■r 7 mm. A rms -
prijs tentoonstellingscommissie te Boskoop;
2de prijs G. Vurens te Boskoop; 3de prijs
C. M. Kuopper, Utrecbt.
N°. 4. De grootste verzameling bengalen,
minstens 10 soorten, san elke soort 4 bloe
men. lste prijs D. Frets; 2de prijs P. M.
Van Heiningen, beiden te Boskoop.
N°. 6. De grootste verzameling polyantha's,
minstens 6 soorten, van elke soort 5 bloe
men. 2de prijs R, H. Van Gelderen, Boskoop.
N°. 7. De grootste verzameling tliéybri-
den, minstens li> soorten. 1ste prijs K.
Wezelenburg, llazerswoude.
N°. 10. De grootste verzameling rozen,
10 van elke soort, het fraaiste gerangschikt,
lste prijs tentoonstellingscommissie, Boskoop.
N° 13. De grootste en schoonste verza
meling rozen, ingezonden door een inwoner
der gemeente Boskoop, in eigen kweekerij
gesneden, lste prijs K. Van Gelderen, 2de
prijs J. Van Hoff, beiden te Boskoop; 3de
prijs P. Van Noort Zoon, Waddingsveen.
N°. 15. De grootste en meest uitecnloo-
peude verzameling hybr. remontants, gesne
den in eigen kweekerij. lste prijs dezelfde.
N°. 17. Een rozeubouquet. lste prijs A.
Kors, Leiden.
N°. IS. Een vaasbouquet. lste prijs J.
P. Ilooftinan, Gnuda.
N°. 19. Een bruidsbouquet. lste prijs A.
Steensma, Gouda.
N°. 20. Een bloemkussen van rozengroot
00 it 75 cM. 2de prijs M.F. VV.Scbubart,
Utrecht.
N°. 21. Een bloemkussen, groot 60 h 75
cM. 2de prijs M. J. Van Laren, Leiden.
N°. 22. liet schoonste bouquet, ingezon
den door ingezetenen der gemeente Boskoop,
door de inzenders persoonlijk gemaakt, lste
prijs P. M. Koster, 2de prijs A. Van Hoff,
beiden te Boskoop.
N°. 23. De grootste en schoonste ver
zameling planten ter opluistering in potten,
kuipen of mandjes geplaatst, lste prijs J.
V ermeulenBoskoopdito bestuursprijs M.
J. Van Laren, Leiden; 8de prijs J. W.
Van GroosBoskoop.
Voorla zijn door de jury nog drie zilve
ren medailles toegekend aan C. M. Knoppers
te Utrecht, een aan K. J. W. Oltolander
te Boskoop en een aan A. J. Kors te Lei
den. Eene bronzen medaille aan: W. Van
Vten te Leiden, J. P. Hooftman te Gouda,
J. Wolraad Jz. en G. Vurens te Boskoop.
Een getuigschrift aan P. Van Noort Zoon
te Waddingsveen en P. Hooftman Jz. te
Gouda.
De jury bestond uit de heeren: mr. H.
J. Van Heyat te Wijk bij Duurstede, F. E.
Geldmaker en J. 11. Kottman te Den Haag,
Uobichon te Naarden, H. Post te Hooge-
veenJ. D. Speet te Leiderdorp, J. F. W. Van
Rijswijk te Den Haag en F. Knopper te
Utrecht.
Op voorstel der commissie van straf
vordering en van burg. en weth. van Delft
werd in de gisteren gehouden zitting van
den gemeenteraad vastgesteld, met bepaling
van onmiddellijke afkondiging, eene veror
dening, houdende verbod tot het vemen
van alle nieuwsbladen, geschreven of ge
drukte stukken op den openbaren weg.
De 14-jarige knaap uit Alblasserdauj,
eenige weken geleden door eene dolle kat
gebeten en op 's rijks kosten onder behan
deling van dr. Pasteur geweest zijnde, is
onder geleide van een rijks-veldwachter in
bet gemeente-ziekenhuis te Dordrecht over
gebracht. Er deden zich, naar men ver
neemt, verschijnselen voor, waaruit blijkt,
dat de gevaccineerde jongen volstrekt niet
is genezen.
