NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
»eze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
ABONNEMENT:
Dinsdag 2 November 1886. N°. 258.
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Kostelooze Vaccinatie.
DE BREID EENS EERLOOZEN.
ourant
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per \uuiuier 10 t ent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, ik contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Sclieepinakerssteeg 6.
200° Jaargang.
Aan de geabonneerdcn op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad is verzonden liet
Zittingverslag van Donderdag 1-1
October.
Stails-Bericltten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente LEIDEN brengen ter kennis van belang
hebbenden dal gelegenhei I beslaat iot koste
looze vaccinatie en revacelnatle voor
onvermogende!! in hel lokaal der Stads-Waag
op eiken Woensdag, des namiddags ie een
our
Burgemeesler en Weihouders voornoemd,
DE K\NTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 14 Mei 1886.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente LEli'EN, brengen bij deze Ier ken
nis van de kiesgerechtigden dal ingevolge arl.
S der wel van 29 Juni 1S5I Staatsblad n°
85) de verkiezing van een lid van den Ge
meenteraad, Ier vervulling van de vacature,
ontstaan ten gevolge van hel door den lieer
J. II. DON NEK genomen ontslag, die in 1887
moest ntliedp.n, zal plaats hebben op Dinsdag,
den lfien November aansl. van des morgens
negen lot des namiddags vier uien.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in de Leidsrhe Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE K NTEK Burgemeester.
E. KlsT, Secrelaris,
Leiden, 25 October 1885.
STADIltlEUWI.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van 100,
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen 38, f 19.50, f 4.20 en f2.—laagste
prijzen 36, 19.ƒ3.80, en ƒ1.90.
Gisterenmorgen te 11 uur viel de
55-jarige A. B. bij het scheppen van een
emmer water in het Galgewater. Hij werd
echter spoedig door twee knechts van den
heer B., stalhouder aldaar, gered.
Gistermiddag liep een as van een le
en 2e klasse waggon van trein 31 op de
Hollandsche lijn warm. Aangezien in dien
toestand verder stoomen grooter bezwaren
tengevolge zou kunnen hebben, haakte men
den waggon aan het station alhier af, ten
koste van een weinig oponthoud.
MUZIEK, LETTEREN E\ RUVST.
Geboortedag (1826) van Charles Hugo.
Gister werd, ter gelegenheid van zijn
70en verjaardag, den bekenden historicus en
aardrijkskundige P. H. Witkamp in het
paleis van Volksvlijt hulde gebracht. Te
12 uur vereenigde men zich aldaar en sprak
prof. VI. De Ynes van hier den jubilaris
hartelijk toe. Hem werd toen een vrienden
rol aangeboden vervaardigd door de firma Van
Langenhuysen naar het ontwerp van dr. P.
J. II. Clippers. In sierlijk schrift staat in
't midden eener smaakvolle omlijsting:
„Den bescheiden geleerde, den hulpvaar-
digen vriend, Pieter Herman Witkamp, op
zijn zeventigsten verjaardag. Zijne vrienden
en vereerders/'
Het album bevatte 300 handteekeningen
van deelnemers, waaronder die van den mi
nister Heemskerk, den burgemeester van
Amsterdam enz.
Naar het D. v. Z-1I. en Gr, ver
neemt, heeft de heer J. F. Scheltema ont
slag genomen als hoofdredacteur van de
Locomotiefdoch is het zijn voornemen,
eerlang weder naar Inilië terug te keertn,
ten einde eventueele aansprakelijkheid voor
het door hem geschrevene te aanvaarden.
De verin iarde zangeres Christine Nilsson
is voornemens in de eerste helft van Novem
ber eene concert-reis door Nederland te
maken. Bepaaldelijk Amsterdam Den Haag
en Rotterdam zullen door haar bezocht worden.
In de Zaterdag gehouden vergadering
der afd. wis- en natuurkunde van de Kon,
Akadeinie van Wetenschappen is o. a. rap
port uitgebracht door de in de vorige zitting
benoemde commissie, bestaande uit de heeren
Mac Gillaviy, Zeeman en Zaaijer, over het
toekennen van een staatssubsidie tot het nemen
van proeven met onverwarmde lucht op
choleralijders Zooal9 men weet, had het be
stuur der Mpij tut bevordering der genees
kunst aan den min. v. binn. zaken een sub
sidie verzoent van f4000 'sjaars, om daar
voor in een der academiesteden een barak
op te richten en te onderhouden, om bij
eventueele, onverhoopte epidemie dadelijk
gebruikt te kunnen worden.
