NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
Zaterdag 11 September 1886. N°. 214.
ADVERTENTIE N:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
DE BRUID EENS EERLOOZEN.
1
Voor Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
Prijs per Mummer 10 ('ent.
200e Jaargang.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
ltureel: Ncheepmukerssteeg: 6.
Aan de geabonneerden op de Han
delingen en Ingekomen Stukken van
den Gemeenteraad is verzonden het
Zittingverslag van Dinsdag 7 Sep
tember.
Stads-Bericliten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN
Gezien arlikel 6. 2de alinea der Verordening
van II November 1880, regelende de in wen
dige inrichting der scholen, de toelating en
het ontslag der leerlingen Gemeenteblad no.
4. van 1881);
Brengen ter algemeene kennis, dat de in
schrijving van nieuwe leerlingen aan de optn-
bare scholen der 3e en 4e klasse zal plaats
hebben van den 6 tol en met 18 September
e. k, in de schoollokalen in de Rijnstraat, in
de Brandewijnsteeg, op de Binnen vest gracht
aan hel Plantsoen, in de Van-der-Werfstraal
en aan de Korte Mare, des voormiddags van
half negen lot negen uren en des namiddags
van half twee lol twee uren, behalve des
Zaterdags namiddags en des Zondags.
De Gemeente Leiden wordt voor de leer
lingen der openbare scholen van de derde
klasse in drie wijken verdeeld.
Tol de wijk voor de openbare school der
derde klasse, no. 1 behoort dal deel der ge
meente, dat ingesloten wordt door en ten
oosten en ten zuiden ligt van de lijn: Kaiser-
straat, Rapenburg, Nieuwsleeg, Zouneveldsleeg,
Ketelbueiersleeg, Korle Korenbrugsleeg,
Nieuwe Rijn tot de Ulrechlsche brug.
Tot de wijk voor de openbare school der
derde klasse, no. 2 behoort dal deel der ge
meenle, dal ingesloten wordt door en ten oos
ten ligt van de lijn: Nieuwe Rijn, Vischbrug,
Hoogstraat, Stille Mare, Lange Mare, Oude
Vest en Oosldwarsgracht.
Tot de wijk voor de openbare school der
derde klasse, no. 3 behoort dal deel der ge
meenle, dal ingesloten wordt door en len oos
ten en westen ligt van de lijn: Kaiserslraal
Rapenburg, Nieuwsleeg, ZonrieveldsteegKetel-
boetersleeg. Korte Korenbrugsleeg, Nieuwe
Rijn, Vischbrug, Hoogstraat, Stille Mare,
Lange Mare, Oude Vest en Oosldwarsgracht.
De Burgeineesler en Welbouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 2 September 1886.
ITADS1VIEUWI.
Hedenvoormiddag omstreeks 10 uur
is er brand onstaan in de Wei poort onder
Soeterwoude. Aangewakkerd door den feilen
wind is de landbouwerswoning, bewoond door
Th. De Boer, alsmede de daarbijstaande
hooiberg met het hooi verbrand. Alleen is
het zomerhuis en de karnmolen blijven
staan. De inboedel is grootendeels gered
de woning was tegen brandschade verzekerd.
De spuiten van de Weipoort, van het dorp
en van den Rijndijk hebben tot blussching van
den brand gewerkt. Men denkt dat de brand
ontstaan is door het broeien van een hooi-
schelfje hetwelk bij den hooiberg geplaatst,
het allereerst in brand stond.
MUZIEK, LETTEREN E\ KUNST.
Bij een opvoering van „Le Barbier de
Sóville" te Livorno; bleek Basile in de 2e
acte afwezig te zijn. Men wist niet wat te
beginnen; de orkestdirecteur Franciscole redde
de directie uit den nood, door op hpt tooneel te
stappen en Basile's partij te vervullen, het
geen hij tot algemeen genoegen deed.
Onze landgenoot Maurits De Vries,
die thans te Spa veel lauweren oogstheeft
voor het volgend seizoen zich geëngageerd
aan den schouwburg te Straatsburg.
Ebers' nieuwe roman zal in den herfst
verschijnen. Binnen weinige weken verschijnt
een biographie van Ebers, door prof. Gosche
te Halle.
De groothertog van Saksen-Weimar
en zijne dochter, prinses Elisabeth, bezoch
ten gisteren het atelier van Jozef Israels
te 's ilage.
De minister van oorlog brengt ter
kennis van be'anghebbendendat tegen 19
October e. k. weder pupillen op de pupil
lenschool te Nieuwersluis zullen geplaatst
worden. Aanmelding vóór of uiterlijk op 1
October a. s. aan den minister van oorlog,
bij een op gezegeld papier geschreven re
quest. Bijzonderheden vermeldt de Staat
courant van 10 Sept.
Het Rijks Ethnographiseh Museum
heeft van sir Julius Von Haast, directeur
van het Canterbury Museum te Christchurch,
Nieuw Zeeland, ten geschenke ontvangen
een waardigheidsteeken van een Nieuw Zee-
landsch hoofd. Dit stuk is uit oude tijden
herkomslig en van groote waarde, aangezien
deze zelfs op Nieuw Zeeland bijna niet meer
te verkrijgen zijn. Aan den schenker is de
dankbetuiging der regeering aangeboden.