Ter jaarvergadering van den Bakkers-
bond gisteren te Amsterdam gehouden
bleek uit het verslag dat de bond in 12
afdcelingen 362 leden telt. De ontvangsten
over het afgeloopen jaar bedroegen f478,
de uitgaven f352; in kas is f281. De
heer Siemons werd bij acclamatie als voor
zitter herkozenvoor den heer J. Bakker te
Sueek werd de heer Gautvoort van Deventer
tot bestuurslid gekozen. De contributie is
op 1 gulden bepaald, en de volgende ver
gadering zal te Delft plaats hebben.
In eene geanimeerde bijeenkomst is be
sloten tot de oprichting van een internationalen
bond. Na een opgewekt debat, waarin de
noudzakelijkheid.de wenschelijkheiden het nut
daarvan algemeen werden eikend, werden de
heeren Kunze van Berlijn, Smecht en Bor-
gerholf van Antwerpen en Siemons van Am
sterdam als leden van een comité gekozen,
dat een begin van uitvoering aan het ge
nomen besluit zal geven Een koit en
zakelijk protocol van het verhandelde zal in
het Franscli, Engeisch, Duitsch en Neder
landse!} gedrukt en verspreid worden.
Ilct Maandagnommer van De Standaard
bevat een belangrijke mededeeling van een
ooggetuige van het gevecht van verleden
Maandag te Amsterdam.
Te ruim zes uur kwam de schrijver in
de Lindenstraat.
Ik ging zoo vertelt hij op een der
barricades staan, slak naast de roode vlag.
De toestand was nog onveranderd, precies
't zelfde tooneel als een uur geleden.
't ls hier de plaats voor eene m. t. be
langrijke opmerking. De weerspanningen
waren gekleed in 't werkmanspak, bijna zon
der uitzondering in een niet schoon boezeroen,
oude pilo-broek en pet. Als buitenman,
althans niet Amsterdammer, voor één dag
in de stad zijnde, was ik natuurlijk op 't
eerste gezicht te herkennen als „heer", die
met booge boord en, „naar de laatste mode"
gekleed, daar kwam kijken. Waren de
menscheu daar socialisten geweestmen zou
mij, vermoedelijk althans, met scheldwoor
den hebben lastig gevallen. Het tegendeel
is waar. Geen enkel onaangenaam woord
werd tegen mij gezegd, men nam geen no
titie van mijbehalve dat verscheidenen mij
zoo beleefd mogelijk den raad gaven, daar
niet te blijven, want ieder oogenblik kon
den de agenten weer aanvallen, en daar kon
ik last van hebben. Uit alles bleek mij
dat alles gericht was: alleen tegen de politie.
Er mogen enkele socialisten onder geweest
zijn, het oproerige volk was dat kennelijk
niet. De politie en nog eens de politie,
daarover praalte men, daartegen vocht men.
Toen ik daar naast de vlag stond één
minuut had ik er gestaan waarschijnlijk
verschenen plotseling huzaren achter de po
litie. Mijn buurman links vroeg: „Mijnheer
bent u niet bang, als u het en-is niet kwa
lijk neemt?" (De spreker, naar schatting 23
jaar oud, met ongeschoren gezicht en een
oude verscholen jas aan, had eerst zijn pet
half afgenomen). „Wel neen goeie vrind,
't zal zoo'n vaart niet loopeu!" „Zegt u
dat niet mijnheer, de cavalerie zal dadelijk
wel een charge maken, dan houden wij ze
tegen, en ze kunnen er niet door om de
baricades, dan wordt liet hier een vechten,
maar u moet het zelf weten, 't is maar,
dat ik dacht: mijnheer weet misschien niet
wat hier te doen is."
Tengevolge van dien raad zag ik al eens
rond naar een veilig plaatsje, waar ik bij
eventueel gevecht kon schuilen. Op een pas
of zes van den hoek der dwarsstraat ont
waarde ik in de Lindenstraat een openstaande
deur, die toegang gaf tot de trap van een
bovenhuis, 'k Besloot in geval van nood
daar mijn toevlucht te nemen, en desnoods
in het bovenhuis zelf.
