NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. I> e e Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. abonnement: Donderdag 24 Juni 1886. N°. 146. advertentien: DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 8 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nummer 10 Cent. 200» Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, 4 contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepmakerssteej: 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Berichten. JACÏIT. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie ZUID HOLLAND Gezien hel besluit van Gedeputeerde Slalen van den 15den Juni 1886, no 75; Gelet op art. II der wel van den 13den Juni 1857 Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedepè leerde Slalen is bepaald, dat de afzonderlijke jaclilen op waterwild voor dit jaar zijn geopend op Maandaij den 2Ssten Juli aanslaandeen dal mitsdien van af dal tijdstip de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, d, f en /i, iler wet np de jacht en visscherij*is geoorloofd; wordende levens herinnerd aan de bepaling van art. I. van bet Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij in deze Provincie, krachlens welke die jachlen niet anders mogen plaats hebben dan op bel water, langs de stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en op moerassige landen. En zal deze kennisgevingin plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplaktwaar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in hel Pro vinciaal Ulad en in de Nederlandsche Staats courant worden geplaatst. De Commissaris des Konings voornoemd, F O K. 's Gravemuge den 17den Juni 1886. »TA DSAIEUWI. Burg. en weth. stellen den raad voor om aan eenige aangeslagene» in de plaatselijke directe belasting over 1885, die gedurende den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zijn, restitutie of af schrijving te verleenen tot een bedrag aan gewezen in den daar hen overgelegden staat. Zij geven in overweging om op de be zwaarschriften van de heeren G. VV. G. Wenninck, J. Helder Jzn., 8. Eswilder en J. De Groot afwijzend te beschikken: om de aanslagen van den heer A. J. Tegelaar met f 4.27, van den heer G. H. Scuimmel met f 2.86, van den heer J. II. Westink met f 6.28 en van den heer W. Alt met f 13 te verminderen: en eindelijk om den aanslag van den heer H. Schuuriuk van het kohier te schrappen. De commissie van financiën kan zich met den door burg. en weth. overgelegde staat van personen, die aanspraak hebben op af schrijving van hun aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1885, ten volle vereenigen. Zij stelt den raad voor de voorgestelde afschrijving toe te staan. Ook ten aanzien van de bezwaarschriften, welke op dien staat voorkomen, adviseert zij om overeenkomstig de voordracht van burg. en weth. te besluiten. De lezers van de raadsverslagen zullen zich vermoedelijk nog wel herinneren, dat naar aanleiding van het bekende voorstel der vier raadsleden de behandeling der ver zoeken 1°. van de Leidsche Duinwater-Maat schappij om water te leveren aan ingezetenen van Leiderdorp aan de Haarlemmertrekvaart. 2°. van H. Van Rijn, tot het leggen van een waterstoep aan den Ileerensingel. 3°. van C. Van der Geest, tot het leggen van een ijzeren buis met een grinthok enz. aan den Zijldijk. 4°. van AI. J. Weeningh, om een dam te leggen in de sloot langs den Zoeterwoud- schen Singel. 5°. G. Heykoop, om een waterbuis te leggen door den Zijldijk. 6°. van J. Van der Plas en P. A. Feltzer, om twee bruggen te leggen over de sloot langs den Zoeterwoudschen Singel, werd uitgesteld, totdat over dat voorstel een be slissing gevallen was. Nu ten gevolge van de aanneming der motie van prof. Fockema Andreae, waarbij de voorstellers worden uit- genoodigd hun beginsel uit te werken op de verschillende onderwerpen, waarop zij het wemchen toe te passen, die kwestie niet werd opgelost, nu liet onzeker is, wanneer over het vraag>tuk zal worden beslist, ach ten burg. en weth. het aan ernstige beden king onderhevig de bovengenoemde verzoe ken nog langer aan te houden, wijl daaruit voor de belanghebbenden groot ongerief ont staat. Zij geven uit dien hoofde den raad