NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt da gelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Dinsdag 14 September 1886. N°. 216
ADVERTENTIEN:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Kostelooze Vaccinatie.
DE B»l)ID EENS EERLOOZEN.
sche Courant
Voor Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Kranco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Nummer 10 Cent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groole letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabatper regel 0.10.
Bureel: Scheepmakersstees: 6.
200e Jaargang.
Stads-Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gre-
meeiile LEIDEN Brengen Ier kennis «an helauz-
hebbendendat gelegenheid bestaal lol konte-
looze vaccinatie en rcvacclnalle «nor
onvermngenden in hel lokaal der Siads-Waaz
op eiken Woensdag, des namiddags Ie een
aur.
Burgemeesler en Wethouders voornoeunl
DE K\NTERllurgemeesler.
E. KIST. Secrelaris.
Leiden, 14 Mei 1886.
PATENTBLADEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het be
stuur der gemeente LEIDEN brengt ter kennis
van belanghebbenden, dal de palentbladen
voor de gepatenteerden wonende in wijk
IV, over het dienstjaar 1886/7 bij bet college
van Zetters, in een der vertrekken van bet
Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van hel
aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks des
namiddags van een tol drie uren en wel
op Maandag 13. Dinsdag 14, Woens
dag 16 en Donderdag ÏO September
e. k. terwijl na bet verstrijken van dien
termijn de onafgehaalde palentbladen Ier uit
reiking moeten worden afgegeven aan de
deuiwaarders der directe belasting alhier, die
voor hunne moeite mogeri eischen tien cents,
zonder meer.
De Burgemeester voornoemd,
DE K\NTER.
Leiden, 11 September 1886.
ITADINIEUWI.
Bij de op heden gehouden openbare
verkooping van cokes, bij partijen van 1U0,
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste
prijzen ƒ40, f 18 50, /"3.90 en f2 05, laagste
prijzen ƒ37, 18.50, 3.70, en 1.90.
Men schrijft ons: De 21ste Juli was
de warmste dag van dezen zomer. De ther
mometer Fahr. toch teekende toen te 4 uren
nam. 89°. Wat deze zomer te kort kwam
aan warmte gaf hij in ruime mate van half
Augustus tot eenige dagen in September:
een kleine maand lang, wanneer de ther
mometer vaak tot boven de 80° teekende.
Toch was deze zomer met zijn afwisselend
weer, zter vruchtbaar. Na eeu langen win
ter, tengevolge waarvan de veldarbeid moest
uitgesteld worden, kwam in Mei de groei
en daarmede teikens een verkwikkende regen.
Het weiland groende en bracht overvloed
van gras voort; het rundvee had nergens
gebrek. De hooibouw slaagde uitmuntend;
ook zonder op naliooi te rekenen was de
boer voor den winter geborgen. Voor de
aardbeziën en frambozen was het weer soms
te koud en regenachtig; toch bleef de pluk
verre van ongunstig. Er was een overvloed
van aalbessen. Allerlei moeskruiden werden
met volle korven gewonnende voorraad van
aardappelen overtrof verreweg de behoefte
aan dit gewas. De ziekte, die in den aard
appel ontstond, had geen invloed op de toch
reeds lage prijzen. Dat de zomer vrucht
baar was bleek nog meer toen geheele
scheepsladingen met snijboonen, komkom
mers en augurken verzonden werden. Menig
een kon voor weinige centen zijn disch
voorzien van malsche tuingroenten. Hoewel
wat de boomvruchten, zooals peren en ap
pelen, betreft niet gespot mag worden, is
de pluk van appelen op sommige plaatsen
toch voldoende. Geurige meloenen werden
uit de bakken gesneden. Er kwamen prui
men groot van stuk en êel van smaakook
perziken en abrikozen. Er zijn wiite en
blauwe druiven van het beste gewas en om
te stelen. Het Westland slaagt ook met
zijn wijnstok van den kouden grond; de
twijfel is opgeheven dat de teelt van
de beroemde Westlandsche druif, die
achter was, dit jaar zou mislukken.
Men dacht in Juli moerbeien te pluk
ken, maar het koele weer werkte echter niet
mede; Augustus en September hebben echter
daartoe nog gelegenheid gegeven. Wat deze
maanden met haar blakenden zonneschijn
nog goed hebben gedaan aan het rijpend
ooft en de eer van den grilligen zomer Heb
ben opgehouden, valt niet te betwisten.
De roos bloeit nog even bekoorlijk als in
Juni; zij verloor nog niets van hare jeug
dige kracht. En zoo zijn lusthoven en bui
tenplaatsen nog als overvol van allerlei
heerlijke bloemen.
