NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. E>eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABOiy NEMENT: Vrijdag 16 April 1886. N°. 90. ADVERTENTIE N: Uitgevers: Gebroeders Muré. DE BOETVAARDIGE. Leidsche Courant Voor Leiden, per 3 maanden1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per ,\ummer 10 ('ent. 200° Jaargang. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Uureel: Sclieepmakerssteeg; 6. Stads-Berichteo. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien art. 5 1ste al. der Wet van den 28en Juni 18SI {Stbl. no. 97), zooals die nader is gewijzigd; Brengen ter algemeene kennis, dat door J. W. II. ROTTEVEEL en P. KULLEN AAK verzoekschriften zijn ingediend om vei gunning tol verkoop van sterken drank in hel klem resp. in de perceelen Breeslraat no. 23 en Kraaierstraat no. 13. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche ourant. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 14 April 1886. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN herinneren bij deze den belangheb benden, dat, ingevolge de verordening van den 9en Januari 1868 Gtmoenleblad no. 1), de Beestenmarkt, in plaats van op Vrijdag den 23en April a. s., zal worden gehouden op Woensdag, den 21 en te voren. Burgemeester en Wel houders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 15 April 1886. TADiNIEUWI. Tot pastoor van de parochie Onze Lieve Vrouwe Onbevlekte Ontvangenis is benoemd de Wel-Eerwaarde heer W. J. A. Derk», kapelaan aan de St. Anthoniuskerk te Am sterdam. Het stoffelijk omhulsel van den heer dr. Jean Clirétien Drabbe werd heden op de begraafplaats aan de Groenesteeg in allen eenvoud ter aarde besteld. Op advies van de plaatselijke com missie van toezicht op de scholen voor mid delbaar onderwijs zijn burg. en weth. in een uitvoerig rapport van oordeel, dat op dit oogenblik geenerlei wijzigingen in de inrich ting van het middelbaar onderwijs voor meis jes moeten worden ingevoerd, maar hebben het voornemen aan den gemeenteraad de noodige voorstellen in te dienen, ten einde zoo mogelijk te bevorderendat het rijks subsidie ten behoeve yan de hoogere bur gerschool voor meisjes wederom worde her steld. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken omtrent de watergemeenschap tus- •chen Rijn en Schie in de leeskamer zijn nedergelegd, geven burg. en weth. den ge meenteraad in overweging het besluit te ne men tot overdracht van het jaagpad langs den Leidschen Vliet en vau de Nieuwe Trek vaart aan de provincie, met 1 Mei 1887 of zooveel eerder als elke verpachting van het jaagpad mocht zijn beëindigd. De datum van 1 klei 1887 i» hierbij aangenomenop grond, dat met dat tijdstip het contract van verpachting van de opbrengst der tolgelden aan het jaagpad zal zijn afgeloopen, terwijl het provinciaal bestuur bereid is de over dracht eerder te doen plaats hebben, wan neer vóór dien tijd om de eene of andere reden het pachtcontract mocht worden ont bonden. De commissie van financiën heeft geene bedenkingen: tegen de in hare handen ge stelde rekening, dienst 1885, van de kamer van koophandel en fabrieken in ontvangst van f 475 en uitgaaf van f 37635*even min tegen den in hare handen gestelden staat van af- en overschrijving op de begrooting van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1885, noch tegen de rekening van de plaatselijke schoolcom missie over 1885 in ontvangst en uitgaaf ad f 160,£5. Zij stelt den gemeenteraad voor dit alles goed te keureu. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken betreffende het verzoek van de firma Gebrs. Van Hoeken, tot het in eigendom be komen van het gedeelte gemeentegrond, dat hun bij beschikking van 22 Juni 1840 werd in gebruik gegeven bij het bouwen van het huis aan den Rijn, groot 3 centiaren, geven burg. en weth. den gemeenteraad te kennen, dat bij hen tegen de inwilliging van dat verzoek geene bezwaren bestaan. Door de politie alhier is proces-ver baal opgemaakt tegen twee personen, die zich hebben schuldig gemaakt aan verzet te gen een politieagent, die een beschonken persoon naar de politiewacht wilde leiden. Eveneens tegen eene vrouw, die zich aan diefstal van een omslagdoek heeft schuldig gemaakt. Verder tegen een paar vrouwen die elkander slagen hebben toegebrachtten gevolge waarvan een hunner aan 't hoofd verwond werd. Ter beschikking van de justitie te YGra- venhage is gesteld een persoou wegens be delarij aangehouden, hetgeen ook zal geschie den met een ander, die diefstal van gewich ten heeft gepleegd. - In de gewone algemeene vergadering der commanditaire vennootschap Leidsche Bankvereeniging, II. E. C. Gerlings, ge presideerd door den heer D. Hartevelt, werden de in de algemeene vergadering van den 14den Nov. 1885 benoemde commis sarissen, de heeren ror. S. Vissering en dr. D. Bierens de Haan, geïnstalleerd. De aan de beurt van aftreding zijnde commis saris, de beer D. Hartevelt, werd met al- meene stemmen herkozen. Daarna bracht de beheerende vennoot verslag uit over het gedurende 188o ge voerde beheer, waaruit bleek, dat de ven nootschap vooruitgaande is. Verliezen zijn niet geleden. Balans en winst- en verliesrekening werden goedgekeurd en het dividend vastgesteld op f 57. De leluit.-adj. van het 3e reg. huzaren A. T. Lucassen, wordt met 1 Mei van Leiden naar 's Hage verplaatst. De telegrambestellers alhier deden heden voor het eerst dienst in het nieuwe, reeds vroeger beschreven uniform. MUZIEK, LETTEREN ENT KUNST. Geboortedag van Fr. König. (Uitvinder der snelpersen). (1775). Mevr. BOSBOOM-TOUSSA1NT. Zooals we gisteravond in 't kort meldden, overleed in den namiddag mevr. Anna Louisa Geertruida Bosboom geb. Toussaint, in den ouderdom van vier en zeventig jaren. Ze was de meest gevierde Nederlandsche roman schrijfster en werd geboren te Alkmaar den lfiden September 1812. Zorgvuldig opge voed legde ze zich met ijver toe op de letterkunde en de geschiedenis en trad ze na eenigen tijd als gouvernante werkzaam te zijn geweest in den echt mei den be roemden schilder J. Bosboom. Onvermoeid werkte ze voort en legde zich met hart en ziel toe op letterkundigen ar beid waartoe ze den romanvorm koos en wel den historischen roman. Wanneer we nu weten dat de vereisclnen voor deze soort van geschriften zijn een boeiende stijl, waar schijnlijkheid en juiste en gelijkmatige ka rakterschildering dan kunneu we als lezers harer werken heoordeelen in hoeverre ze ge slaagd is in haren arbeid. Het belangwekkende in mevr. Bosboom is dat ze steeds aan groote kunst doet. Het pikante, dat ze altijd jong blijft. Even juist maar ook even frisch als in hare eerste werkenwas ze in hare laatste pennevruch- ten. Steeds schildert onze schrijfster een breeden achtergrond om daar tegen de ka rakters der hoofdpersonen te doen uitkomen en hier is het dat ze zich in haar eigenlijk element bevindt. Typen van jonge mannen als Leopold Van Zoushoven, Eckbert Wit- gensteyn, Raymond De Mercoeur en die van jonge vrouwen als Francis Mordaunt, Regina Van Berchem, Gabrielle d'Arques zijn door haar met zorg bewerkt. Het ge heim der vastheid van hand, waarmede mevr. Bosboom deze zoo ongelijke beelden schildert, ligt in de bewuste overeenstem ming van haar gezichtspunt met dat der natuur zelve. Reeds in 1837 gaf mevr. Bosboom hare eerste novelle #Almagro" in het licht. Daarop volgde in 38 yDe graaf van Devonshire", vervolgens rDe Engelschen te Rome", Het huis Lauernesse", ^Media-Noche" (1852), rGraaf Pepoli" en van hare latere, niet minder bekende en zeer veel gelezen, werken ,,De Delftsche Wonderdoder" (1871), Ma joor Frans" (1877). vLangs eens Omweg" en t Ray mond de schrijnwerker'' (1880). Nederland verliest in de gisteren ontslapen edele vrouw eene schrijfster die de Neder landsche taal en de kunst hoog hield. Aan de zijde van den innig met haar naar geest en hart verbonden echtgenoot, heeft mevrouw Bosboom-Toussaint een hoogst ge lukkig leven geleid, gewijd aan de schoone en edele kunst, en door hare geestesvruch ten heeft zij zich eene onvergankelijke eer zuil gesticht in de galerij van Nederland's kunstenaars. Houden wij hare nagedachtenis in eere. De kindercantate fUit het jongens- en meisjesleven", van den heer Bokelmann van Zwolle is uitgevoerd te Purmerend, door FEUILLETON. 