Met het stoomschip Noord Braband
zal 11 September aanstaande 's morgens te
10 uren eene brievenmaal worden verzonden
ran Rotterdam naar Padang en Batavia.
De opbrengst van het personenvervoer
der Noord Zuidhollandsche stoomtramweg
maatschappij HaarlemLeiden bedroeg in
de maand Aug. 1886, f 7420.68; het
goederenvervoer bedroeg f 269.061aan di
versen f 435.58; zijnde over het totaal
f 9.71 per dagkilometer.
Z. M. de koning heeft aan prinses
Wilhelinina, ter gelegenheid harer verja
ring, o. a. ten geschenke gegeven eene schil
derij van den heer O. Eertim an en voor
stellende de /ykleine boerderij" van 's ko-
nings landgoed Soestdijk. Op den voorgrond
van de schilderij zijn o. a. afgebeeld het
ezelwagentje met den daarvoor gespannen
ezel, waarmede de prinses rijdt eu de beide
geitjes, waarmede zij op de boerderij ge
woonlijk speelt. (D. v. Z. en's Or.)
De koning heeft in de laatste dagen
verscheidene gouden horloges »an zijn per
soneel geschonken als blijk van tevredenheid.
Was het voor eenigeu tijd de boschbaas,
thans hebben een kamerdienaar, de con
cierge op Soestdijk en de wachthebbende
brigadier aan liet paleis te Soestdijk een
zakuurwerk ontvangen.
-— De 12de lijst van de 8ste jaarcollecte
voor de scholen met den Bijbel bereikt een
totaal van f 57.016.59', zijnde de opgave
van 300 locale comité's, waaronder Hille-
gom f 17,55, Soeterwoude met Noordbuurl,
Miening, Westeind, Weipoort en Gelders
wouden f52 eu Boskoop f 152,21.
Het vonnis der rechtbank te Middelburg
waarbij de naaister L. C. B., uit Zuiddorp,
veroordeeld was tot 2 jaren celstraf ter zake
van diefstal van een bankbiljet van f 200
en van een gouden horloge werd, op grond
van een gebrek in den vorm, door het hof
vernietigd. Opnieuw rechtdoende heeft het
hof de bekl. thans 18 maanden eenzame op
sluiting opgelegd.
Hierna werd behandeld het appel van een
vonnis der Rotterdamsche rechtbank waarbij
P. v. S., metselaar te Vlaardingen, veroor
deeld is tot 3 maanden celstraf, omdat hij
in den nacht van 14 op 15 Juni in opge
wonden toestand een drietal politiebeambten
die hem aanmaanden zich rustig te houden,
den een in den arm een tweede in de hand
en een derden in een vinger te hebben ge
beten. De bekl. beriep zich ter zijner ver
dediging op den abnormalen toestand waarin
hij zich dien avond bevond en zijne verde
diger, mr. J. Van Gigch, hoopte van het
hof eene lichtere straf te verkrijgen, daar
hij meende dat de verwondingen van weinig
beduidenden aard waren en voor geen der
politiebeambten eenig nadeel hebben gehad.
Nog stond als appellant terecht E. M.,
te s Dage woonachtig. Deze persoon was
door de rechtbank te dezer stede veroordeeld
tot 1 jaar eenzame opsluiting en 3 boeten
van f25 ter zake van bedriegelijke oplich
ting, driemaal gepleegd. Deze bekl. had
onder opgave van secretaris der Turksche
ambassade te zijn, in den boekwinkel der
firma v. D. en Zn. een Grieksch, een En
gelse!) en een Duitsch woordenboek besteld,
die boeken zonder ze te betalen in ontvang
genomen en ze ten eigen bate verkocht. Even
eens had hij zich voorgevende oogarts te
zijn in den winkel van den werktuigkundige
T.eene partij brillenglazen en een oogspie
gel en door de firma De N. twee flesschen
cognac doen afgeven, als hetgeen hij mede
ten zijner gebruike aanwendde.
De bekl. beweerde bij zijn verdediging die
hij voorlas, dat door hem geen valsche
qualiteit was aangenomen en hij zich niet
aan oplichting had schuldig gemaakt.
Het openb. min. requireerde in deze zoo
wel als in de vorige zaak te bevestiging van
het vonnis.
's Hofs uitspraak is bepaald op aanst.
Donderdag.
De rechtbank te 's Hage nam gisteren
kennis van een reeds aan een 15 jarig dienst
meisje ten laste gelegde oplichtingen, die
nogal kras waren.
Op verschillende dagen der maand Augus
tus trad de jeugdige beklaagde groote ma
nufactuurwinkels binnen, vroeg stalen van
zijden, fluweel eu andere japonstoffen en
keerde nog denzelfden dag terug om zich
de lappen te doen afgevenwaartegen de
winkeliers geen bezwaar maakten, omdat
FEUILLETON.
10.)
