NIEUWS- EN ADVERT KNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. II c e Courant v e r s c ii ij n t <1 a e I ij k s behalve op /on- en Feestdagen. ABOMHEfiSEMT: Vrijdag 4 Maart 1887. N°. 53. ADVERTENTIE W: Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. 1 BRUID EENS EERLOOZEN. ouran Voor Leiden, per 3 maanden1,25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 ('ent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10. Bureel: Scheepmakerssteeg 6. 200° Jaargang. Stails-Berichten. De BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN Overwegende dat na de voorgevallen on geregeldheden de orde en rust weder in deze gemeente zijn hersteld; Bepaalt dat het verbod van samenscho lingen of bijeenkomsten van meer dan vijf personen op de openbare straat afgekondigd den laten Maart jl. is INGETROKKEN. Deze intrekking zal onverwijld worden afgekondigd en ter kennis worden gebracht van den Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland en den Gemeenteraad van Leiden. En is hiervan afkondiging geschied op heden den derden Maart 1887. De Burgemeester der gemeente Leiden, DE KANTER. De BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN; brengt ter algemeene kennis dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen alhier zijn terhand gesteld 3 suppletoire kohieren wegens de Personeele belasting en één suppletoir kohier wegens hel Patentrechtalle voor den dienst 1888/87 respectievelijk executoir verklaard den 28en Febr. en 2en Maart jl. en herinnert voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting om hunnen aanslag op den hij de Wel bepaalden voet te voldoen. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsclie Courant. De Rurgeineester voornoemd, DE KANTER. Leiden, den 3n Maart 1887. MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Maatschappij tot bevordering der Toonkunst. Afd. Utrecht4 Maart7j u.„Gebouw voor K. en W.". Huishoudelijke uitvoering. Der Rose Pilgerfahrt, R. Schumann; Twee Koren, J. J. H. Verhulst; Liederen Cyclus, L. v. Beethoven; Psalm 134, J. P. Swee- linck; Liederen, E. Schubert eu R. Schu mann. Solisten: de HH. F. Litzinger (Dus- seldorp), tenor; Paul Haase (Rotterdam), bariton; en leerlingen der solo-klassen van de muziekschool der afdeeling. Klavier: de heer W. Oosterbaan, Directeur: de heer Richard Hol. In de maand April zal in den Stads schouwburg te Amsterdam een Fransch ge zelschap optreden onder directie van Achard, om „La Comtesse Sarah" van Ohnet eD „Francillon" van Dumas fils op te voeren. Bernard Zweers heeft twee gedichten van mr. H. Cosman, „Albumblad" en „Mijn Eerste", gecomponeerd voor baryton met piano-begeleiding. Heize gaf vier liederen voor mezzo sopraan uit; ze zijn opgedragen aan mevr. Offermans—Van Hove en mej. W. Gips. Iets nieuws. Joachim deed zich te Londen hoorei), o. a. in Mendelssohns „Octet", en volgens de Daily News speelde hij het geheele stuk onzuiver I Munkacsy, zal volgens de Frankf. Zeit. de plafonds schilderen van het nieuwe kunst museum te Weenen. Hij krijgt daarvoor fl. 30,000. Gedurende de maand Dec. is bij de rijkspostspaarbank ingelegd f 528,903.67' en terugbetaald f 427,993.07, alzoo meer ingelegd dan terugbetaald f 100,910.60'. Aan het einde der maand Nov. was ten name der verschillende inleggers ingeschre ven een bedrag van f8,580,612.48, aan rente over 1886 is bijgeschreven f 184,119.69, zoodat het gezamenlijk tegoed der inleggers aan het einde der maand Dec. 1886 bedroeg f 8,865,642.77'. In den loop der maand Dec. werden 3447 nieuwe spaarbank boekjes uitgegeven; 858 werden geheel af betaald zoodat er aan het einde der maand 139.989 in omloop waren. Gedurende het jaar 1886 zijneen 111 tal personen van de landmacht, van het corps mariniers en van het Oost-Indische leger gedeserteerd, omtrent wier lot bij de corpsenwaartoe zij behoord hebbenop 1 Januari van dit jaar niets stelligs bekend was. De Londensche corr. van de Haarl. Crt. schrijftOok de butterine-zaak komt weder aan de orde. De Engelsche landbou wers en landbouw-maatschappijen weren zich om nu eindelijk de zoo lang gewenschte wet in het leven te roepenter regeling van den verkoop van het zoo gehate product. Uit alle oorden komen