in overweging gemelde verzoekschriften in de eerstkomende vergadering in behandeling te nemen. Mocht hiertoe besloten worden dan adviseeren zij op die verzoeken gunstig te beschikken. Burg. en weth. deelen mededat de werk zaamheden tot verbetering van het Raam- land onder Zoeterwoude, waarvoor in der tijd door den raad f 3000 werden toegestaan, thans zijn afgeloopen. Zij achten evenwel met het oog op den toestand, waarin het grasgewas nog verkeert, een openbare ver pachting van het land op dit oogenblik niet raadzaam. Zij zouden uit dien hoofde wen- schen de openbare verpachting met 1 Januari 1887 te doen aanvangen en inmiddels tot genoemd tijdstip het land in zijn geheel of in perceelen onder de hand te verpachten tegen den prijs, welke daarvoor kan worden bedongen. Zij verzoeken mitsdien den raad hun de daarvoor vereischte machtiging te verleenen. Aangezien twee leden der commissie van financien het voornemen hebben om tegen half Juli gedurende eenige weken de ge meente te verlaten en het wenschelijk is, dat die commissie gedurende de afwezigheid van beide leden worde aangevuld, snellen burg. en weth. den raad voor tot de benoe ming van twee tijdelijke leden der commissie van financien over te gaan. Naar aanleiding van het bericht der com missie van toezicht op de scholen voor mid delbaar onderwijs, dat de heer De Loos zijn werkkring als directeur der hoogere burger school voor een anderen zal verwisselen, hebben burg. en weth. de noodige pogingen in het werk gesteld om den heer De Loos voor onze gemeente te behouden. Die po gingen zijn met een gunstigen uitslag be kroond. De heer De Loos heeft zich bereid verklaard geen gevolg te geven aan de hem gedane eervolle en voordeelige aanbiedingen. Door die bereidverklaring heeft de lieer De Loos zich verdienstelijk gemaakt jegens de gemeente, niet alleen wijl door zijn even tueel vertrek aan de bloeiende hoogere bur gerschool een gevoelige slag zoude toege bracht zijn, maar ook onulat zijn vervan ging als directeur een vermeerdering van uitgaven zoude ten gevolge hebben. Overeenkomstig het advies der plaatselijke commissie stellen zij den raad voor die ver diensten te ei kennen door het verleenen van een personeele toelage ten bedrage van f 700 per jaar, in te gaan met 1 Januari 1887. Zij maken aan het slot van hun missive de opmerking, dat zoodanige personeele toelage niet beschouwd moet worden als een tracte- mentsveihooging, zoodat zij niet in aanmer king kan komen bij de berekening van het eventueel te verleenen pensioen. Burg. en weth. geven den raad in over weging het verslag van commissarissen der stedelijke gasfabriek over 1885 voor ken nisgeving aan te nemen. Voor de benoeming van eene derde onder wijzeres aan de jongensschool ïe klasse, ter vervulling van de vacature ontstaan tenge volge van het overlijden van mej C. M. Dee, wordt de volgende voordracht gedaan, als 1°. mej. J. A. Prins, te Voorschoten; 2°. mej. M. Blanken, alhier, en 3° mej. A. M. L. Buyze, te Krimpen aan de Lek. De commissie van financiën heeft de reke ning van het Evangelisch Luthersch wees- en oudeliedenhuis onderzocht en in orde bevonden. Zij stelt voor die rekening goed te keuren, de ontvangst en uitgaaf ad f 5077.14. De commissie van financiën, de rekening en verantwoording der ontvangsten en uit gaven van de dienstdoende schutterij onder zocht en in orde bevonden hebbend, stelt voor die rekening voorloopig vast te stellen in ontvangst en uitgaaf ad f9151.63. Ook heeft de commissie van financiën geen bedenkingen tegen de goedkeuring der rekening van de stedelijke werkinrichting, weshalve zij voorstelt die rekening vast te stel len wat de ontvangsten betreft op f 16687 56 en wat de uitgaven aangaat op hetzelfde bedrag. De collecte voor het fonds van den Gewapenden Dienst in de Nedeilanden, op 21 en 22 Juni alhier gehouden, heeft na af trek der kosten opgebracht de somma van f 158 03 Van middag waren in het water van het Kort-Rapenburg eene massa visschen en vischjes half drijvende, half zwemmende. Ze konden 't door't zoogenaamde//kwaad water" niet langer onder water uithouden en kwamen aan de oppervlakte naar lucht hap pen. Deze pogingen bekwamen de arme beesten echter slechtwant jongens en mannen in schuiten en op den kant met netten gewapend pikten hen op en haalden menig aardig zootje naar boven. Men schrijft ons uit Utrecht van gis teren: De slaapwekkende kracht eigen aan gemeenplaatsen van onbeholpen verslaggevers, FEUILLETON. 