Misschien zou mijn gesprek met mijn
buurman nog langer geduurd hebben, maar
plotseling stonden op 10 it 29 pas afstand
aan den ingang der dwarsstraat een 25tal
infanteristen, waarvan onmiddellijk de officier
een sommatie deed om uiteen te gaan. Als ge
hoorzaam burger, vooral als sterfelijk meuscli
was jk heel gauw op mijn schuilplaatsje,
waar ik, met mijn hoofd naar buiten gestoken,
toezag. De verschijning der infanterie maakte
sensatie. De meesten liepen weg, een 30ul
bleef staan; voor hen was de sommatie het
seinom de soldaten met steeneu te begroeten.
Plotseling klonk een salvo. Een vijftal
liep weg. Niemand was gekwetst, het was
los kruit. Een oogenblik weer een salvo.
Weer niemand gekwetst, schoon thans kogels
in de huizen vlogen. Er was te hoog ge
mikt. Nu werd het vuren heviger en on
geregeld een geknetter en geknal van belang.
Het 25-tal bij de roode vlag stond op 20
pas van de trompen der geweren, ondereen
bui van kogels, geen voet achteruit, steeds
gebruik makende van hun verdedigingsmiddel:
steenen. Plotseling viel de vlagdrager met
zijn vlag bijna tegen den grond, onmiddel
lijk richtte hij zich op en stond weer met
zijn vlag overeind. Met enkelen ging het
evenals met den vlaggedrager'twas alsof
zij struikelden. Toen dit eenigen tijd
hoe lang is onmogelijk te zeggen geduurd
had, giug plotseling het hoopje op de vlucht,
waarna een oogenblik later de infanteristen
de door de oproerlingen verlaten plaats in
namen. Het scheen dat een aanval met de
bajonet werd gedaan.
Pas stond de infanterie op het kruispunt
of er vlogen weer steenen: er werd geroe
pen: „ramen dicht!" eenige schoten werden
gedaan in de lengte door de Lindenstraat
om die leeg te maken, wat dadelijk ge
luste en voorts werd door de dwarsstraat
gevuurd in de richting der Lindengracht. Do
weerspannigen kon ik nu niet meer zien,
de infanterie zooveel te beter, daar ik op
zij van deze stond. Aan die omstandigheid
had ik te danken, dat ik zéér goed kon
zienhoe aangelegd werd. Verreweg de meeste
soldaten schoten te hoog, eenigen weinigen
echter scheen het te doen om te raken, zij
mikten althans bedaard en „goed", 't Deed
mij eenigszins goedte zien dat de meesten
huiverden op hun medcmenschen in koelen
bloede te vuren althans bang waren te tref
fen al gebood misschien hun plicht anders.
Thans vooral was het een bang tooneel. De
infanterie schoot zoo snel mogelijk, 't Was
een leven, dat hooren en zien verging; de
oproerlingen stonden op de Lindengracht 20
pas verder, en de hagelbui van steenen werd
zoo hevig, dat de soldaten zich verschuilen
moesten achter de huizeneu slechts te
voorschijn kwamen om hun geweer af te
schieten. De aanvoerder kreeg een grooten
steen tegen zijn degen, zoodat het werptuig
in stukken vluog en de officier een der sol
daten zijn geweer ontnam waarschijnlijk
een der „hoogmikkers' aanlegde, een
poosje mikte en afschoot. Te oordeelen naar
zijn gezichtscheen de uitslag niet onbe
vredigend.
De steenenbui werd intusschen minder,
toen opeens een man met een witte jas tegen
de kogels kwam inloopen, met wanhoopige
gebaren voor den officier ging staan, zoo
dat, schoon 'k niet hooren kon wat hij zei,
aan alles te zien was, dat hij voor de ver
bitterden genade kwam afsmeeken. Aanzijn
heele uiterlijk was te ziendat er iets ver
schrikkelijks gebeurde, zijn verschijnen en
gedrag wekten een rilling op. Met opgeheven
handen stond hij voor den officier, zoo 't
scheen zonder de geweereu te zien, die ook
op hem werden aangelegd, alleen vervuld
met hetgeen zijn medeburgers weervoer Ein
delijk werd nu liet vuren gestaakt, en hield
ook de steenenregen op. Eere dien onbeken
den burger, wie hij ook zij, die zijn leveu
zóó waagde
Nu alles rustig scheen, verliet ik mijn
schuilplaats, en ging langs een omweg
de naaste weg was door de soldaten afge
zet naar de Zaterdagsche brug. Daar
was 't een akelig schouwspel. Vier dooden
lagen in een plas bloed. De eerste dien
ik zag, lag achterover op de hardsteenen
stoep, zijn mond wijd open, met loodkleurig
gezicht en de strakke oogen ten hemel ge°
slagen. Met schrik herkende ik mijn vrien
delijken raadsman van zooeven véér het
treilen. Ik heb hem bedankt voor zijn raad
door zijn oogen te sluiten. Onder zijn open
geslagen jas zag men aan de liimerzijde een
klein gaatje, een kogel had zijn hart ge
raakt, hij was dood. Niemand zag ik daar
liggen, of hij was van voren geraakt.; een,
die een schot in zijn hoofd had, vond als
sterfbed een barricade, waar hij dwars over
'a?i Z'J11 hoofd hing aan de eene zijde naar
beneden, zijn voeten aan de andere.