verzoekschriften in dien geest in en sir R. Paget heeft een wetsvoor stel geformuleerd, dat reeds voor de eerste maal gelezen is en spoedig in druk zal ver schijnen. Natuurlijk zitten ook de tegen standers niet stil en zij doen al het moge lijke om het onheil af te werendoor er op te wijzendat de invoerders geen bedrog plegen en bet artikel alleen als kunstboter en niet onder andere namen ter markt bren gen, en voorts, dat zij niet het minste be zwaar hebben tegen invoering van strafbe palingen tegen den frauduleusen verkoop van butterine als boter. Doch de landbou wers willeD meer. Zij wenschen een anderen naam aan het artikel te geven: „butterine" komt hun voor, te veel overeenkomst te hebben met het woord „butter" en daarom wenschen zij in plaats daarvan „oleo-mar- garine" of iets dergelijks. De verkoopers daarentegen hebben hun artikel nu sedert jaren reeds als „butterine" ter markt ge bracht en vreezen dat een gedwongen naams verandering den verkoop zou benadeelen. Het is een quaestie, waarbij Nederland groot belang heeftwant de Nederlandsche fabrikanten hebben tegenwoordig de geheele markt van dit artikel in handen. De fa brieken in andere landen hebben haar mede dinging reeds sedert lang moeten opgeven en Nederland geniet hier tegenwoordig op dit gebied feitelijk een monopolie. De in voeren in èen jaar vertegenwoordigen milli- oenen en de personen, die er baat bij vin den, zijn niet alleen de eigenaars van ver voermiddelen doch ook de menigte fabrieks arbeiders, de landbouwers, die in de nabij heid van fabrieken wonen, waarin zij hun melk kunnen slijten en de andere personen die indirect bij dezen uitgestrekten handel baat vinden. Dal daarom alles wat op dit gebied voorvalt door Nederlanders nauwkeu rig wordt nagegaanbehoeft wel geen betoog. H. M. de koningin met prinses Wil- helmina reed gisterenmiddag in een open landauer, bespannen met vier paarden, be reden door jockeys, naar Wassenaar. Een voorrijder ging voorop. Z. M. de keizer van Duitschlandko ning van Pruisen heeft den heer J. J. Har- denberg, adjunct-commies voor den huis- houdelijken dienst van de tweede kamer der staten generaalter zake van in zijne vroe gere betrekking van commissaris van politie aan de Duitsche regeering bewezen diensten, benoemd tot ridder der Kroonorde. De heer Hardenberg had zich vroeger reeds tijdens hij commissaris van politie te Tiel was, door een nuttige daad, die met zelfopoffering gepaard ging, eene benoeming tot broeder in ile orde van den Nederland- schen Leeuw waardig gemaakt. Tusschen den morgen van Zaterdag 19 en Woensdag 23 Februari is uit eene kast in het achteronder van eene schuit, die in Den Haag en te Leiden heeft gele gen, ongeveer f 150 aan verschillende munt stukken gestolen. Sedert eenige dagen is voortvluchtig met een bedrag van f 800 f 1000de huisknecht van eene dame aan de Maurits- kade te 's Gravenhage. Op last van het hoofdbestuur der pos terijen en in verband met een diefstal van postzegels enz. zijn depóthouders van post zegels te Rotterdam verzocht van particu lieren geen zegels over te nemendoch hen te verwijzen naar het hoofdkantoor. Op de Veemarkt te Rotterdam liet een koopman in de nabijheid van eenige varkens zijn portefeuille vallenwaaruit twee bankbiljetten van honderd en een munt biljet van tien gulden vielen. Een der var kens was den koopman te vlug af en had de „papiertjes" reeds in den bek vóórdat de koopman met de hand op den grond was. Een bankbiljet van f 100 kon de koopman nog in stukken uit den bek van het varken trekken, doch de andere bank noot en het muntbiljet waren reeds in de maag van het gnlzige dier verdwenen. Bij gelegenheid van zijn 25-jarig jubiló als predikant te Amsterdam, na vooraf te Santpoort en te Leiden predikant geweest te zijn, ontving dr. Laurillard gisteren vele ondubbelzinnige blijken van hoogachting en van waardeering van zijne talrijke vrienden, vereerders en volgelingen. Onder de vele geschenken die hij ontving, noemen wij eene portefeuille, met album met de namen der schenkers, waarin de afbeeldingen der kerken en pastoriën waarin hij predikte en woonde; van de niet-doleerende Amsterdam- FEU1LLETON. 