Gelderland prijst zijn tabaksteelt en men
weet niet dat ooit de welriekende hop zoo
weelderig gebloeid heeft, als dit jaar. Hoe
bemoedigend voor onze Hollandsche dampers
en geen bier zonder hop hoe gerust
stellend voor onze bierdrinkers. Het is om
er van „boven zijn bier" te geraken. De
Zeeuw belooft lekkere late aardappelen, die
zeer weinig of in het geheel niet door ziekte
zijn aangetast; de zooveel voedzamer capu-
cijner en groene erwten zijn reeds ge-
■lorscht. Yeur komt in de andere maand
met een best gewas van andijvie en Rijns
burg met zijn hagelblanke bloemkool. Er
zullpn veel okkernoien te pellen vallen,
waaruit weerprofeten opmaken dat er een
strenge winter te wachten is.
Men deelt ons mede: Het koren is
gedorscht en het nahooi is binnen; nu de
zorgen van het hart gespoeld. Welk een
vreugdedag was het heden op de te Val
kenburg gehouden paardenmarkt en hoe
schitterde de lieve zomerzon I Welk een
drukte van heinde en ver! Er waren een
zes d'half honderd paarden aan de lijn,
jong en volwassen van goede hoedanigheid.
Ook was er nog al handel, die echter leven
diger zou geweest zijn zoo de verkoopers
zich minder stijf in den prijs en niet zoo
vasthoudend hadden betoond. Men rekende
er op dat de weiden nog gras genoeg hebben
voor koeien en paarden. l)it nam echter
niet weg dat men elkander op de markt
schier verdrong. Men trapte eikander op
de hielen, som9 ook op de teenen, maar
dat werd weer afgedronken. Men kon er
zich voorzien van allerlei versnapering: zoet
en zuur, laf en gekruid. De poffertjes
sisten in de pan, de kermiskoeken werden
er met luide stemmen gevénd; daar waren
negers te zien uit de binnenlanden van Afrika,
wondermenschen en wonderdieren. Men kon
er zijn kracht beproeven door met een hamer
op een blok te slaan en mm kon door op
eene schaal te stappen vernemen hoeveel
kilo dit ons „stoffelijk omhulsel" woog.
L)ie Valkenburgsche paardenmarkt handhaaft
toch maar haar alouden roem en een witte
raai als het op zoo een dag geen mooi
weer is, en menigeen er geen mooi weer
van speelt.
MVKIEK, LETTERE* E* HL*ST.
Sterfdag (1321) r. Dante (Durante Alighiéri).
Geboortedag (1769) van Alex. Von Humboldt.
lie Portefeuille verneemt dat de heer
Julius Röntgen benoemd is tot orkestdirecteur
der concerten in Felix Meritis. Of hij de
benoeming heeft aangenomen is bet blad
nog niet bekend.
Te Berlijn zal in den hofschouwburg
worden opgevoerd Shakespeare's Winters
Tale", bewerkt door Dingelstedt, met de
muziek van Flotow.
De heer Willem Paap treedt met den
tweeden jaargang af als redacteur van de
Nieuwe Gids. Ook de heer Frans Netscher
zal waarschijnlijk niet meer aan dat tijdschrift
medewerken.
Mevrouw Rössing-Sablairolles is Vrij
dagavond, toen zij voor het eerst in dit
seizoen weder in Den Haag optrad, in de
Martelares", met bijzondere hartelijkheid
door het publiek ontvangen. Bij het op
treden ontving zij een fraaien bloemruiker.
De gevierde tragedienne mevrouw
Catharina Beersmans hoopt in Januari van
't volgend jaar haar 25 jarig jubilé als zoo
danig te vieren.
Hoogstwaarschijnlijk zal de kunstenares
alsdan in een nieuwe rol optreden en daar-
meê eene kunstreis maken door Holland en
België.
Een Stradivarius van het jaar 1737
is te Parijs voor 15,100 fr. verkocht.
Door den kunsthandelaar Adolf Titze^
te Leipzig, is de inteekening opengesteld
op een prachtwerk, getiteld „Vater Unser,
in Bilderen von Paul Thumann". Bij elk
gebed van het „Onze Vader" zijn door den
artist twee afbeeldingen gevoegd en wel
eene uit het Oude Testament en eene uit
het leven van Christus, terwijl eene korte
dicht spreuk van Luther bij elke afbeelding
is gevoegd. Eene uitgave voor Katholieken
is in voorbereiding en zal spoedig volgen.
Deze prachtuitgave van het „Onze Vader"
zal in twee editiën het licht zien; de eene
in kalfsleer gebonden A 20 Markde andere
in calico gebonden A 12 Mark.
[N. r. d. B.)
BINNENLANDSCHË BERICHTEN.
Het Staatsblad N°. 162 bevat het
kon. besluit van 9 dezer, waarbij wordt
bepaald, dat de gewone vergadering der
staten generaal zal worden geopend op 20
dezer, des namiddags te 1 uur, in eene
FEUILLETON.
IS.)