De conclusie van het rapport was, dat
de commissie bij de argumenten door de
hh. Stokvis c. s. voor hun verzoek aange
voerd, niets bad bij te voegen, dat de com
missie het met die heeren volkomen een-
is, en dat zij voorstelden den minister te
adviseeren gunstig op het veizoek te bes
schikken. Conform werd besloten.
BIN N EN LAN DSC1IE BERICHTEN.
Het voorloopig verslag is verschenen
over Hoofdstuk V (dept. van binnenlandsche
zaken). Wij ontleecen daaraan het volgende:
Van meer dan eene zijde werd er sterk
op aangedrongen dat door gemeentebesturen
niet dan in hoogst erns ige gevallen militaire
macht zou worden gerequireerd. Ook werd
opgemerkt dat de burgerlijke militaire macht
niet geroepen is om, zonder tusschenkomst
van den burgerlijken rechter, de uitvoering
van kerkelijke vonnissen te verzekeren; dat
door onbevoegde regeeringsinmenging onge
regeldheden ontstaan, eu dat uit noodeloos
militair vertoon de schijn kan geboren wor
den, alsof de geest van verzet ook daar
aanwezig is, waar zulks allerminst het geval
is. Door anderen werd het daarentegen wen-
schelijk geacht, dat troepen gerequireerd
konden worden, niet alleen wanneer er reeds
rustverstoringen hadden plaats gehadmaar
ook wanneer er vrees bestaat voor ongere
geldheden, en rust en orde konden verstoord
worden; dus niet alleen tot herstel, maar
ook ter voorkoming van verstoring der orde.
In een afdeeling kwam men op tegen te
groote regelingszucht der gemeentebesturen en
meende men, dat daardoor ounoodig onte
vredenheid werd opgewekt.
Met het oog op het ontwerp van ged.
staten van Noord-Holland werd gevraagd, of
de regeering voornemens is een ontwerp in
te dienen tot verandering der grenzen tus-
schen Amsterdam en Nieuweramstel. Eenige
leden meenden dat dit op den weg lag der
tegenwoordige regeering, dewijl de tegen
woordige grensregeling tot groote onbillijk
heden en inderdaad ernstige verwarring aan
leiding geeft en wijziging in het algemeen
belang noodzakelijk schijnt.
Sommigen betreurden dat eene regeling
onzer levende strijdkrachten zoolang uitbleef.
Anderen zouden met 't oog op de Grond
wetsherziening niet wenschelijk achten, thans
een zoo belangrijk onderwerp ter hand le
nemen.
De toenemende overlast door honden kwam
ter sprake. Moest het rijk geen algemeene
maatregelen daartegen treffen, door een rijks
belasting
Eene betere regeling van het geneeskundig
staatstoezicht werd in eene afdeeling noodig
geacht.
In de meeste afdeelingen werd breedvoe
rig besproken het voor staatskosten zenden
naar Par ijs van door dolle of vermoedelijk
dolle honden gebeten personen. Vele zagen
daarin eene onrechtvaardigheid ten opzichte
van lijders aan andere gevaailijke ziekten,
die in den vreemde door specialiteiten be
handeld worden.
Velen meenden dat, met bet oog op den
gunsligen gezondheidstoestand van den vee
stapel, de post van besmettelijke veeziekten
zonder bezwaar met f 100,000 zou kunnen
verminderd worden.
Het oordeel der regeering werd gevraagd
over het adres van rectoren en conrectoren
van het gymnasia en progymnasiaaandrin
gende op herziening van het leerplan en het
examen-programma der gymnasia.
Het verloftraktement, toegekend aan den
leeraar dr. Zaaijer, lid der tweede kamer,
werd breedvoerig besproken Men ontzeide
den minister het recht zich te mengen in
de al of niet aanneming van het lidmaat
schap der tweede kamer door den gekozene;
doch dit bleef van andere zijde niet zonder
tegenspraak. Algemeen echter achtte men
eene wettelijke regeling van dit ontwerp ge-
wenscht.
De onlangs bij de tweede kamer in
gediende adressen der vereenit»ing „Vergun
ning" werden door de commissie voor de
verzoekschriften ter gritfie gedeponeerddaar
thans geen wijziging van de drankwet bij
de kamer aanhangig is. Aangezien nu bij
eventueele aanneming van de wijziging der
Zondagswet, ook de drankwet moet herzien
worden, heeft de vereeniging „Vergunning"
FEUILLETON.
47.)
„Om harentwil", zeide hij en keerde zich
snel om, daar hij niet in staat was den
man, die het geluk van zijn kind verwoest,
die den eerlijken naam van zijn weldoener
aan smaad prijsgegeven had nog een ande
ren welkomsgroet toe te roepen.
In de vestibule wachtte de huishoudster.
