NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
15 e ze (onrast verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en
Feestdage n.
AB0»NEK^E HT:
Donderdag 3 Februari 1887. N°. 28.
ADVERTEWTIERI:
Bureel: Scheepinakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
FEUILLETON.
DE BREID EENS EERLOOZEN.
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door liet geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Summer 10 Tent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
200= Jaargang.
STADSNIEUWS.
Benoemd tot onderwijzer aan de open
bare «choul te Haastrecht de heer J. Chris-
tiaanse, van Leiden.
Hedenmiddag te 2 uur ongeveer waagde
zich de 16-jarige Cornelis Ranselaar, jalou-
siënmaker uit de 3de Haverstaat alhier, zich
op het ijs van den Plantsoensingel bij de
eendenkooi. Toen hij met moeite was op
gehaald werd door dr. Van der Burg getracht
den jongen, die reeds bewusteloos was, in
het leven te behouden. Alle pogingen, hoe
ijverig ookmisluktenzoodat ook nu het
ijsvermaak weêr aan een menschenleven een
einde heeft gemaakt.
Door het bestuur der kweekschool voor
bewaarschoolhouderessen alhier, de school
commissie, en in tegenwoordigheid van den
burgemeester en de commissie der gemeente
bewaarscholen werd het examen afgenomen
ter verkrijging van een diploma van hoofd
en hulponderwijzeres eener bewaarschool.
De namen der geslaagdenaan wie allen de
hoofdakte werd uitgereikt, zijn de volgende
(volgorde volgens het getrokken examen
nummer): Elbartha Sinderam, Titia Van
Rozen, Maria Van Eferen, Elisabeth Schouw,
Johanna KooienMaria Bekenes, Gepke
Haagsma, Maria Van Hartrop, Marie Anna
Schottee de Vries, Anny Ter Haar, Carolina
MeisHermina Warnsinck, Arentje Vermaas,
Maria Verbrugge, Belia Zwart; alle leer
lingen der kweekschool, waarvan zeven in
ternen, en vier kweekelingen der gemeente
scholen.
Voortaan worden er twee aparte examens
afgenomen.
Maandbv. d. Bewaarsch.)
Omtrent eene uitvoering van de Leid-
sche studenten-tooneelisten te Nijmegen
schrijft de Nijm. Cour. het volgende:
Ieder heeft wel eens, meer of minder goed,
liefhebbers comedie zien spelen. Hoe goed
het echter ook was, de opmerking, dat den
meesten liefhebbers tooneel-routine ontbreekt
kon gewoonlijk niet achterwege blijven. Wie
niet gewoon is zich op de planken te bewe
gen, schijnt een soort stijfheid hem in
het dagelij kseh leven soms in het geheel
niet eigen op het tooneel niet of zeer
moeielijk te kunnen overwinnen. Hierop nu
maken de heeren Leidsche studenten, die
gisterenavond alhier ten voordeele der Too-
neelschool optraden, een gunstige uitzonde
ring. Bij hen was van geen stijfheid sprake,
Geheel vrij in hunne bewegingen, speelden
zij hunne rollen als de beste acteurs van
professie. Ja het was somtijds moeielijk te
gelooven dat deze heeren, ook zij die de
damesrollen vervulden, slechts enkele malen
optreden. Het blijspel „Drie Hoeden" en
de klucht „Twee misdadigers" waren zeer
geschikte stukken, die het publiek in vroo-
lijke stemming houden, terwijl „De Werk
staking", de fraaie dramatische schets van
Coppóedoor een der leden van het gezel
schap prachtig voorgedrageneen diepen in
druk op de hoorders maakte. Met het „Io
vivat" begroet, werden de verdienstelijke
dilettanten telkens luide toegejuicht eu na
elk bedrijf teruggeroepen, en hun na het
blijspel een keurige krans aangeboden. Wel
mag de Tooneelschool bet werk dezer stu
denten waardeeren, die tijd, moeite noch
geld ontzien, om op deze voor het publiek
aangename en voor die inrichting voordee-
lige wijze hunne talenten ten beste te geven.
UNIVERSITEIT.
De faculteit der wis- en natuurkunde
aan de Utrechtsche hoogeschool heeft een
adres ingediend aan den minister vnn bin-
nenlandsche zakenwaarin zij zich aansluit
bij het verzoek der Groningsche faculteit,
om voor aanstaande medici en philosophen
het diploma van het eind-examen Hoogere
Burgerschool toegang te doen geven tot de
universitaire lessen. Zij wenscht echter, dat
steeds van eenige kennis van Latijn en Grieksch
blijke, voldoende, om bijv. het overgangs
examen van de tweede naar de derde klasse
van het gymnasium af te leggen. Aan hen,
die aan eene gymnasiale opleiding de voor
keur geveuwenscht zij den toegang tot de
universitaire lessen in de medische en phi-
losophische faculteiten reeds na het vijfde
studiejaar te openen, waarbij dan de split
sing in de vijfde klasse van het gymnasium
zou kunnen vervallen. Overigens wil zij het
propaedeutisch examen weer doen treden in
de plaats van bet eerste natuurkundig en
het theoretisch geneeskundig examen af
schaffen.