174.) Het bedreigt mij. Het verrijst voor mij als een vreeselijk gevaar en zegt mij, dat ik op allea moet voorbereid lijn. Uw plan is daar in zijn geheel. Deze weinige regelen zijn de grondslag en de spil van uw helsche overleggingen. En gij hebt gedacht, en wie weet het, gij hoopt misschien nog, dat ik dit zal schrijven?" ,Ik hoop het." .Dan moet ik al even schelmachtig zijn als gij, of wel de walging en den afschuw, die gij mij inboezemt, moeten mij volslagen de reden en het besef van mijn handelin gen doen verliezen.... Maar neen, ik zal de kracht hebben weerstand te bieden aan de verschrikkelijke beproevingen, die mij wachtten. Ik ben bereid en gereed tot alle offers, zelfs dat van mijn leven. Welke mar telingen gij ook zult uitdenken ik zal ze verduren. Ja, gij kunt mijn bloed drup pelsgewijze vergietenmij doodenmaar mij tot uw medeplichtige maken, nooit 1" Da vicomte werd vaalbleek. ,7.oo even beweerdet gijdus sprak hij met een grijnslach, dat ik krankzinnig was, maar nu is u bepaald gek." Zij vestigde op hem haar fonkelenden blik. ,Neen, neen," hernam zij, ,ik vrees u niet. Dsarenboven ken ik alle smarten bij ondervinding. Gij kuut mij niets doen lij den wat ik niet reeds geleden heb. „Zoudt gij dat denken?" sprak hij dof, terwijl de saamgetrokken trekken van zijn gelaat een ouheilspellenden uitdrukking aan namen. ,Ja, ik geloof het. Ja, ik tart u mij een levendiger smart, een heviger lijden aan te doen, dan dat ik reeds zoo even heb doorstaan, toen ik de overtuiging kreeg, dat gij op mijn gedweeheid, op mijn liefde voor mijn dochter, op mijn angst en weet ik al op wat nog meer gerekend hailtom mij dit gedrochtelijk stuk te doen schrijven en teekenen. Vicointe De Sanzac, toen gij mij uwer waardig dacht, mij tot uw peil ver- laagdet, door mij tot zulk een laagheid in staat te rekenenhebt gij mij de bloedigste beleediging aangedaan, welke men een vrouw kan aandoen." De ellendeling trok minachtend de schou ders op. .Maar," dus ging de gravin voort op een toon van verpletterende verachting, en ter wijl zij zijn eigen woorden, doch eenigszin» gewijzigd herhaalde, .hoe beleedigend hel is, ik wil er niet aan hechten; als het van u komt, kan niets mij beleedigen." Plotseling van toon veranderende, ging zij voort .Vicomte, de tijd gaat voorbij en de avond zal spoedig vallen. Wilt gij een goede raad van mij aannemen?" .Laat hooren." .Open de deur, geef mij mijn dochter terug en laat mij dan dit huis verlaten." .Een koud, zenuwachtig lachje vertoonde zich op de lippen van den ellendeling. .Mijnheer De Sanzac," dus ging de gra vin voort, ,ga niet verder, het is nog tijd.... Laat mij mijn dochter medenemen. Ik zal haar in de armen haars vaders voe ren en de graaf zal nooit vernemenik zweer het uwat hier is geschied. Ik zal stom zijn als het graf, en hij zal nooit te weten komen wat gij tegen zijn geluk en zijn rust had gesmeed. Ik weet niet wat gij verwachtet, wat gij hooptet. Ik wil het niet weten. Maar al uw berekeningen mis lukken. Gij mist uw slag." ,Uw raad kan goed zijn," antwoordde hij, "maar ik zal hem niet volgen." .Neem u in acht, mijnheer; neem u in acht. Gij speelt een gevaarlijk spel." .Ik weet het." .Gij kuut heden nog rekenen op straffe loosheid. Morgen zal het misschien te laat wezen. .Wij zullen zien." .Als men soms aan de gerechtigheid der menschen kan ontkomen, dan is die van God er nog, altoos dreigende.... onverbid delijk...." Daar u mij zoo goed kent," voegde hij er op somberen toon bij, .daar u weet dat ik tot alles in staat beu, moet u de zeker heid hebben dat ik mijn plannen niet zal opgeven, dat ik tot het einde toe zal door- gaan." .Gij zult niet slagen! Zie, mijn ver trouwen op God is zoo groot, dat ik mij thans gelukkig acht in den strik te zijn ge vallen, door u gespannen. Als ik hier ben, dan is het niet omdat uw list gelakt, dan is het omdat het Gods wil is!" Zij ging met een zekere opgewondenheid voort: (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1886 | | pagina 1