Spoedig waren allen in een kar gepakt
en verdwenen: een plas bloed, eu wat bloed
aan de drempels wees hun sterfplaats aan.
Zondag maakten eenige heeren uit
Amsterdam een pleziertochtje met de stoom
boot De Zwaluw naarVVeesp. Toen zij daar
aan wal stapten hadden zij veel bekijks.
Spoedig hadden zij een hoopje lejiggangers
om zich heen, dis hen toeriepen„Daar heb
je nou de soosejaleu uit Amsterdam, weg
met de soosejaleu!" Met steenen gewapend
kwamen zij op het bootje af eu namen eene
dreigende houding aan. Een der reizigers,
die dacht dat de zaak niet zoo'n vaart zou
loopen had de onvoorzichtigheid uit te roepen
„Jullie hebben steenen, maar wij hebben
lood, pas op!"
Dat was olie in het vuur. Men begon
onmiddellijk met steenen te gooien, waar
door gelukkig niemand getroffen werdmaar
alleen de ruiten in de kajuit werden ver
brijzeld. De plezierreizigers konden niet
meer aan wal tomen en het een'ge wat er
op_ was: ouder stoom te gaan en naar
huis terug te keeren. (jj
Iu de berichten over de onlusten te
Amsterdam is melding gemaakt van de broe
ders Leendert en Jacobus Mens, zoons van
wijlen den „burgemeester van de Willem
straat", ook bijgenaamd „de Bokkebek".
Het waren deze beide broeders, die de op-
roervlaggeuop de brug over de Linden
gracht geplant, neerhaalden en iu het water
wierpen.
Van hunne goede gezindheid hebben zij
thans ook nog op andere wijze blijk gege
ven. Aan een der leden van de commissie,
die bijdragen inzamelt voor de betrekkingen
der slachtoffers van het oproer, hebben zij
een gift van f 50 ter hand gesteld.
Gisteren is een reusachtige peperkoek
op de bakkerij-tentoonstelling te Amsterdam
aangekomen vau den heer A. Brees-Koelants
Ie Antwerpen. Deze monsterkoek weegt
150 KG. en is 3 M. bij 1.5 meter groot.
Eene compagnie infanterie op oorlogssterkte
kan van dezen koek tegelijk gevoed worden.
Op 23 Aug. a s. zal bij de Maat
schappij tot Exjjl. van Staatsspoorwegenop
het slation Utrecht, een examen plaats heb
ben voor klerklelegrafist derde klasse.
Ter gelegenheid van den aanstaanden
verjaardag van prinses Wilhelinina, zullen
te Utrecht door de Vereeniging tot verede
ling van volksvermaken feestelijkheden plaats
hebben, waaronder een vliegerwedstrijd voor
knapen van 12—18 jaren, waarvoor vele
prijzen zullen worden uitgeloofd.
Bij eene te Langbroek gehouden ver-
kooping van boomvruchteu bracht een boom
gaard groot 3 heet. onder Cothen f 6400
op, behalve de onkosten.
Een hevige brand is gisterenmiddag
te 5 uren te Zuilichem in het veerhuis uit
gebroken. Reeds liggen vier huizen en een
hooiberg in de asch. Bij het afzenden van
dit bericht hebben de kerk en toren vuur
gevat en zal de school niet gespaard blijven.
(N. R. Ct.)