Zij overlaadde het jonge paar met geluk-
wenschen, en bood zich aan, hen in de voor
hen bestemde vertrekken te leiden. „Het
zijn dezelfde, die gij vroeger bewoondet,
juffrouw Doraen voor den jongen heer
hebben wij de kamer van mevrouw Bell in
gereedheid gebracht."
In den schoorsteen brandde epn helder vuur.
„Wat ziet er dat prettig uit!" riep Men-
doza uit. „Ons klein huisje aan liet strand
was zeer armoedig vergeleken bij deze weelde
en ik beken ronduit, Dora, dat ik wel van
glans en luister in mijne omgeving houd."
„Ik zal altijd aan dat verborgen hoekje
aan het strand denken als aau de heerlijkste
plaats op aarde," antwoordde Dora levendig.
„Hoe ik ook naar papa verlangdp, gevoelde
ik mij daar buitengewoon gelukkig."
„Ik zie niet in, waarom gij hier niet dub
bel zoo gelukkig zijn kunt, hier hebt gij
papa en mij," zeide Mendoza schertsende.
„Maar waar is mevrouw Bell", zeide Dora
tot de huishoudster.
„Weet gij niet, dat die met mijnheer
Hart is gehuwd en hem naar Cincinnati is
gevolgd?' riep juffrouw Mo >re uit.
„Dat is eene goede tijding," merkte Men
doza op. „Zulk eene kat zou voortdurend
aanleiding gegeven hebben tot misverstand
tu9schen mij en uw vader."
Dora zag hem verbaasd en ontevreden aan.
Deze spotachtige toespeling op hare vroe
gere onderwijzeres trof haar pijnlijk.
„Wees zoo goed, juffrouw Moore," zeide
zij tot deze, om onze koffers boven te laten
brengen. Ik moet nog iets aau mijne klee
ding veranderen en ga dan dadelijk weer
naar papa."
Juffrouw Moore verwijderde zich haastig,
en deed, wat haar bevolen was; vervolgeus
ging zij naar de eetzaal, om toezicht te
houden over de versiering der tafel, waar
voor de tuinman de schoonste bloemen uit
de broeikast had gegeven, en toen degenen
voor wie al deze toebereidselen gemaakt
waren, binnen traden, vonden zij in het
raidden der tafel een prachtigen ruiker, waar
van oranjebloesem, mirten, rozen en camelia's
de voornaamste bestanddeelen uitmaakten.
De maaltijd deed dc oude huishoudster
eer aanmaar van de drie personen, die er
aan deelnamen, scheen een zich slecht9 over
de opgedieude lekkernijen te verheugen.
Brandon raakte de spijzen nauwelijks aan,
en Doia's eetlust was door het zien van het
vervallen, afgematte gelaat van haar vader
geheel verdwenen.
In de eerste opgewondenheid van het we
derzien had zij siechl9 opgemeikt, dat zijn
haar grijzer was geworden en zijn gezicht
bleeker. Nu eerst viel haar de wanhoop op,
die in zijne trekken stond te lezen.
„Is dit mijne schuld?" vroeg zij zich zelve
af. Zij gevoelde berouw en haar geweten
klaagde haar aan, maar al9 zij Mendoza aan
zag beschuldigde zij haar vader van onrecht
vaardigheid, dat hij niet tevieden was met
den zoon, dien zij hem gegeven had. Hij
was vroeger een warm vriend van hem ge
weest en zou dit nu ook weer worden,
meende zij.
Mendoza wilde zonder dralen de plaats
innemen, die hij meende te moeten bekleeden.
Hij lette niet op de koelheid van den heer
des huizes, sprak met zijne gewone vlugheid
over die zaken, waarin Brandon vroeger be
lang stelde en deed op alle mogelijke wijze
zijn best, om de gunst van zijn schoonvader
te verwerven.
Al zijne woorden werden geduldig, maar
beleefd aangehoord, waarover hij zich boos
maakte en hij legde de belofte af, om eene
geheele verandering in dit doodsche huis
houden te brengen en er een vroolijker
voorkomen aan te geven, als hij lid er van
zou blijven.
Reeds was hij de kinderlijke opoffering van
Dora moede, die voor hem slechts in zoover
waarde had, als zij hem een overmacht over
haar vader verschafte.
Brandon bleef zwijgen en Dora stelde te
vergeefs alle pogingen in het werk, om hem
aan den treurige» gedachtengang, waarin hij
verzonken scheen te zijn, te onttrekken.
Den volgenden dag was hij opgeruimder.
Gedurende den nacht was Brandon tot het
besluit gekomen, dat liet onbarmhartig van
hein zou zijn, om de weinige gelukkige da
gen, die zijne dochter nog le wachten had,
door den angst en den twijfel, die hij in al
zijne handelingen verried, te bedroeven.
{Wordt vervolgd.)