821.) Doch hij kreeg spoedig het bewijs dat hij zich vergiste. Aurora stond op, en terwijl zij een paar schreden voorwaarts deed, sprak zij: ^Mijnheer Van Ossen, mevrouw Durand, mijn lieve onderwijzeres, heeft mij gemeld wat ik u verschuldigd ben. Een groot ge vaar, de dood misschien, wachtte mij hier. U heeft mij bevrijd. Ik dank u vurig, mijn heer! En u ook," voegde zij er bij, zich tot William richtende. Deze maakte zwijgend een buiging. Van Ossen nam de hand van het meisje, trok haar zacht naar zich toe en drukte een kus op haar voorhoofd. Daarna, op de gravin een blik vol mededoogen werpende dacht hij rArme moeder! ook van daag nog had zij den moed, de kracht haar geheim te bewaren." De jonge vrouw was op haar beurt opge staan. Zij trad op Van Ossen toe, en sprak tot hem met een traan in de stem z/Eens, mijnheer! later, hoop ik, zal het mij vergund wezen te spreken. Dan zal u alles weten." *De ongelukkige gravin De Lasserre be hoeft mij niets meer te zeggen." irHoe!" sprak zij terugdeinzende. weet Hij haalde het papier uit den zak, dat Noirot den vicomte had ontnomen, vouwde het open en reikte het haar over. Zij trilde en sloeg de handen voor het gelaat om den schaamteblos te verbergen die haar naar het aangezicht vloog. //Toen ik dit gelezen had," hernam de bankier, begreep ik heel spoedig, waarom Aurora eerst en gij daarnahierheen zijt gevoerd, 't Is met dit vreeselijk middel, het mes op de keel, dat de ellendeling u heeft willen dwingen dien schandelijken brief te schrijven. Wat heeft u moeten lijden I Welke martelingen!" UW heb gebeden, mijnheer! en mijn ver trouwen op God gesteld. Hij heeft mij gesteund." rO, nu hebt ge aanspraak op uw ver giffenis." *lk wil die niet vragen," hernam zij, ter wijl zij droefgeestig met het hoofd schudde. yMaar, ik dan, ik zal spreken." z/Neen, mijn dochter mag niets weten," viel zij hem levendig in de rede. *Om harentwil zal ik de kracht hebben teneinde toe te lijden. Mijn plicht is thans mij op te offeren. Ik verzoek het u dringend, mijn heer Van Ossen! beloof mij niets te zeggen aan mijnheer De Lasserre, en vooral hem dit papier niet te laten zien." /t Is goed. Voorloopig beloof ik het u. Maar ik verbind mij niet mijn vriend niet te antwoorden, als hij mij ondervraagt, en u niet te verdedigen als ik meen dat te moeten doen." De Hollander drukte hare handen in de zijne. Hij kon haar vertellen wat er gebeurd was met den heer De Lasserre, doch wilde haar die nieuwe smart besparen. Ook meende hij haar te moeten verzwijgen, op welk een vreeselijke wijze de vicomte waarschijnlijk aan zijn einde was gekomen. De rijtuigen kwamen voor. Met uitzon dering van Gabiron en Noirot, de Grappige en dieu9 vrouw, verlieten allen het jachthuis. Den volgenden dag tegen half negen was Gabiron te Montrnore.icyop het bureel van den commissaris van politie. Hij gaf alles aan wat den vorigen dag in de Rue du Rocher en op het jachthuis was voorgevallen. Een paar uur later was het gerecht in de woning, vergezeld van eenige arbeiders met hun gereedschappen. In de eerste plaats werden de Grappige en de Mottige door een paar gendarmen naar de gevangenis te Versailles vervoerd. Daarop had de opruiming plaats van het puin. Want men moest zich overtuigen of de vicomte al dan niet was omgekomen. Eindelijk kwam zijn lijk voor den dag. Maar in welk een toestand! Geheel ver pletterd, afschuwelijk om te zien, onherken baar. liet was geen menschelijke gedaante meer. Slechts een vormeloozen klomp aan schouwde men. XXX. HET OVERDEKTE PORTRET. Drie maanden zijn er verloopen sedert de gebeurtenissen voorvielen, welke wij het laatst hebben geschetst. Graaf De Lasserre is volkomen hersteld. Hij is reeds een keer uitgegaan om zijn dochter op te zoeken, en mevrouw De Mont- perrey en zijn vriend Van Ossen zjn dank aan te bieden voor de betoonde vriendschap en belangstelling. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1