De laaghartige plannenmaker zeide bij zich
zeiven: „de toorn van den vader zal spoe
dig ophouden en Dora zal dan weer met de
vroegere liefde worden opgenomen en haren
echtgenoot zal om harentwille vergiffenis
geschonken worden." Het bestuur over de
groote bezittingen zoude langzamerhand op
hun overgaan en hem schadeloos stellen voor
de verliezen, die hij geleden had en hem
beloonen voor het offer, dat hij moest bren
gen door zulk een onbeduidend meisje, als
Dora hem toescheen, te huwen.
De jonge Spanjaard speelde de rol van
vurigen minnaar vrij goed, maar in zijn
hart was geen greintje gevoel voor het arme
wezen, dat hem met zulk een vurige liefde
en zulk een onwrikbaar vertrouwen aanhing.
Op deze wijze verliepen weken, waarin
mevrouw Bell, die door belangen, welke
voor haar een levensvraag vormden, werd
beziggehouden, blind bleef voor alles wat
dagelijks in hare nabijheid voorviel. Eenige
dagen na het vertrek van Brandon had zij
een brief ontvangen, waarin zij ten huwelijk
gevraagd werd door een man, dien zij in
hare jeugd gekend en zeer hoog had geschat.
Dr. Start was een geacht advokaat te Cin
cinnati; hij bewoonde een prachtig huis,
dat voor drie jaren zijne meesteres had ver
loren, en nu verzocht hij h;.ar de ledige
plaats weer in te nemen en voor hare doch
ter, een meisje van dertien jaren, eene
moeder te willen zijn.
In den vorigen zomer hadden zij op een
pleizierreisje de oude kennis hernieuwd en
het boven vermelde aanbod was er het ge
volg van geweest. Mevrouw Bell aarzelde
niet lang. Een leven vol pracht, aan de
zijde van een man, voor wie» zij oprechte
hoogachting gevoelde, was voor haar verre
meer verkieselijk dan hare tegenwoordige
positie. Dora zou over een jaar hare hand
reiken aan haars vaders pupil; dat wist
mevrouw Bell, maar zij begreep ook dat
bare tegenwoordigheid in dat hui9 dan ook
overbodig zou zijn. Brandon was altijd zeer
goed voor haar geweest maar kon onder
deze omstandigheden niet verlangen, dat zij
langer bij hem bleef. Dora kon het laatste
jaar in eene voorname kostschool geplaatst
worden, wat voor haar ook meer verkieselijk
zou wezen, dan het onderricht, dat zij tot
nu toe had ontvangen.
Terwijl mevrouw Bell zoo in zich zeiven
overlegde wat voor haar en voor haar leer
ling het be*te zou zijn, bleef voor haar
veel verborgen, wat zij anders wel opge
merkt zou hebben, hoewel Mendoza de voor
zichtigheid had, om alles te vermijden, wat
de minste verdenking kon opwekken, totdat
hare inmenging hem geen schade meer kon
berokkenen.
Eindelijk schreef zij aan Dr. Start, dat
zij zijn aanbod aannam, maar het huwelijk
moest tot den herfst worden uitgesteld, daar
zij Brandon in staat wilde stellen, om alle
beschikkingen voor de opvoeding zijner doch
ter te treffen, die haar verlaten van het huis
noodig zou maken. Maar mevrouw Bell be
gon dadelijk voor haar uitzet te zorgen en
begaf zich daarom dikwijls naar New-York
om daar inkoopen te doen. Dora bleef dan
aan de zorg van de huishoudster toever
trouwd die het strenge bevel ontving, haar
voortdurend te bewaken Mevrouw Bell was
nooit langer dan een dag afwezig, en het
teekenonderricht werd dan uitgesteld, tot
zij terugkeerde. De tijd, die voor deze oefe
ningen bestemd was, werd dan zoek gebracht
met wandelingen in het park en Dora ge
voelde zich dan zoo gelukkig als een vogeltje,
dat aan zijne kooi ontsnapt is.
De huishoudster meende hare plicht be
hoorlijk te vervullen, als zij nu en dan acht
gaf op het fladderen van liet kleed van de
aan haar toezicht toevertrouwde Dora, en
lette er niet op, dat de jonge gast voort
durend in hare nabijheid bleef.
Des avonds zongen zij te zamen, en
zoodra zij het fluitje van de stoomboot
hoordewierp Dora een doek om en snelde
met haren geliefde de terugkeerende te ge-
moet. Het gedrag der beide jonge lieden
wekte niet den minsten argwaan op en
mevrouw Bell had in den regel zooveel te
vertellen en zooveel schoone dingen te laten
zien, dat zij er nauwelijks over dacht, om
te vragenhoe de geliefden den dag hadden
doorgebracht.
De lessen, die zij ooit naliet, Dora op
te geven voor zij vertrok, waren altijd goed
bestudeerd en uitgewerkt, maar zij vroeg
nooit, wie haar daaraan geholpen had. Geheel
met haar eigen gelukmet hare eigene
plannen voor de toekomst vervuld, kwam
het niet in baar op, dat voor dit kind
evneens eene toekomst open lag, die haar
als een blik in een Eden tegenlachte.
(iWordt vervolgd.)