Rondom beersebte de grootste stilte. Wag
ner zat naast mij, en toen wij in de nabijheid
van den oever gekomen waren, riep hij
eensklaps: „Zie, ginds komt uw broeder
u reeds te gemoet. Ik zie zijne gestalte
reeds tegen de rotsen."
jlk keek in de aangeduide richting, om
de duisternis te doorboren maar kreeg op
hetzelfde oogenblik een hevigen slag op het
achterhoofd, zoodat ik bijna doodelijk gewond
werd. Wat er verder met mij gebeurd is,
weet ik niet meer, want hier, in deze veilige
haven, gena9 ik eerst na eene lange ziekte
Gij, mijn hooggeëerde weldoener, hebt mij
in de nabijheid van de landingsplaats in
mijn boot gevonden en mij in uwe woning
opgenomen. Al mijn geld heeft men mij
ontnomen, maar gelukkig heeft men mij
mijne papieren laten behouden, waardoor ik
n bewezen heb, dat ik geen avonturier ben.
Ik geloof niet dat mijn broeder schuldig is
aan die verraderlijke overvaUingveel meer
geloof ik, dat hij den schurk nooit gekend
heeft, die mij onder het masker van belan
geloosheid in zijne netten wist te lokkeu."
Men had met de meeste belangstelling
naar Mendoza's verhaal geluisterd, en in
Dora's oogen glinsterden tranen toen zij
zeide
„Het verheugt mij, dat het toeval mijn
vader in de gelegenheid gebracht heeft, om
u te helpen en ik hoop dat uwe tegenspoeden
nu een eind zullen genomen hebben. Maar
gij moet nooit meer beproevenom uwen
slechten broeder op te sporen, want dat
leidt nooit tot iets goeds.
„Daarin heeft zij groot gelijk," hernam
Brandon op ernstigen toon. „Familietwisten
zijn verschrikkelijke zaken en ik reken er
op, dat gij alle nasporingen omtrent uwen
broeder zult opgevenen u geheel weer aan
de kunst en de wetenschap zult wijden. Uw
verhaal heeft mij volkomen tevreden gesteld,
hoe treurig het ook wa9. Gij hebt in mij
een goed vriend gevonden, en gaarne zal
ik u behulpzaam zijn, om uwe toekomst
te verzekeren. Alaar laat ons naar binnen
gaan, want de avonden beginnen koel te
worilen."
Hierop stonden allen op, om zich in huis
te begeven.
DERDE HOOFDSTUK.
MENDOZA VERBETERT ZIJNE VOORUITZICHTEN.
De bijzonderheden var. de overvalling wa
ren allen tamelijk nauwkeurig. Mendoza
was in een boot op de rivier gelokt en
meer dood dan levend hierin achtergelaten.
Waarom de schurken hem niet in 't water
geworpen hadden, bleef een geheim.
In dien toestand vond Brandon hem. Hij
nam hem in zijn huis op, waar hij lang
zeer gevaarlijk ziek lag. Eindelijk behield
zijn krachtig gestel toch de overhand, maar
hij herstelde slechts langzaam van de zwakte,
die een gevolg was van de zware koortsen.
Gedurende zijne ziekte werd het Dora niet
toegestaan, in zijne nabijheid te komen.
Daar zij overigens niets voor hem konde
doen, plukte zij dagelijks de schoonste bloe
men, om zijne kamer er mede te versieren.
Al de huisgeuooten stelden het levendig
ste belang in den vreemdeling, hetgeen nog
vermeerderde, toen bij in staat was zich in
den familiekring te bewegen en zijne betoo-
verende persoonlijkheid kon doen laten gel
den. Begaafd met vele talenten, zeer be
schaafd en met een aangenaam uiterlijk was
bet Mendoza niet moeilijk gevallen, allen
voor hem in te nemen, eu boe voorzichtig
Brandon ook meende te zijn, was hij toch
bereid, het verhaal van het vroegere leven
van zijn gast zoo zeker te vertrouwen, als
of alles door de beste bewijzen gestaafd was.
De jonge vreemdeling had zich in menig
opzicht uuttig weten te maken, zoodat Brandon
met een gevoel van leedwezen aan de nood
zakelijkheid dacht, dat hij hem eenmaal zou
verlaten. Hij scheen de plaats van den zoon
in te nemen, die hem op nog jeugdigen
leeftijd was ontnomen en die van zijne moe
der de schooue donkere oogen geërfd had,
waaraan die van Mendoza hem somtijds
herinnerden.
Braudon bezat geen romantischen geest,
maar hij gevoelde diep, en de herinnering
aan de dierbare overledenen, die hij zoo
innig lief gehad had, was hem veilig en
onvergankelijk. Men kon moeielijk in zijn
hart lezen, maar de vermeende overeenkomst
tuwchen Mendoza en den hoopvollen knaap,
die hem in den bloei des levens ontnomen
was, deed hem een grooter belang in de
geschiedenis van den vreemdeling stelleu,
dan hij wilde laten bemerken.
Gedurende vele jaren had Brandon met
zware beproevingen te worstelen gehad eu
was zijn leven rijk aan teleurstellingen.
(Wordt vervolgd.)