NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Woensdag 24 November 1886. N°, 277. 200e Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BREID EENS EERLOOZEN. e z e Courant verschijnt <1 a j? e 1 ij k sbehalve op Zon- en F e e s t tl a e n.j A 8 0 fJ E HI E N T Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden l.tiü. Prijs per Summer 10 Cent. ADVERTENTIE N: Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenik contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Scheepmakersstees: 6. Stads-Bericliten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de beschikking van de Gedeputeerde Slaten van Zuid-Holland, ten geleide van de stukken betreffende de oprichting van een onlsmelliiigsinrichling mei stoomketel in hel Ziekenhuis der Rijks-Universiteit te Leiden. Gelet op art. 6 der wel van 2 Juni 1875 (Staatsblad n°. 95); Geven bij deze. kennis aan het publiek dal genoemde stukken op de secretarie dezer ge meente ter visie gelegd zijn; alsmede dat op Woensdag den le December aansl.'s voor middags te half tienop bet Raadhuis, ge legenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen de oprichting in le brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. DE FREMERY, Weill lo. burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 23 November 1886. ITADiNIEUWI. Naar we van goederhand vernemen is de toestand van onzen burgemeester belang rijk verbeterd. De zieke kan zich reeds met eenige werkzaamheden bezig houden. Heden overleed na eene langdurige ongesteldheid te Laag-Soeren in den ouder dom van 66 jaren de heer Abraham Ever hard Simon Thomas, geboren te Amsterdam den 6cn Juni 1820. Den 23en September 1848 aanvaardde de heer Simon Thomas het buitengewoon hoog leerambt in de faculteit der geneeskunde met het houden eener plechtige redevoering „de rite instauranda Instutitione de arte obstetricia." In het jaar 1860 werd hij rector magni ficus terwijl hij vóór dien tijd het secreta riaat waarnam. Den 23sten September 1873 vierde hij de gedachtenis van zijn 25 jarig professoraat bij welke gelegenheid hem de ondubbelzin nigste blijken van belangstelling gewerden. Z. M. de koning, bij deze gelegenheid de uitstekende verdiensten van den hoogleeraar erkennende, benoemde hem tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. De geachte man was in binnen- en buiten land om zijne geleerdheid uitmuntend be kend en de universiteit zoowel als de stad zijner inwoning verliest onnoemelijk veel door zijn overlijden. Donderdagmorgen te 11 uur zal het stoffelijk overschot van den ge- achten hoogleeraar op het kerkhof aan de Groenesteeg ter aarde worden besteld. Zaterdag 27 November a. s. zal aanvangende te half acht vanwege het studentengezelschap Doctrina eene lezing met dames worden gehouden in de Stadsgehoor zaal. Als spreker zal alsdan optreden prof Alphonse Scheler uit Genève. Bij den heer Sciioltkn in de Paarden- steeg alhier, in den „Leidschen Bazar" is eene ruime collectie kinderspeelgoed voor het St. Nicolaasfeest uitgepakt. Het maga zijn van den heer Scholten i9 vooial voor zien van die artikelen, die door de lage prijzen zoo geschikt zijn voor geschenken aan kinderen en voor menschen, die niet veel besteden kunnen. Echter vindt men er ook vele duurdere artikelen en eene opmerkelijke schoone collectie Duitsche pijpen en Turk- sche waterpijpen voor een en twee personen. Die dezen winkel ingaat om eene keuze te doen komt er zeker niet met leêge handen uit. MUZIEK, LETTEREN E\ KUNST. Naar wij vernemenkomt er in de redactie van de Lantaarn met 1 Jan. a s. verandering. De tegenwoordige redactie treedt met dien datum af. Mevr. Seebach is voor eenige gastvoor- stellingen in Januari aan den kon. schouw burg te Berlijn geëngageerd. Men zegt dat zij Frieb-Blumauer zal opvolgen. Verdi heeft als voorwaarde bij de op voering van „Othello" te Milaan gesteld het normaal diapason, dat in Italië nog al tegen kanting ondervindt. Bij Marie Roze's optreden als Elsa te Glasgow kwam een deputatie uit de 1000 studenten, die de voorstelling bijwoonden, haar op het tooneel een diamanten halssie raad, benevens een gouden ketting aanbie den. Aan het slot spanden zij de paarden van het rijtuig der prima donna, dat zij naar het hotel voorttrokken. Hoe stevig de ouden bouwden is weder gebleken hij opgravingen aan de oostzijde van de Akropolis te Athene. Men heeft de grondmuren van den tempel blootgelegd en bevonden dat deze uit 24 reeksen vaste, op elkaar gestapelde steenen bestaanwelke eene hoogte van 14 voet bereiken. Na de bloot gelegde grondvesten te hebben gephologra- pheerd, heeft men, ten einde instortingen te voorkomen, alles dadelijk weder bedekt. BINNENLANDSCHE BEKICHTEN. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist op 20 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche Bank ƒ20,166 315.416, en bij de betaalmeesters ƒ2,014,772,376. Te zamen 22,181,087,79. De heer W. E. Willink Ketjen heeft zich wederom tot de tweede kamer gewend, thans met een verzoek om aan de regeering voor te stellen, hem alsnog in het bezit te stallen der door hem teruggevorderde bewijs stukken. Mevr. Bulkley heeft een adres inge diend aan de tweede kamer, waarin zij aan dringt „op een nauwkeurig onderzoek en op herstel van grieven". Zij beklaagt er zich hoofdzakelijk over, dat de minister van jus titie afwijzend heeft beschikt op haar twee ledig verzoek om een afschrift van het kon. besl., waarbij haar gratie is verleend, en om teruggave van de bekende door haar onder- teekende verklaring. Zij deelt daarbij mede, dat zij de bedoelde verklaring had geteekend na van haar raadsman te hebben vernomen, dat zij eene voorwaarde was voor eene even- tueele invrijheidstelling. Die verklaring luidde woordelijk als volgt: „Ik ondergeteekende Maria Catharina Bekking, weduwe van den heer Robert Ward Bulkley, wonende te 's Gravenhage, beloof en verbind mij plechtig om, wanneer ik mijne vrijheid mocht weder- krijgen, op geenerlei wijze eenige poging, hoe ook genaamd, aan te wenden om de kinderen van mr. Hoek te Apeldoorn onder mij te krijgen, mij sppciaal daarbij verbindende om, zoolang genoemde heer daar verblijft, nimmer te Apeldoorn of omstreken te komen." De adr., die haar tot den minister gericht verzoek om die verklaring terug te ontvangen in afdruk overlegt, koint er tegen op, dat zij genoodzaakt is geworden tot het afleggen eener verklaring, „die moest dienen om haar zedelijk te dwingen tot het doen van afstand van alle, ook wettige en geoorloofde mid delen om te eeniger tijd hare kleinkinderen, onder welke levensomstandigheden ook, onder de macht der grootmoeder te brengen en tevens om haar door zedelijken dwang te verbannen uit Apeldoorn en omstreken zon der zelfs de grenzen van deze omstreken te bepalen". In haar verzoek aan den minister zet zij nader de onbillijkheid en onwettigheid van zulk een eisch uiteenterwijl zij ver klaart, niet te begrijpen, welke verbindbaar heid hare eenzijdige verklaring kan hebben, ofschoon zij er zich zedelijk door gebonden rekent, en verzekert, haar woord niet te zullen verbreken zoolang zij niet van hare verbintenis is ontheven. Nog deelt zij aan de kamer mede, dat, naar alleszins vertrouwbare berichten, tijdens haar verblijf te Dordrecht, eene poging van de justitie is uitgegaan om haar over te brengpn naar het krankzinnigengesticht aldaar, met het doel om haar zooveel mogelijk van Apeldoorn verwijderd te houden. Volgens ontvangen telegrammen is: 1°. Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Som- melsdijk, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee J. F. M. Lange, den 18den dezer te Monrovia aangekomen. Aan boord was alles wel. 2°. Zr. Ms. schroefstoomschip lste kl. Koningin Emma der Nederlanden, onder bevel van den kapt. ter zee J. H. Commijs, in den voormiddag van den 22sten dezer van de reede van Vlissingen naar zee vertrokken, ter opvolging zijner bestemming uaar Curapao. Men deelt aan het D. v. N. mede, dat de oudste zoon van dr. Jorissen is be noemd tot rechter in de Transvaal, ter ver vanging van den heer Brandt. In verband met het bericht, dat bij een der voornaamste familiën te Batavia een telegram uit Nederland zou zijn ontvangen, waaruit blijkt dat de minister van kolouiën van plan is, zichzelven te benoemen tot vice-president van den raad van Indië, in de plaats van den heer Andrée Willensdie weldra zal aftreden, doet de ArnhCt. op merken „Aan de voornaamheid der Indische familie twijfelen wij niet; maar dat de minister zijn plannen zou mededeeien aan personen, die er op zulk een wijze misbruik van maken dit achten wij zeer twijfelachtig, en nog twijfelachtiger, dat hij, in stede van den FEUILLETON. 