NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Woensdag 2 Maart 1887, N°. 51
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Berichten.
binnenlInüsche berichten.
DE BRUID EENS EERLOOZEN.
ourant
i> e z e Courant verschijnt
<iazeIijksbehalve op Kon- en
Feestdagen.
ABONNEMENT:
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden I.OO.
Prijs per Nummer 10 tent.
ADVERTENTIE N:
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
200e Jaargang.
De BURGEMEESTER der gemeente
LEIDEN;
Overwegende dat in de laatste dagen de
openbare orde en rust is gestoord door het
inwerpeu van ruiten en beschadigen van
enkele perceelen;
dat het ter voorkoming van dergelijke on
geregeldheden noodig is algemeene voor
schriften van politie voor de inwoners uit
te vaardigen.
Gelet op artikel 187 der Gemeentewet;
Bepaalt dat samenscholingen
of bijeenkomsten van meer dan
VIJF PERSONEN op de openbare
straat zijn verboden.
Dit voorschrift zal onverwijld worden af
gekondigd en ter kennis worden gebracht
van den Commissaris des Konings in de pro
vincie Zuid-Holland en den Gemeenteraad
van Leiden.
En is biervan afkondiging geschied op
heden den lsten Maart 1887.
De Burgemeester der gemeente Leiden,
DE KANTER.
De BURGEMEESTER der gemeente
LEIDEN;
Vestigt de aandacht van de ingezetenen
op het heden afgekondigd voorschrift, waarbij,
ter voorkoming van ongeregeldheden als on
langs hebben plaatsgehad, samenscholingen
of bijeenkomsten van meer dan
VIJF PERSONEN
op de openbare straat zijn verboden. Hij
noodigt alle ingezetenen dringend uit in geen
geval dit voorschrift te overtredendaar ook
zonder kwaadwilligheid door het bijeen zijn
van vele personen wanorde zonde kunnen
ontstaan en vertrouwt dat allen zullen mede
werken om door handhaving van de orde de
herhaling van de voorgevallen betreurens
waardige ongeregeldheden te voorkomen.
De Burgemeester der gemeente Leiden,
DE KANTER.
Lzidex, 1 Maart 1887.
ZEEMILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gelet op artikel 150 der Wet op de Nalionale Mi
litie, van den 19<t«« Aoguslus 1801, (Staatsblad
n®. 72)
Noodigen de lotehngen deter gemeente, die verlan
gen bij de ZEEMILITIE le dienen, uit ticli daartoe
aan te melden vóór den 1*1.® April aanstaande, opeen
der werkdagen, tnssclien des voor(niddag9 negen en des
namiddags drie urenter Secretarie Heter gemeente.
Zij herinneren voorts den belanghebbenden dal bet
overbodig is voor het vervolg, verzoeken om inlijving
bij de ZEEMILITIE tot het Departement van Marine
te richten en dat zoodanige verzoeken voortaan boi-
ten beschikking tullen worden gebonden: dat der
halve belanghebbenden, van het ierlangen om bij de
ZEEMILITIE te worden geplaatst, uitsluitend op de
boven aangegeven wijte behooren te doen blijken.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidtehe
Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
Liidik, 1 Maart 1887. E. KIST, Secretaris.
STADSNIEUWS.
Men deelt ons mede
De redactie van de Gemeentestem be
oordeelt in haar weekblad aan de belangen
van de gemeenten in Nederland gewijd, de
brochure van onzen stadgenoot mr. N. K. F.
Land, lid van den gemeenteraad en van de
commissie van financien betreffende leening
voor buitengewone uitgaven zeer gunstig en
betuigt ten slotte: „dat wij de lezing van
„het geschrift waarvan wij slechts de
„cardinaalste punten konden aanvoeren
„ten zeerste aanbevelen, zullen wij wel niet
„behoeven te zeggen."
Onder die bedoelde ponten zijn er meer
dan een, die verdienen in uitgebreider kring
dan de lezers of, aanschaffers der brochure
te worden besproken, omdat alle belasting
schuldigen daarbij zijn betrokken.
„Wanneer de sluitpost der begrooting
de hoofdelijke omslag in een gegeven
jaar verdubbeld moet worden, ook dan zal
het getal oninbare posten betrekkelijk niet
groot zijn. Der gemeente staan voldoende
middelen ten dienste om zich de toevloeiing
der uitgeschreven belasting te verzekeren.
Maar een andere vraag is, of niet door
zoo te handelen, de draagkracht van de
som der borgers wordt verminderd in zoo
verre, dat men hen, die in de keuze eener
woonplaats geheel vrij zijn, er van afkeerig
maaktom in de gemeente te gaan of te
blijven wonen."