MUZIEK, LETTEREN EN KUNST.
Geboortedag (1496) van Menno Simonsz.
v (1704) J. Heringa.
(1809) Mendelssohn.
Het schijnt, dat Davidoff aftrad als di
recteur van het conservatorium te ^Petersburg,
niet om gezondheidsredenmaar omdat hij
met het bestuur overhoop lag (hij trokzegt
men, de vreemdelingen vóór boven de Rus
sen). Rubinstein heeft reeds de directie aan
vaard die hij twintig jareu geleden neer
legde. Davidoff is thans te Leipzig.
De oud-pensionaires van HH. MM.
den koning en den koningin voor de schil
derkunst hebben zich vereenigd om aan Z.
M. op 19 Febr. e. k. een adres van geluk-
wensching aan te bieden in den vorm van
een portefeuille of album, behelzende hun
versierde of gecalligrapheerde handteeke-
ningen.
Omtrent den nationalen feestzang van
de heeren Fiora della Neve en C. Coenen,
zegt het U. D.op grond van een te Utrecht
gehouden oefenings-uitvoering„De verzen
zijn fraai, zoetvloeiend en gevoelvol, zonder
al te week te wordende muziek is zangerig,
welluidend, liefelijk en toch krachtvol, en
er komen passages in voor, die inderdaad
indrukwekkend en aangrijpend zijn."
Het „Mozarteum" te Salzburg zal in
October het eeuwfeest van de eerste op
voering van „Don Juan" herdenken. Het
wendde zich tot de regeeringen der verschil
lende landen om inlichtingen betreffende de
geschiedenis van die opera. Onze regeering
belastte met dat onderzoek de „Vereeniging
voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis."
Dr. Rogge heeft bevonden dat „Don Juan"
te Amsterdam herhaaldelijk werd opgevoerd
met Hoogduitschen en Fransehen tekst vóór
1805dus vóór dat men daarmee te Parijs
in een verminkte bewerking van Kalkbrenner
kennis had gemaakt, en in het Hollandsch
in den Stadsschouwburg zelf reeds in 1704
en 1795. Te Rotterdam werd de opera voor
het eerst gegeven in Mei 1810, te 's Hage
(in het Fransch) in Dec. 1815.
Op de 25ste algemeene vergadering
van het Nederlandsch Aardrijkskundig Ge
nootschap, te houden op Zaterdag 12 Fe
bruari 1887, des avonds ten acht ure, in
een der lokalen van het Genootschap Natura
Artis Magistra te Amsterdam, zal de heer
W. Bade, officier der Hansa en Noordpool-
vaarder, eene lezing houden over de Noord-
pool-expeditie 1869/70.
De minister van marine brengt ter
kennis van belanghebbenden dat bij zijn de
partement, na vergelijkend onderzoek, een
tweede klerk kan worden aangesteld op eene
jaarwedde aanvankelijk van f 400. Voor de
bijzonderheden zie men de St.-Ct. van heden
(n°. 27.)
In de Staatscourant van 2 Febr. is
opgenomen een verslag aan den minister van
staat, minister van binnenlandsche zaken van
de geodetische conferentiegehouden te
Berliju van 27 Oct. tot 1 Nov. 1886.
De regeering heeft nog eene nota om
trent hare kiesrechtvoorstellen tot de tweede
kamer gericht. Ter verduidelijking van het
nieuwe artikel 76 zegt zij, dat men de be
zwaren niet moet overdrijven, want dat het
alle palen der waarschijnlijkheid te buiten
gaat dat de Nederlandsche wetgever ooit een
zeer aanzienlijken rang of stand en grooten
rijkdom als kenmerken van kiesbevoegdheid
zou vaststellen; evenmin is het begrip „maat
schappelijke welstand" zoo vaag, dat de
behoeftige, de zwerver, in óón woord de
proletariër daaronder zoude kunnen worden
gebracht. De overige opmerkingen van dit
nieuwe stuk behelzen niets nieuws. Alleen
wijzigt de regeering haar ontwerp zoodanig,
dat ook „door de gemeentebesturen" bedeel
den worden uitgesloten.
Een tweede nota bespreekt het voorloopig
kiesreglement. Hieruit valt alleen op te tee
kenen, dal de vereischte som, in de grond
belasting te betalen, tot f 10 is verlaagd.
De koninklijke Nederlandsche marine
telde tot op dezer dagen:
1 opperbevelhebber der zee- en landmacht
(Z. M. de koning); 2 vice-admiraals; 4
schouten-bij-nacht (vlagofficieren); 26 kapi
teins t./z.35 kapt.-luits. t./z.; 120 luits.
t./z. Ie. kl.195 luits. t./z. 2e. kl.; 64
adelborsten le kl.;
1 kolonel-kommandant; 3 luit.-kolonels
113.)