65.) Hoewel hij ten hoogste verwoed over dit stilzwijgen, liet hij dit niet blijken, in het vaste vertrouwen dat hij binnen korteu tijd onbeperkt bezitter van haar vermogen zou zijn. Dora zat naast de geopende schrijftafel. Zij zag er bleek en vermoeid uit, als ware zij kort geleden van eeoe zware ziekte her steld; hare rood geweende oogen waren met donkere kringen omgeven en hare lippen beefden, toen de advokaat de papieren door zocht, die voor haar, door de laatste aan raking van haar vader, heilig waren. Zij wist dat Farley's zoeken vergeefs was, maar zij liet hem begaan, opdat zij eerst de noodige kracht zou herwinnen, om haar droevig geheim te openbaren. Dr. Farley, een klein man met een scher pen blik en grijze, borstelige haren, wendde zich eindelijk tot haar en zeide: „Het is vergeefs hier nog langer te zoe ken. Mijn oude vriend moet zonder testament gestorven zijn, hoewel hij mij den laatsten keer, toen hij bij mij was, verzekerde, dat hij er een zou maken." Zacht antwoordde Dora: „Het is mogelijk dat zij in eene geheime lade liggen. Ik geloof dat papa den laatsten avond van zijn leven, toen hij zich in deze kamer opsloot, eenige schrifturen gereed maakte, die hij verborgen wenschte te hou den, tot gij hier kwaamt, om ze in ontvangst te nemen." „Ik heb alles doorzocht maar geen spoor van eene geheime lade ontdekt." „Misschien kan ik u helpen. Daar gij niets, dat op zijn laatsten wil betrekking heeft, onder de papieren vondt, moet er eene verborgen bergplaats wezen." Waarom zij traehite te verbergen, dat zij de plaats er van kende, wist zij zelve nau welijks op te lossen; maar een zeker ietsin de donkere blikken van MenJoza zeide haar, dat het 't raadzaamst wa9, de ontdekking van eene geheime lade aan een toeval toe te schrijven. Dora stond op en tastte met hare vingers nauwkeurig over de geheele oppervlakte vau de schrijftafel. Mendoza's blikken helderden op, toen hare pogingen vergeefs schenen, terwijl die van den advokaat aanmerkelijk langer werden. Juist toen de eene elke vrees, de andere elke hoop had opgegeven, drukte zij op de veer, het deksel schoof op zijde en twee met rood band omwonden pakketten werden zichtbaar. De advokaat, verheugd over de ontdek king, greep haastig naar de papieren; Men- doza, doodsbleek van toorn over de eigen zinnigheid zijner vrouw, die was blijven doorzoeken naar hetgeen hij voor altijd wenschte verborgen te houden, springt op en las het adres van het grootste pakket met luider stem: „Frederik Graham, St. Francisville, Loui siana. Dadelijk te verzenden." „Hm, zeker een verslag van zijn voogdij schap," zeide Farley, terwijl hij het aan hem gerichte schrijven verbrak. Er waren twee groote vellen papier in het couvert besloten, waarvan de eene tot opschrift voerde: „Mijn laatsten wil met betrekking tot mijn vermo gen," en de andere: „Aan mijne dochter Dora, te lezen nadat zij kennis genomen heeft van mijne laatste beschikkingen." Dr Farley nam het eerste stuk. „Ik zal het hardop voorlezen, als gij er niets tegen hebt," zeide hij. Dora boog toestemmend en ging weder zitten. Een onbeschrijfelijke vrees beving haar plotseling. Haar echtgenoot keek haar zoo vreemd aan. De advokaat doorliep haastig den inhoud en zeide toenten hoogste verbaasd „Dat is vreemd, het onbegrijpelijkste, dat ik ooit gezien heb." „Wees zoo goed, uwe opmerkingen voor u te houden, mijnheer, tot wij ook met den inhoud van het schrijven bekend zijn," zeide Mendoza met nauwelijks bedwongen woede. „Mijnheer! Gij zult het spoedig weten, misschien spoediger dan u hef is: matig daarom uw ongeduld." „Het is zeer begrijpelijk, dat ik naar het einde van dit vreemde tooneel verlang, mijn heer Farley, want mijne vrouw ziet er uit, alsof zij in onmacht zou vallen. Indien gij eenig gevoel hebt, moet gij u haasten. De advokaat zag Dora met innige deel neming aan en begon: {Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1