„Koesteren wij al niet in die mate als
de kundige schrijver de vrees dat de
gemeentebesturen zich door de gemakkelijk
heid van het sluiten eener leening zullen
laten verlokken tot het doen van minder
noodzakelijke uitgaven, toch dienen zijne
woorden ernstig overwogen te worden.
„„Verhooging van belasting heeft juist
„„in de minder gunstige tijden haar uiter-
„„ste grens bereikt en dus blijft niets an-
„„ders over dan bezuiniging, overleg
„„en zuinigheid.... Men beroept zich
„„op het decorum, dat eene der publieke
„„zaak waardige behandeling vordert, maar
„„alle weelde in de publieke zaak is in
„„strijd met het decorum, als men die uit-
„gaven alleen uit leening kan bestrijden
„„men draagt de slechte tijden met waardig-
„„heid door zich te onthouden van alles
„„wat de fiuancieele krachten te boven
„„gaat."
UNIVERSITEIT.
Bij beschikking van den minister van
staat, minister van binnenlandsche zaken,
is voor het tijdvak van 1 Maart 1887 tot
en met 31 December 1887, benoemd tot
adsistent in het ziekenhuis aan de rijks
universiteit te Leiden, C. E. Hejrnsius,
doctorandus in de geneeskunde en arts.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Geboorted. (1820) v. Eduard Douwes Dekker.
Maatschappij tot bevordering der Toonkunst.
Afd. Haarlem, 2 Maart, 7j u„Ver-
eenigingPhilharmonisch concert. Sinfonie
N°. 4R. SchumannKlavier-Concert C-mol,
op. 37, L. v. Beethoven; Capriccio voor
klavier en orkest, L. EmilBach; Ouverture
Fingalshöhle, Mendelssohn; Balletmusik uit
Feramors, A. Rubinstein; kleinere werken
voor orkest en piano van R. Schumann,
C. Saint-Saëns, Pergolese, Mendelssohn, A.
Rubinstein en H. Wieniawski. Solist: de
heer L. Emil Bach (zonder piano). Direc
teur de heer W. Robert.
Door den heer Schurmann zijn ook te
Rotterdam onderhandelingen aangeknoopt om
„Minnie Hauck" aldaar met het Holland-
sche operagezelschap te doen optreden. Deze
voorstelling zou op Vrijdag 11 Maart plaats
hebben.
Max Bruch's „Acbilleus" werd dezer
dagen te Leipzig, te Darmstadt en te Berlijn
ten gehoore gebracht, en vond overal bij de
critiek een zeer waardeerend onthaal. Alleen
beklaagt men zich over de ietwat vermoeiende
lengte van het werk.
Te Kopenhagen is de 70e verjaardag
van Niels W. Gade schitterend gevierd. De
kroonprins kwam hem persoonlijk felicitee-
ren en de componist ontving een aantal ge
schenken (o. a. een zilveren beker ter waarde
van 5000 Mark) en telegrammen. In het
hoftheater werd een gala-voorstelling ter zijner
eere gegeven.
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
26 Febr. bedroegbij de Nederlandsche Bank
ƒ16,138,112,46, en bij de betaalmeesters
ƒ1,930,088,01. Te zamen ƒ18,068,200,47.
Blijkens een bij het departement van
mariue ontvangen telegramheeft Zr. Ms.
schroefstoomschip 4de klasse Suriname, on
der bevel van den kapitein-luitenant ter zee
L. M. L. De Haan, in den morgen van
den 26sten Februari jl. Martinique verlaten,
ter aanvaarding zijner reis naar Nederland.
De 1ste luit. H. J. Iwes, van de 2de
comp. 5de bat. 4de reg. inf. t« Gouda, is
tijdelijk gedetacheerd bij de pupillenschool
te Nieuwersluis, ten einde aldaar als direc
teur op te treden gedurende de ziekte van
den kapt. P. Thijssen.
Omtrent de werking van goedkoope
telegramtarieven bevat de Ned. Stoompost
deze belangrijke mededeeling
„In 1865 bedroeg het aantal telegrammen
in Engeland, bij een tarief van 60 cent voor
een enkelvoudig bericht 1,925,310, en in
1885 bij hetzelfde tarief 26,547,817. In
18861886, bij tarief van slechts 30 cent,
bedroeg het aantal berichten 47,508,509.
Dit nieuwe tarief, in October 1885 inge
voerd, begint bevredigende financieele uit
komsten op te leveren."
FEUILLETON.
132.)
Ik meende, dat ik al de bitterheid, die
voor mij is weggelegd, reeds had doorwor
steld, maar nu zie ik, dat dit nog niet het
geval is."
Niet in staat, hare aandoening langer te
bedwingen, brak zij in hartstochtelijk, zenuw
achtig snikken uit, maar zij weende niet.
Hare oogen bleven droog, alleen haar hart
weende bloedige tranen.
