofd bieden. „En al ware dat zoo," zeide hij zacht „als werkelijk het meest onwaarschijnlijke, het meest ongeloofelijke waar was, is het toch niet noodig, u zoo op te winden. De wet in dit land ontslaat de vrouw van hare verplichtingen tegenover een mandie wegens eene eerlooze daad veroordeeld is, en als de schurk nog leeft, zal hij het toch niet wagen, nu gij de mijne zijt, om zijne aanspraken op u te doen gelden." „Neen, Frits, het kan niet zoo wezen, hij kan onmogelijk nog tot de levenden behoo- rendaarom zal ik mij niet laten kwellen door eene hersenschim, die, als zij werke lijkheid werd, eene verwijdering tusschen u en mij moest te weeg brengen. De gedachte alleen is reeds verschrikkelijk." „Tracht die ingebeelde vrees van u te zetten, Dora; de man, dien gij gezien hebt, kan dezelfde niet zijn, aan wien gij denkt; het is niets anders dan eene toevallige ge lijkenis, en dat hij zulk eene schoone vrouw, als gij zijt, heeft aangekeken, is niet te verwonderen." „Ja, dat moet zoo wezen," zeide Dora na eene pauze, „en het is dwaas van mij, om er iets anders van te denken. Maar ik zou gaarne willen omkeeren, om den man niet weer te ontmoeten." In het hotel wachtten ben eenige beken den en in weerwil van den schokdien zij had doorstaan, begroette Dora hare gasten met hare gewone lieftalligheid. Zij toonde zich even opgeruimd en levendig als altijd, maar hare vroolijkheid was slechts schijn. De last, die haar zoolang had gedrukt, was gedurende eenige gelukkige dagen van haar hart gewenteld, nu was hij teruggekeerd, om haar nog meer te drukken. Als die man Carlos Mendoza geweest was, kon zij zich niet als de rechtmatige echtgenoote beschou wen, van hem dien zij toch zoo vurig be minde. Volgens de Amerikaansche wetten mocht zij vrij wezenhasr godsdienst, haar geweten zeide haar: „Wat God vereenigd beeft, mag de mensch niet scheiden!" Zij moest zich dan nog als de vrouw van den ellendeling beschouwen, dien zij, nog een kind zijnde, trouw had gezworen, en zij mocht geen ander verbond sluiten. Den volgenden morgen verlieten Lilburne en Dora de stad, om een klein landhuis aan het strand te betrekkenen de wekendie nu volgdenwaren zoo vreedzaamzoo vrij van elke zorg, dat Dora hare vrees liet va ren en zich geheel overgaf aan de onge stoorde vreugde, om voor den man, dien zij beminde, alles te zijn. Het weder was prachtig en de heerlijke lucht, de liefelijke zonnestralen, de kalme zee deden meer denken aan den zomer, dan aan de eerste dagen der lente. De boomen prijkten reeds met hun bladerentooi en rondom het kleine, verborgen landgoed bloeiden veel kleurige bloemen tusschen het frisscbe groen en verspreidden een liefelijken geur. Als Dora aan haar verblijf in het land huis, aan de zee dacht waar zij haar perste huwelijksdagen had gesleten, geschiedde dit slechts, om God te danken, dat hij haar op het pad van het kalme geluk had geleid. Lilburne ging met haar aan het strand wandelenhij roeide met haar in het zilve ren licht der maan en de hemel boven hunne hoofden was even wolkeloos, als de hemel in hunne harten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1