Dora, want zeker heeft de lezer haar
onder den aangenomen naam reeds herkend
ging langzaam verder. Een neger, die haar
koffer droeg, volgde haar. Zij vermoedde
volstrekt niet, dat het huis, hetwelk zij op
het punt stond binnen te treden, aan den
vriend harer kindsheid behoorde. Als de naam
van Frederik's oom ook in die treurige da
gen genoemd was gewordenwas zij toch
te veel met hare eigene zaken bezig, dat zij
dien reeds lang vergeten had. Zij had se
dert jaren niets van Graham en zijne lotge
vallen vernomenen de herinnering aan
hunne gemeenschappelijke jeugd was voor
haar niets meer dan een schoone droom.
Dora had de talrijke oproepingen van Far
ley in de couranten gelezen, maar deze niet
beantwoord, omdat zij noch zijnen, noch
Graham's steun wilde aannemen en zij had
haar best gedaan, om haar incognito te be
waren, ten einde het met verachting gepaard
medelijden te ontgaan, waarvan zij het voor
werp zou zijn, indien hare geschiedenis be
kend werd.
Als het mogelijk geweest was, zou zij elke
herinnering aan die verschrikkelijke maanden
die zij met Mendoza had doorgebracht, uit
haar geheugen willen bannen; met afschuw
dacht zij zelfs aan die heerlijke dagen, aan
het strand doorgebracht.
Nadat zij eenige weken in de strengste
afzondering bij mevrouw Hart had doorge
bracht, was het haar gelukt door de aanbe
veling van diens echtgenoot, aan eene kost
school geplaatst te worden. Het hoofd dezer
inrichting was eene weduwe, die veel aan
dr. Hart verschuldigd was. Toen hij
haar schreef om eene jonge vriendin zijner
familie deels als onderwijzeres, deels als
leerlinge aan te nemen, antwoordde mevrouw
Harris onmiddellijk dat ieder, die hij aan
beval, bij haar eene gastvrije ontvangst zou
vinden.
Dora had nog veel te leeren, en deed haar
best om zich verder te bekwamen in het
geen zij van hare gouvernante geleerd had,
tot zij zich op twee-en-twintigjarigen leeftijd
bekwaam genoeg achtte om onbevreesd de
toekomst te gemoet te gezien, daar men
haar aanbood, als medeëigenares der inrich
ting op te treden en later mevrouw Harris'
opvolger te worden. Juist toen zij zoover
gekomen was, bleek het, dat Dora zich te
veel had ingespannen en daardoor zich een
bevig zenuwlijden op den hals gehaald had.
De drukke bezigheden, die vroeger zoo goed
voor haar geweest waren, omdat zij geen
tijd had, om aan het verleden te denken,
stonden haar nu plotseling tegen en het
eentonige leven, waarin zij tot nu toe rust
en vrede, maar bovenal vergetelheid gevon
den had, werd haar nu eeu last. De dokter,
die geraadpleegd werd raadde rust en ver
andering van lucht aan. Volgens zijne mee
ning moest zij een winter in het Zuiden
doorbrengen. Zij had een bijna onmerkbaar
kuchje en zag er afgemat uit. Hij verklaarde,
dat zij iets voor hare gezondheid moest
doen, daar hij anders voor de gevolgen niet
kon instaan.
Dora had tot nu toe nog niets kunnen
besparen, daar baar in 't begin nog klein
inkomen nauwlijks voldoende geweest was,
om de uitgaven te dekken. Zij bezat niets
dat zij te gelde kon maken, behalve den
ring met diamanten, die Juanita haar terug
gegeven had maar waarvan zij niet wilde
scheiden, omdat deze het eenige erfstuk van
haar vader was.
In hare verlegenheid wendde zij zich tot
mevrouw Hart met het verzoekvoor haar
eene gemakkelijke plaats als dame van ge
zelschap in 't Zuiden te willen zoeken, op
dat zij in de gelegenheid zou zijnde ge
zondheid en de vroegere wilskracht terug
te bekomen.
Dezen brief ontving mevrouw Hart in een
badplaats in Virginia, waar zij den zomer
doorgebracht en met mevrouw Elmer kennis
gemaakt had.
Toen nu het toeval wilde dat laatstge
noemde er over sprak, dat het moeielijk was,
eene goede dame van gezelschap te vinden,
scheen het mevrouw Hart toe, alsof het lot
wilde, dat zij in Dora's leven een gunstiger
keei moest brengen.
Mevrouw Hart was bekend met Graham's
verhouding tot, den heer Brandon, ofschoon
zij den eerstgenoemde nooit gezien had. Zij
wist welke hoop Dora's vader en haar jeug
dige vereerder altijd gevoed hadden, en hoe
die later op gruwelijke wijze den bodem
ingeslagen was.
Wordt vervolgd)