Lilburne ging naast haar zitten en zeide
zacht:
„Gij moogt nog niet wanhopen aan uwe
toekomst Dora, als gij het te huis wilt aan
nemen, dat ik u aanbied. Ik bemin u zóó
vurig, zdd innig, zóó teeder, dat ik het niet
onder woorden kan brengen, en u er alleen
in de toekomst de bewijzen van kan geven.
Als mijne echtgenoote zult gij van elke zorg,
van elke ruwe behandeling verschoond blij
ven, en ik zal u het verleden doen vergeten,
dat zoo onbeschrijfelijk ellendig was voor
iemand, die zoo diep gevoelt als gij."
Toen hij haar bij heur naam noemde, zag
zij hem plotseling aanhare wangen
kleurden, toen hij voortging, en werden
doodelijk bleek, toen hij de laatste woorden
sprak.
„En ook gij kent die verschrikkelijke ge
schiedenis!" zuchtte zij. „Onbarmhartig, on
barmhartig noodlot, dat mij voortdurend met
zijne slagen achtervolgt, en mij van de
achting berooft van iemand, dien ik hooger
schat dan mijn leven. Hoe weet gij, dat ik
Dora heet, en hoe komt het, dat gij, die
mijn verleden kent, mij toch tot uwe vrouw
wilt nemen?"
„Omdat ik u meer bemin, dan mij zei
ven, omdat ik zonder u niet meer kan en
wil leven. Wat betreft de bron, waaruit ik
mijne bekendheid met uw verleden put
i« het u nooit opgevallen dat ik van alle
stervelingen het meeste recht op u heb, dat
ik aanspraken kan doen gelden die gij niet
kunt verwerpen."
Dora zag op, twijfelend, verschrikt, on-
geloovig, een oogenblik de waarheid ver
moedende, die zij echter weer als onmogelijk
verre van zich wierp.
„Gij spreekt in raadselen, kapitein, en ik
begrijp u niet," zeide zij zacht. „Voor ik hier
kwam, kunnen wij elkander nooit ontmoet
hebben, en niemand niemand heeft het
recht te beweren, dat hij eenige macht over
mijn treurig lot kan hebben."
„En toch beweer ik, dit recht te hebben,
en ik zal er gebruik van maken," antwoordde
Lilburne, „maar zeg mij eerst eens, Dora,
heb ik mij vergist in uwe gevoelens? Ziet
gij er werkelijk niet tegen op, van hier weg
te gaan, omdat gij het heerlijk vindt, be
mind te worden zooals ik dit doe? Zeg niet,
dat gij nooit iets bemerkt heb van mijne
steeds aangroeiende genegenheid voor u, zeg
niet, dat de zwijgende aanmoediging, die
gij mij gegeven hebt, niets anders was dan
het ijdele spel eener kokette?"
„O, gij zijt onbarmhartig, door mij op
die wijze de vraag te stellen. Ik weifelde,
ofschoon ik wist dat het mijne plicht was,
weg te gaan, maar het was zoo heerlijk,
onder geestverwanten te leven, zoo troostrijk
te wetendat ik het voorwerp van uwe
liefdevolle deelneming was, dat mij den moed
ontbrakmij van u los te rukken."
„Ik ben genoodzaakt, nog onbarmhartiger
te zijn, Dora, want ik moet bepaald een
stellig antwoord hebben. Was het mevrouw
Elmer of ik die u het meeste belang inboe
zemde? Ik heb u gezegd, hoe innig lief ik
u heb, hoe gaarne ik zou wenschen, dat gij
mijne vrouw werd, gij zijt mij daarom een
stellig antwoord schuldig. Ik heb u voor
de verpersoonlijkte oprechtheid en waarheids-
lievendheid gehouden, nu beroep ik mij op
die karaktertrekken, en vraag u, bemint gij
mij of bemint gij mij niet?"
Dora stond van haar zetel op, haar ge
zicht werd beurtelings bleek en rood, toeii
zij stamelde: „Ik mag u niet toestaan, mij
zulke vragen te stellen, mijnheer. Laat het
n voldoende zijn, dat wij nooit iets voor
elkander mogen wezen. Mij komt de liefde
van een eerlijk man niet toe en gij wilt mij
toch geene bekentenis afdwingen, die de kloof
tnsscben ons nog grooter zou maken?"
Lilburne plaatste haar weder op haar stoel
en zeide met zijne diepe, welluidende stem,
die geen tegenspraak scheen te dulden:
„Uw antwoord is voldoende voor mij ge
weest, Dora, en nu geef ik u de verzeke
ring, dat niets dan de dood ons voortaan
kan scheiden. Gij hebt mij getoond, dat
ik meester van uw aardsch lot ben, en ik
zal de leiding hiervan op mij nemen, in
weerwil van den tegenstand, dien gij mij
wilt bieden."
Wordt vervolgd