Maandagavond te ruim 9 uren had te
Leeuwarden in den Prinsentuin eene belang
wekkende vertooning plaats. Het was de
opstijging van den Franschen luchtreiziger
kapitein Julhes met den reuzenballon L'éloile
du Nord. Bij het opstijgen en ook daarna
werd er tan uit de door het veelkleurig
bengaalsch vuur verlichte mandwaarin zich
de luchtreiziger bevond, vuurwerk afgesto
ken, hetgeen een zeer fraai effect maakte.
Nog eene geruime poos vertoonde zich de door
het licht beschenen ballon in het luchtruim.
Eene zeer talrijke volksmenigte in en bui
ten den tuin was getuige van het hier nog
nooit bijgewoonde schouwspel. De lucht
vaart werd door zeer kalm weder begun
stigd.
De mazelen breiden zich nog steeds
te Groningen uit. Werden in Juni 280
gevallen geconstateerd, over Juli zijn niet
miuder dan 408 aangegeven.
NGKAVEKMAGE.
Door Z. M. zijn benoemd: tot burgemees
ter der gemeente Beuningen, J. A. J. Ver
meulen; en tot burgemeester der gemeente
Dieraen, W. II. Toe water, secretaris der
gemeente en is goedgekeurd dat de burge
meester van Geulle, H. J. Vijgen, is be
noemd tot secretaris dier gemeente.
Door Z. M. is, met ingang van 16 Augus
tus 1886, tot inspecteur van het middel
baar onderwijs, tevens tijdelijk belast met
het toezicht op de landbouwscholen, be
noemd dr. W. B. J. Van Eyk, schoolop
ziener in het district Haarlem, uit welke
laatste betrekking, hem met ingang van
dezelfde dagteekening eervol ontslag is ver
leend.
Door Z. M. is aan Karl Longard,
geb. te Coblenz, vergunning verleend de
geneeskunst uit te oefenen op Nederland-
sche zeeschepen, met uitzondering van oor
logsvaartuigen, onder voorwaarde dat hij de
wettelijke bepalingen omtrent de uitoefening
der geneeskunst in Nederland, spittelijk na-
kome.
Door Z M. is de luit. kolonel P. B.
Koek, van het wapen der art., thans op
non-activiteit, op zijne aanvrage, op pen
sioen gesteld.
Door Z. M. zijn de dirig.-off. v. gez.
der lste kl. dr. M. G. Van Pelt, van het
personeel van den geneesk. dienst der land
macht, en de 2de luit. J. L. Van Nahuys
van het 3de reg. vest.-art op non-activi-
leit gesteld, in afwachting dat omtrent ben
nader zal worden beschikt.
De luit. ter zee lste kl J. H. Strooi
man, dienende aan boord van Zr. Ms. wacht
schip te Amsterdam, wordt met den 16den
September a. s. op non-activiteit gesteld.
BUITENLAiNDSCHE BERICHTEN.
KVtltLAtU.
Het was Maandagavond weer woelig
te Belfast en de politie moest vuur geven.
107 pirsonen stonden eergisteren terecht
wegens deelneming aan de wanordelijkheden.
De meeslen werden gestraft met opsluiting
van 1 tot 4 maanden.
Men verneemt dat het bericht aan de
Daily Chronicle uit Caïro i. d. 27 Juli,
als zou Moekhtar pacha binnenkort worden
teruggeroepen om hem het bevel over een
legercorps aan de Armenische grens op te
dragen, van grond ontbloot is. De Porte
zou tot zulk een maatregel slechts bij zeer
ernstige gebeurtenissen besluiten. Buiten
dien worden de diensten, welke Moekthar-
pucha in Egypte bewijst, zeer op prijs ge
steld. De Porte beschouwt ze als bijzonder
gewichtig in de tegenwoordige omstandig
heden.
FRANKRIJK.
De minister van oorlog Boulanger
ondervindt voortdurend de wraak der mo
narchisten die hem de verbanning der prinsen
maar niet kunnen vergeven. Voor enkele
dagen deelden wij mede dat men een brief
had openbaar gemaakt, geschreven duor
Boulanger aan den hertog van Aumale,
waarin deze op de onderdanigste wijze zijn
dank uitsprak voor 's hertogs bemoeiingen
in zake zijne benoeming etc., welke brief
Boulanger voor valsch verklaarde. Deze we
derlegging van den minister lokte terstond
echter een antwoord uit van de andere zijde.
Een der raadslieden van den hertog van
Aumale, den heer Limbourg, schrijft aan
de Figaro, dat hij de persoon was,