134.) Dora beefde en sloot de oogen, om ze echter spoedig weer te openen, en ze, niet zonder vreee op Lilburne te richten. „Neen, Frits," zeide zij op liefderijken toon, „als dat, wat ik nu gevoel de ware liefde is, heeft zij nooit aan een ander behoord. Zijn Daam is sedert jaren niet over mijne lippen gekomen, en ook nu kan ik hem nog niet uitspreken. Hij heeft een groote magnetische kracht op mij uitgeoefend, waaraan ik even min weerstand kon bieden, als de vogel, die de slaDg, die hem betoovert, in den bek vliegt. Een maand lang was ik aan zijne zijde volkomen gelukkig, ik leefde in een voortdurenden schoonen droom, want ik meende dal hij mij afgodisch beminde, en schonk hem een onbegrensd vertrouwen. Eerst toen wij naar Hoogland terugkeerden, en ik papa zoo veranderd, zoo verouderd terug zag, begon ik berouw te gevoelen over hetgeen ik gedaan had." „Maar dat was alleen ter wille van papa, Frits, want nog was ik niet van mijne dwaling genezen. Toen de dood bij ons bin nentrad, en de armoede er op volgde, werden mijne oogen geopend, en begreep ik, in welken afgrond ik mij uit vrijen wil gestort had. Ik was weken lang zwaar ziek, en ontkwam slechts aan den doodom te be grijpen, dat mij niets was overgebleven, van hetgeen in dit leven waarde voor mij had." „Ik kan u geene bijzonderheden mede- deelen, want alleen de herinnering aan die dagen vervult mij met afgrijzen. Maar gij weet immers mijne geschiedenis, zoodat ik u niet behoef te verteilen, wat er geschiedde, toen ik geheel aan de willekeur van dien man was overgegeven. Wij zullen niet meer over hem spreken, want hij boette, voor hetgeen hij jegens mij en anderen had mis dreven, met een smadelijken dood. Hij stierf zooals gij weet, door de handen van den beulen toch verlangt gij van mijdat ik uw lot zal deeien? Ook ik kan grootmoedig zijn, Frits en ik moet „Gij moet geen onzin praten, viel Lil burne haar bijna op bevelenden toon in de rede: „Als gij werkelijk grootmoedig zijt, stemt gij toe, dat gij zonder onnoodig uit stel de mijne wordt. Gij zult begrijpen, dat ik haast heb, er volkomen zeker van te wezen." „Maar ik heb niet toegestemd, n te hu wen," ziide Dora, terwijl zij vergeefs trachtte, de hand los te maken, die hij vasthield, „ik wilde u integendeel overtuigen, dat er van eene verbintenis tusschen ons geen sprake kan zijn. Ik moet van hier weg, en wel zoo spoedig mogelijk." „Gij gaat niet weg, maar wordt door wet telijke banden de mijne, voor wij twaalf uren verder zijn," was het positieve antwoord. „Sedert ik weet, dat mijne neiging wordt beantwoord, bestaan er voor mij geene hin derpalen meer. Voeg u daarom gewillig in datgene, waaraan gij niets kunt veranderen. Ik wil u gelukkig maken, in weerwil van u zelve, lieve. Uw vader zal uit de zalige sferen, waar hij nu vertoeft, die verbintenis zegenen. De trouwe liefde, die ik sedert de dagen mijner kindsheid voor u gevoel, geven mij het recht, zelfs eenigen dwang op u uit te oefenen." „Heeft ooit eene vrouw op die wijze hare toestemming tot een huwelijk gegeven?" zeide Dora, terwijl zij hem schuchter aan keek. „Als gij nu al een tiran toont te zijn, wat heb ik dan te wachten, als wij getrouwd zijn?" „Maak u daarover niet ongerust. Als ik den wensch mijns harten heb verkregen, zal ik toegevend genoeg zijn. Wees mij nu slechts gehoorzaam en word mijne vrouw, lieveling, en gij zult er nooit berouw over hebben." Dora kon niet langer weerstand bieden; haar eigen hart ondersteunde de bede van haren geliefde. „Geef mij dan toch nog een maand uit stel en dan zal ik met u huwen." „Noch een maand, noch een week, om u tijd te laten, met a' uwe denkbeeldige bezwaren voèr den dag te komen. Neen, hedenmiddag of hedenavond worden wij ver- eenigd. Ik zal zorgen, dat de noodige pa pieren in orde gebracht worden en dat de predikant wordt gewaarschuwd, terwijl gij voor uw bruiloftsgewaad zorgt." „Maar deze haast is ongepast. Wat zullen de menschen er van zeggen. Denk toch eens „Ik heb geDoeg gedacht en zal nu han delen. Geef mij een zoen, zeg ik u, als bewijs, dat gij voornemens zijt, als eene trouwe gezellin met mij, den levensweg te bewandelen." Dora stond op, haar gelaat gloeide van eene plotselinge vreugde. Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1887 | | pagina 1